bluetooth JEEP GRAND CHEROKEE 2017 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2017, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2017Pages: 414, PDF Size: 6.11 MB
Page 225 of 414

Alleen de medewerker van de alarmcentrale
kan op afstand het gesprek beëindigen en,
indien nodig, de auto terugbellen via het
Emergency Call-systeem. Zodra het gesprek
is beëindigd, kunt u nog steeds contact op-
nemen met de alarmcentrale om extra infor-
matie te geven door nogmaals op de knop te
drukken.
SOS-Emergency Call gebruiken
Houd de SOS-Emergency Call-knop enkele
seconden ingedrukt. De LED naast de SOS-
knop knippert één keer en blijft dan branden
om aan te geven dat de oproep is geplaatst.
OPMERKING:
Er is een vertraging van 10 seconden voordat
het gesprek wordt geplaatst, voor het geval
dat de SOS-Emergency Call-knop per onge-
luk wordt ingedrukt. Het systeem zal een
gesproken waarschuwing geven dat een
noodoproep wordt gedaan. Om de oproep te
annuleren, drukt u de SOS-Emergency Call-
knop nogmaals in.Zodra er verbinding is tussen het voertuig en
de alarmcentrale zal het SOS-Emergency
Call-systeem de volgende belangrijke voer-
tuiginformatie doorgeven aan de alarmcen-
trale:
• Indicatie dat de inzittende een SOS-
Emergency Call heeft gedaan.
• Het chassisnummer (VIN).
• De laatst bekende GPS-coördinaten van
het voertuig.
U kunt vervolgens met de alarmcentrale spre-
ken om te bepalen of extra hulp nodig is.
De SOS-Emergency Call heeft voorrang boven
andere geluidsbronnen. Deze worden ge-
dempt. Als u een telefoon hebt verbonden via
Bluetooth wordt deze losgekoppeld en weer
gekoppeld aan het einde van de SOS-
Emergency Call. Gesproken aanwijzingen be-
geleiden u tijdens de SOS-Emergency Call.
Als er verbinding wordt gemaakt tussen de
alarmcentrale en uw auto, kan de medewer-
ker van de alarmcentrale gesprekken en ge-
luiden in uw voertuig opnemen zodra er ver-
binding is. Door gebruik te maken van de
dienst gaat u ermee akkoord dat deze infor-
matie wordt gedeeld.Beperkingen van het SOS-Emergency Call sys-
teem
Als het contact in de stand RUN wordt gezet,
voert het Emergency Call-systeem een routi-
necontrole uit. Tijdens deze controle brandt
gedurende ongeveer drie seconden een rood
lampje. Dit signaal moet niet worden verward
met een foutmelding. In geval van een storing
blijft het rode lampje branden. Als het SOS-
Emergency Call-systeem een storing detec-
teert, kan het volgende gebeuren op het mo-
ment dat de storing wordt gedetecteerd:
• De LED naast de knop SOS-knop blijft
rood branden.
• Het Emergency Call-systeem wordt gevoed
door zijn eigen niet-oplaadbare batterij om
ervoor te zorgen dat het blijft werken, zelfs
als de accu leeg is of losgekoppeld is.
Wanneer de systeembatterij leeg is, geeft
het display in de instrumentengroep een
speciaal bericht weer, anders dan berich-
ten met betrekking tot andere soorten sto-
ringen. In dit geval werkt het systeem
alleen als het wordt gevoed door de accu
van het voertuig.
223
Page 237 of 414

Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F62 – 10 A rood Koppeling airconditioning
F63 – 20 A geel Bobines (benzine), ureumverwarming (diesel)
F64 – 25 A transparant Brandstofverstuivers/aandrijflijn
F66 – 10 A rood Zonnedak/schakelaars voor passagiersramen/regensensor
F67 – 15 A blauw CD/DVD/Bluetooth handsfree-module — indien aanwezig
F68 – 20 A geel Motor achterruitwisser
F69 – 15 A blauw Voeding bermlicht — indien aanwezig
F70 – 20 A geel Brandstofpomp van de motor
F71 – 30 A groen Audioversterker
F72 – 10 A rood PCM — indien aanwezig
F73 – 15 A blauw HID-koplampen rechts — indien aanwezig
F75 – 10 A rood Dubbele accuregeling — indien aanwezig
F76 – 10 A rood Antiblokkeerremmen / elektronisch
stabiliteitsregelsysteem
F77 – 10 A rood Regelmodule aandrijflijn / voorasontkoppelingsmodule
F78 – 10 A rood Motorregelmodule/elektrische stuurbekrachtiging
F80 – 10 A rood Universele garagedeuropener/kompas/
anti-inbraakmodule
F81 – 20 A geel Richtingaanwijzer rechts / remlichten aanhanger
F82 – 10 A rood Regelmodule stuurkolom/cruisecontrol/DTV
F83 – 10 A rood Brandstofvulklep
F84 – 15 A blauw Rij schakelaars / instrumentengroep
F85 – 10 A rood Airbagmodule
235
Page 321 of 414

MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID...........321
TERREINRIJDENPAGINA'S —
INDIEN AANWEZIG..........322
Statusbalk terreinpagina's.........322
Aandrijflijn..................323
Vering.....................323
Hellingshoek en rol — indien aanwezig .324
Accessoiremeters..............324
Selec-Terrain — indien aanwezig.....325
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN
EN ALGEMENE INFORMATIE . . .325
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie..............325
Ontvangstkwaliteit..............326
Verzorging en onderhoud..........326
Beveiliging tegen diefstal.........326
UCONNECT LIVE — indien
aanwezig .................327
UCONNECT 5.0.............328
Bedieningselementen op het
frontpaneel..................328Klok instellen................329
Equalizer, Balans (links/rechts) en
Fade (balans voor/achter).........329
Radiomodus.................330
Media-modus.................331
Bluetooth-bron................333
Ondersteuning bediening iPod/USB/
SD-kaart/AUX/mediaspeler.........335
Bediening USB/Audio-aansluiting
(AUX) /Bluetooth..............335
Telefoonmodus................335
UCONNECT 8.4/8.4 NAV......339
Uconnect 8.4/8.4 NAV, overzicht. . . .339
Persoonlijke menubalk...........341
Radiomodus.................341
Media-modus.................342
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT................343
BEDIENING IPOD/USB/
SD-KAART/MEDIASPELER. . . .344
Audio-aansluiting (AUX)..........344
USB-poort..................344SD-kaart....................345
Bluetooth Streaming Audio........345
UCONNECT REAR SEAT ENTER-
TAINMENT (RSE) SYSTEEM —
INDIEN AANWEZIG..........345
Beginnen...................345
Dual Video Screen (systeem met twee
videoschermen)...............347
Blu-ray-speler................347
Games spelen................349
NAVIGATIE................349
Volume van gesproken aanwijzingen
van het navigatiesysteem wijzigen. . . .350
Nuttige plaatsen vinden..........350
Een locatie vinden door de naam in
te voeren...................350
Gesproken bestemming invoeren in
één stap....................351
Uw thuisadres instellen..........351
Go Home (naar huis)............351
Een tussenstop invoegen..........352
Een omleiding volgen............352
MULTIMEDIA
319
Page 322 of 414

UCONNECT PHONE.........352
Bediening...................352
Functies van Uconnect Phone......353
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................353
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect systeem .354
Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden)................358
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek...............358
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig............358
Telefoonboek.................358
Tips voor spraakbediening.........358
Het volume wijzigen............358
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken .359
Binnenkomende SMS-berichten.....359
Gesproken tekstberichten beantwoorden
(niet compatibel met iPhone)......361
Handige tips en veelgestelde vragen voor
het verbeteren van de Bluetooth-prestaties
met uw Uconnect systeem.........362
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHER-
KENNING UCONNECT........363
Introductie van Uconnect.........363
Aan de slag.................366
Basisspraakcommando's..........367
Radio.....................367
Media.....................368
Phone (telefoon)..............369
Beantwoording gesproken
tekstberichten................369
Klimaatregeling (8.4 /8.4 NAV).....370
Navigatie (8.4/8.4 NAV)..........371
Siri Eyes Free — indien aanwezig. . . .371
Do Not Disturb (niet storen)........373
Meer informatie...............374
MULTIMEDIA
320
Page 333 of 414

Media-modus
Audiobron selecteren
Om de Media-modus te activeren, drukt u op
de toets MEDIA op het front. In de Media-
modus kiest u de schermtoets "Source" (bron)
en de schermtoets voor de gewenste modus.
De beschikbare mediabronnen zijn: disk (in-dien aanwezig), USB, SD-kaart (indien aan-
wezig), AUX en Bluetooth (indien aanwezig).
Indien beschikbaar, kunt u de schermtoets
"Browse" (bladeren) gebruiken om deze op-
ties te zien:
• Now Playing (wat speelt?)
• Artists (artiesten)
• Albums
• Genres
• Songs (nummers)
• Playlists (afspeellijsten)
• Folders (mappen)
Source (bron)
Kies de schermtoets "Source" (bron) om de
gewenste geluidsbron te selecteren: disk (in-
dien aanwezig), USB, SD-kaart (indien aan-
wezig), AUX en Bluetooth (indien aanwezig).
Als geen keuze wordt gemaakt, verstrijkt een
time-out en wordt opnieuw het hoofdscherm
van de radio weergegeven.
U kunt op de schermtoets "Source" (bron),
"Pause/Play" (pauze/afspelen) of "Info" kie-
zen om de artiest te zien die bij het momen-
teel afgespeelde nummer hoort.Diskmodus — indien aanwezig
Uw auto is mogelijk uitgerust met een externe
cd-speler in de opslagruimte in de midden-
console.
De diskmodus wordt geactiveerd als u een
cd/disk invoert of met behulp van de toets
MEDIA op het front. Kies in de Media-modus
de schermtoets "Source" (bron) en selecteer
"Disc" (disk).
Een cd plaatsen
Plaats voorzichtig één disk in de diskspeler
met het label in de richting die wordt aange-
geven op de speler. De disk wordt automa-
tisch in de diskspeler getrokken en het picto-
gram voor de diskspeler gaat branden op het
radioscherm. Als de disk niet verder dan
2,5 cm (1,0 inch) in de speler kan worden
geplaatst, is mogelijk al een disk in de speler
aanwezig, die eerst moet worden verwijderd
voordat de nieuwe disk kan worden aange-
bracht.
Als u een disk in de speler plaatst terwijl het
contact en de radio zijn ingeschakeld, scha-
kelt het systeem over naar de diskmodus en
begint het met afspelen zodra de disk in de
1 — SEEK Down (achteruit zoeken)
2 — SEEK Up (vooruit zoeken)
3 — Additional Functions
(extra functies)
4 — Info
5 — Pause/Play (pauze/afspelen)
6 — Source (bron)
7 — Browse (bladeren)
331
Page 335 of 414

apparaat is ingesteld op een laag volume, er
onvoldoende geluidssignaal zal zijn voor de
radio om de muziek van het apparaat af te
spelen.
Nummer selecteren
Seek Up(vooruit zoeken)/Seek Down
(achteruit zoeken)
Druk kort op de schermtoets met de pijl naar
rechts
voor het volgende nummer. Druk
kort op de schermtoets met de pijl naar links
om terug te keren naar het begin van het
huidige nummer, of om terug te keren naar
het begin van het vorige nummer wanneer
momenteel de eerste seconde van het hui-
dige nummer worden afgespeeld.
Fast Seek Up(snel vooruit zoeken)
Houd de schermtoets met de pijl naar rechts
ingedrukt en de gewenste modus begint
door te spoelen door het huidige nummer tot
u de schermtoets loslaat.Fast Seek Down(snel achteruit zoeken)
Houd de schermtoets met de pijl naar links
ingedrukt en de gewenste modus begint
terug te spoelen door het huidige nummer tot
u de schermtoets loslaat.
Info
Druk op de schermtoets "Info" om de infor-
matie over het huidige nummer weer te ge-
ven. Druk op de schermtoets "X" om deze
functie te annuleren.
Shuffle (willekeurige volgorde)
Kies de schermtoets "Shuffle" (willekeurige
volgorde) om de selectie op het USB-
apparaat/de iPod af te spelen in willekeurige
volgorde, voor extra variatie. Druk nogmaals
op de schermtoets "Shuffle" (willekeurige
volgorde) om deze functie uit te schakelen.
Repeat (herhalen)
Druk op de schermtoets "Repeat" (herhalen)
om het/de geselecteerde nummer(s) te her-
halen. Om herhalen te annuleren, drukt u
nogmaals op de schermtoets "Repeat"(herha-
len).
Bluetooth-bron
De Bluetooth Streaming Audio (BTSA) of
Bluetooth-modus wordt opgeroepen door een
Bluetooth-apparaat, met daarop muziek, te
koppelen aan het Uconnect systeem.
Voordat u begint, moet het Bluetooth appa-
raat worden gekoppeld met Uconnect Phone
om te kunnen communiceren met het
Uconnect systeem.
Zie de koppelingsprocedure in deze handlei-
ding voor meer informatie.
Wanneer het Bluetooth apparaat is gekoppeld
aan het Uconnect systeem, drukt u de toets
MEDIA op het front. Kies in de Media-modus
de schermtoets "Source" (bron) en selecteer
"Bluetooth".
OPMERKING:
Bezoek uconnectphone.com voor informatie
over de compatibiliteit van mobiele telefoons
en aanwijzingen voor het koppelen.
333
Page 336 of 414

Uconnect LIVE
De Uconnect LIVE app is beschikbaar in de
Apple Store of Google Play Store. Een hele
reeks apps kan worden bekeken en bediend
via het aanraakscherm van het Uconnect sys-
teem. De apps zijn ontworpen om ervoor te
zorgen dat de bestuurder zich op het rijden
blijft concentreren. Zie voor meer informatie
www.driveuconnect.eu/.
Een Bluetooth-apparaat koppelen
Als u uw compatibele audio-apparaat met
Bluetooth-ondersteuning wilt gebruiken,
moet u om te beginnen het apparaat koppe-
len. Koppelen is het proces van het opzetten
van een draadloze verbinding tussen een ap-
paraat en het Uconnect-systeem.
OPMERKING:
• U dient Bluetooth in te schakelen op uw
apparaat om deze procedure te kunnen
voltooien.
• De schakelhendel moet in de stand PARK
staan.
1. Zet de contactschakelaar in de stand ACC
(accessoirestand) of ON (aan).2. Druk op de toets PHONE op het front.
• Als er geen apparaat met het systeem
is verbonden, verschijnt er een pop-
upvenster waarin u wordt gevraagd of u
een apparaat wilt koppelen.
3. Kies "Yes" (ja) om met het koppelen te
beginnen.
4.
Zoek op uw audioapparaat met Bluetooth-
ondersteuning naar beschikbare apparaten.
•Selecteer Bluetooth en controleer of dit is
ingeschakeld. Zodra de Bluetooth-functie
is ingeschakeld, begint het apparaat te
zoeken naar Bluetooth-verbindingen.
5. Als "No" (nee) is geselecteerd, en u wilt
toch een apparaat koppelen, kies dan op
de schermtoets "Settings" (instellingen)
in het hoofdscherm van Uconnect Phone.
• Selecteer "Paired Phones" (gekoppelde
telefoons) en druk op de schermtoets
"Add Device" (apparaat toevoegen).
• Zoek op uw apparaat met Bluetooth-
ondersteuning naar beschikbare appa-
raten (zie hieronder). Wanneer er ophet apparaat naar wordt gevraagd, se-
lecteert u "Uconnect" en accepteert u
het verbindingsverzoek.
6. Uconnect Phone toont een voortgangs-
scherm terwijl het systeem de koppeling
tot stand brengt.
7. Als uw apparaat het Uconnect-systeem
vindt, selecteert u "Uconnect".
8. Wanneer er op het apparaat naar wordt
gevraagd, accepteert u het verbindings-
verzoek van Uconnect Phone.
OPMERKING:
Sommige apparaten zullen u vragen om
de pincode in te voeren.
9. Wanneer het koppelingsproces met suc-
ces is voltooid, vraagt het systeem u of dit
uw favoriete apparaat is of niet. Als u "Yes"
(ja) kiest, krijgt dit apparaat de hoogste
prioriteit. Dit apparaat heeft voorrang bo-
ven andere gekoppelde apparaten binnen
het bereik en wordt automatisch aange-
sloten op het Uconnect systeem wanneer
u instapt. Er kan slechts één Bluetooth-
apparaat tegelijk worden aangesloten op
het Uconnect systeem. Als "No" (nee) is
MULTIMEDIA
334
Page 337 of 414

geselecteerd, selecteert u eenvoudig
"Uconnect" op het Bluetooth-scherm van
het apparaat, waarna het Uconnect-
systeem opnieuw verbinding zal maken
met het Bluetooth-apparaat.
Ondersteuning bediening
iPod/USB/SD-kaart/AUX/mediaspeler
Dit voertuig heeft een bediening voor iPod/
USB/SD-kaart/AUX/mediaspeler die zich in
de middenconsole direct onder de klimaatre-
geling bevindt.
Bediening USB/Audio-aansluiting (AUX)
/Bluetooth
Druk op de toets MEDIA op het front van de
radio om een specifieke geluidsbron te selec-
teren. Om muziek vanaf uw draagbare apparaat
via de luidsprekers van de auto af te laten
spelen, kiest u de schermtoets "Source" (bron)
en selecteert u een van de volgende modi:
USB/iPod
De USB/iPod modus wordt geactiveerd als u
een USB-apparaat of een iPod met kabel
aansluit op de USB-poort of wanneer u op de
toets MEDIA op het front van de radio drukt.
Audio-aansluiting (AUX)
Met de AUX-aansluiting kunt u een draagbaar
apparaat zoals een MP3-speler of een iPod
aansluiten op de radio met gebruikmaking
van een 3,5 mm-audiokabel en het audiosys-
teem van de auto gebruiken om de bron te
versterken en af te spelen via de luidsprekers
van het voertuig.
De functies van het draagbare apparaat wor-
den bediend met de toetsen op het apparaat,
niet de toetsen op de radio. Het volume kan
worden geregeld via de radio of het draagbare
apparaat.
Bluetooth
Als u een apparaat met Bluetooth-
ondersteuning gebruikt, kunt u mogelijk ook
muziek streamen naar het audiosysteem van
uw voertuig.
SD-kaart
U kunt nummers afspelen die zijn opgeslagen
op een in de SD-kaartsleuf geplaatste SD-
kaart.Het afspelen van nummers kan worden gere-
geld met de radio of met de audiobedienings-
elementen op het stuurwiel voor de functies
afspelen, het vorige of volgende nummer af-
spelen, bladeren en een overzicht van de
inhoud.
Telefoonmodus
Handsfree oproepen beginnen en beantwoor-
den is gemakkelijk met Uconnect. Wanneer
de schermtoets Phonebook (telefoonboek)
oplicht, is uw systeem gereed.
Inwoners van de VS kunnen naar
UconnectPhone.com gaan om de compatibi-
liteit van apparaten en functies te controleren
en voor instructies voor het koppelen van
apparatuur.
Druk op de toets Phone
. Geef na de
pieptoon een van de volgende spraakcom-
mando's...
•CallJohn Smith (bel John Smith)
•
Dial123-456-7890 (kies 123-456-7890)
en volg de aanwijzingen van het systeem
•Redial(kies vorig uitgaand telefoonnum-
mer)
335
Page 338 of 414

•Call Back(terugbellen vorig inkomend
telefoonnummer)
TIP:Wanneer u een spraakcommando geeft,
drukt u op de toets Phone
en zegt"Call"
(bel) en vervolgens spreekt u de naamexact
zo uit zoals hij in uw telefoonboek is opgeno-
men. Wanneer een contactpersoon meerdere
telefoonnummers heeft, kunt u zeggen"Call
John Smithwork" (bel John Smith werk).
De telefoonmodus activeren
Uconnect Phone is een via spraak te active-
ren, handsfree communicatiesysteem voor in
het voertuig, met mogelijkheid van spraakbe-
diening (zie het hoofdstuk Spraakbediening).Met Uconnect Phone kunt u door middel van
eenvoudige spraakbedieningsopdrachten een
telefoonnummer met uw mobiele telefoon
kiezen.
OPMERKING:
Voor het gebruik van Uconnect Phone is een
mobiele telefoon met Bluetooth Handsfree-
profiel vereist. Om te controleren of uw mo-
biele telefoon compatibel is, gaat u naar
UconnectPhone.com.
Een telefoon koppelen
Om te beginnen moet u Uconnect Phone
koppelen aan een compatibele mobiele tele-
foon met Bluetooth-functionaliteit. Het kop-
pelen van een mobiele telefoon is het proces
van het opzetten van een draadloze verbin-
ding tussen een mobiele telefoon en het
Uconnect-systeem.
Om de koppeling tot stand te brengen,
dientu de gebruikershandleiding van uwmo-
biele telefoon te raadplegen. Bezoek
UconnectPhone.com voor volledige informa-
tie over de compatibiliteit van mobiele tele-
foons.OPMERKING:
• U dient Bluetooth in te schakelen op uw
mobiele telefoon om deze procedure te
kunnen voltooien.
• De schakelhendel moet in de stand PARK
staan.
1. Zet de contactschakelaar in de stand ACC
(accessoirestand) of ON (aan).
2. Druk op de toets PHONE op het front.
• Als er geen telefoon met het systeem is
verbonden, verschijnt er een pop-
upvenster waarin u wordt gevraagd of u
een mobiele telefoon wilt koppelen.
3. Kies "Yes" (ja) om met het koppelen te
beginnen.
4. Zoek op uw mobiele telefoon met
Bluetooth-functionaliteit naar beschik-
bare apparaten.
• Druk op de toets Settings (instellingen)
op uw mobiele telefoon.
•
Selecteer Bluetooth en controleer of deze
is ingeschakeld. Als de functie is inge-
schakeld, begint de mobiele telefoon te
zoeken naar Bluetooth-aansluitingen.
Uconnect 5.0 Phone
MULTIMEDIA
336
Page 339 of 414

5. Als "No" (nee) is geselecteerd, en u wilt
toch een mobiele telefoon koppelen, kies
dan de toets "Settings" (instellingen) van
het Uconnect Phone-hoofdscherm.
• Selecteer "Paired Phones" (gekoppelde
telefoons) en druk op de schermtoets
"Add Device" (apparaat toevoegen).
• Zoek op uw mobiele telefoon met
Bluetooth-functionaliteit naar beschik-
bare apparaten. Wanneer er op de tele-
foon naar wordt gevraagd, selecteer
dan "Uconnect" en accepteer het
verbindingsverzoek.
6. Uconnect Phone toont een voortgangs-
scherm terwijl het systeem de koppeling
tot stand brengt.
7. Als uw mobiele telefoon het Uconnect-
systeem vindt, selecteer dan "Uconnect."
8. Wanneer er op de mobiele telefoon naar
wordt gevraagd, accepteer dan het verbin-
dingsverzoek van Uconnect Phone.OPMERKING:
Sommige mobiele telefoons zullen u vra-
gen om de pincode in te voeren.
9.
Wanneer het koppelingsproces met succes is
voltooid, vraagt het systeem u of dit uw
favoriete telefoon is of niet. Als u "Yes" (ja)
kiest, krijgt deze telefoon de hoogste priori-
teit. Deze telefoon heeft voorrang boven an-
dere gekoppelde telefoons binnen het bereik
en wordt automatisch aangesloten op het
Uconnect-systeem wanneer u instapt. Er kan
slechts één mobiele telefoon of één
Bluetooth audioapparaat tegelijk worden
aangesloten op het Uconnect-systeem. Als
"NO" is geselecteerd, selecteert u
"Uconnect" op het Bluetooth-scherm van de
mobiele telefoon/audioapparaat en het
Uconnect-systeem zal weer koppelen met
het Bluetooth-apparaat.
Bellen
1. Druk op de toets PHONE op het stuurwiel.
2. Zeg na de pieptoon: "Dial" (kies) (of "Call"
(bel) in combinatie met een volledige
naam of een telefoonnummer).
Lezer SMS-berichten
Nadat uw Uconnect systeem is gekoppeld
aan een mobiel apparaat met Bluetooth-
ondersteuning dat beschikt over het Message
Access Profile (MAP), kan het Uconnect sys-
teem een nieuw binnenkomend SMS-bericht
aankondigen en aan u voorlezen via het au-
diosysteem van de auto.
OPMERKING:
Alleen binnenkomende SMS-berichten die
worden ontvangen tijdens de huidige con-
tactcyclus kunnen worden bekeken/gelezen.
Ga als volgt te werk om binnenkomende SMS-
berichten in te schakelen:
iPhone
1. Druk op de toets Settings (instellingen) op
de mobiele telefoon.
2. Selecteer Bluetooth.
• Verzeker u ervan dat Bluetooth is inge-
schakeld en dat de mobiele telefoon is
gekoppeld aan het Uconnect systeem.
337