adblue JEEP GRAND CHEROKEE 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2020Pages: 412, PDF Size: 7.51 MB
Page 10 of 412
QUADRA-LIFT — INDIEN AANWEZIG......... 180Omschrijving................... 180
Standen van de luchtvering.......... 182
Berichten Display in instrumentengroep . . . 183
Bediening..................... 183
SELEC-TERRAIN — INDIEN AANWEZIG....... 184Selec-Terrain-modus selecteren........ 184
Berichten Display in instrumentengroep . . . 185
SELEC-TRACK — INDIEN AANWEZIG (SRT)..... 186Custom....................... 186
Actief dempingssysteem............ 187
Launch Control— Indien aanwezig...... 187
Richtlijnen voor gebruik op het circuit.... 189
STOP/START-SYSTEEM - INDIEN AANWEZIG.... 190Automatische modus.............. 191
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet
automatisch stopt................ 191
De motor starten in de stand autostop.... 192
Het Stop/Start-systeem handmatig
uitschakelen................... 192
Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen.................... 193
Systeemstoring.................. 193
CRUISECONTROL — INDIEN AANWEZIG....... 193Activeren..................... 194
De gewenste snelheid instellen........ 194
Snelheid hervatten............... 194
Deactiveren.................... 194
ADAPTIEVE CRUISECONTROL (ACC) —
INDIEN AANWEZIG.................. 195
De functie in- of uitschakelen......... 195
Gewenste ACC-snelheid instellen....... 195
Hervatten..................... 196
Ingestelde snelheid aanpassen........ 196
Volgafstand instellen in ACC.......... 198
PARKSENSE PARKEERSENSOREN ACHTER —
INDIEN AANWEZIG................... 198
ParkSense sensoren............... 198
ParkSense waarschuwingsscherm....... 198
ParkSense in- en uitschakelen......... 199
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense..................... 199
PARKSENSE PARKEERSENSOREN VOOR EN
ACHTER — INDIEN AANWEZIG............ 200
ParkSense sensoren............... 201
ParkSense in- en uitschakelen......... 201
ACTIEF PARKEERHULPSYSTEEM PARKSENSE —
INDIEN AANWEZIG................... 202
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
in- en uitschakelen............... 202
RIJSTROOKDETECTIE — INDIEN AANWEZIG.... 203Werking van rijstrookdetectie.......... 203
Rijstrookdetectie in- of uitschakelen..... 204
Waarschuwingsbericht rijstrookdetectie . . . 204
Status van rijstrookdetectie wijzigen..... 205
PARKVIEW ACHTERUITRIJCAMERA — INDIEN
AANWEZIG....................... 205
BRANDSTOF TANKEN — BENZINEMOTOR...... 207
Noodontgrendeling voor brandstofvulklep . . 209
BRANDSTOF TANKEN — DIESELMOTOR....... 210Gebruik van verontreinigde brandstof
vermijden..................... 212
AdBlue
®(UREUM) — indien aanwezig . . . 212
TREKKEN VAN EEN AANHANGER........... 215Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten) — niet-SRT....... 215
Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten) — SRT......... 217
Trekhaakkap verwijderen
(Summit-modellen) — indien aanwezig . . . 218Trekhaakkap verwijderen (SRT-modellen) —
indien aanwezig................. 219
DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER...... 221Slepen van deze auto achter een ander
voertuig...................... 221
Slepen achter een camper — modellen met
tweewielaandrijving............... 222
Slepen achter een camper — Quadra-Trac I
(tussenbak met één versnelling) modellen met
vierwielaandrijving................ 222
Slepen achter een camper — Quadra–Trac
II/Quadra–Drive II modellen met
vierwielaandrijving................ 223
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN........ 227
GLOEILAMPEN VERVANGEN.............. 227
Vervangingslampen............... 227
Lampen vervangen................ 229
ZEKERINGEN...................... 233Algemene informatie.............. 233
Zekeringen onder de motorkap......... 233
WIELEN VERWISSELEN EN GEBRUIK VAN DE KRIK . 240Run-flat-banden — SRT-modellen...... 240
Bergplaats krik.................. 241
Opbergruimte reservewiel........... 241
Voorbereidingen voor het opkrikken..... 241
Instructies bij opkrikken............ 242
Origineel wiel monteren............. 246
Verklaring van conformiteit........... 246
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de
krik......................... 249
STARTEN MET STARTKABELS............ 250Voorbereiding voor het starten met
startkabels..................... 250
INHOUD
8
Page 78 of 412
• De Performance Pages (prestatiepagina's)
omvatten de volgende menu's:
•
Home•
Meters 2
•
Tellers•
G-kracht
•
Meters 1•
Motor
Dieseldisplays — indien aanwezig
Onder de juiste omstandigheden worden de
volgende berichten weergegeven op het dis-
play in de instrumentengroep:
• Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Highway Speeds to Clear (Roetfilter bijna
vol Rijd met veilige en snelwegensnelheid
om de melding te wissen)
• Exhaust Filter Full – Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol – Vermogen geredu-
ceerd Raadpleeg dealer)
• Exhaust System Service Required – See
Dealer (Onderhoud uitlaatsysteem vereist –
Raadpleeg dealer)
• Exhaust System – Filter XX% Full Service
Required See Dealer (Uitlaatsysteem – Fil-
ter XX% vol Onderhoud vereist Raadpleeg
dealer)• Exhaust System Regeneration in Process
Continue Driving (Uitlaatsysteem Regene-
ratie bezig Blijf rijden)
• Exhaust System – Regeneration Completed
(Uitlaatsysteem – Regeneratie voltooid)
• Engine Will Not Restart in XXXX mi
AdBlue
®(UREA) Low Refill Soon (Motor
kan niet meer worden gestart na XXXX mijl
AdBlue
®(UREUM) laag Vul snel bij)
• Engine Will Not Restart in XXXX mi Refill
AdBlue
®(UREA) (Motor kan niet meer wor-
den gestart na XXXX mijl Vul AdBlue®
(UREUM) bij)
• Engine Will Not Start Refill AdBlue
®
(UREA) (Motor kan niet meer worden ge-
start Vul AdBlue®(UREUM) bij)
•
Service AdBlue®System See Dealer (Onder-
houd AdBlue®-systeem Raadpleeg dealer)
• Incorrect AdBlue®(UREA) Detected See
Dealer (Onjuiste AdBlue®(UREUM) gede-
tecteerd Raadpleeg dealer)
•
Engine Will Not Restart in XXX mi Service
AdBlue®(UREA) See Dealer (Motor kan niet
meer worden gestart na XXX mijl Onderhoud
AdBlue
®(UREUM) Raadpleeg dealer)
• Engine Will Not Restart Service AdBlue®
(UREA) System See Dealer (Motor kan niet
meer worden gestart Onderhoud
AdBlue
®-systeem (UREUM) Raadpleeg
dealer)
• Engine Will Not Start Service AdBlue
®
(UREA) System See Dealer (Motor kan niet
starten Onderhoud AdBlue®-systeem
(UREUM) Raadpleeg dealer)
Berichten roetfilter dieselmotor (DPF) —
indien aanwezig
Deze motor voldoet aan alle vereiste emissie-
normen voor dieselmotoren. Om aan deze
emissienormen te voldoen is uw auto uitge-
rust met een uiterst moderne motor en uit-
laatsysteem. Deze systemen zijn naadloos
geïntegreerd in uw auto en worden beheerd
door de regelmodule van de aandrijflijn
(PCM). De PCM controleert de verbranding in
de motor, zodat de katalysator roetdeeltjes
kan opvangen en verbranden zonder uw
tussenkomst.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
76
Page 80 of 412
aan het nabehandelingssysteem te vermin-
deren. Als deze fouttoestand niet wordt
verholpen en de dealer geen onderhoud
uitvoert, kan het nabehandelingssysteem
voor de uitlaatgassen zwaar beschadigd ra-
ken. Om deze fouttoestand te verhelpen,
moet een erkende dealer onderhoud aan uw
auto verrichten.
OPMERKING:
Als u de indicator voor olieverversing niet
opvolgt, de olie niet ververst en de indicator
voor olieverversing niet op een resterend be-reik van 0 mijl wordt teruggezet, zal het
roetfilter de reinigingsprocedure niet kunnen
uitvoeren. Dit leidt er binnenkort toe dat het
storingslampje gaat branden en het motorver-
mogen gereduceerd wordt. Alleen een er-
kende dealer kan deze situatie herstellen.
LET OP!
Ga naar een erkende dealer, want als u met
de auto blijft rijden, kan er snel schade
aan het uitlaatsysteem ontstaan.
Brandstofsysteem berichten - indien
aanwezig
De volgende tabel bevat een lijst met ver-
schillende meldingen die kunnen worden
weergegeven in de instrumentengroep, af-
hankelijk van verschillende systeem- of
brandstofomstandigheden. Gebruik de om-
schrijvingen om te interpreteren wat de mel-
ding betekent en om de beste handelswijze te
bepalen.
MELDING OMSCHRIJVING
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
Engine Will Not Restart in XXXX mi
(km) AdBlue® Low Refill Soon
(Motor kan niet meer worden ge-
start na XXXX mijl (km) AdBlue®
laag Vul snel bij)Dit bericht verschijnt wanneer het AdBlue
®-rijbereik minder is dan 1500 mijl (2414 km), AdBlue®-vloeistof
moet worden bijgevuld binnen het weergegeven rijbereik. Het bericht wordt weergegeven tijdens het starten
met het huidig toegestane rijbereik en gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal. Het resterende rijbereik
kan worden opgevraagd via de lijst "Berichten" in het display.
Engine Will Not Restart in XXX mi
(km) Refill AdBlue® (Motor kan
niet meer worden gestart na XXX
mi (km) Vul AdBlue® bij)Dit bericht verschijnt wanneer het AdBlue
®-rijbereik minder is dan 311 mijl (500 km). Het wordt ook weer-
gegeven bij 249 mijl (400 km), 186 mijl (300 km) en 124 mijl (200 km). Continue weergave begint bij
124 mijl (200 km). AdBlue
®bijvullen is vereist binnen het weergegeven rijbereik. Het bericht wordt weerge-
geven tijdens het starten met het bijgewerkte rijbereik en gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal. Vanaf
100 mijl (160 km) wordt het resterende bereik permanent weergegeven tijdens het rijden met het voertuig.
Er klinken ook geluidssignalen als de resterende afstand 75, 50 en 25 mijl (120, 80 en 40 km) bedraagt.
Het controlelampje AdBlue
®laag brandt permanent tot er AdBlue®-vloeistof is bijgevuld.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
78
Page 81 of 412
MELDING OMSCHRIJVING
Engine Will Not Restart Refill
AdBlue® (Motor kan niet meer
opnieuw worden gestart Vul
AdBlue® bij)Dit bericht verschijnt wanneer het AdBlue
®-rijbereik minder dan 1 mijl (1,6 km) is, AdBlue®-vloeistof moet
worden bijgevuld of de motor kan niet meer worden gestart. Het bericht wordt weergegeven tijdens het star-
ten en gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal. Het controlelampje AdBlue
®laag brandt permanent tot
de AdBlue®-vloeistoftank is bijgevuld met ten minste 1,3 gallon (5 liter) AdBlue®.
Waarschuwingsberichten voor storing dieselemissieadditief AdBlue®:
Service AdBlue® System See Dea-
ler (Onderhoud AdBlue®-systeem
Raadpleeg dealer)Dit bericht wordt weergegeven wanneer de storing voor het eerst wordt gedetecteerd en telkens wanneer het
voertuig wordt gestart. Het bericht gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal en het storingslampje gaat
branden. Neem contact op met een erkende dealer om het voertuig onmiddellijk te laten repareren. Als dit
niet binnen 31 mijl (50 km) wordt verholpen, gaat het voertuig naar de volgende waarschuwingsfase en ver-
schijnt het bericht "Engine Will Not Restart in XXX mi (km) Service AdBlue
®See Dealer" (Motor kan niet op-
nieuw worden gestart na xxx mi (km) Onderhoud AdBlue®Raadpleeg dealer).
Incorrect AdBlue® Detected See
Dealer (Onjuiste AdBlue® gedetec-
teerd Raadpleeg dealer)Dit bericht verschijnt als het AdBlue®-systeem heeft gedetecteerd dat de verkeerde vloeistof in de
AdBlue®-tank is gedaan. Het bericht gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal. Neem contact op met een
erkende dealer om het voertuig onmiddellijk te laten repareren. Als dit niet binnen 31 mijl (50 km) wordt
verholpen, gaat het voertuig naar de volgende waarschuwingsfase en verschijnt het bericht "Engine Will Not
Restart in XXX mi (km) Service AdBlue
®See Dealer" (Motor kan niet opnieuw worden gestart na xxx mi (km)
Onderhoud AdBlue®Raadpleeg dealer).
Engine Will Not Restart In XXX mi
(km) Service AdBlue® See Dealer
(Motor kan niet meer worden ge-
start na XXX mi (km) Onderhoud
AdBlue® Raadpleeg dealer)Dit bericht wordt voor het eerst weergegeven als de gedetecteerde storing niet wordt gecontroleerd na 31 mijl
(50 km). Het wordt ook weergegeven bij 249 mijl (400 km), 186 mijl (300 km) en 124 mijl (200 km). On-
derhoud van het systeem is noodzakelijk binnen het weergegeven rijbereik. Het bericht wordt op het display
weergegeven tijdens het starten met de bijgewerkte kilometerstand en gaat vergezeld van één enkel geluids-
signaal. Vanaf 124 mijl (200 km) wordt het resterende bereik permanent weergegeven tijdens het rijden met
het voertuig. Er klinken ook geluidssignalen als de resterende afstand 75, 50 en 25 mijl (120, 80 en 40 km)
bedraagt. Neem contact op met een erkende dealer om het voertuig onmiddellijk te laten repareren.
79
Page 82 of 412
MELDING OMSCHRIJVING
Engine Will Not Restart Service
AdBlue® System See Dealer (Mo-
tor kan niet meer worden gestart
Onderhoud AdBlue®-systeem
Raadpleeg dealer)Deze melding verschijnt wanneer een gedetecteerd probleem met het AdBlue®-systeem niet binnen de toe-
gestane periode wordt verholpen. De motor kan niet meer worden gestart tenzij u uw voertuig bij een erkende
dealer laat controleren. Dit bericht wordt weergegeven bij minder dan 1 mijl (1,6 km) voordat de motor niet
meer kan worden gestart en telkens wanneer de auto wordt gestart. Dit bericht wordt permanent weergege-
ven. Het bericht gaat vergezeld van één enkel geluidssignaal. Het storingslampje blijft permanent branden.
Raadpleeg een erkende dealer als dit bericht wordt weergegeven terwijl de motor draait.
Engine Will Not Start Service
AdBlue® System See Dealer (Mo-
tor kan niet starten Onderhoud
AdBlue®-systeem Raadpleeg dea-
ler)Dit bericht verschijnt wanneer het gedetecteerde probleem niet wordt verholpen nadat het bericht "Engine
Will Not Start Service AdBlue
®System See Dealer (Motor kan niet meer worden gestart Onderhoud
AdBlue®-systeem Raadpleeg dealer) is weergegeven bij de volgende start. De motor kan niet meer worden
gestart tenzij u uw voertuig bij uw erkende dealer laat controleren. Het bericht gaat vergezeld van één enkel
geluidssignaal. Het storingslampje blijft permanent branden. Als het bericht wordt weergegeven en u de mo-
tor niet kunt starten, dient u direct contact op te nemen met een erkende dealer om onderhoud aan het voer-
tuig te laten uitvoeren.
OPMERKING:
• Het kan tot vijf seconden duren voordat de AdBlue
®-meter actueel is nadat vier liter of meer AdBlue®is
getankt. Als u een storing met betrekking tot het AdBlue®-systeem heeft, kan het zijn dat de meter de
werkelijke stand niet bijwerkt. Bezoek uw erkende dealer voor onderhoud.
• De AdBlue
®-meter wordt ook niet onmiddellijk na het vullen bijgewerkt als de temperatuur van de
AdBlue®-vloeistof lager is dan 12 °F (-11 °C). Het verwarmingselement van de AdBlue®-lijn zal de
AdBlue®-vloeistof pas na een bepaalde bedrijfsperiode verwarmen en de stand op de meter bijwerken.
Onder zeer koude omstandigheden is het mogelijk dat de meter het nieuwe vloeistofniveau pas na meer-
dere ritten aangeeft.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
80
Page 89 of 412
Bij een draaiende motor kan het storingsindi-
catielampje gaan knipperen als er sprake is
van ernstige storingen die ertoe kunnen lei-
den dat het motorvermogen onmiddellijk
wegvalt of dat de katalysator ernstig bescha-
digd raakt. Als dit gebeurt, moet het voertuig
zo snel mogelijk door een erkende dealer
worden gecontroleerd.
WAARSCHUWING!
Een niet goed werkende katalysator, zoals
hierboven beschreven, kan warmer worden
dan een katalysator die wel goed werkt.
Hierdoor kan brand ontstaan als u lang-
zaam rijdt of de auto op brandbaar mate-
riaal parkeert, zoals droge planten, hout,
karton enz. Dit ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben voor de bestuur-
der, de passagiers of anderen.
LET OP!
Als u lange tijd blijft rijden met een bran-
dend storingslampje, kan het voertuigre-
gelsysteem beschadigd raken. Het kan ook
van invloed zijn op het brandstofverbruik
LET OP!
en het rijgedrag. Als het lampje knippert,
zal de katalysator vrij snel ernstig defect
raken en zal het motorvermogen afnemen.
Raadpleeg dan onmiddellijk uw dealer.
— Waarschuwingslampje AdBlue®
(UREUM)-inspuitsysteem defect — indien
aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden, sa-
men met een speciale melding op het display
(indien aanwezig) als er een onbekende vloei-
stof die niet voldoet aan aanvaardbare eigen-
schappen is gebruikt, of als een gemiddeld
verbruik van AdBlue
®(UREUM) van meer
dan 50% wordt gedetecteerd. Neem dan zo
snel mogelijk contact op met een erkende
dealer.
Als het probleem niet is opgelost, wordt een
specifiek bericht weergegeven op het display
van de instrumentengroep wanneer een be-
paalde drempelwaarde wordt bereikt totdat
het niet meer mogelijk is om de motor te
starten.Wanneer ongeveer 125 mijl (200 km) reste-
ren voordat de AdBlue
®-tank leeg is, ver-
schijnt er een continu speciaal bericht op het
instrumentenpaneel, vergezeld van een zoe-
mergeluid (indien aanwezig).
SERV4WD— Waarschuwingslampje onderhoud
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er sprake is van een storing
van het vierwielaandrijvingssysteem. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel-
aandrijving niet correct werkt en moet worden
nagekeken. Wij raden u aan naar het dichtst-
bijzijnde service center te rijden en de auto
onmiddellijk te laten repareren.
— Lampje Service Forward Collision
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er een storing aanwezig is in
het Forward Collision Warning-systeem.
Neem contact op met een erkende dealer
voor onderhoud.
87
Page 92 of 412
— Controlelampje Forward Collision
Warning uit — indien aanwezig
Dit controlelampje licht op om aan te geven
aan dat Forward Collision Warning uitgescha-
keld is.
— Controlelampje 4WD Low — indien
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig in de modus LOW staat van de vier-
wielaandrijving. De aandrijfassen vóór en
achter zijn samen mechanisch vergrendeld
waardoor de voor- en achterwielen worden
gedwongen om bij dezelfde snelheid te
draaien. De modus Low zorgt voor een grotere
overbrengingsverhouding zodat meer koppel
aan de wielen wordt geleverd.
Raadpleeg de paragraaf "Werking van de vier-
wielaandrijving — indien aanwezig" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer infor-
matie of de werking en het gebruik van vier-
wielaandrijving.
— Controlelampje NEUTRAL — indien
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat de
4WD-verdeelbak in de neutraalstand staat en
de aandrijfassen vóór en achter zijn losgekop-
peld van de aandrijflijn.
— Controlelampje mistachterlichten
— indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
mistachterlichten zijn ingeschakeld.
— Lampje Wacht met starten — in-
dien aanwezig
Dit controlelampje brandt ongeveer twee se-
conden als u de contactschakelaar in de
stand RUN zet. Dit kan langer duren bij
koudere bedrijfsomstandigheden. Auto zal
niet starten zolang de indicator wordt weer-
gegeven.
Raadpleeg de paragraaf "De motor starten" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie hierover.OPMERKING:
Het controlelampje "Wachten met starten"
brandt mogelijk niet als de temperatuur in
het inlaatspruitstuk hoog genoeg is.
— Controlelampje Laag niveau
AdBlue®-additief (UREUM) — indien aan-
wezig
Het controlelampje Laag niveau
AdBlue®-additief voor uitlaatemissies
(UREUM) gaat branden wanneer het
AdBlue
®-niveau laag is.
Vul de AdBlue
®-tank zo snel mogelijk bij met
ten minste 1,3 gallon (5 liter) AdBlue®.
Als het bijvullen is uitgevoerd met een bijna
lege AdBlue
®-tank, moet u mogelijk 2 minu-
ten wachten voordat u de motor start.
Raadpleeg "Starten en rijden" voor meer in-
formatie hierover.
— Controlelampje water in brandstof
— indien aanwezig
De indicator "Water in brandstof" brandt als
water wordt gedetecteerd in het brandstoffil-
ter. Als dit lampje blijft branden, mag u de
auto NIET starten voordat u het water uit hetUW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
90
Page 212 of 412
BRANDSTOF TANKEN —
DIESELMOTOR
1. Druk op de ontgrendelknop voor de brand-
stofvulklep. De ontgrendelknop bevindt
zich onder de koplampschakelaar.
2. Open de brandstofvulklep.OPMERKING:
Er zit geen vuldop onder de brandstofvulklep.
Het systeem wordt afgedicht door een afsluit-
klep in de leiding.3. Steek het tankpistool volledig in de vullei-
ding – het tankpistool duwt de afsluitklep
open en houdt de klep open tijdens het
tanken.
4. Vul de tank met brandstof – wanneer het
tankpistool "klikt" of wordt afgesloten, is
de brandstoftank vol.
5. Wacht vijf seconden voordat u het tank-
pistool verwijdert om de brandstof uit het
pistool te laten lopen.
6. Verwijder het tankpistool en sluit de
brandstofvulklep.
Brandstof bijvullen met een jerrycan in noodge-
vallen
De meeste jerrycans kunnen de afsluitklep
niet openen.
Een trechter wordt bijgeleverd waarmee u de
afsluitklep kunt openen zodat u in noodgeval-
len brandstof kunt bijvullen met een jerrycan.
1. Pak de trechter uit de reservewielset.
Ontgrendelknop voor brandstofvulklep
Vulopening brandstof en AdBlue®
(UREUM)
1 — Vulopening brandstof
2 — Vulopening AdBlue®
STARTEN EN RIJDEN
210
Page 214 of 412
LET OP!
Gebruik voor dieselmotoren uitsluitend
diesel voor motorvoertuigen conform de
EN 590 Europese specificaties. Het ge-
bruik van andere producten of mengsels
kan onherstelbare schade toebrengen aan
de motor en daarmee de garantie ongeldig
maken vanwege de veroorzaakte schade.
Als u per ongeluk andere soorten brandstof
in de tank stopt, start de motor niet. Maak
de tank leeg. Ook als de motor slechts zeer
kort heeft gedraaid, moet behalve de
brandstoftank ook het gehele brandstofcir-
cuit worden afgetapt.
Gebruik van verontreinigde brandstof
vermijden
Brandstof die is verontreinigd door water of
vuil, kan ernstige schade aan het brandstof-
systeem van de motor veroorzaken. Goed on-
derhoud van het brandstoffilter en de brand-
stoftank is essentieel. Raadpleeg de
paragraaf "Dealer Service" in het hoofdstuk
"Service en onderhoud" in uw instructie-
boekje voor meer informatie.
AdBlue® (UREUM) — indien aanwezig
De auto is uitgerust met een UREUM-
inspuitsysteem en selectieve katalytische re-
ductie om te voldoen aan de emissienormen.
Deze twee systemen zorgen voor naleving van
de diesel-emissie-eisen; zij zorgen tegelijker-
tijd voor efficiënt brandstofverbruik, rijge-
drag, koppel en vermogen. Raadpleeg de pa-
ragraaf "Waarschuwingslampjes en
meldingen" in het hoofdstuk "Uw Instrumen-
tenpaneel leren kennen", voor berichten en
systeemwaarschuwingen. AdBlue
®is een
zeer stabiel product met een lange houdbaar-
heid. Als het bewaard wordt bij temperaturen
LAGER dan 90 °F (32 °C), heeft het een
houdbaarheid van minstens één jaar. Voor
meer informatie over de AdBlue
®-vloeistof,
zie de paragraaf "Vloeistoffen en smeermid-
delen" in het hoofdstuk "Technische specifi-
caties". De auto is uitgerust met een automa-
tisch AdBlue
®-verwarmingssysteem zodra de
motor aanslaat, hetgeen maakt dat systeem
correct werkt bij temperaturen lager dan
12 °F (-11 °C).OPMERKING:
• AdBlue
®bevriest bij temperaturen lager
dan 12 °F (-11 °C).
• Uw auto is uitgerust met een
AdBlue
®-inspuitsysteem. Af en toe hoort u
mogelijk een klikkend geluid bij stilstand
dat onder de auto vandaan komt. Dit is
normaal.
• De AdBlue
®-pomp blijft gedurende enige
tijd na het uitschakelen van de motor in
werking om het AdBlue
®-systeem door te
spoelen. Dit is de normale werking en het is
mogelijk hoorbaar vanaf de achterkant van
de auto.
AdBlue®-opslag
AdBlue®wordt beschouwd als een zeer sta-
biel product met een lange houdbaarheid. Als
AdBlue
®wordt bewaard bij temperaturen
tussen -12 °C en 32 °C (10 ° en 90 °F) is het
ten minste één jaar houdbaar.
AdBlue
®kan bij lage temperaturen bevrie-
zen. AdBlue®kan bijvoorbeeld bevriezen bij
een temperatuur van of onder -11° C (12° F).
Het systeem is ontworpen voor gebruik in
deze omgeving.
STARTEN EN RIJDEN
212
Page 215 of 412
OPMERKING:
Bij het werken met AdBlue®is het belangrijk
te weten dat:
• Alle containers of onderdelen die in contact
komen met AdBlue
®, moeten AdBlue®
compatibel (kunststof of roestvrij staal)
zijn. Koper, messing, aluminium, ijzer of
niet-roestvrij staal moet worden vermeden,
omdat ze onderhevig zijn aan corrosie door
AdBlue
®.
• Als AdBlue
®wordt gemorst, moet het vol-
ledig worden opgeveegd.
AdBlue® bijvullen
Randvoorwaarden
AdBlue
®bevriest bij temperaturen lager dan
12 °F (-11 °C). Als de auto langere tijd bij
deze temperatuur stilstaat, kan bijvullen
moeilijk zijn. Daarom wordt aangeraden om
de auto in een garage en/of verwarmde omge-
ving te parkeren en te wachten totdat het
ureum weer vloeibaar geworden is alvorens
bij te vullen.Ga als volgt te werk:
• Parkeer de auto op een vlakke ondergrond
en stop de motor door de contactschakelaar
in de OFF-stand te draaien.
• Open de brandstofvulklep, draai de
(blauwe) dop van de AdBlue
®-vulopening
los en verwijder die.Bijvullen met mondstukken
U kunt bij elke AdBlue
®-leverancier bijvul-
len.
Ga als volgt te werk:
• Steek het AdBlue
®-mondstuk in de vul-
opening, start met bijvullen en stop met
bijvullen bij de eerste afschakeling (de af-
schakeling geeft aan dat de AdBlue
®-tank
vol is). Ga niet verder met vullen, om mor-
sen van AdBlue
®te voorkomen.
• Verwijder het mondstuk.
Bijvullen met een jerrycan
Ga als volgt te werk:
• Controleer de vervaldatum.
• Lees de gebruiksinstructies op het label
voordat u de inhoud van de jerrycan in de
AdBlue
®-tank giet.
•
Raadpleeg de paragraaf "Waarschuwings-
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk "Uw
instrumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie, als systemen voor het bijvullen
gebruikt worden, die niet vastgeschroefd
kunnen worden (bijv. vaten), nadat de indi-Brandstofvulklep
1 — Brandstofvulklep
2 — AdBlue®-vuldop
213