brake sensor JEEP GRAND CHEROKEE 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2020Pages: 412, PDF Size: 7.51 MB
Page 102 of 412

WAARSCHUWING!
op de rem zetten voordat u het rempe-
daal loslaat.
• HSA is geen handrem. Trek de parkeer-
rem altijd helemaal aan voordat u uit-
stapt. Controleer ook of de schakelhen-
del in de stand PARK staat.
• Het negeren van deze waarschuwingen
kan een aanrijding en ernstig of zelfs
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Tractieregelsysteem (ASR)
Dit systeem bewaakt de hoeveelheid wielspin
van elk van de aangedreven wielen. Als er
wielslip wordt gedetecteerd, oefent ASR mo-
gelijk remdruk uit op het/de slippende wie-
l(en) en/of wordt het motorvermogen verlaagd
voor een betere acceleratie en stabiliteit. Een
voorziening van ASR, Brake Limited Differen-
tial (BLD), functioneert op dezelfde wijze als
een limited-slipdifferentieel en regelt de
wielspin van een aangedreven as. Als één
wiel van een aangedreven as sneller draait
dan het andere, wordt het doorslippende wielafgeremd. Hierdoor kan er meer motorvermo-
gen naar het niet-doorslippende wiel gaan.
BLD kan ingeschakeld blijven, zelfs als ASR
en ESP zijn beperkt.
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP)
Dit systeem verbetert de bestuurbaarheid en
stabiliteit van de auto onder diverse rijom-
standigheden. ESP corrigeert over- en onder-
sturen van het voertuig door het/de juiste
wiel(en) af te remmen. Zo wordt tegenge-
stuurd bij onder- of oversturen. Ook kan het
motorvermogen worden verminderd om het
voertuig te helpen bij het handhaven van de
juiste rijrichting.
ESC bepaalt met behulp van sensors in het
voertuig de door de bestuurder gewenste rij-
richting. Het systeem vergelijkt deze baan
dan met de werkelijke rijrichting van het
voertuig. Wanneer de werkelijke baan niet
overeenkomt met de gewenste baan, remt
ESC het juiste wiel af om over- of onderstuur
tegen te gaan.
• Overstuur — het voertuig draait meer dan
correct is voor de stand van het stuur.• Onderstuur — het voertuig draait minder
dan correct is voor de stand van het stuur.
Het controle-/storingslampje ESC (in de in-
strumentengroep) begint te knipperen zodra
het ESC-systeem wordt geactiveerd. Het
controle-/storingslampje ESC knippert ook
wanneer het ASR-systeem actief is. Als het
controle-/storingslampje ESC gaat knipperen
tijdens het optrekken, neem dan gas terug en
rijd verder terwijl u zo min mogelijk gas geeft.
Pas uw snelheid en rijstijl altijd aan de toe-
stand van het wegdek aan.
WAARSCHUWING!
• De elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) kan niet voorkomen dat de auto
onderhevig is aan de natuurkundige wet-
ten en kan evenmin zorgen voor meer
grip op het wegdek. ESC kan geen onge-
lukken voorkomen, zeker geen ongeluk-
ken die worden veroorzaakt door te hoge
snelheden in bochten, het rijden op zeer
glad wegdek, of aquaplaning. ESC kan
evenmin ongelukken voorkomen die het
gevolg zijn van het verlies van de con-
VEILIGHEID
100
Page 106 of 412

Stabilisatie-inrichting aanhanger (TSC)
ASR maakt gebruik van sensoren in de auto
die het gevaarlijk slingeren van de aanhanger
detecteren. ASR neemt de nodige maatrege-
len om het slingeren te stoppen. ASR wordt
automatisch ingeschakeld wanneer een ge-
vaarlijk slingerende aanhanger wordt gede-
tecteerd.
OPMERKING:
TSC is niet in staat om het slingeren van alle
aanhangers te stoppen. Ga tijdens het trek-
ken van een aanhanger altijd voorzichtig te
werk en volg de aanbevelingen voor het dis-
selgewicht van de aanhanger. Raadpleeg de
paragraaf "Trekken van een aanhanger" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer infor-
matie.
Wanneer ASR is ingeschakeld, knippert het
controle-/storingslampje ESC, wordt het mo-
torvermogen verlaagd en voelt u dat de wielen
afzonderlijk worden afgeremd om te proberen
het slingeren van de aanhanger te stoppen.
Wanneer het ESP-systeem in de stand "Par-
tial Off" (gedeeltelijk uit) of "Full Off" (volle-
dig uit) staat, is TSC uitgeschakeld.
WAARSCHUWING!
Als TSC tijdens het rijden wordt geacti-
veerd, rem dan af, zet de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats aan de kant
en verdeel de lading van de aanhanger
opnieuw om het slingeren tegen te gaan.
Ready Alert Braking (RAB)
Ready Alert Braking (anticiperend remsys-
teem) kan de tijd verkorten die nodig is om bij
een noodstop de volle remkracht te bereiken.
Het systeem anticipeert op mogelijke nood-
stopsituaties door te registreren hoe snel de
bestuurder het gaspedaal loslaat. EBC be-
reidt het remsysteem voor op een noodstop.
Rain Brake Support (RBS)
Rain Brake Support (remdroogfunctie bij nat
weer) kan de remprestaties bij nat weer ver-
beteren. Het systeem oefent met tussenpo-
zen een geringe remkracht uit om vocht op de
remschijven van de voorwielen te verwijde-
ren. Het werkt wanneer de ruitenwissers in de
stand LO of HI staan. Rain Brake Supportgeeft geen melding aan de bestuurder wan-
neer het systeem actief is en het systeem
vereist geen handelingen van de bestuurder.
Dynamic Steering Torque (DST)
Dynamic Steering Torque is een functie van
de ESC- en EPS-modules (elektrische stuur-
bekrachtiging) die een voelbare waarschu-
wing op het stuurwiel geeft onder bepaalde
rijomstandigheden waarbij de ESC-module
instabiliteit van het voertuig detecteert. De
voelbare waarschuwing op het stuurwiel is
alleen bedoeld om de bestuurder te wijzen op
optimaal stuurgedrag voor het bereiken/
handhaven van voertuigstabiliteit. De be-
stuurder merkt alleen dat de functie is inge-
schakeld als de voelbare waarschuwing op
het stuurwiel wordt gegeven.
OPMERKING:
De DST-functie is alleen bedoeld om de be-
stuurder te wijzen op de juiste handelingen
via rukjes aan het stuurwiel. Dit betekent dat
de effectiviteit van de DST-functie in hoge
mate afhankelijk is van de oplettendheid en
de reactie op de voelbare waarschuwing van
de bestuurder. Het is van groot belang teVEILIGHEID
104