service indicator JEEP GRAND CHEROKEE 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2021Pages: 412, PDF Size: 7.51 MB
Page 264 of 412

GEPLAND ONDERHOUD
Gepland onderhoud — Niet-SRT
Correct onderhoud is cruciaal voor een lange
levensduur van de auto onder de beste om-
standigheden. Daarom heeft Jeep een reeks
controles en diensten gepland op vaste af-
standsintervallen en, waar van toepassing, op
vaste tijdsintervallen, zoals beschreven in het
onderhoudsschema. Om de auto in optimale
conditie te houden, zijn op de volgende pagi-
na's van het onderhoudsschema enkele extra
controles vermeld die vaker moeten worden
uitgevoerd dan volgens het normale schema
op basis van de inwisseling van tegoedbon-
nen. Gepland onderhoud wordt aangeboden
door alle erkende dealers op basis van vaste
tijds- of kilometerstandintervallen. Als tij-
dens elke bewerking naast de geplande be-
werkingen verdere vervangingen of reparaties
nodig blijken te zijn, kunnen deze enkel met
de uitdrukkelijke toestemming van de eige-
naar worden uitgevoerd.
De monteurs bij de dealer kennen uw auto
het beste en hebben toegang tot informatie
van fabrieksgetrainde specialisten, origineleonderdelen van Mopar en speciaal ontworpen
elektronisch en mechanisch gereedschap
waarmee kostbare reparaties in de toekomst
kunnen worden voorkomen. Als uw auto vaak
wordt gebruikt voor sleepwerkzaamheden,
moet het interval tussen geplande onder-
houdswerkzaamheden worden verminderd.
Bij veeleisend gebruik, bijvoorbeeld door het
rijden in stoffige omgevingen of veel korte
ritten, is mogelijk meer onderhoud vereist.
OPMERKING:
Geplande onderhoudstaken worden bepaald
door de fabrikant. Als deze taken niet worden
uitgevoerd, kan de garantie vervallen. Het
verdient aanbeveling een erkende dealer op
de hoogte te brengen van geringe afwijkingen
in de werking zonder te wachten op de vol-
gende onderhoudsbeurt.
De indicator voor olieverversing herinnert u
eraan dat uw auto een onderhoudsbeurt no-
dig heeft.
Op het display in de instrumentengroep
wordt het bericht "Oil Change Required" (olie
verversen) weergegeven en er klinkt een ge-
luidssignaal om aan te geven dat de olie
ververst moet worden.Het bericht voor olieverversing wordt telkens
ongeveer 11.200 km (7000 mijl) na de laat-
ste olieverversing weergegeven. Laat het on-
derhoud zo snel mogelijk, binnen 800 km
(500 mijl), uitvoeren.
OPMERKING:
• Het systeem houdt geen rekening met de
tijd die is verstreken sinds de laatste olie-
verversing. Ververs de olie van uw auto als
de laatste verversingsbeurt langer dan
twaalf maanden geleden is, ook wanneer
het bericht voor olieverversing NIET wordt
weergegeven.
• Ververs de olie van uw auto vaker als u de
auto gedurende langere tijd gebruikt als
terreinwagen.
• Onder geen beding mogen de intervalter-
mijnen voor olieverversing groter zijn dan
12.000 km (7500 mijl) of 12 maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.
De erkende dealer reset de indicator voor
olieverversing nadat de geplande olieverver-
sing is uitgevoerd. Als deze geplande olie-
beurt wordt uitgevoerd door iemand anders
dan uw erkende dealer, kan het bericht wor-
den gereset door de stappen te volgen zoals
SERVICE EN ONDERHOUD
262
Page 270 of 412

dan zes maanden geleden is, ook wanneer
het bericht voor olieverversing NIET wordt
weergegeven.
• Ververs de olie van uw auto vaker als u de
auto gedurende langere tijd gebruikt als
terreinwagen.
• Onder geen beding mogen de intervallen
voor olieverversing groter zijn dan
10.000 km (6000 mijl) of zes maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.
De erkende dealer reset de indicator voor
olieverversing nadat de geplande olieverver-
sing is uitgevoerd. Als een geplande oliebeurt
wordt uitgevoerd door iemand anders dan uw
erkende dealer, kan het bericht worden gere-
set door de stappen te volgen zoals beschre-
ven in de paragraaf "Display in de instrumen-
tengroep" in het hoofdstuk "Uw
instrumentenpaneel leren kennen" in deze
handleiding.
Bij elke tankstop
• Controleer het motoroliepeil. Raadpleeg de
paragraaf "Motorcompartiment" in dit
hoofdstuk voor meer informatie hierover.• Controleer het ruitensproeiervloeistofpeil
en vul zo nodig vloeistof bij.
Eens per maand
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Ban-
den rouleren bij de eerste tekenen van
ongelijkmatige slijtage
• Inspecteer de accu, reinig de poolklemmen
en zet ze zo nodig vast.
• Controleer de vloeistofniveaus van het koel-
vloeistofreservoir, de motorolie en de
hoofdremcilinder en vul indien nodig vloei-
stof bij.
• Controleer de werking van alle lampen en
andere elektrische onderdelen.
Bij elke olieverversing
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Rou-
leer banden bij de eerste tekenen van on-
gelijkmatige slijtage, zelfs voordat de indi-
cator voor olie verversen gaat branden.• Motoroliefilter vervangen.
• Remslangen en -leidingen controleren.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto.
Onderhoudsschema — SRT
OPMERKING:
Zodra u de laatste taak in de tabel hebt
uitgevoerd, gaat u verder met het geplande
onderhoud, waarbij u de aangegeven fre-
quentie in het schema aanhoudt door elke
bewerking te voorzien van een markering in
de vorm een punt of een specifieke opmer-
king. Als u het onderhoud opnieuw aanvat
vanaf het begin van het schema, kan het
toegestane interval voor sommige bewerkin-
gen worden overschreden.
SERVICE EN ONDERHOUD
268
Page 274 of 412

(***) Dit onderhoud wordt aanbevolen door
de fabrikant, maar is niet vereist om de emis-
siegarantie te behouden.
WAARSCHUWING!
• U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig.
Voer alleen werkzaamheden uit waarvan
u kennis hebt en waarvoor u over het
juiste gereedschap beschikt. Als u twij-
felt over uw kunde om een bepaalde
werkzaamheid uit te voeren, breng dan
uw auto naar een vakkundige monteur.
• Het niet correct inspecteren en onder-
houden van uw auto kan tot gevolg heb-
ben dat een onderdeel niet correct func-
tioneert, wat de rijeigenschappen en
prestaties nadelig beïnvloedt. Dit kan
een aanrijding tot gevolg hebben.
Zware omstandigheden
(****) Ververs de motorolie en vervang het
motoroliefilter elke 5.000 km (3.000 mijl) of
3 maanden wanneer u uw auto onder een van
de volgende zware omstandigheden gebruikt:• Ritten met veelvuldig stoppen en optrek-
ken.
• Rijden in stoffige omgevingen.
• Korte ritten van minder dan 16 km
(10 mijl).
• Trekken van een aanhanger.
• Taxi, politie of besteldiensten (gebruik als
bedrijfswagen).
• Rijden in het terrein of de woestijn.
Gepland onderhoud — dieselmotor
Uw auto is uitgerust met een automatische
indicator voor olieverversing. De indicator
voor olieverversing herinnert u eraan dat uw
voertuig een onderhoudsbeurt nodig heeft.
Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden
van de motor wordt het bericht voor olie
verversen weergegeven. Dit betekent dat uw
auto een onderhoudsbeurt nodig heeft. Om-
standigheden zoals frequente korte ritten,
gebruik van de trekhaak, zeer hoge of lage
omgevingstemperaturen zijn van invloed op
de weergave van het bericht "Oil Change
Required" (olieverversing vereist).De erkende dealer reset de indicator voor
olieverversing nadat de geplande olieverver-
sing is uitgevoerd. Als een geplande oliebeurt
wordt uitgevoerd door iemand anders dan uw
erkende dealer, kan het bericht worden gere-
set door de stappen te volgen zoals beschre-
ven in de paragraaf "Display in de instrumen-
tengroep" in het hoofdstuk "Uw
instrumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie.
Motoroliefilter vervangen
Achtergebleven olie in het filterhuis kan uit
het huis lopen wanneer het nieuwe filter
wordt gemonteerd als de achtergebleven olie
niet uit het huis is verwijderd of niet vol-
doende tijd is verstreken zodat de olie terug
kan stromen naar de motor. Bij onderhouds-
werkzaamheden aan het oliefilter van deze
motor moet het filter voorzichtig worden ver-
wijderd en een zuigpistool worden gebruikt
om eventueel in het huis achtergebleven olie
te verwijderen of wacht ongeveer 30 minuten
zodat de olie terug kan stromen naar de
motor.SERVICE EN ONDERHOUD
272
Page 298 of 412

• Het gat is niet groter dan 6 mm (¼ inch).
Raadpleeg een erkende bandenleverancier
voor bandenreparaties en aanvullende infor-
matie.
Beschadigde run-flat banden of run-flat ban-
den die zijn blootgesteld aan drukverlies,
moeten onmiddellijk worden vervangen door
een andere run-flat band van dezelfde maat
en serviceomschrijving (belastingsindex en
snelheidssymbool). Vervang ook de sensor
voor de bandenspanning, aangezien deze
niet gemaakt is voor hergebruik.
Run-flat-banden — indien aanwezig
Run-flat-banden maken het mogelijk om
80 km (50 mijl) te rijden met 80 km/u
(50 mph) na een snel verlies van banden-
spanning. Dit snelle verlies van spanning
wordt de run-flat-modus genoemd. Een run-
flat-modus treedt op bij een bandenspanning
van 14 psi (96 kPa) of lager. Zodra een
run-flat-band de run-flat-modus bereikt,
heeft deze slechts beperkte rij-
eigenschappen en moet deze onmiddellijk
worden vervangen. Een run-flat-band is niet
te repareren. Als een run-flat-band wordtverwisseld na het rijden met te lage banden-
spanning, vervang dan de bandenspannings-
sensor aangezien deze niet is gemaakt om te
worden hergebruikt wanneer met een run-
flat-modus is gereden (14 PSI (96 kPa)).
OPMERKING:
De bandenspanningssensor moet worden ver-
vangen na het rijden met een lekke band.
Het wordt niet aanbevolen met een voertuig
te rijden met vol laadvermogen of een
aanhanger/caravan te trekken terwijl een
band in de run-flat-modus loopt.
Raadpleeg het hoofdstuk Bandenspannings-
controle voor meer informatie.Doorslippen van de wielen
Als u vast komt te zitten in modder, zand,
sneeuw of ijs, mag u de wielen niet sneller
dan 30 mph (48 km/uur) of meer dan 30 se-
conden continu laten draaien zonder te stop-
pen.Raadpleeg de paragraaf "Een vastzittende
auto weer vrijkrijgen" in het hoofdstuk "In
geval van nood/pech" voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Het laten doorslippen van de wielen is
gevaarlijk. De krachten die vrijkomen bij te
hoge wielsnelheden kunnen de banden
beschadigen of lek raken. Er kan een band
exploderen, waardoor iemand gewond kan
raken. Laat de wielen van uw auto niet met
een hogere snelheid dan 48 km/u
(30 mph) of langer dan 30 seconden con-
tinu doorslippen. Zorg er ook voor dat er
geen personen aanwezig zijn in de nabij-
heid van een doorslippend wiel, ongeacht
de snelheid waarmee het wiel ronddraait.
Bandenslijtage-indicatoren
In de originele banden zijn bandenslijtage-
indicatoren aangebracht, die u helpen te be-
palen wanneer uw banden moeten worden
vervangen.
SERVICE EN ONDERHOUD
296
Page 302 of 412

kershandleiding voor beperkingen bij het sle-
pen met een reservewiel dat is bedoeld voor
tijdelijk gebruik in noodgevallen.
Reservewiel overeenkomend met de stan-
daard geleverde banden en velgen — in-
dien aanwezig
Uw voertuig kan zijn uitgerust met een reser-
veband en velg die zowel in uiterlijk als in
gebruik gelijk zijn aan de originele banden en
velgen op de voor- en achteras van uw voer-
tuig. Dit reservewiel mag worden gebruikt bij
het rouleren van banden voor uw auto. Als uw
voertuig beschikt over deze optie, kunt u een
erkende bandenleverancier raadplegen voor
het aanbevolen roulatieschema.
Compact reservewiel — indien aanwezig
Het compacte reservewiel mag slechts tijde-
lijk en alleen in noodgevallen worden ge-
bruikt. U kunt aan de beschrijving van het
reservewiel op de band- en beladingsinforma-
tiesticker op de portieropening aan bestuur-
derszijde of op de wang van de band zien of
uw auto is uitgerust met een compact reser-
vewiel. Beschrijvingen van compacte reserve-wielen beginnen met de letter "T" of "S" vóór
de aanduiding van de bandenmaat. Voor-
beeld: T145/80D18 103M.
T, S = reservewiel
Omdat het loopvlak van deze band een be-
perkte levensduur heeft, moet de originele
band zo snel mogelijk worden gerepareerd (of
vervangen) en weer gemonteerd worden.
Probeer nooit een wieldop aan te brengen of
een conventionele band te monteren op het
compacte reservewiel, omdat het wiel speci-
fiek voor de compacte reserveband is ge-
maakt. Monteer nooit meer dan één compact
reservewiel tegelijk op de auto.
WAARSCHUWING!
Compacte en opvouwbare reservewielen
mogen slechts tijdelijk en alleen in nood-
gevallen worden gebruikt. U mag met een
deze reservewielen niet sneller rijden dan
80 km/u (50 mph). Het loopvlak van een
reservewiel heeft slechts een beperkte le-
vensduur. Als het loopvlak is versleten tot
op de bandenslijtage-indicatoren, dient u
het reservewiel te vervangen. Let op de
WAARSCHUWING!
waarschuwingen met betrekking tot het
reservewiel. Anders kan de band van het
reservewiel lek raken en kunt u de controle
over de auto verliezen.
Opvouwbaar reservewiel — indien aanwe-
zig
Het opvouwbare reservewiel mag slechts tij-
delijk en alleen in noodgevallen worden ge-
bruikt. U kunt aan de beschrijving van het
reservewiel op de band- en beladingsinforma-
tiesticker op de portieropening aan bestuur-
derszijde of op de wang van de band zien of
uw auto is uitgerust met een opvouwbaar
reservewiel.
Voorbeeld beschrijving opvouwbaar reserve-
wiel: 165/80-17 101P.
Omdat het loopvlak van deze band een be-
perkte levensduur heeft, moet de originele
band zo snel mogelijk worden gerepareerd (of
vervangen) en weer gemonteerd worden.
SERVICE EN ONDERHOUD
300
Page 403 of 412

Compacte reserveband...........300
Contact.....................16
Contact,
schakelaar.................16
Cruisecontrol
(snelheidsregeling)........193, 195
Cyberveiligheid...............330
Dagverlichting.................41
Dakimperiaal..................71
Dealerservice.................286
Diagnosesysteem...............94
Diagnosesysteem, onboard.........94
Dieren.....................156
Dieselbrandstof...............318
Dieselbrandstof, vereisten.........318
Dodehoekbewaking.............109
Do Not Disturb (niet storen). . . .371, 380
Door de klant programmeerbare
functies..................349
Driepuntsgordels..............123
DVD-speler (Video Entertainment
System)..................355
Een vastzittende auto weer vrij
krijgen...................255Elektrisch,
ramen....................57
stroomverdeelkast (zekeringen). . . .233
verstelbare/uitschuifbare
stuurkolom.................37
voedingsuitgang (voor
randapparatuur)..............68
zonnedak...............59, 61
Elektrisch bediende ramen, automatisch
openen....................58
Elektrisch bediende ramen, automatisch
sluiten....................58
Elektrisch remregelsysteem.........97
Elektrisch remregelsysteem,
antiblokkeersysteem...........96
Electronic Roll Mitigation
(elektronische
kantelbeveiliging)........100, 103
Elektronische snelheidsregeling
(cruisecontrol)..............194
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESP)....................100
Emissies...................328
Ethanol....................315Filters,
airco.................57, 287
Geheugenfunctie (geheugenstoelen)....28
Gordelsystemen...............120
Handleiding
voor het trekken van een
aanhangwagen...........215, 217
Handrem...................168
Handsfree telefoon
Uconnect.................365
Hill Start Assist................98
Hoofdsteunen.................33
Indicator olie verversen...........74
Indicator regeling afdaling.........105
Inleiding.....................1
Inrijden van nieuwe auto,
aanbevelingen...........166, 167
Inrijperiode nieuw voertuig.....166, 167
Instelbare stuurkolom..........36, 37
Instellingen van Uconnect,
Passive Entry programmeren......23
Instructies bij opkrikken..........242
Instrumentengroep..............74
Instrumentengroep,
beschrijvingen...............92
401