service interval JEEP GRAND CHEROKEE 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2021Pages: 412, PDF Size: 7.51 MB
Page 264 of 412

GEPLAND ONDERHOUD
Gepland onderhoud — Niet-SRT
Correct onderhoud is cruciaal voor een lange
levensduur van de auto onder de beste om-
standigheden. Daarom heeft Jeep een reeks
controles en diensten gepland op vaste af-
standsintervallen en, waar van toepassing, op
vaste tijdsintervallen, zoals beschreven in het
onderhoudsschema. Om de auto in optimale
conditie te houden, zijn op de volgende pagi-
na's van het onderhoudsschema enkele extra
controles vermeld die vaker moeten worden
uitgevoerd dan volgens het normale schema
op basis van de inwisseling van tegoedbon-
nen. Gepland onderhoud wordt aangeboden
door alle erkende dealers op basis van vaste
tijds- of kilometerstandintervallen. Als tij-
dens elke bewerking naast de geplande be-
werkingen verdere vervangingen of reparaties
nodig blijken te zijn, kunnen deze enkel met
de uitdrukkelijke toestemming van de eige-
naar worden uitgevoerd.
De monteurs bij de dealer kennen uw auto
het beste en hebben toegang tot informatie
van fabrieksgetrainde specialisten, origineleonderdelen van Mopar en speciaal ontworpen
elektronisch en mechanisch gereedschap
waarmee kostbare reparaties in de toekomst
kunnen worden voorkomen. Als uw auto vaak
wordt gebruikt voor sleepwerkzaamheden,
moet het interval tussen geplande onder-
houdswerkzaamheden worden verminderd.
Bij veeleisend gebruik, bijvoorbeeld door het
rijden in stoffige omgevingen of veel korte
ritten, is mogelijk meer onderhoud vereist.
OPMERKING:
Geplande onderhoudstaken worden bepaald
door de fabrikant. Als deze taken niet worden
uitgevoerd, kan de garantie vervallen. Het
verdient aanbeveling een erkende dealer op
de hoogte te brengen van geringe afwijkingen
in de werking zonder te wachten op de vol-
gende onderhoudsbeurt.
De indicator voor olieverversing herinnert u
eraan dat uw auto een onderhoudsbeurt no-
dig heeft.
Op het display in de instrumentengroep
wordt het bericht "Oil Change Required" (olie
verversen) weergegeven en er klinkt een ge-
luidssignaal om aan te geven dat de olie
ververst moet worden.Het bericht voor olieverversing wordt telkens
ongeveer 11.200 km (7000 mijl) na de laat-
ste olieverversing weergegeven. Laat het on-
derhoud zo snel mogelijk, binnen 800 km
(500 mijl), uitvoeren.
OPMERKING:
• Het systeem houdt geen rekening met de
tijd die is verstreken sinds de laatste olie-
verversing. Ververs de olie van uw auto als
de laatste verversingsbeurt langer dan
twaalf maanden geleden is, ook wanneer
het bericht voor olieverversing NIET wordt
weergegeven.
• Ververs de olie van uw auto vaker als u de
auto gedurende langere tijd gebruikt als
terreinwagen.
• Onder geen beding mogen de intervalter-
mijnen voor olieverversing groter zijn dan
12.000 km (7500 mijl) of 12 maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.
De erkende dealer reset de indicator voor
olieverversing nadat de geplande olieverver-
sing is uitgevoerd. Als deze geplande olie-
beurt wordt uitgevoerd door iemand anders
dan uw erkende dealer, kan het bericht wor-
den gereset door de stappen te volgen zoals
SERVICE EN ONDERHOUD
262
Page 268 of 412

Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt)
7500
15.000
22.500
30.000
37.500
45.000
52.500
60.000
67.500
75.000
82.500
90.000
97.500
105.000
112.500
120.000
127.500
135.000
142.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt):
12.000
24.000
36.000
48.000
60.000
72.000
84.000
96.000
108.000
120.000
132.000
144.000
156.000
168.000
180.000
192.000
204.000
216.000
228.000
240.000
De tussenbakolie controleren of ver-
versen als u de auto gebruikt voor
één van de volgende doeleinden: als
politiewagen, taxi, bedrijfswagen of
voor veelvuldig trekken van aanhan-
gers.XX X
Tussenbakolie verversen. X X
PCV-klep controleren en indien nodig
vervangen.***X
* Het vervangingsinterval van de bougies
wordt uitgedrukt in kilometers, niet in jaren.
** DOT 4-remvloeistof is alleen op tijdbasis;
intervallen in afstand zijn niet van toepas-
sing.
*** Dit onderhoud wordt aanbevolen door de
fabrikant, maar is niet vereist om de emissie-
garantie te behouden.WAARSCHUWING!
• U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig.
Voer alleen werkzaamheden uit waarvan
u kennis hebt en waarvoor u over het
juiste gereedschap beschikt. Als u twij-
felt over uw kunde om een bepaalde
werkzaamheid uit te voeren, breng dan
uw auto naar een vakkundige monteur.
WAARSCHUWING!
• Het niet correct inspecteren en onder-
houden van uw auto kan tot gevolg heb-
ben dat een onderdeel niet correct func-
tioneert, wat de rijeigenschappen en
prestaties nadelig beïnvloedt. Dit kan
een aanrijding tot gevolg hebben.
Zware omstandigheden
**** Ververs de motorolie en vervang het
motoroliefilter elke 7.500 km (4.500 mijl) of
SERVICE EN ONDERHOUD
266
Page 270 of 412

dan zes maanden geleden is, ook wanneer
het bericht voor olieverversing NIET wordt
weergegeven.
• Ververs de olie van uw auto vaker als u de
auto gedurende langere tijd gebruikt als
terreinwagen.
• Onder geen beding mogen de intervallen
voor olieverversing groter zijn dan
10.000 km (6000 mijl) of zes maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.
De erkende dealer reset de indicator voor
olieverversing nadat de geplande olieverver-
sing is uitgevoerd. Als een geplande oliebeurt
wordt uitgevoerd door iemand anders dan uw
erkende dealer, kan het bericht worden gere-
set door de stappen te volgen zoals beschre-
ven in de paragraaf "Display in de instrumen-
tengroep" in het hoofdstuk "Uw
instrumentenpaneel leren kennen" in deze
handleiding.
Bij elke tankstop
• Controleer het motoroliepeil. Raadpleeg de
paragraaf "Motorcompartiment" in dit
hoofdstuk voor meer informatie hierover.• Controleer het ruitensproeiervloeistofpeil
en vul zo nodig vloeistof bij.
Eens per maand
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Ban-
den rouleren bij de eerste tekenen van
ongelijkmatige slijtage
• Inspecteer de accu, reinig de poolklemmen
en zet ze zo nodig vast.
• Controleer de vloeistofniveaus van het koel-
vloeistofreservoir, de motorolie en de
hoofdremcilinder en vul indien nodig vloei-
stof bij.
• Controleer de werking van alle lampen en
andere elektrische onderdelen.
Bij elke olieverversing
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Rou-
leer banden bij de eerste tekenen van on-
gelijkmatige slijtage, zelfs voordat de indi-
cator voor olie verversen gaat branden.• Motoroliefilter vervangen.
• Remslangen en -leidingen controleren.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto.
Onderhoudsschema — SRT
OPMERKING:
Zodra u de laatste taak in de tabel hebt
uitgevoerd, gaat u verder met het geplande
onderhoud, waarbij u de aangegeven fre-
quentie in het schema aanhoudt door elke
bewerking te voorzien van een markering in
de vorm een punt of een specifieke opmer-
king. Als u het onderhoud opnieuw aanvat
vanaf het begin van het schema, kan het
toegestane interval voor sommige bewerkin-
gen worden overschreden.
SERVICE EN ONDERHOUD
268
Page 276 of 412

Onderhoudsschema — Dieselmotor
OPMERKING:
Zodra u de laatste taak in de tabel hebt
uitgevoerd, gaat u verder met het geplande
onderhoud, waarbij u de aangegeven fre-
quentie in het schema aanhoudt door elke
bewerking te voorzien van een markering in
de vorm een punt of een specifieke opmer-
king. Als u het onderhoud opnieuw aanvat
vanaf het begin van het schema, kan het
toegestane interval voor sommige bewerkin-
gen worden overschreden.
Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt):12.500
25.000
37.500
50.000
62.500
75.000
87.500
100.000
112.500
125.000
137.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144
Kilometers
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
180.000
200.000
220.000
240.000
Motorolie verversen en oliefilter vervangen.(*)
Vloeistofniveaus controleren en indien nodig bijvullen. (°) X X X X X X XXXXXX
Banden rouleren X X X X X X XXXXXX
Als u met de auto rijdt onder één van de volgende omstandighe-
den: stoffige wegen of terreinrijden. Motorluchtfilter controleren
en zo nodig vervangen.XXXXXXXXXXXX
Remvoeringen inspecteren en indien nodig vervangen. X X X X X X XXXXXX
Uitlaatsysteem inspecteren. X X X X X X X
SERVICE EN ONDERHOUD
274
Page 278 of 412

Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt):12.500
25.000
37.500
50.000
62.500
75.000
87.500
100.000
112.500
125.000
137.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144
Kilometers
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
180.000
200.000
220.000
240.000
De tussenbakolie controleren of verversen als u de auto gebruikt
voor één van de volgende doeleinden: als politiewagen, taxi, be-
drijfswagen of voor veelvuldig trekken van aanhangers.XX X
Tussenbakolie verversen. X X X
(*) Het feitelijke interval voor het verversen
van de olie en vervangen van het motorolie-
filter is afhankelijk van de gebruiks-
omstandigheden van de auto. Het wordt aan-
gegeven door het waarschuwingslampje of
bericht op het instrumentenpaneel. In geen
geval mag een jaar/20.000 km worden over-
schreden.
(**) Het verversingsinterval van remvloeistof
wordt uitgedrukt in tijd, niet in kilometers.
(°) Verbruik van het additief AdBlue
®
(UREUM) is afhankelijk van de gebruikscon-
ditie van de auto en wordt aangegeven met
een LED en/of een bericht op het
instrumentenpaneel.
WAARSCHUWING!
• U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig.
Voer alleen werkzaamheden uit waarvan
u kennis hebt en waarvoor u over het
juiste gereedschap beschikt. Als u twij-
felt over uw kunde om een bepaalde
werkzaamheid uit te voeren, breng dan
uw auto naar een vakkundige monteur.
• Het niet correct inspecteren en onder-
houden van uw auto kan tot gevolg heb-
ben dat een onderdeel niet correct func-
tioneert, wat de rijeigenschappen en
WAARSCHUWING!
prestaties nadelig beïnvloedt. Dit kan
een aanrijding tot gevolg hebben.SERVICE EN ONDERHOUD
276
Page 286 of 412

auto en wordt het bericht “WASHER FLUID
LOW” (RUITENSPROEIERVLOEISTOF BIJ-
VULLEN) weergegeven.
De sproeiers voor de voorruit en de sproeier
voor de achterruit maken gezamenlijk ge-
bruik van hetzelfde vloeistofreservoir. Het
vloeistofreservoir bevindt zich in het motor-
compartiment. Zorg dat u het vloeistofpeil
regelmatig controleert. Vul het reservoir uit-
sluitend met een ruitensproeieroplossing
(niet met radiateur-antivries). Breng, wan-
neer u het ruitensproeiervloeistofreservoir
bijvult, wat ruitensproeiervloeistof aan op
een doek en veeg hiermee de ruitenwisserbla-
den schoon. Hierdoor wordt de wiswerking
verbeterd. Om te voorkomen dat uw ruiten-
sproeiersysteem bij koud weer bevriest, dient
u een oplossing of mengsel te kiezen dat
geschikt is voor het klimaat in uw omgeving.
Deze informatie treft u aan op de meeste
flessen met ruitensproeiervloeistof.
WAARSCHUWING!
In de handel verkrijgbare ruitensproeier-
vloeistof is brandbaar. Deze kan ontbran-
WAARSCHUWING!
den en brandwonden veroorzaken. Wees
daarom voorzichtig als u het reservoir bij-
vult of in de buurt van het reservoir werkt.
LET OP!
Rijd niet met een leeg ruitensproeierreser-
voir: de ruitensproeier is essentieel voor
het verbeteren van het zicht.
Remsysteem
Om altijd optimale remprestaties te waarbor-
gen, moeten alle onderdelen van het remsys-
teem regelmatig worden gecontroleerd. Raad-
pleeg "Onderhoudsschema" in dit hoofdstuk
voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempedaal is
gevaarlijk en kan leiden tot een aanrijding.
Rijden met uw voet op het rempedaal
veroorzaakt abnormaal hoge remtempera-
turen, verhoogt de slijtage van de remvoe-
ring en kan leiden tot schade aan het
WAARSCHUWING!
remsysteem. U beschikt dan in noodgeval-
len niet over het volledige remvermogen.
Vloeistofpeil controleren — hoofdremcilin-
der
Het vloeistofpeil van de hoofdremcilinder
moet worden gecontroleerd bij elke onder-
houdsbeurt, of direct zodra het waarschu-
wingslampje voor het remsysteem aangeeft
dat er sprake is van een storing. Vul, indien
nodig, vloeistof bij om het peil op het niveau
te brengen binnen de markeringen die zijn
aangebracht op het reservoir van de hoofd-
remcilinder. Maak de bovenzijde van de
hoofdremcilinder schoon voordat u de dop
verwijdert. Het is bij schijfremmen een nor-
maal verschijnsel dat het vloeistofpeil daalt
naarmate de remblokken verder slijten. Con-
troleer het remvloeistofpeil wanneer de rem-
blokken worden vervangen. Wanneer het rem-
vloeistofpeil abnormaal laag is, dient het
systeem te worden gecontroleerd op lekkage.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen en
smeermiddelen" in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens" voor meer informatie.
SERVICE EN ONDERHOUD
284
Page 289 of 412

OPMERKING:
Bij opzettelijk manipuleren van het emissie-
regelsysteem kan de garantie vervallen en
bent u strafbaar.
WAARSCHUWING!
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig. Voer
alleen de service uit waarvan u de kennis
en waarvoor u de juiste apparatuur heeft.
Als u twijfelt over uw kunde om een be-
paalde werkzaamheid uit te voeren, breng
dan uw auto naar een vakkundige monteur.
Onderhoud van de airconditioning
Voor optimale prestaties kunt u het aircosys-
teem het best laten controleren door een
erkende dealer aan het begin van het zomer-
seizoen. Bij deze onderhoudsbeurt moeten
ook de condensorribben worden gereinigd en
moet een werkingstest worden uitgevoerd.
Laat ook de spanning van de aandrijfriem
controleren.
WAARSCHUWING!
• Gebruik voor uw airco uitsluitend door
de fabrikant goedgekeurde compressor-
smeermiddelen en koudemiddelen.
Sommige niet-goedgekeurde koudemid-
delen zijn brandbaar en explosief en
kunnen daardoor ernstig letsel veroorza-
ken. Andere niet-goedgekeurde koude-
middelen of smeermiddelen kunnen het
systeem beschadigen, wat hoge repara-
tiekosten met zich meebrengt. Raad-
pleeg de service- en garantiehandleiding
voor meer informatie.
• Het aircosysteem bevat een koudemid-
del onder hoge druk. Om persoonlijk
letsel of schade aan het systeem te voor-
komen mag het bijvullen van koudemid-
del, of andere reparaties waarbij leidin-
gen moeten worden losgekoppeld,
alleen worden uitgevoerd door een vak-
bekwame monteur.
LET OP!
Spoel het systeem van de airconditioning
niet met chemicaliën, omdat daardoor de
onderdelen van de airconditioning bescha-
digd kunnen raken. Dergelijke schade wordt
niet gedekt door de standaardgarantie.
Vervanging van het aircofilter (luchtfilter
aircosysteem)
Raadpleeg "Gepland onderhoud" in dit hoofd-
stuk voor de juiste onderhoudsintervallen.
Bezoek uw erkende dealer voor onderhoud.
Ruitenwisserbladen
Reinig de rubberdelen van de wisserbladen
en de voorruit regelmatig met een spons of
zachte doek en een mild niet-schurend reini-
gingsmiddel. U verwijdert zo de resten van
strooizout of olie.
287
Page 306 of 412

• Sneeuwkettingen moeten qua maatvoering
geschikt zijn voor de auto, zoals aanbevolen
door de fabrikant van de sneeuwketting.
• Uitsluitend gebruiken op de achterwielen
• Vanwege de beperkte ruimte wordt RUD-
GRIP 4X4 of gelijkwaardig aanbevolen voor
295/45ZR20-banden.
WAARSCHUWING!
Het gebruik van verschillende bandenma-
ten en -typen (M+S, winterbanden) tussen
de voor- en achteras kan leiden tot onvoor-
spelbaar weggedrag. U zou de macht over
het stuur kunnen verliezen en een aanrij-
ding kunnen veroorzaken.
LET OP!
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om schade aan de auto of de
banden te voorkomen:
• Door de beperkte ruimte voor sneeuw-
kettingen tussen de banden en andere
onderdelen van de wielophanging, is het
belangrijk uitsluitend kettingen te ge-
LET OP!
bruiken die in goede staat verkeren. Ge-
broken sneeuwkettingen kunnen ern-
stige schade veroorzaken. Zet de auto
onmiddellijk stil als u een geluid hoort
dat zou kunnen wijzen op kettingbreuk.
Verwijder eerst de beschadigde onderde-
len van de ketting voordat u deze weer
gebruikt.
• Breng de ketting zo strak mogelijk aan
en trek hem opnieuw strak nadat u
0,8 km (0,5 mijl) hebt gereden.
• Rijd niet sneller dan 48 km/u (30 mph).
• Rijd voorzichtig en vermijd scherpe
bochten en oneffenheden, vooral als de
auto zwaar beladen is.
• Rijd niet langdurig op een droog wegdek.
• Houd u aan de instructies van de fabri-
kant van de sneeuwketting voor de juiste
wijze van installatie, de rijsnelheid en de
gebruiksvoorwaarden. Houd u aan de
rijsnelheid die de fabrikant van de
sneeuwkettingen aanbeveelt, mits deze
lager is dan 48 km/u (30 mph).
• Gebruik geen sneeuwkettingen op een
compact reservewiel.
Aanbevelingen voor het rouleren van
banden
De voorbanden en de achterbanden van uw
voertuig werken onder verschillende belastin-
gen en vervullen verschillende stuur-,
stabiliteits- en remfuncties. Hierdoor slijten
de voor- en achterbanden onevenredig.
Dit effect kunt u verminderen door de banden
onderling te rouleren. De voordelen van rou-
leren zijn het grootst bij grove profielen, zoals
het profiel van on-/offroadbanden. Rouleren
zorgt voor een langere levensduur van de
banden en geeft langere tijd goede grip in
modder, sneeuw en op een nat wegdek. Bo-
vendien draagt rouleren bij aan de rijeigen-
schappen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhouds-
schema" voor de juiste onderhouds-
intervallen. Frequenter rouleren is toege-
staan indien dat gewenst is. De oorzaken van
snelle of ongewone slijtage moeten verholpen
worden voordat u de banden rouleert.
SERVICE EN ONDERHOUD
304
Page 404 of 412

display...................73
Instrumentenpaneel, reinigen.......308
Interieur, verzorging en onderhoud. . . .307
Intervalstand ruitenwissers
(intervalschakeling van de
ruitenwissers)................45
Keyless Enter-N-Go..............23
Keyless Enter-N-Go,
Passive Entry...............23
Kinderzitje..................142
Kinderzitjes.................142
Kinderzitjes,
hoe een ongebruikte automatisch
blokkerend oprolmechanisme
autogordel op te bergen........154
kinderzitjes installeren.........155
Klantenservice................384
Klembeveiliging.............61, 64
Klimaatregeling................48
Klimaatregeling,
automatisch................49
Knipperlichten................227
Knipperlichten,
richtingaanwijzers......92, 159, 230
waarschuwingsknipperlichten.....227
Koelsysteem.................292Koelsysteem,
controle..................292
inhoud koelvloeistofreservoir . .321, 322
keuze van de koelvloeistof
(antivries).............321, 322
Koolstofmonoxide,
waarschuwing...........156, 318
Koplampen,
grootlichtschakelaar/
dimlichtschakelaar............41
inschakelen met ruitenwissers.....42
lichtsignaal................42
lichtverklikker...............43
schakelaar.................40
vertraging..................43
Krik, gebruik..........240, 242, 293
Lampen....................159
Lampen, verlichting.............159
Lampen vervangen.............227
Lampje cruisecontrol..........91, 94
Lampje open portier...........82, 84
LaneSense..................203
Lekke band vervangen........240, 293
Lekken, vloeistof
..............159
Levensduur
van banden..........297
Lichtsignaal..................42Lights (Verlichting).............159
Loodvrije benzine..............314
Menu slepen en neerzetten.....332, 340
Methanol...................315
Methanolbrandstof.............315
Mistlampen................44, 90
Mopar-accessoires..............328
Motor.....................277
Motor,
aanbevelingen voor inrijden . .166, 167
brandstofvereisten........314, 322
chassisnummer . .277, 278, 279, 280,
281
keuze van de motorolie.....321, 322
koeling..................292
motorruimte. .277, 278, 279, 280, 281
olie.................321, 322
oliepeil controleren...........282
olievuldop................277
oververhitting..............253
starten..................161
starten met startkabels.........250
waarschuwing uitlaatgassen . .156, 318
Motorkap
openen...................64
sluiten...................65
INDEX
402
Page 406 of 412

Ruitensproeiers,
vloeistof..................283
Ruitensproeiers voorruit........45, 283
Ruitenwisserbladen.............287
Ruitenwissers, intervalschakeling.....45
Ruitenwisser/sproeier achterruit......47
Ruitenwissers, regensensor.........46
Ruitenwissers vóór..............45
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . .287
Ruitenwissersysteem met regensensor . .46
Ruitontdooier................158
Schakelen..................170
Schakelen,
automatische
versnellingsbak..........170, 172
Schakelflippers...............173
Schema, onderhoud......262, 267, 272
Schone benzine...............316
Schone brandstof..............316
Schoudergordels...............123
Selec-Terrain.................184
Sentry Key,
sleutel programmeren..........19
Sentry Key, vervangen..........15, 19
Servicehulp..................384
Siri.......................380Sleepogen..................258
Slepen.................215, 256
Slepen,
handleiding............215, 217
trekgewicht............215, 217
voertuig met pech............256
vouwwagen of caravan.........221
Slepen, achter een camper........221
Slepen achter een camper.........221
Slepen van een voertuig met pech. . . .256
Sleutelhouder,
extra sleutelhouders programmeren . .19
het alarm inschakelen..........19
het alarm uitschakelen.........20
Sleutels.....................14
Sleutels,
vervangen...............15, 19
Sloten,
kindersloten................26
Sneeuwkettingen.............
.303
Snelheidsregeling,
Accel/Decel
(alleen ACC).......196
annuleren.................194
instellen.................194
voortzetten................194
Snelheidsregeling
(cruisecontrol).......193, 194, 195Spiegels....................38
Spraakbediening,
opdrachten................370
Spraakbedieningsopdracht........371
Spraakherkenningssysteem
(VR)..............370, 371, 374
Stabilisatie-inrichting aanhanger
(TSC)....................104
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . .104
Stallen van het voertuig...........56
Starten.................161, 165
Starten,
automatische versnellingsbak.....166
knop.....................16
met afstandsbediening..........17
Starten en rijden..............161
Starten met startkabels..........250
Startprocedures............161, 165
Startprocedures (dieselmotoren).....165
Startsysteem met afstandsbediening . . .17
Steunen, hoofdsteun.............33
Stoelen..................27, 31
Stoelen,
gekoeld...................32
hoofdsteunen...............33
instaphulp.................30
kantelen..................27
INDEX
404