brake JEEP PATRIOT 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: PATRIOT, Model: JEEP PATRIOT 2018Pages: 294, PDF Size: 6.66 MB
Page 130 of 294
7. Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Dit lampje licht bij wijze van test
gedurende vier tot acht seconden
op wanneer het contact de eerste
keer in de stand ON/RUN wordt
gedraaid. Wanneer het lampje niet
brandt tijdens het starten, continu
blijft branden of pas gaat branden tijdens het
rijden, moet het systeem zo snel mogelijk door
een erkende dealer worden nagekeken. Raad-
pleegGordelsystemeninWat u moet weten
voordat u de auto startvoor meer informatie.
8. Controlelampje richtingaanwijzers
De pijltjes gaan samen met de knipper-
lichten knipperen als de richtingaanwijzer
is ingeschakeld.
Als u meer dan ongeveer 1,6 km rijdt met een
van beide richtingaanwijzers ingeschakeld,
hoort u een geluidssignaal om u erop te atten-
deren dat u de richtingaanwijzers uit moet
zetten. Wanneer een van de controlelampjes
snel gaat knipperen, controleer dan of de gloei-
lamp in de richtingaanwijzer misschien defect
is.9. Controlelampje grootlicht
Deze indicator geeft aan dat grootlicht
ingeschakeld is. Druk de hendel van
de richtingaanwijzers van het stuur af
om de koplampen van groot- of dimlicht te
schakelen.
10. Anti-blokkeersysteem (ABS) — indien
aanwezig
Dit lampje controleert het antiblok-
keersysteem (ABS). Het lampje
gaat branden wanneer u het con-
tact in de stand ON/RUN draait en
kan daarna nog vier seconden blij-
ven branden.
Als het ABS-lampje tijdens het rijden aan blijft
of gaat branden, wijst dit erop dat het ABS-
gedeelte van het remsysteem niet functioneert
en dat onderhoud nodig is. Het gewone rem-
systeem zal echter normaal functioneren, zo-
lang het BRAKE- waarschuwingslampje niet
brandt.
Wanneer het ABS-lampje brandt, moet u het
remsysteem zo spoedig mogelijk laten contro-
leren om weer van de voordelen van ABS te
profiteren. Wanneer het ABS-lampje niet gaatbranden bij het inschakelen van het contact,
moet het lampje worden gecontroleerd bij een
erkende dealer.
11. Controlelampje autogordel
Wanneer het contact de eerste keer in
de stand ON/RUN wordt gedraaid, zal
dit lampje vier tot acht seconden bran-
den om de werking van de gloeilamp
te testen. Als tijdens deze test de autogordel
voor de bestuurdersstoel wordt losgegespt,
hoort u een geluidssignaal. Als na controle van
het gloeilampje of tijdens het rijden de autogor-
del van de bestuurder niet is vastgemaakt, gaat
het waarschuwingslampje ter herinnering aan
en klinkt er een geluidssignaal. Raadpleeg
GordelsystemeninWat u moet weten voordat
u de auto startvoor meer informatie.
12. Toerenteller
Op de schaalverdeling wordt voor elke versnel-
ling het toegestane motortoerental aangege-
ven in omwentelingen per minuut (omw/min x
1000). Neem gas terug voordat de rode zone
bereikt wordt, om motorschade te voorkomen.
126
Page 164 of 294
•Bediening............................ 169
•Algemene informatie...................... 169
•BEDIENING VIERWIELAANDRIJVING —
INDIEN AANWEZIG......................... 170
•TIPS VOOR HET RIJDEN OP DE WEG.............. 170
•STUURBEKRACHTIGING...................... 170
•Controle stuurbekrachtigingsvloeistof............ 171
•PARKEERREM............................ 172
•REMSYSTEEM............................ 173
•Antiblokkeersysteem (Anti-Lock Brake System, ABS) . . 173
•ELEKTRONISCH REMSYSTEEM................. 175
•Antiblokkeersysteem (Anti-Lock Brake System, ABS) . . 175
•Remassistent (Brake Assist System, BAS)......... 175
•Tractieregeling (Traction Control System, TCS)...... 176
•Elektronische kantelbeveiliging (Electronic Roll
Mitigation, ERM)......................... 176
•Starthulp op hellingen (HSA) – alleen handgeschakelde
versnellingsbakken....................... 177
•Elektronische stabiliteitsregeling (ESC)........... 178
•BANDEN — ALGEMENE INFORMATIE.............. 180
•Bandenspanning........................ 180
•Bandenspanningen....................... 181
160
Page 177 of 294
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•De handrem moet altijd goed aangetrokken
zijn wanneer u de auto verlaat. Anders kan
de auto wegrollen en schade of letsel ver-
oorzaken. Zorg ook dat u de hendel bij een
automatische versnellingsbak op PARK
(parkeren) zet en bij een handmatige ver-
snellingsbak op REVERSE (achteruit) of in
de eerste versnelling. Als dit wordt nagela-
ten kan de auto gaan rollen en zo schade of
letsel veroorzaken.
LET OP!
Als het waarschuwingslampje van het rem-
systeem aan blijft nadat de handrem is losge-
laten, duidt dit op een defect van het remsys-
teem. Laat de remmen onmiddellijk nakijken
door een erkende dealer.
REMSYSTEEMUw auto is standaard uitgerust met rembe-
krachtiging. Als de rembekrachtiging wegvalt
(bijvoorbeeld als u herhaaldelijk remt terwijl de
motor niet draait), blijven de remmen functio-neren. Er is dan echter wel veel meer pedaal-
kracht nodig om de auto af te remmen dan
wanneer de rembekrachtiging wel werkt.
WAARSCHUWING!
Rijden met ‘slippend rempedaal’ is gevaarlijk
en kan ongevallen veroorzaken. Rijden met
de voet op het rempedaal veroorzaakt abnor-
maal hoge remtemperaturen, verhoogt de slij-
tage van de remblokken en kan leiden tot het
uitvallen van het remsysteem. Dan heeft u in
noodgevallen niet het volledige remvermogen
tot uw beschikking.
Als een van de twee hydraulische systemen de
normale capaciteit verliest, zal het overgeble-
ven systeem blijven functioneren, maar de rem-
werking wordt dan iets minder effectief. De slag
van het rempedaal wordt langer en er is meer
pedaalkracht nodig om de auto af te remmen of
te doen stoppen. Als de storing echter wordt
veroorzaakt door een interne lekkage, zodat
het remvloeistofniveau in de hoofdremcilinder
daalt, gaat tevens het waarschuwingslampje
remsysteem branden.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om te blijven rijden wanneer
het waarschuwingslampje brandt. De remwer-
king kan aanzienlijk achteruitgaan of de auto
wordt tijdens remmen minder stabiel. Het
duurt dan langer om de auto tot stilstand te
brengen en u houdt de auto moeilijker onder
controle. U kunt een aanrijding krijgen. Laat
de auto onmiddellijk controleren.
Antiblokkeersysteem (Anti-Lock
Brake System, ABS)
Het ABS-systeem zorgt in de meeste situaties
voor meer voertuigstabiliteit en betere rempres-
taties. Het systeem gaat automatisch pompend
remmen in moeilijke remsituaties, om zo het
blokkeren van de wielen te voorkomen.
173
Page 179 of 294
•het rempedaal daalt iets of kan iets verder
ingetrapt worden nadat de auto tot stilstand
is gekomen.
Dit zijn normale eigenschappen van het ABS-
systeem.
WAARSCHUWING!
Het ABS-systeem bevat geavanceerde elek-
tronische apparatuur die vatbaar is voor sto-
ringen door verkeerd gemonteerde of zeer
sterke radiozendapparatuur. Dergelijke storin-
gen kunnen zorgen dat de ABS-werking ge-
heel wegvalt. Dergelijke apparatuur mag uit-
sluitend door bevoegde vakmensen worden
geïnstalleerd.
Alle wielen en banden van de auto moeten van
dezelfde maat en hetzelfde type zijn en de
bandenspanning moet correct zijn, zodat de
regeleenheid correcte signalen ontvangt.
ELEKTRONISCH REMSYSTEEMUw auto kan optioneel zijn voorzien van een
geavanceerd elektronisch remsysteem, be-
staande uit een anti-blokkeersysteem (ABS),een rembekrachtigingssysteem (BAS), een
tractieregelsysteem (TCS), een elektronische
kantelbeveiliging (ERM), een starthulp op hel-
lingen (HSA) en een elektronisch stabiliteitspro-
gramma (ESC). Gecombineerd zorgen deze
systemen voor betere stabiliteit en bestuur-
baarheid van het voertuig onder diverse rijom-
standigheden. Ze worden samen ook wel ESC
genoemd.
Antiblokkeersysteem (Anti-Lock
Brake System, ABS)
Dit systeem helpt de bestuurder het voertuig
onder controle te houden in ongunstige re-
momstandigheden. Het systeem regelt de hy-
draulische remdruk om het blokkeren van de
wielen te voorkomen. Bovendien helpt het bij
het voorkomen van slippen tijdens het remmen
op een glad wegoppervlak. RaadpleegAnti-
blokkeersysteeminStarten en rijdenvoor
meer informatie.
Remassistent (Brake Assist System,
BAS)
Het BAS-systeem is ontworpen om de remca-
paciteit van een voertuig te optimaliseren tij-
dens noodremsituaties. Het systeem detecteerteen noodremsituatie door de mate van remmen
af te lezen en past vervolgens de optimale druk
toe op de remmen. Dit systeem kan helpen om
de remweg in te korten. BAS vormt een aanvul-
ling op ABS. Wanneer u heel snel op het
rempedaal trapt, is de assistentie van BAS
optimaal. Om van het systeem te profiteren
moet uaanhoudendremdruk uitoefenen tij-
dens het stoppen (nietpompendremmen).
Verminder de druk op het rempedaal niet, tenzij
u niet langer hoeft te remmen. Zodra u het
rempedaal loslaat, wordt het BAS uitgescha-
keld.
WAARSCHUWING!
•Het rembekrachtigingssysteem (BAS) kan
de werking van de natuurwetten op het
voertuig niet voorkomen of de tractie van
de gangbare wegomstandigheden verbete-
ren.
(Vervolgd)
175