key JEEP WRANGLER 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER, Model: JEEP WRANGLER 2020Pages: 292, PDF Size: 4.65 MB
Page 15 of 292

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
SLEUTELHOUDER............15
Sleutelhouder.................15
CONTACTSCHAKELAAR.......15
Contactsleutel verwijderen.........15
STARTSYSTEEM MET AFSTANDS-
BEDIENING — INDIEN
AANWEZIG.................16
Starten met afstandsbediening.......17
Bericht Remote Start Aborted (starten met
afstandsbediening afgebroken)......17
Activeren van het starten met
afstandsbediening..............17
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten zonder met de auto te rijden . .18
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten en met de auto gaan rijden . . .18
SENTRY KEY................18
Vervangende sleutelhouders........19
Sleutels laten programmeren........19
ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG................20
Alarm opnieuw inschakelen.........20Alarmsysteem inschakelen.........20
Alarmsysteem uitschakelen........21
PORTIEREN................21
Ruit van bovenste deurhelft verwijderen —
indien aanwezig................21
Voorportier verwijderen............22
Achterdeur verwijderen
(vierdeursmodellen)..............23
STOELEN..................24
Stoelverwarming — indien aanwezig . . .25
In twee delen (60/40) neerklapbare
achterbank — vierdeursmodellen.....26
Easy Entry-stoel voorpassagier —
tweedeursmodellen.............27
Stoelen met Tip ‘n Slide —
tweedeursmodellen..............27
De achterbank verwijderen —
tweedeursmodellen.............27
HOOFDSTEUNEN............28
Hoofdsteunen vóór..............29
Hoofdsteunen achterin - 2-deurs model .29Hoofdsteunen achterin —
vierdeursmodel................30
STUURWIEL.................31
Verstelbare stuurkolom...........31
SPIEGELS..................31
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig....................31
BUITENVERLICHTING.........32
Koplampen en parkeerlichten........32
Daglichtlampen — indien aanwezig . . .32
Schakelaar dimlicht/grootlicht.......32
Lichtsignaal..................32
Automatisch inschakelende koplampen —
indien aanwezig...............32
Mistlampen vóór...............33
Mistachterlicht — indien aanwezig....33
Richtingaanwijzers..............33
Lane Change Assist — indien aanwezig. .33
Waarschuwingssignaal verlichting aan . .33
Hoogteverstelling koplampen — indien
aanwezig....................33
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
13
Page 20 of 292

OPMERKING:
• De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
• Om veiligheidsredenen, kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen niet worden be-
diend wanneer de modus starten met af-
standsbediening actief is.
• De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart (twee cycli
van 15 minuten). Voordat u de startproce-
dure een derde keer kunt herhalen moet het
contactslot eerst in de stand ON/RUN wor-
den gezet.
Het starten op afstand wordt ook geannuleerd
wanneer het volgende zich voordoet:
• De motor slaat af of het toerental stijgt tot
boven 2500.
• Er gaan waarschuwingslampjes branden.
• De motorkap wordt geopend.
• De schakelaar voor alarmknipperlichten
wordt ingedrukt.
• De transmissie wordt uit de stand PARK
(parkeren) gezet.• Het rempedaal wordt ingetrapt.
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten zonder met de auto te rijden
Druk op de toets remote start of laat de motor
gedurende de volledige 15 minuten draaien.
OPMERKING:
Om onbedoeld uitschakelen te voorkomen,
blokkeert het systeem het eenmaal indrukken
van de toets Remote Start (starten met af-
standsbediening) gedurende twee seconden
nadat een geldig verzoek is ontvangen om te
starten met de afstandsbediening.
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten en met de auto gaan rijden
Voordat de cyclus van 15 minuten is verstre-
ken, drukt u op de ontgrendeltoets op de
sleutelhouder om de portieren te ontgrende-
len en het alarmsysteem uit te schakelen
(indien aanwezig). Steek de sleutel vervol-
gens in het contact en zet het contact in de
stand ON/RUN.
OPMERKING:
Het contact moet in de stand ON/RUN staan
om met het voertuig te kunnen rijden.
SENTRY KEY
Het Sentry Key startonderbrekingssysteem
voorkomt ongeoorloofd gebruik van de auto
door derden door de motor te blokkeren. U
hoeft het systeem niet te activeren of in te
schakelen. Dit systeem werkt automatisch,
ongeacht of de auto is afgesloten.
Het systeem maakt gebruik van sleutelhou-
ders met een ingebouwde elektronische chip
(transponder) om ongeoorloofd gebruik van
het voertuig te voorkomen. De auto kan daar-
door alleen bediend en gestart worden met
sleutelhouders die specifiek voor de desbe-
treffende auto zijn geprogrammeerd. Als ie-
mand probeert de motor te starten met een
ongeldige sleutel, schakelt het systeem na
twee seconden de motor uit.
OPMERKING:
Een sleutelhouder die niet is geprogram-
meerd, wordt ook als ongeldige sleutel be-
schouwd, zelfs wanneer de sleutel in de con-
tactschakelaar of slotcilinder van het
desbetreffende voertuig past.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
18
Page 21 of 292

Nadat het contact in de stand ON is gezet, zal
tijdens normale werking het controlelampje
van het alarmsysteem gedurende drie secon-
den branden voor een gloeilampcontrole. Als
het lampje na deze gloeilampcontrole blijft
branden, is sprake van een storing in de
elektronica. Als het controlelampje van het
alarmsysteem na de gloeilampcontrole gaat
knipperen, betekent dit dat iemand heeft
geprobeerd de motor te starten met een on-
geldige sleutel. In beide situaties wordt de
motor na twee seconden uitgeschakeld.
Als het controlelampje van het alarmsysteem
gaat branden tijdens normaal gebruik van het
voertuig (nadat deze langer dan tien secon-
den heeft gereden), duidt dat op een storing
in de elektronica. Laat in dat geval de storing
zo snel mogelijk verhelpen door een erkende
dealer.
LET OP!
De Sentry Key startonderbreker is niet
compatibel met sommige afstandsstart-
systemen die als accessoire in de handel
verkrijgbaar zijn. Dergelijke systemen kun-
LET OP!
nen startproblemen veroorzaken en de
startblokkering van de auto belemmeren.
Alle sleutelhouders die met uw nieuwe auto
zijn meegeleverd zijn geprogrammeerd voor
de elektronica van uw auto.
Vervangende sleutelhouders
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
LET OP!
Verwijder altijd de Sentry Keys uit de auto
en vergrendel alle portieren wanneer u de
auto zonder toezicht achterlaat.
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer of door
de procedure voor het programmeren van de
sleutel door de klant te volgen. Deze proce-dure bestaat uit het programmeren van een
'blanco' sleutelhouder voor de elektronica
van het voertuig. Een blanco sleutelhouder is
een exemplaar dat niet eerder is geprogram-
meerd.
OPMERKING:
Als de Sentry Key startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleutelhouders
van het voertuig naar de erkende dealer mee
te brengen.
Sleutels laten programmeren
Als u twee geldige sleutelhouders hebt, kunt
u nieuwe sleutelhouders voor de startblokke-
ring van de Sentry Key programmeren via de
volgende procedure:
1. Zorg dat de extra sleutel(s) overeenkomen
met de sleutelcode van de contactsleutel
en de contactslotcilinder.
2. Steek de eerste geldige sleutel in het
contactslot. Zet de contactschakelaar ten
minste drie seconden, maar niet langer
dan 15 seconden in de stand ON/RUN.
Vervolgens draait u de contactschakelaar
in de stand LOCK en verwijdert u de eerste
sleutel.
19
Page 63 of 292

• Druk op de knopMENUom door de hoofd-
menu's te bladeren (Speedometer (snel-
heidsmeter), Fuel Economy
(brandstofverbruik), Miles to Empty (af-
stand tot lege tank), Tire Pressure (banden-spanning), Warnings (waarschuwingen), Ti-
mer, Vehicle Info (voertuiginformatie),
Units (eenheden) System Warning (sys-
teemwaarschuwing), Personal Settings
(persoonlijke instellingen)) of om subme-
nu's te verlaten.
• Druk op de knop met de pijl naarrechtsvoor
toegang tot hoofdmenu's, submenu's of om
een persoonlijke instelling te selecteren in
het menu met instellingen.
• Druk op de knopcompassom een van de
acht kompasstanden en de buitentempera-
tuur weer te geven of om submenu's te
verlaten.
• Druk op de knop met de pijlomlaagom
omlaag te bladeren door de submenu's.
Berichten Display in instrumentengroep
Wanneer de betreffende omstandigheden van
kracht zijn, verschijnen de volgende berich-
ten op het display in de instrumentengroep:
• Low Tire Pressure (lage bandenspanning)
• Low Fuel (brandstofpeil laag)• Service TPM System (onderhoud banden-
spanningscontrolesysteem) (raadpleeg de
paragraaf "Bandenspanningscontrolesys-
teem" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor
meer informatie)
• Damaged Key (sleutel beschadigd)
• Key in ignition (sleutel in contactslot)
• Turn Signal On (richtingaanwijzer aan) (met
een continu geluidssignaal)
• Left Front Turn Signal Light Out (richting-
aanwijzer linksvoor defect) (met één ge-
luidssignaal)
• Left Rear Turn Signal Light Out (richting-
aanwijzer linksachter defect) (met één ge-
luidssignaal)
• Right Front Turn Signal Light Out (richting-
aanwijzer rechtsvoor defect) (met één ge-
luidssignaal)
• Right Rear Turn Signal Light Out (richting-
aanwijzer rechtsachter defect) (met één ge-
luidssignaal)
• Key Fob Battery Low (batterij van sleutel-
houder bijna leeg) (met één geluidssignaal)
Bedieningstoetsen display in
instrumentengroep
1 — toets MENU 3 — toets pijl om-
laag
2 — toets pijl naar
rechts4 — toets COM-
PASS
61
Page 151 of 292

Motor starten in modus STOP/START AUTO
STOP ACTIVE (autostop stop/startsysteem
actief)
Wanneer de schakelhendel in stand NEU-
TRAL staat, start de motor wanneer het
koppelingspedaal wordt ingetrapt. Het voer-
tuig neemt modus STOP/START SYSTEM
NOT READY (stop/startsysteem niet gereed)
aan totdat de voertuigsnelheid meer bedraagt
dan 5 km/u (3 mph).
Omstandigheden die het automatisch starten
van de motor mogelijk maken in de modus
STOP/START AUTO STOP ACTIVE (autostop stop/
startsysteem actief)
De motor start automatisch wanneer:
• De werkelijke cabinetemperatuur bedui-
dend afwijkt van de temperatuur die is
ingesteld in het klimaatsysteem.
• Het klimaatsysteem in volle ontwasemings-
modus is.
• De duur van modus STOP/START AUTO
STOP ACTIVE (autostop stop/startsysteem
actief) langer is dan 5 minuten.
• De accuspanning daalt naar een te lage
waarde.• Lage vacuümwaarde van remsysteem, bijv.
na meerdere keren na elkaar remmen.
• Het voertuig sneller rijdt dan 5 km/u
(3 mph).
• De schakelaar STOP/START OFF is inge-
drukt.
• De vierwielaandrijving is in de stand 4LO
gezet.
Omstandigheden die het handmatig starten
met de contactsleutel nodig maken in de
modi STOP/START AUTO STOP ACTIVE:
De motor start niet automatisch wanneer:
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is
losgemaakt
• De motorkap is geopend
• Zich een storing in het STOP/START-
systeem voordoet
In deze gevallen kan de motor uitsluitend
worden gestart met de contactsleutel. Onder
deze omstandigheden verschijnt de melding
"STOP/START KEY START REQUIRED" (start
via contactsleutel vereist) in de instrumen-tengroep. Raadpleeg de paragraaf "Display in
de instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw
Instrumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie hierover.
Start/stopsysteem handmatig uitschakelen
1. Druk op de schakelaar STOP/START OFF
(in de rij schakelaars). Het lampje in de
schakelaar dooft.
Schakelaar STOP/START OFF
149
Page 285 of 292

handgeschakelde versnellingsbak . .135
tussenbak, schakelen naar neutraalstand
(N) ....................157
verdeelbak, schakelen uit neutraalstand
(N) ....................159
Schakelhendel onderdrukken.......180
Schakelhendel ontgrendelen.......180
Schema, onderhoud.........188, 193
Schoudergordels...............94
Sentry Key, programmeren.........19
Sentry Key (startonderbreker)........18
Sentry Key, vervangen............19
Servicehulp..................262
Sleepogen..................184
Slepen.................154, 182
Slepen,
handleiding...............154
trekgewicht...............154
voertuig met pech...........182
vouwwagen of caravan.........156
Slepen achter een camper.........156
Slepen achter een camper,
tussenbak naar neutraalstand (N)
schakelen................157
tussenbak uit neutraalstand (N)
schakelen................159
Slepen van een voertuig met pech. . . .182Sleutel, programmering...........19
Sleutels.....................15
Sleutels, Sentry Key (startonderbreking) .18
Sleutel, vervanging..............19
Sneeuwkettingen..............220
Snelheidsregeling,
Accel/Decel...............152
annuleren................152
voortzetten................152
Snelheidsregeling (cruisecontrol).....150
Sperinrichting................145
Spiegels.....................31
Spiegels,
verwarmd.................31
Spraakbedieningsopdracht........257
Stabilisatie-inrichting aanhanger (TSC) . .82
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . . .82
Stallen van het voertuig........40, 221
Starten..................16, 129
Starten,
automatische versnellingsbak....
.129
bij lage temperaturen........
.130
handgeschakelde versnellingsbak . .129
met afstandsbediening.........16
motor start niet.............130
Starten en rijden..............129
Starten met startkabels..........176Startonderbreking (Sentry Key).......18
Startprocedures...............129
Startsysteem met afstandsbediening . . .16
Steun, hoofdsteun..............28
Stoelen.....................24
Stoelen,
geheugen.................24
gekoeld..................24
Stoelen
Geventileerd................24
Stoelen,
instaphulp..............24, 27
kantelen..................24
neerklapbare achterbank.....24, 26
ontgrendeling rugleuning........24
opvouwbare, neerklapbare
achterbank................27
verstellen.................24
verwarmd...............24, 25
verwijderen................28
Stoelen met geheugenfunctie en
autoradio..................24
Stoel met geheugenfunctie.........24
Stoffen dak..................222
Stof, onderhoud...............222
Storingslampje (motorcontrole).......66
Sturen......................31
283