reset JEEP WRANGLER 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER, Model: JEEP WRANGLER 2020Pages: 292, PDF Size: 4.65 MB
Page 64 of 292

• Personal Settings Not Avail (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar). – Vehicle
Not in Park (voertuig staat niet in de stand
Park) — automatische versnellingsbak
• Personal Settings Not Avail (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar). – Vehicle in
Motion (voertuig in beweging) — handge-
schakelde versnellingsbak
• Door Open (portier open - met afbeelding
van geopende portier. Eén geluidssignaal
klinkt wanneer het voertuig in beweging is)
• Gate Open (achterklep open - met afbeel-
ding geopende achterklep/achterdeur en er
klinkt één geluidssignaal wanneer het voer-
tuig in beweging is)
• Check Gascap (brandstofvuldop controle-
ren - raadpleeg de paragraaf "Brandstof
tanken" in het hoofdstuk "Starten en rijden"
voor meer informatie)
• Oil Change Required (olie verversen - met
een geluidssignaal)
• ECO (indicator brandstofbesparing) — in-
dien aanwezigSchakelindicator (GSI) — indien aanwezig
Het schakelstandindicatiesysteem (GSI)
wordt ingeschakeld op voertuigen met een
handgeschakelde versnellingsbak, of wan-
neer een voertuig met een automatische ver-
snellingsbak in de modus handmatig schake-
len is gezet. De GSI biedt de bestuurder een
visuele indicatie als het aanbevolen schakel-
punt is bereikt. Deze indicatie wijst de be-
stuurder erop dat het brandstofverbruik kan
worden verlaagd door te schakelen. Wanneer
het opschakellampje wordt weergegeven op
het display, adviseert de GSI de bestuurder
naar een hogere versnelling te schakelen.
Wanneer het terugschakellampje op het dis-
play wordt getoond, adviseert de GSI de be-
stuurder naar een lagere versnelling te scha-
kelen.
De GSI-indicatie blijft branden totdat de be-
stuurder schakelt, of de rijomstandigheden
terugkeren naar een situatie waarbij niet
hoeft te worden geschakeld voor een gunsti-
ger brandstofverbruik.
Oil Change Required (olieverversing
vereist)
Uw auto is uitgerust met een indicator voor
olieverversing. De melding "Oil Change Re-
quired" (olie verversen) wordt ongeveer
10 seconden in het display van de instrumen-
tengroep weergegeven na één geluidssignaal
om de volgende oliebeurt aan te geven. De
indicator voor olieverversing is gebaseerd op
de belasting van de motor, wat betekent dat
de periodieke oliebeurten afhankelijk zijn van
uw persoonlijke rijstijl.
Tenzij dit bericht wordt gereset, verschijnt
het iedere keer als u de contactsleutel in de
stand ON draait. Om het bericht tijdelijk uit
te schakelen, drukt u kort op de knopMENU.
Om de indicator voor olieverversing (na peri-
odiek onderhoud) te resetten, volgt u de vol-
gende stappen:
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
62
Page 73 of 292

WAARSCHUWING!
• UITSLUITEND een erkende servicemon-
teur mag apparatuur aansluiten op de
OBD II aansluiting voor diagnose of on-
derhoud van uw voertuig.
• Als niet-goedgekeurde apparatuur wordt
aangesloten op de OBD II aansluiting,
zoals een tracker voor bestuurdersge-
drag, kan:
• Het mogelijk zijn dat voertuigsyste-
men, waaronder ook veiligheidsge-
relateerde systemen, worden aange-
tast. Ook kan het voertuig
onbestuurbaar worden wat kan lei-
den tot ernstige of zelfs dodelijke
ongevallen.
• Informatie die is opgeslagen in de
systemen van uw voertuig, waaron-
der ook persoonlijke gegevens, toe-
gankelijk worden voor anderen.
Raadpleeg de paragraaf "Cyberveiligheid" in
het hoofdstuk "Multimedia" in het instructie-
boekje voor meer informatie.
Bericht brandstofvuldop los
Na het tanken kan het diagnosesysteem van
het voertuig vaststellen of de vuldop loszit,
onjuist is aangebracht of is beschadigd. Het
bericht "gASCAP" wordt weergegeven in het
display van de kilometerteller. Draai de
brandstofvuldop vast tot u een "klikgeluid"
hoort. De klik geeft aan dat de brandstofvul-
dop goed is vastgedraaid. Druk op de reset-
knop van de kilometerteller om de melding te
wissen. Als het probleem zich opnieuw voor-
doet, verschijnt de melding de volgende keer
dat de auto wordt gestart opnieuw. Dit kan op
een defecte vuldop duiden. Als het probleem
tweemaal achtereen wordt vastgesteld, zal
het systeem het storingslampje laten bran-
den. Nadat het probleem is verholpen, gaat
het storingslampje uit.
71
Page 99 of 292

gordel. Een goed aansluitende gordel ver-
kleint het risico dat u bij een aanrijding
onder de gordel doorglijdt.
5. Plaats de schoudergordel zo strak moge-
lijk over uw schouder en borst, zodanig
dat deze comfortabel zit en niet op uw nek
rust. Het oprolmechanisme spant de
schoudergordel automatisch aan.
6. Om de gordel los te maken drukt u op de
rode knop op de gespsluiting. De gordel
wordt dan automatisch opgerold. Indien
nodig schuift u de gesp over de gordel
zodat deze volledig kan worden opgerold.
Blokkering rolautomaat van driepuntsgordel
middenachter
Deze functie is ontwikkeld om het oprolme-
chanisme te blokkeren wanneer de rugleu-
ning achterin niet volledig vergrendeld is.
Hiermee wordt voorkomen dat iemand de
driepuntsgordel achter omdoet, terwijl de
rugleuning niet volledig vergrendeld is.OPMERKING:
Wanneer de driepuntsgordel achter niet kan
worden uitgetrokken, moet u controleren of
de rugleuning van de achterzitting volledig
vergrendeld is. Wanneer de rugleuning van de
achterzitting juist vergrendeld is, maar de
driepuntsgordel nog steeds niet kan worden
uitgetrokken, is het automatisch blokkerend
oprolmechanisme (ALR) mogelijk geacti-
veerd. Om deze functie te resetten, moet u de
gehele gordelband weer laten oprollen in het
oprolmechanisme. Het is niet mogelijk de
gordelband verder uit te trekken, totdat deze
volledig is opgerold.
WAARSCHUWING!
De heup-/schoudergordel achterin is voor-
zien van een vergrendeling die zorgt dat als
er iemand op de achterbank zit, de rugleu-
ning van de achterbank rechtop wordt ver-
grendeld. Als de rugleuning op de achter-
bank niet helemaal rechtop wordt
vergrendeld en de heup-/schoudergordel
midden achterin uit de gordelspanner kan
worden getrokken, moet de auto onmiddel-
lijk naar uw erkende dealerbedrijf worden
WAARSCHUWING!
gebracht om dit te repareren. Als u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit ernstig
en zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Verdraaide driepuntsgordel ontwarren
Gebruik de volgende methode om een ver-
draaide driepuntsgordel te ontwarren.
1. Breng de gesp zo dicht mogelijk naar het
ankerpunt toe.
2. Pak de gordel vast op ongeveer 15 tot
30 cm (6 tot 12 inch) boven de gesp en
draai de gordel 180 graden om een vouw
te maken die direct boven de gesp begint.
3. Schuif de gesp omhoog over de dubbelge-
vouwen gordel. De dubbelgevouwen gor-
del moet aan de bovenzijde van de gesp
door de sleuf gaan.
4. Schuif de gesp verder omhoog tot de dub-
belgevouwen gordel vrijkomt en de veilig-
heidsgordel niet meer verdraaid is.
97
Page 110 of 292

OPMERKING:
• De airbagpanelen zijn in de interieurbekle-
ding nauwelijks zichtbaar, maar springen
open tijdens het opblazen van de airbag.
• Na ieder ongeval dient de auto onmiddellijk
naar een erkende dealer te worden
gebracht.
Uitgebreid ongelukkenresponssysteem
Bij een botsing zal de controller van het
beveiligingssysteem voor inzittenden, als het
communicatienetwerk en de voeding intact
blijven en afhankelijk van de aard van de
botsing, bepalen of het uitgebreide ongeluk-
kenresponssysteem de volgende functies uit-
voert:
• De brandstoftoevoer naar de motor afslui-
ten.
• De waarschuwingsknipperlichten inscha-
kelen zo lang de accu werkt of totdat op de
knop van de waarschuwingsknipperlichten
wordt gedrukt. De alarmknipperlichten
kunnen worden uitgeschakeld door op de
knop voor alarmknipperlichten te drukken.• De interieurverlichting inschakelen zolang
de accu werkt.
•
De centrale portiervergrendeling
ontgrendelen.
Resetprocedure uitgebreid ongelukkenres-
ponssysteem
Om de functies van het uitgebreide ongeluk-
kenresponssysteem na een incident te reset-
ten, moet u de contactschakelaar van de
stand contact START of ON/RUN in de stand
contact OFF zetten. Controleer zorgvuldig de
auto op brandstoflekkage in de motorruimte
en op de grond in de buurt van de motor-
ruimte en de brandstoftank voordat u het
systeem reset en de motor te star.
Onderhoud van het airbagsysteem
WAARSCHUWING!
• Wijzigingen aan onderdelen van het air-
bagsysteem kunnen tot gevolg hebben
dat het systeem bij een aanrijding niet
functioneert. U kunt letsel oplopen door-
dat de airbag niet werkt en u niet be-
schermt. Breng geen wijzigingen aan de
WAARSCHUWING!
onderdelen of bedrading aan en plak
nooit badges of stickers op het afdekpa-
neel op het stuur of aan de rechterbo-
venzijde van het instrumentenpaneel.
Breng geen wijzigingen aan in de voor-
bumper of de carrosseriestructuur en
monteer geen treden of treeplanken.
• Het is gevaarlijk zelf onderdelen van het
airbagsysteem te repareren. Waarschuw
iedereen die aan uw auto werkt dat de
auto is uitgerust met een airbagsysteem.
• Probeer geen onderdelen van het airbag-
systeem te wijzigen. De airbag kan per
ongeluk worden opgeblazen of werkt mo-
gelijk niet goed meer als deze is gewij-
zigd. Breng de auto naar een erkende
dealer voor onderhoud aan het airbag-
systeem. Breng de auto naar een er-
kende dealer als onderhoud nodig is aan
de autostoel, waaronder het afdekpaneel
en het kussen (ook voor het verwijderen
of losdraaien/aantrekken van stoelbou-
ten). Er mogen uitsluitend door de fabri-
kant goedgekeurde stoelaccessoires
worden gebruikt. Neem contact op met
VEILIGHEID
108
Page 156 of 292

OPMERKING:
• Wanneer het mondstuk aan de vulslang
klikt of afsluit, is de brandstoftank vol.
• Draai de brandstofvuldop circa een kwart-
slag vast totdat u één klik hoort. De klik
geeft aan dat de dop goed is vastgedraaid.
• Als de brandstofvuldop niet goed is dicht-
gedraaid, gaat het storingslampje branden.
Zorg ervoor dat de dop iedere keer dat u
bijtankt, goed wordt dichtgedraaid.Bericht brandstofvuldop los
Na het tanken kan het diagnosesysteem van
de auto vaststellen of de brandstofvuldop
loszit, onjuist is aangebracht of is bescha-
digd. Wanneer het systeem een storing waar-
neemt, verschijnt de melding “gASCAP”
(brandstofvuldop) op het display van de kilo-
meterteller. Draai de brandstofvuldop vast tot
u een "klikgeluid" hoort. De klik geeft aan dat
de brandstofvuldop goed is vastgedraaid.
Druk op de resetknop van de kilometerteller
om de melding te wissen. Als het probleem
zich opnieuw voordoet, verschijnt de melding
de volgende keer dat de auto wordt gestart
opnieuw. Dit kan op een defecte vuldop dui-
den. Als het probleem tweemaal achtereen
wordt vastgesteld, zal het systeem het sto-
ringslampje laten branden. Nadat het pro-
bleem is verholpen, gaat het storingslampje
uit.
TREKKEN VAN EEN
AANHANGER
Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten)
In de onderstaande tabel worden de maxi-
male aanhangergewichten voor uw type aan-
drijflijn weergegeven.
STARTEN EN RIJDEN
154
Page 190 of 292

GEPLAND ONDERHOUD
Gepland onderhoud — benzinemotor
De geplande onderhoudsbeurten in deze
handleiding moeten op de aangeduide tijd-
stippen of kilometerstanden worden uitge-
voerd om uw garantie te behouden en opti-
male betrouwbaarheid en prestaties van het
voertuig te garanderen. Bij veeleisend ge-
bruik, bijvoorbeeld door het rijden in stoffige
omgevingen of veel korte ritten, is mogelijk
meer onderhoud vereist. Laat ook telkens
inspectie en onderhoud uitvoeren wanneer u
een defect vermoedt.
De indicator voor olieverversing herinnert u
eraan dat uw auto een onderhoudsbeurt no-
dig heeft.
Op voertuigen zonder display in de instru-
mentengroep knippert de melding "CHANgE
OIL" (olie verversen) in de instrumentengroep
met kilometerteller en er klinkt een geluids-
signaal om aan te geven dat de olie ververst
moet worden.Het bericht voor olieverversing wordt telkens
ongeveer 11.200 km (7000 mijl) na de laat-
ste olieverversing weergegeven. Laat het on-
derhoud zo snel mogelijk, binnen 800 km
(500 mijl), uitvoeren. Het eerder verversen
van de olie kan echter noodzakelijk zijn na
7.500 km (4.500 mijl) als de auto onder
zware omstandigheden wordt gebruikt, die
verderop in dit hoofdstuk worden beschre-
ven.
OPMERKING:
•
Het systeem houdt geen rekening met de tijd
die is verstreken sinds de laatste olieverver-
sing. Ververs de olie van uw auto wanneer de
laatste verversingsbeurt langer dan 6 maan-
den geleden is, ook wanneer het bericht voor
olieverversing NIET wordt weergegeven.
• Ververs de olie van uw auto vaker als u de
auto gedurende langere tijd gebruikt als
terreinwagen.
• Onder geen beding mogen de intervallen
voor olieverversing groter zijn dan
12.000 km (7.500 mijl) of 6 maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.De erkende dealer reset de indicator voor
olieverversing nadat de geplande olieverver-
sing is uitgevoerd.
Eenmaal per maand of voor een lange rit
• Controleer het oliepeil ongeveer vijf minu-
ten nadat de volledig warmgedraaide motor
is uitgezet. Controleer het oliepeil als de
auto op een vlakke ondergrond staat. De
meting is dan nauwkeuriger. Vul alleen olie
bij wanneer het oliepeil zich onder het
merkteken ADD of MIN bevindt.
• Controleer het ruitensproeiervloeistofpeil
en vul zo nodig vloeistof bij.
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Rou-
leer banden bij de eerste tekenen van on-
gelijkmatige slijtage, zelfs voordat de indi-
cator voor olie verversen gaat branden.
• Inspecteer de accu, reinig de poolklemmen
en zet ze zo nodig vast.
• Controleer de vloeistofniveaus van het koel-
vloeistofreservoir, de automatische versnel-
lingsbak, de hoofdremcilinder en de stuur-
bekrachtiging en vul zo nodig vloeistof bij.
• Controleer de werking van alle lampen en
andere elektrische onderdelen.
SERVICE EN ONDERHOUD
188
Page 196 of 292

Bij elke olieverversing
• Motoroliefilter vervangen.
• Uitlaatsysteem controleren.
• Inspecteer de remleidingen.
• Controleer het peil van de
motorkoelvloeistof/antivries en de bijbeho-
rende slangen en klemmen.
• Controleer de hulpaandrijfriemen. Vervang
deze indien nodig.
•
Controleren op de aanwezigheid van water in
de brandstoffilter/waterafscheidereenheid.
Laat ook telkens inspectie en onderhoud uit-
voeren wanneer u een defect constateert of
vermoedt. Bewaar alle betalingsbewijzen.
Dieselmodellen met roetfilter (DPF)
De indicator voor olieverversing herinnert u
eraan dat uw auto een onderhoudsbeurt no-
dig heeft.
Een melding "CHANgE OIL" (olie verversen)
knippert in de instrumentengroep van de ki-
lometerteller en er klinkt een geluidssignaal
om aan te geven dat de olie ververst moet
worden.Op basis van het gebruik en de bedrijfsom-
standigheden van de motor zal het bericht
voor olieverversing verschijnen; dit betekent
dat uw voertuig aan een onderhoudsbeurt toe
is. Laat het onderhoud zo snel mogelijk, bin-
nen 805 km (500 mijl), uitvoeren.
De dealer reset de indicator voor olieverver-
sing nadat de geplande olieverversing is uit-
gevoerd.
Onderhoudsschema — dieselmotor
Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt)15.000
30.000
45.000
60.000
75.000
90.000
105.000
120.000
135.000
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120
Of kilometer:
24.000
48.000
72.000
96.000
120.000
144.000
168.000
192.000
216.000
240.000
Motorolie verversen en oliefilter vervangen. (*)
Banden rouleren X X X X X X X X X X
Alle vergrendelingen controleren op aanwezigheid van vet.
Indien nodig nieuw vet aanbrengen.XX X X X X X X X X
SERVICE EN ONDERHOUD
194
Page 246 of 292

• Om naar de radiomodus te gaan, drukt u op
de toets RADIO aan de linkerkant van het
front en drukt u vervolgens op de toetsen
"AM" of "FM" op het touchscreen om de
band te selecteren.
Vooruit zoeken/Achteruit zoeken
• Druk op de schermtoetsen "SEEK UP"
(vooruit zoeken) en "SEEK DOWN" (achter-
uit zoeken) om radiozenders op de AM- of
FM-band te zoeken. Houd een van de zoek-
toetsen ingedrukt om zonder te stoppen
zenders te passeren.Voorkeurzenders handmatig opslaan
• Selecteer de radioband door op de scherm-
toets "AM" of "FM" te drukken.
• Zoek het station dat moet worden opgesla-
gen door op de toetsen "SEEK UP" (vooruit
zoeken) of "SEEK DOWN" (achteruit zoe-
ken) te drukken, op de schermtoets "SCAN"
te drukken of met behulp van de scherm-
toets "Direct Tune" (direct afstemmen).
• Nadat een gewenst station is gevonden,
houdt u een willekeurige schermtoets
"PRESETS" (voorkeurzenders) in de lijst
rechts op het scherm ingedrukt tot de voor-
keurzendertoets knippert en de stations-
tekst naast de schermtoets verandert.OPMERKING:
Als de voorkeurzenders niet zichtbaar zijn
aan de rechterkant van het scherm, drukt u
op de schermtoets "PRESETS" (voorkeurzen-
ders).
MULTIMEDIA
244
Page 283 of 292

Indicatielampje Olie verversen. . . .62, 194
Indicatielampje Olie verversen,
resetten................62, 194
Indicator regeling afdaling..........83
Informatiecentrum, voertuig........60
Inleiding.....................3
Inrijperiode nieuw voertuig........133
Instelbare stuurkolom............31
Instructieboekje (gebruiksaanwijzing)....4
Instructies bij opkrikken..........171
Instrumenten Groep.............69
Instrumentenpaneel, reinigen.......225
Interieur, verzorging en onderhoud. . . .224
Intervalstand ruitenwissers (intervalschake-
ling van de ruitenwissers)........34
iPod/USB/MP3-bediening,
Bluetooth Streaming Audio......260
Kinderzitjes
Opbergen van een ongebruikte
ALR-veiligheidsgordel.........121
Klantenservice................262
Klimaatregeling................36
Klimaatregeling,
handmatig.................36
Klok instellen.............238, 241Knipperlichten,
richtingaanwijzer . .69, 126, 164, 165
waarschuwingsknipperlichten. . . .162
Koelmiddel..............205, 206
Koelsysteem.................200
Koelsysteem,
controle.................201
inhoud koelvloeistofreservoir.....230
keuze van de koelvloeistof
(antivries)................230
Koolstofmonoxide, waarschuwing. . . .123
Koplampen,
automatisch................32
grootlichtschakelaar/
dimlichtschakelaar............32
lichtsignaal................32
reinigen.................221
schakelaar.................32
verstellen.................33
vervangen................164
Krik, gebruik.......170, 171, 172, 211
Lampen....................126
Lampen, verlichting.............126
Lampen vervangen
..........162, 164
Lane Change Assist..............33
Lekke band vervangen........170, 211Lekken, vloeistof..............126
Levensduur van banden..........215
Lichtsignaal..................32
Lights (Verlichting).............126
Media Center Radio.............240
Mistlampen............33, 164, 165
Mistlampen, onderhoud.......164, 165
Modificaties/veranderingen, voertuig....5
Mopar.....................233
Mopar-accessoires..............233
Motor.....................198
Motor,
aanbevelingen voor inrijden.....133
brandstofvereisten...........230
chassisnummer..........198, 199
interval voor olieverversing.......62
keuze van de motorolie........230
koeling..................200
motorruimte............198, 199
olie....................230
olievuldop................198
oververhitting..............179
starten..................129
starten met startkabels........176
start niet.................130
verzopen motor starten.........130
281
Page 284 of 292

waarschuwing uitlaatgassen......123
Motorkapontgrendeling............54
Motorkapsteun.................54
Motorolie,
aanbevelingen.............230
interval verversing............62
peilstok.................200
viscositeit................230
vulhoeveelheid.............230
waarschuwingslampje oliedruk.....65
Navigatie...................249
Navigatiesysteem (Uconnect GPS). . . .250
Neerklapbare achterbank........24, 26
Noodgevallen,
opkrikken.............170, 211
starten met startkabels.........176
Noodstop...................134
Octaangetal, benzine (brandstof).....229
Onderhoudsschema.........188, 193
Onderhoudsschema,
diesel...................193
Onderhoudsvrije accu...........204
Onderhoud van de airconditioning. . . .205
Onderhoud van wielen en velgen.....218
Ontgrendeling, motorkap..........54Ontkoppeling stabilisatorstang,
elektronisch................146
Ontwarringsprocedure, autogordel.....97
Ontwasemen..................41
Openen van de motorkap..........54
Opslag van het voertuig........40, 221
Oververhitting van de motor........179
Peilstokken,
(motor)olie................200
Portieren....................21
Radiaalbanden................213
Radio,
voorkeurzenders.........238, 243
Radio 130,
bedieningsinstructies radiomodus . .237
Radio Bediening...............238
Radio met aanraakscherm,
reinigen.................249
Ramen,
elektrisch bediend............41
Regeling afdaling...............83
Reinigen van glasoppervlakken......226
Reiniging,
wielen..................218
Rembekrachtiging..............75Remregelsysteem, elektronisch.......75
Remsysteem.................201
Remsysteem,
handrem.................134
hoofdremcilinder............201
remvloeistofpeil controleren.....201
Remvloeistof.............201, 232
Reservewiel...........170, 217, 218
Resetten controlelampje olie verversen . .62
Richtingaanwijzers .33, 69, 126, 164, 165
Rijden bij lage temperaturen.......130
Rotatie, banden...............221
Rugleuning bestuurdersstoel kantelen . .24
Ruitensproeiers.............34, 201
Ruitensproeiers,
vloeistof.................201
Ruitensproeiers voorruit..........201
Ruitenwisserbladen.............208
Ruitenwisserinterval.............34
Ruitenwissers, achter............35
Ruitenwissers vóór..............34
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . .208
Ruitontdooier................124
Schakelen..................138
Schakelen,
automatische versnellingsbak.....138
INDEX
282