run flat JEEP WRANGLER 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER, Model: JEEP WRANGLER 2020Pages: 292, PDF Size: 4.65 MB
Page 184 of 292

LET OP!
len niet met meer dan 48 km/u (30 mph)
doorslippen (de transmissie schakelt
niet op).
SLEPEN VAN EEN AUTO
MET PECH
In dit hoofdstuk worden de procedures be-
schreven voor het slepen van een auto met
pech door een wegsleepbedrijf. Als de trans-missie en de aandrijflijn nog werken, kunnen
auto's met pech ook worden weggesleept zo-
als beschreven bij “De auto slepen achter
een camper” in het hoofdstuk “Starten en
rijden”.
Sleepmethode Wielen VAN de grond MODELLEN MET VIERWIELAANDRIJVING
Slepen met alle wielen op de grond GEENZie de instructies onder "De auto slepen achter een camper" in
"Starten en rijden".
• Automatische versnellingsbak inPARK
Handgeschakelde versnellingsbak in een versnelling (NIETin
NEUTRAL)
• Tussenbak inNEUTRAL
• Contact in stand ACC of ON/RUN
• Slepen invoorwaartserichting
Slepen met behulp van een wiellift
of dollyVoorNIET TOEGESTAAN
AchterNIET TOEGESTAAN
Flatbed (autoambulance)ALLE BESTE METHODE
Om schade aan uw auto te voorkomen is de
juiste sleepuitrusting vereist. Gebruik uitslui-
tend sleepstangen en andere uitrusting die
speciaal voor dit doel zijn gemaakt en volg de
instructies van de fabrikant van de uitrusting.
Het gebruik van veiligheidskettingen is ver-
plicht. Bevestig sleepstangen of anderesleepuitrusting altijd aan een dragend deel
van de auto, nooit aan bumpers of hieraan
bevestigde beugels. De verkeersvoorschriften
met betrekking tot het slepen van voertuigen
moeten worden opgevolgd.Wanneer u tijdens het slepen accessoires
wenst te gebruiken (ruitenwissers, ruitont-
dooier, enz.), dient de contactschakelaar in
stand ON/RUN te staan en niet in stand ACC.
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
182
Page 215 of 292

De bandenspanning verandert met ongeveer
1 psi (7 kPa) per 7 °C (12 °F) verandering van
de luchttemperatuur. Houd hier rekening
mee wanneer u de bandenspanning meet in
een garage, met name in de winter.
Bijvoorbeeld: als de garagetemperatuur 20
°C (68 °F) en de buitentemperatuur 0 °C (32
°F) bedraagt, moet de spanning bij koude
banden worden verhoogd met 3 psi (21 kPa),
hetgeen overeenkomt met 1 psi (7 kPa) voor
elke 7 °C (12 °F) voor deze buitentempera-
tuur.
Tijdens het rijden kan de bandenspanning
met 2 tot 6 psi (13 tot 40 kPa) toenemen.
Laat in dat geval NOOIT lucht uit de banden
lopen, aangezien de bandenspanning anders
te laag wordt.
Bandenspanning bij hogere rijsnelheden
De fabrikant is een voorstander van het rijden
met een veilige snelheid, binnen de geldende
snelheidslimiet. Wanneer de snelheidslimiet
en omstandigheden het toelaten om met
hoge snelheden te rijden, is de juiste banden-
spanning erg belangrijk. Mogelijk moet u de
bandenspanning verhogen en de beladingvan de auto verminderen als u met hoge
snelheden wilt rijden. Raadpleeg uw erkende
bandenspecialist of dealer voor informatie
over veilige rijsnelheden, belasting en koude
bandenspanning.
WAARSCHUWING!
Het rijden met hoge snelheden in een maxi-
maal beladen auto is gevaarlijk. De extra
belasting op uw banden kan lekkage of een
klapband veroorzaken. Dit kan leiden tot een
ernstig ongeval. Rijd niet sneller dan
120 km/u (75 mph) in een auto die tot het
maximale laadvermogen is beladen.
Radiaalbanden
WAARSCHUWING!
Het gecombineerd monteren van radiaal-
banden en andere bandentypes heeft een
negatieve invloed op het weggedrag van uw
auto. Dit stabiliteitsverlies kan ongevallen
veroorzaken. Als u radiaalbanden gebruikt,
moeten dat er altijd vier zijn. Combineer ze
nooit met andere bandentypes.Banden repareren
Als uw band beschadigd is, kan deze worden
gerepareerd als de band voldoet aan de vol-
gende criteria:
• Er is niet met de band gereden terwijl deze
lek was.
• De beschadiging zit alleen op het loopvlak
van de band (beschadiging op de wang kan
niet worden gerepareerd).
• Het gat is niet groter dan 6 mm (¼ inch).
Raadpleeg een erkende bandenleverancier
voor bandenreparaties en aanvullende infor-
matie.
Beschadigde run-flat banden of run-flat ban-
den die zijn blootgesteld aan drukverlies,
moeten onmiddellijk worden vervangen door
een andere run-flat band van dezelfde maat
en serviceomschrijving (belastingsindex en
snelheidssymbool).
Run-flat-banden — indien aanwezig
Run-flat-banden maken het mogelijk om
80 km (50 mijl) te rijden met 80 km/u
(50 mph) na een snel verlies van banden-
spanning. Dit snelle verlies van spanning
213
Page 216 of 292

wordt de run-flat-modus genoemd. Een run-
flat-modus treedt op bij een bandenspanning
van 14 psi (96 kPa) of lager. Zodra een
run-flat-band de run-flat-modus bereikt,
heeft deze slechts beperkte rij-
eigenschappen en moet deze onmiddellijk
worden vervangen. Een run-flat-band is niet
te repareren.
Het wordt niet aanbevolen met een voertuig
te rijden met vol laadvermogen of een
aanhanger/caravan te trekken terwijl een
band in de run-flat-modus loopt.
Raadpleeg het hoofdstuk Bandenspannings-
controle voor meer informatie.
Doorslippen van de wielen
Als u vast komt te zitten in modder, zand,
sneeuw of ijs, mag u de wielen niet sneller
dan 30 mph (48 km/uur) of meer dan 30 se-
conden continu laten draaien zonder te stop-
pen.Raadpleeg de paragraaf "Een vastzittende
auto weer vrijkrijgen" in het hoofdstuk "In
geval van nood/pech" voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Het laten doorslippen van de wielen is
gevaarlijk. De krachten die vrijkomen bij te
hoge wielsnelheden kunnen de banden
beschadigen of lek raken. Er kan een band
exploderen, waardoor iemand gewond kan
raken. Laat de wielen van uw auto niet met
een hogere snelheid dan 48 km/u
(30 mph) of langer dan 30 seconden con-
tinu doorslippen. Zorg er ook voor dat er
geen personen aanwezig zijn in de nabij-
heid van een doorslippend wiel, ongeacht
de snelheid waarmee het wiel ronddraait.
Bandenslijtage-indicatoren
In de originele banden zijn bandenslijtage-
indicatoren aangebracht, die u helpen te be-
palen wanneer uw banden moeten worden
vervangen.Deze indicatoren zijn in de bodem van het
profiel geperst. Ze worden zichtbaar als de
profieldiepte nog slechts 1,6 mm (1/16 inch)
bedraagt. Als het loopvlak is versleten tot op
de bandenslijtage-indicatoren, moet de band
worden vervangen. Zie “Vervangende ban-
den” in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Loopvlak
1 — Versleten band
2 — Nieuwe band
SERVICE EN ONDERHOUD
214