radiator JEEP WRANGLER 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: WRANGLER, Model: JEEP WRANGLER 2021Pages: 292, PDF Size: 4.65 MB
Page 200 of 292

MOTORCOMPARTIMENT
3.6-liter-motor
1 — Geïntegreerde voedingsmodule (zekeringen) 7 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
2 — Accu 8 — Reservoir motorkoelvloeistof
3 — Peilstok motorolie 9 — Luchtfilter
4 — peilstok automatische versnellingsbak (onder de motorafdek-
king)10 — Radiatordop koelvloeistof
5 — Vulopening motorolie 11 — Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof
6 — Reservoir remvloeistof
SERVICE EN ONDERHOUD
198
Page 202 of 292

Oliepeil controleren — benzinemotor
Om voor een optimale smering van de motor
te zorgen, moet de motorolie op het juiste
peil worden gehouden. U dient het motorolie-
peil te controleren vijf minuten nadat een
warme motor is uitgeschakeld.
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat. De meting is dan
nauwkeuriger. Handhaaf het motoroliepeil al-
tijd binnen de SAFE-zone op de peilstok.
Wanneer u bij deze motoren 0,95 liter
(1 quart) olie toevoegt wanneer het oliepeil
zich aan de onderkant van de gearceerde
zone bevindt, zal het oliepeil stijgen tot aan
de bovenkant van de gearceerde zone.
LET OP!
Als het carter met te veel of te weinig
motorolie wordt gevuld, kan aëratie of ver-
lies van oliedruk optreden. Dit kan leiden
tot motorschade.
Oliepeil controleren — dieselmotor
Om een optimale smering van de motor te
waarborgen, moet het juiste motoroliepeil
gehandhaafd blijven. Controleer het oliepeil
daarom regelmatig, bijvoorbeeld bij elke
tankstop.
Voor voertuigen die zijn uitgerust met een
roetfilter (DPF), is het toegestaan dat het
oliepeil 10 mm (3/8 inch) boven het MAX-
streepje staat. Bij een peil hoger dan 10 mm
(3/8 inch) boven het MAX-streepje moet de
olie worden ververst.
Het ideale tijdstip voor een controle van het
motoroliepeil is ongeveer vijf minuten nadat
een volledig opgewarmde motor is uitgezet.
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat. De meting is dan
nauwkeuriger. Het oliepeil moet gehand-
haafd blijven tussen de MIN en MAX merkte-
kens op de peilstok. Wanneer u bij deze
motoren 0,95 l (1 U.S. Quart) olie bijvult met
het peil op het MIN-merkteken, stijgt het peil
naar het MAX-merkteken.
Koelsysteem
WAARSCHUWING!
• Hete koelvloeistof (antivries) en stoom
uit de radiateur kunnen ernstige brand-
wonden veroorzaken. Als u stoom van
onder de motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen nadat de
radiateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsysteem als
de radiateur of het koelvloeistofreservoir
heet is.
• Houd uw handen, gereedschap, kleding
en sieraden uit de buurt van de radia-
teurventilator wanneer de motorkap is
geopend. De ventilator start automa-
tisch en kan op elk moment starten, of
de motor loopt of niet.
• Als u werkzaamheden gaat verrichten in
de buurt van de radiatorventilator, moet
u de kabel van de ventilatormotor los-
koppelen of het contact in de stand OFF
modus zetten. De ventilator is tempera-
tuurgeregeld en kan op elk moment gaan
draaien indien het contact in de stand
ON staat.
SERVICE EN ONDERHOUD
200
Page 203 of 292

Motorkoelvloeistofcontroles
Controleer de koelvloeistof (antivries) elk jaar
(bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als de
motorkoelvloeistof (antivries) vuil of roestig
lijkt, moet het systeem worden afgetapt en
doorgespoeld en daarna met nieuwe motor-
koelvloeistof (antivries) worden gevuld. Con-
troleer of de voorzijde van de airco-condensor
(indien aanwezig) vrij is van insectenresten,
bladeren, enz. Spuit indien nodig de voor-
zijde van de condensor of de radiatorlamellen
(indien aanwezig) voorzichtig verticaal vanaf
de bovenkant schoon met een tuinslang.
Controleer de slangen van het motorkoelsys-
teem op broos rubber, barsten, scheuren,
insnijdingen en vloeistofdichte aansluiting
aan koelvloeistofreservoir- en radiateurzijde.
Controleer het hele systeem op lekkage. VER-
WIJDER DE RADIATEURDOP NIET ALS HET
KOELSYSTEEM HEET IS.
Ruitensproeiervloeistof bijvullen
De sproeiers voor de voorruit en de sproeier
voor de achterruit (indien aanwezig) maken
gezamenlijk gebruik van hetzelfde vloei-
stofreservoir. Het vloeistofreservoir bevindtzich in de motorruimte. Controleer regelmatig
het vloeistofpeil. Vul het reservoir uitsluitend
met een ruitensproeieroplossing (niet met
radiateur-antivries). Breng, wanneer u het
ruitensproeiervloeistofreservoir bijvult, wat
ruitensproeiervloeistof aan op een (hand-
)doek en veeg hiermee de ruitenwisserbladen
schoon. Hierdoor wordt de wiswerking verbe-
terd.
Om te voorkomen dat uw ruitensproeiersys-
teem bij koud weer bevriest, dient u een
oplossing of mengsel te kiezen dat geschikt is
voor het klimaat in uw omgeving. Deze infor-
matie treft u aan op de meeste flessen met
ruitensproeiervloeistof.
WAARSCHUWING!
In de handel verkrijgbare ruitensproeier-
vloeistof is brandbaar. Deze kan ontbran-
den en brandwonden veroorzaken. Wees
daarom voorzichtig als u het reservoir bij-
vult of in de buurt van het reservoir werkt.
Remsysteem
Om altijd optimale remprestaties te waarbor-
gen, moeten alle onderdelen van het remsys-
teem regelmatig worden gecontroleerd.
Raadpleeg "Onderhoudsschema" in dit
hoofdstuk voor de juiste
onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempedaal is
gevaarlijk en kan leiden tot een aanrijding.
Rijden met uw voet op het rempedaal
veroorzaakt abnormaal hoge remtempera-
turen, verhoogt de slijtage van de remvoe-
ring en kan leiden tot schade aan het
remsysteem. U beschikt dan in noodgeval-
len niet over het volledige remvermogen.
Vloeistofpeil controleren — hoofdremcilinder
Het vloeistofpeil van de hoofdremcilinder
moet worden gecontroleerd bij elke onder-
houdsbeurt, of direct zodra het waarschu-
wingslampje voor het remsysteem aangeeft
dat er sprake is van een storing. Vul, indien
nodig, vloeistof bij om het peil op het niveau
te brengen binnen de markeringen die zijn
201