display JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 104 of 344

VEILIGHEID
102
spanning  te  handhaven  met  behulp  van
een  nauwkeurige  bandenspanningsmeter,
zelfs wanneer de bandenspanning nog niet
het  niveau  heeft  bereikt  waarbij  het
bandenspanningslampje gaat branden.
Het  bandenspanningscontrolesysteem
registreert  altijd  de  werkelijke  banden-
spanning,  ook  als  die  spanning  onder
invloed van temperatuurverschillen veran -
dert.
Werking van het systeem
Het bandenspanningscontrolesysteem maakt
gebruik van draadloze technologie met op de
velg gemonteerde elektronische sensoren die
de bandenspanning meten. De sensoren, die
bij het ventiel op de velgen zijn gemonteerd,
sturen  informatie  over  de  bandenspanning
naar de ontvangstmodule.
Display van bandenspanningscontrolesysteem OPMERKING:
Het  is  uiterst  belangrijk  dat  u  de  spanning
van  alle  banden  van  de  auto  maandelijks
controleert  en  de  banden  zo  nodig  op  de
juiste spanning brengt.
Het  bandenspanningscontrolesysteem
bestaat uit de volgende onderdelen:
Ontvangstmodule
Vier bandenspanningssensoren
Verschillende meldingen van het  banden
-
spanningscontrolesysteem,  die
verschijnen  op  het  display  in  de  instru -
mentengroep
Bandenspanningslampje
Waarschuwingen van het bandenspanningscontro -
lesysteem
Als de spanning in een of meer van
de vier geplaatste banden te laag is,
gaat  het  bandenspanningslampje
in  de  instrumentengroep  branden  en  klinkt
er een geluidssignaal. Verder verschijnt in de
instrumentengroep  gedurende  minimaal  vijf
seconden  de  melding  "Tire  Low"  (lage
bandenspanning)  en  wordt  een  afbeelding
van de bandenspanning(en) getoond, waarin de  banden  met een te lage  spanning  in  een
andere kleur worden weergegeven.
Waarschuwing van het bandenspanningscon -
trolesysteem
Als dit gebeurt, dient u direct te stoppen en
de  banden  met  te  lage  spanning  (in  een
afwijkende  kleur  in  de  afbeelding  in  de
instrumentengroep)  op  de  spanning  te
brengen  die  in  de  bandenspanningstabel
staat vermeld. Zodra het systeem de nieuwe
bandenspanningen  heeft  ontvangen,  wordt
het systeem  automatisch bijgewerkt,  krijgen
de  spanningswaarden  op  het  grafische
display  in  de  instrumentengroep  weer  hun
oorspronkelijke  kleur  en  gaat  het  banden -
spanningslampje uit. 
OPMERKING:
Bij  het  vullen  van  warme  banden,  moet  de
bandenspanning  mogelijk  worden  verhoogd
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 102   
Page 106 of 344

VEILIGHEID
104
het  vervolgens  aanhoudend  branden,
terwijl  in  de  instrumentengroep  gedu-
rende  vijf  seconden  het  bericht
"SERVICE  TIRE  PRESSURE  SYSTEM"
(onderhoud  bandenspanningscontrolesy -
steem)  verschijnt.  Vervolgens  worden  er
streepjes (-  -) weergegeven in plaats  van
de bandenspanning.
5. Zodra de oorspronkelijke band is gerepa -
reerd  of  vervangen  en  op  de  auto  wordt
gemonteerd  in  plaats  van  het  compacte
reservewiel  of  het  full-size  reservewiel
met  alternatieve  afmetingen,  wordt  het
bandenspanningscontrolesysteem  auto -
matisch  bijgewerkt.  Voorts  gaat  het
bandenspanningslampje  uit  en  geeft  de
afbeelding  in  de  instrumentengroep  de
nieuwe  spanningswaarde  weer  in  plaats
van de streepjes (- -), tenzij de spanning
in  één  van  de  vier  geplaatste  banden
onder de waarschuwingsgrens ligt. Het is
mogelijk  dat  u  eerst  ongeveer
10 minuten met een snelheid hoger dan
24 km/u  (15 mph)  moet  rijden,  voordat het  bandenspanningscontrolesysteem
deze informatie ontvangt. Voertuigen met passend full-size reservewiel
1. Wanneer uw voertuig is uitgerust met een
passend  full-size reservewiel,  heeft  deze
een  bandenspanningssensor  en  kan  de
bandenspanning  van  het  reservewiel
worden  bewaakt  via  het  bandenspan -
ningscontrolesysteem  (TPMS)  wanneer
het reservewiel wordt gemonteerd.
2. In  het  geval  dat  het  passende  full-size reservewiel  is  vervangen  door  een  origi -
neel  wiel  met  lage  spanning,  zal  bij  het
volgende inschakelen van het contact het
bandenspanningslampje  nog  steeds
branden,  een  geluidssignaal  klinken  en
op  het  grafische  display  nog  steeds  de
lage bandenspanning in een andere kleur
worden weergeven.
3. Door  met  het  voertuig  gedurende 20 minuten  sneller  dan  24 km/u
(15 mph) te rijden gaat het bandenspan -
ningslampje  uit,  op  voorwaarde  dat  de
bandenspanning in geen van de originele
wielen  beneden  de  waarschuwingsgrens
voor te lage druk ligt.Bandenspanningscontrolesysteem uitschakelen - 
indien aanwezig
Het  bandenspanningscontrolesysteem  kan
worden uitgeschakeld als alle vier de wielen
met  banden  worden  vervangen  door  wielen
met  banden  die  geen  bandenspanningssen -
soren  hebben,  bijvoorbeeld  wanneer  winter -
banden op het voertuig worden gezet.
Om  het  bandenspanningscontrolesysteem
uit  te  schakelen,  moeten  alle  vier  de  (origi -
nele)  banden  met  wielen  met  bandenspan -
ningssensoren  weer  vervangen  worden  door
banden  zijn  voorzien  van  bandenspannings -
sensoren.  Rijd  vervolgens  gedurende
10 minuten met een snelheid van meer dan
24 km/u  (15 mph).  Het  bandenspan -
ningscontrolesysteem  geeft  een  geluidssig -
naal  weer,  het  bandenspanningslampje
knippert  75  seconden  lang  en  blijft  daarna
branden.  In  de  instrumentengroep  wordt  de
melding  "SERVICE  TIRE  PRESSURE
SYSTEM"  (onderhoud  bandenspanningscon -
trolesysteem)  weergegeven  en  vervolgens
worden  er  streepjes  (--)  weergegeven  in
plaats van de bandenspanningswaarden.
De eerstvolgende keer dat het contact wordt
ingeschakeld,  zal  het  bandenspanningscon -
trolesysteem  niet  langer  een  geluidssignaal
weergeven  en  wordt  de  melding  "SERVICE
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 104   
Page 119 of 344

117
(Vervolgd)
luut  noodzakelijk  is  voor  het  plaatsen  van
een kinderzitje op de voorstoel. Kinderen van
12 jaar en jonger moeten altijd goed vastge-
gespt  op  de  achterbank  zitten.  Statistieken
tonen aan dat kinderen beter beschermd zijn
wanneer  ze  op  de  achterbank  zijn  vastge -
gespt  en niet op de  voorstoelen.  (Raadpleeg
de  paragraaf  "Kinderzitjes"  in  dit  hoofdstuk
voor meer informatie.)
De geavanceerde frontairbag aan passagiers-
zijde  kan  worden  ingeschakeld  (AAN)  of
uitgeschakeld (UIT) door de gewenste instel -
ling  te  selecteren  in  het  menu  van  het
display  in  de  instrumentengroep.  Voor  meer
informatie over het openen van het display in
de instrumentengroep  raadpleegt u de para -
graaf  "Display  in  de  instrumentengroep"  in
het hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen". De  functie  passagiersairbag  uitschakelen
bestaat uit de volgende onderdelen:
Controller  van  het  beveiligingssysteem
voor inzittenden
  Controlelampje  passagiersairbag
UITGESCHAKELD  (OFF)  —  een  oranje
lampje op de Sport Bar
 Controlelampje passagiersairbag INGE -
SCHAKELD (ON) — een oranje lampje op
de Sport Bar
  Waarschuwingslampje  voor  het
airbagsysteem — een oranje lampje in het
display in de instrumentengroep
Controlelampje passagiersairbag
 WAARSCHUWING!
Een  UITGESCHAKELDE  (OFF)  geavan -
ceerde frontairbag aan passagierszijde is
gedeactiveerd  en  wordt  niet  opgeblazen
bij een botsing.
Een  UITGESCHAKELDE  (OFF)  geavan -
ceerde  frontairbag  aan  passagierszijde
biedt  geen  extra  bescherming  voor  de
voorpassagier als aanvulling op de veilig-
heidsgordels.
Plaats  nooit  een  kinderzitje  op  de  voor -
stoel,  tenzij  het  controlelampje  Passa-
giersairbag  UITGESCHAKELD  (OFF) 
in  het  midden  van  het  instrumentenpa-
neel  brandt  om  aan  te  geven  dat  de
geavanceerde  frontairbag  aan  passa-
gierszijde is UITGESCHAKELD (OFF).
Bij  een  aanrijding  bestaat  het  risico  dat
u  en  uw  passagiers  aanmerkelijk
ernstiger  letsel  oplopen  wanneer  de
veiligheidsgordels niet op de juiste wijze
worden  gedragen.  U  kunt  in  aanraking
komen met de binnenkant van uw auto of
met  andere  passagiers  of  uit  de  auto
worden  geslingerd.  Zorg  altijd  dat  u  en
uw passagiers in de auto de veiligheids-
gordels op de juiste wijze dragen.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 117   
Page 122 of 344

VEILIGHEID
120
De geavanceerde frontairbag aan passagierszijde uitschakelen (OFF)
Als u de geavanceerde frontairbag aan passagierszijde wilt uitschakelen (OFF), gaat u naar het hoofdmenu van het display in de instrumen-
tengroep. Druk hiervoor op de pijl omhoog of omlaag op het stuurwiel en voer de volgende acties uit:
Actie Informatie
Blader  omhoog  of  omlaag  naar  "Vehicle  Set-Up"  (voertuiginstellin -
gen)
Druk op "OK" op het  stuurwiel van het voertuig om "Vehicle Set-Up"
(voertuiginstellingen) te openen
Blader  omhoog  of  omlaag  met  pijltoetsen  op  het  stuur  en  selecteer
"Security" (beveiliging)
Druk  op  de  knop  "OK"  op  het  stuur  om  "Security"  (beveiliging)  te
selecteren
Druk op de knop "OK"  op het  stuur om "Passenger AIRBAG" (passa -
giersairbag) te selecteren
Ga omhoog  of  omlaag  naar  Passenger  AIRBAG OFF  "    OFF"  (pas -
sagiersairbag UIT - UIT) OPMERKING:
Als de geavanceerde frontairbag aan passagierszijde eerder was inge
-
schakeld (AAN), is de standaardinstelling AAN en moet de gebruiker
omlaag bladeren om UIT te selecteren.
Druk  op  de  knop  "OK"  op  het  stuurwiel  om  Passenger  AIRBAG  OFF  OFF" (passagiersairbag UIT - UIT) te selecteren
Blader omhoog of omlaag om met "YES" (ja) te bevestigen
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 120   
Page 123 of 344

121
Met de handelingen in de bovenstaande tabel wordt de geavanceerde frontairbag aan passagierszijde uitgeschakeld (OFF). Het controlelampje
Passagiersairbag UITGESCHAKELD (OFF) op de Sport Bar gaat branden   om aan te geven dat de geavanceerde frontairbag aan passagiers-
zijde niet wordt geactiveerd bij een aanrijding.
De geavanceerde frontairbag aan passagierszijde inschakelen (ON)
Ga  naar  het  hoofdmenu  van  het  display  in  de  instrumentengroep.  Druk  hiervoor  op  de  pijl  omhoog  of  omlaag  op  het  stuurwiel  en  voer  de
volgende acties uit: Druk op de knop "OK" op het stuurwiel om "YES" (ja) te selecteren
OPMERKING:
Als u deze stap niet voltooit binnen 1 minuut, treedt er een time-out
op voor deze optie en moet de procedure worden herhaald.
Er  klinkt  een  geluidssignaal  waarbij  het  controlelampje  Passagier-
sairbag  UIT    gedurende  4  tot  5  seconden  blijft  branden  om  te
bevestigen  dat  de  geavanceerde  frontairbag  aan  passagierszijde  is
uitgeschakeld.
Het  controlelampje  Passagiersairbag  UIT    blijft  continu  branden
om de bestuurder en de voorpassagier te laten weten dat de geavan -
ceerde frontairbag aan passagierszijde is UITGESCHAKELD (OFF).
Actie Informatie
Blader  omhoog  of  omlaag  naar  "Vehicle  Set-Up"  (voertuiginstellin -
gen)
Druk op "OK" op het  stuurwiel van het voertuig om "Vehicle Set-Up"
(voertuiginstellingen) te openen
Blader  omhoog  of  omlaag  met  pijltoetsen  op  het  stuur  en  selecteer
"Security" (beveiliging)
Actie Informatie
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 121   
Page 152 of 344

STARTEN EN RIJDEN
150
5. Als  de  rijsnelheid  hoger  is  dan  8 km/h(5 mph), moet de knop ENGINE START/
STOP  twee  seconden  ingedrukt  worden
gehouden  (of  drie  keer  achtereen  kort
worden  ingedrukt)  om  de  motor  uit  te
schakelen. Het contact blijft in de stand
ACC  (NIET  de  stand  OFF)  als  de  motor
wordt  uitgeschakeld  wanneer  de  trans -
missie niet in de stand PARK staat.
OPMERKING:
Het  systeem  wordt  automatisch  uitgescha -
keld en het contact gaat in de stand OFF na
30 minuten zonder activiteit als het contact
in  de  stand  ACC  of RUN  (motor draait  niet)
is  blijven  staan  en  de  versnellingsbak  in
PARK staat.
Functies  van  knop  ENGINE  START/STOP  —
rempedaal NIET ingetrapt (in de stand PARK of
NEUTRAL)
De  ENGINE  START/STOP  knop  werkt
hetzelfde  als  een  contactslot.  Er  zijn  drie
standen: OFF, ACC en RUN. Om het contact
in  een  andere  stand  te  zetten  zonder  het voertuig  te  starten  en  om  de  accessoires  te
kunnen  gebruiken,  volgt  u  de  onderstaande
stappen:
1. U  begint  met  het  contact  in  de  stand
OFF.
2. Druk  eenmaal  op  de  knop  ENGINE START/STOP om het contact in de stand
ACC  te  zetten  (de  instrumentengroep
geeft "ACC" weer).
3. Druk  nogmaals  op  de  knop  ENGINE START/STOP om het contact in de stand
RUN  te  zetten  (de  instrumentengroep
geeft "ON/RUN" weer).
4. Druk een derde keer op de knop ENGINE START/STOP om het contact in de stand
OFF  te  zetten  (de  instrumentengroep
geeft "OFF" weer).
Automatische handremfunctie
De  automatische  handremfunctie  is  een
extra functie voor ondersteuning in het voer -
tuig  in  PARK  mochten  de  situaties  op  de
volgende  pagina's  optreden.  Het  is  een
back-up systeem en is niet de hoofdmethode
waarmee de bestuurder de versnellingsbak in
de stand PARK schakelt. De omstandigheden waaronder de automati
-
sche  handremfunctie  wordt  ingeschakeld
zijn beschreven op de volgende pagina's.
 WAARSCHUWING!
Onoplettendheid  van  de  bestuurder  kan
ertoe  leiden  dat  het  voertuig  niet  in  de
stand PARK wordt gezet. CONTROLEER
ALTIJD  VISUEEL  of  uw  voertuig  in  de
stand PARK staat door te kijken of er een
stabiel brandende (niet-knipperende) "P"
op het display van de instrumentengroep
en  op  de  schakelhendel  staat.  Als  het
"P"-indicatielampje  knippert,  staat  uw
voertuig niet in de stand PARK. Trek als
een  extra  voorzorgsmaatregel  altijd  de
handrem  aan  wanneer  u  het  voertuig
verlaat.
De automatische handremfunctie is een
extra functie. Deze is niet bedoeld om de
noodzaak  weg  te  nemen  dat  u  uw  voer -
tuig in de stand PARK moet zetten. Het
is  een  back-up  systeem  en  is  niet  de
hoofdmethode  waarmee  de  bestuurder
de  versnellingsbak  in  de  stand  PARK
schakelt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 150   
Page 154 of 344

STARTEN EN RIJDEN
152
4WD LOW
De  automatische  handremfunctie  wordt  uitge-
schakeld  wanneer  het  voertuig  in  4WD  LOW
staat.
Het  bericht  " AutoPark  Disabled "  (Automati-
sche  handremfunctie  uitgeschakeld)  wordt
weergegeven in de instrumentengroep.
Extra  waarschuwingen  voor  de  klant  worden
gegeven  wanneer  aan  beide  van  de  volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Het voertuig staat niet in de stand PARK
Het bestuurdersportier is open
Het bericht " AutoPark Not Engaged " (Automa-
tische  handremfunctie  niet  ingeschakeld)
wordt weergegeven in de instrumentengroep.
Er  blijft  een  geluidssignaal  klinken  totdat  u het  voertuig  in  de  stand  PARK  zet  of  totdat
het bestuurdersportier wordt gesloten.
CONTROLEER ALTIJD VISUEEL
 of uw voertuig in
de stand PARK staat door te kijken of "P" op
het display van de instrumentengroep en op
de  schakelhendel  staat.  Trek  als  een  extra
voorzorgsmaatregel  altijd  de  handrem  aan
wanneer u het voertuig verlaat.
Normaal starten — dieselmotor
1. De  schakelhendel  moet  in  de  stand NEUTRAL  of  PARK  staan  voordat  u  de
motor kunt starten.
2. Zet het contact in de stand ON.
3. Kijk  naar  het  controlelampje  "Wachten met  starten"  in  de  instrumentengroep.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Instrumenten -
groep"  in  het  hoofdstuk  "Uw  instrumen -
tenpaneel  leren  kennen"  voor  meer
informatie. Dit brandt 2 tot 10 seconden
of  langer,  afhankelijk  van  de  motortem -
peratuur.  Wanneer  het  controlelampje
"Wachten  met  starten"  uitgaat,  is  de
motor gereed om te worden gestart.
4. Tipstartfunctie:
Druk  niet op het gaspedaal. Zet het con -
tactslot in de stand START en laat het  los. De startmotor blijft draaien en slaat 
automatisch af als de motor begint te 
draaien. Als de motor niet aanslaat, slaat 
de startmotor automatisch binnen 25 se
-
conden af. Als dit gebeurt, zet u het con -
tactslot in de stand LOCK, wacht u 25 tot 
30 seconden en herhaalt u de procedure 
voor normaal starten.
OPMERKING:
In zeer koude omstandigheden kan de start -
motor  maximaal  30  seconden  blijven  lopen
voordat de motor aanslaat. De startmotor kan
worden uitgeschakeld door het contactslot in
de stand OFF te zetten, indien gewenst.
5. Laat  de  motor  na  het  starten  nog  ca. 30  seconden  stationair  draaien
voordat  u  gaat  rijden.  Dit  zorgt  ervoor
dat  de  olie  circuleert  en de  turbocom -
pressor wordt gesmeerd.
Warmdraaien van dieselmotor
Geef  nooit  volgas  als  de  motor  koud  is.  Bij
het starten van een koude motor brengt u de
motor  langzaam  op  het  bedrijfstoerental,
zodat  de  oliedruk wordt  gestabiliseerd  naar -
mate de motor warmdraait.
 WAARSCHUWING!
Als  de  rijsnelheid  hoger  is  dan  1,2 mph
(1,9 km/u),  schakelt  de  transmissie
automatisch  naar  NEUTRAL  totdat  de
rijsnelheid  daalt  tot  onder  de  1,2 mph
(1,9 km/u).  Een  voertuig  dat  in  de  stand
NEUTRAL wordt gelaten, kan wegrollen. Trek
als  een  extra  voorzorgsmaatregel  altijd  de
handrem aan wanneer u het voertuig verlaat.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 152   
Page 168 of 344

STARTEN EN RIJDEN
166
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De  melding  STOP/START  READY  (Stop/
Start-systeem  gereed)  wordt  weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het  gedeelte  Stop/Start.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Instrumentengroep"  in  het
hoofdstuk  "Uw  instrumentenpaneel  leren
kennen" in het instructieboekje voor meer
informatie.
Het  voertuig  moet  volledig  tot  stilstand
zijn gebracht.
De schakelhendel  moet in een  vooruitver-
snelling staan en het rempedaal moet zijn
ingetrapt.
De  motor  wordt  uitgeschakeld,  de  toeren -
teller gaat naar de nulstand en het controle -
lampje  Stop/Start  gaat  branden  om  aan  te
geven  dat  autostop  is  ingeschakeld.  De
instellingen  van  de  klant  blijven  gehand -
haafd wanneer de motor weer wordt gestart.
Raadpleeg de paragraaf "Stop/Start-systeem"
in  het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  in  uw
instructieboekje voor meer informatie.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet 
automatisch stopt
Voor het  uitschakelen van  de  motor,  contro -
leert  het  systeem  vele  veiligheids-  en
comfortvoorwaarden  om  te  controleren  of
hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-scherm
van het display in de instrumentengroep kan
gedetailleerde  informatie  worden  weerge -
geven  over  de  werking  van  het  Stop/
Start-systeem.  In  de  volgende  situaties  zal
de motor niet stoppen:
De  veiligheidsgordel  van  de  bestuurder  is
niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is niet gesloten.
De accutemperatuur is te hoog of te laag.
De accu is bijna leeg.
Het  voertuig  bevindt  zich  op  een  steile
helling.
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt.
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontwasemen  bij  een  hoge  aanjagersnel -
heid.
De klimaatregeling is ingesteld op MAX A/C.
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt.
Motortemperatuur te hoog.
De transmissie staat niet in een vooruitver -
snelling.
De motorkap is geopend.
De tussenbak staat in 4L of Neutral.
Het  rempedaal  is  niet  ingedrukt  met
voldoende druk.
Andere  factoren  die  het  gebruik  van  Autostop
verhinderen:  
Bediening van het gaspedaal.
Drempelwaarde rijsnelheid niet bereikt bij
vorige Autostop.
Stuurhoek  boven  drempelwaarde.  (Alleen
ESS-modellen)
ACC  is  ingeschakeld  en  snelheid  is  inge-
steld.
De auto bevindt zich op grote hoogte.
Systeemfout aanwezig.
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem  de  status  STOP/START
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 166   
Page 169 of 344

167
READY  (Stop/Start  gereed)  aanneemt,
wanneer  de  omstandigheden  extremer  zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
In  de  vooruitversnelling  start  de  motor
wanneer  het  rempedaal  niet  is  ingetrapt  of
het  gaspedaal  wordt  ingetrapt.  De  trans-
missie wordt automatisch opnieuw ingescha -
keld als de motor opnieuw wordt gestart.
Omstandigheden  waarin  de  motor  automatisch
opnieuw start in de stand autostop:  
De schakelhendel wordt uit DRIVE gezet.
De  comfortstand  van  de  temperatuur  in
het interieur wordt gehandhaafd.
De  werkelijke  cabinetemperatuur  bedui -
dend  afwijkt  van  de  temperatuur  die  is
ingesteld in het klimaatsysteem.
Het  klimaatsysteem  in  volle  ontwase-
mingsmodus is.
De temperatuur van het klimaatsysteem of
de  aanjagersnelheid  wordt  handmatig
versteld.
De  accuspanning  daalt  naar  een  te  lage
waarde.
Lage  vacuümwaarde  van  remsysteem
(bijv.  na  meerdere  keren  na  elkaar
remmen).
De schakelaar Stop/Start OFF is ingedrukt.
Er doet  zich  een storing voor  in het  Stop/
Start-systeem.
De  duur  van  modus  STOP/START  AUTO
STOP ACTIVE (autostop stop/startsysteem
actief) langer is dan vijf minuten.
De vierwielaandrijving is in de stand 4L of
NEUTRAL gezet.
Het  stuur  is  voorbij  de  drempelwaarde
gedraaid. (Alleen ESS-modellen)
Het Stop/Start-systeem handmatig 
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de  rij  schakelaars).  Het  lampje  in  de
schakelaar dooft. Schakelaar Stop/Start OFF
2. De  melding  STOP/START  OFF  (Stop/ Start-systeem  uit)  wordt  weergegeven  in
het gedeelte Stop/Start van het display in
de  instrumentengroep.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Instrumentengroep"  in  het
hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen"  in  het  instructieboekje  voor
meer informatie.
3. Bij  de  volgende  stop  van  het  voertuig (nadat  het  Stop/Start-systeem  is  uitge -
schakeld) zal de motor niet worden uitge -
schakeld.
4. Het  Stop/Start-systeem  schakelt  elke keer  zelfstandig  weer  in  wanneer  het
contact uit- en weer ingeschakeld wordt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 167   
Page 170 of 344

STARTEN EN RIJDEN
168
Het Stop/Start-systeem handmatig 
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Raadpleeg  voor  uitgebreide  informatie  over
het  Stop/Start-systeem  de  paragraaf  "Stop/
Start-systeem"  in  het  hoofdstuk  "Starten  en
rijden" van uw instructieboekje.
Systeemstoring
Wanneer zich in het Stop/Start-systeem  een
storing  voordoet,  zal  het  systeem  de  motor
niet uitschakelen. In het display in de instru-
mentengroep  wordt  de  melding  "SERVICE
STOP/START  SYSTEM”  (onderhoud  Stop/
Start-systeem)  weergegeven.  Raadpleeg  de
paragraaf "Display  in de instrumentengroep"
in  het  hoofdstuk  "Uw  Instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie.
Als  in  het  display  in  de  instrumentengroep
de  melding  "SERVICE  STOP/START
SYSTEM"  wordt  weergegeven,  moet  u  het
systeem  laten  controleren  door  een  erkende
dealer.
ACTIEVE 
SNELHEIDSBEGRENZER - 
INDIEN AANWEZIG 
Knop actieve snelheidsbegrenzer
De  knop  voor de  actieve  snelheidsbegrenzer
bevindt  zich  aan  de  rechterzijde  van  het
stuur.
Met deze functie kunt u de maximale rijsnel -
heid van uw auto programmeren.
OPMERKING:
De  actieve  snelheidsbegrenzer  kan  worden
ingesteld terwijl het voertuig stilstaat of rijdt.
Activering
Druk op de toets voor de actieve snelheidsbe -
grenzer  om  de  functie  te  activeren.  Er verschijnt  dan  een  mededeling  samen  met
een  controlelampje  op  het  display  van  de
instrumentengroep  om  aan  te  geven  dat
actieve snelheidsbegrenzer geactiveerd is.
Druk op de knoppen SET (+) en SET (-) aan
de  rechterkant  van  het  stuur  om  de  actieve
snelheidsbegrenzer  te  verhogen  en  te
verlagen  tot  de  gewenste  waarde.  Door  de
SET  (+)  of  SET  (-)  toetsen  ingedrukt  te
houden,  neemt  de  snelheid  toe/af  met
stappen van 5 mph (5 km/u).
Elke  keer  dat  actieve  snelheidsbegrenzer
wordt geactiveerd, wordt die ingesteld op de
laatst  geprogrammeerde  waarde  van  de
vorige activering.
OPMERKING:
De  cruisecontrol  (indien  aanwezig)  en  de
adaptieve  cruisecontrol  (indien  aanwezig)
functies  zijn  niet  beschikbaar  terwijl  de
actieve snelheidsbegrenzer in gebruik is.
De ingestelde snelheid overschrijden
Door  het  gaspedaal  volledig  in  te  drukken,
kan de geprogrammeerde maximale snelheid
worden  overschreden  terwijl  het  apparaat
actief is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 168