TPMS JEEP WRANGLER UNLIMITED 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2021Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 9 of 344

7
KLIMAATREGELING................................. 40
Overzicht automatische 
klimaatregeling............................... 41 Functies van de klimaatregeling ....... 47
Automatische temperatuurregeling
(ATC) — Indien aanwezig ................ 48 Aanwijzingen voor de bediening  ...... 49
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN — INDIEN 
AANWEZIG ............................................ 50
Ramen automatisch volledig 
openen  ......................................... 50 Windgeruis .................................... 51
INFORMATIE OVER VERWIJDERBAAR 
DAK  ..................................................... 51
Soft Top — Twee- 
en vierdeursmodellen  ..................... 51 Freedom Top en Hard Top ............... 55
Dual Top — indien aanwezig  .......... 57
ELEKTRISCH SCHUIFDAK — INDIEN 
AANWEZIG ............................................ 58
De Power Top openen ..................... 59
De Power Top sluiten ...................... 59
Klembeveiliging.............................. 59
MOTORKAP ........................................... 60
De motorkap openen ....................... 60
Motorkap sluiten ............................ 60
ACHTERKLEP .........................................60
BOORDAPPARATUUR ..............................61
Elektrische aansluitingen ................ 61
Spanningsomvormer — indien 
aanwezig  ...................................... 62 Extra schakelaars — indien 
aanwezig  ...................................... 63
IMPERIAAL — INDIEN AANWEZIG ...........63
MILIEUBESCHERMINGSSYSTEMEN — 
INDIEN AANWEZIG .................................64
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
DISPLAY IN DE INSTRUMENTENGROEP ....66
Locatie en bedieningselementen 
display in de instrumentengroep ...... 66 Indicator voor olieverversing — indien 
aanwezig  ...................................... 67 Selecteerbare items op display in 
instrumentengroep ......................... 67 Schakelindicator (GSI) — indien 
aanwezig ....................................... 67 Dieseldisplays ................................ 68
Berichten roetfilter dieselmotor 
(DPF)  ........................................... 68 Meldingen brandstofsysteem ........... 68
WAARSCHUWINGSLAMPJES EN 
MELDINGEN ...........................................71
Rode waarschuwingslampjes ............71
Gele waarschuwingslampjes .............74
Gele controlelampjes .......................78
Groene controlelampjes ...................80
Witte controlelampjes ......................81
Blauwe controlelampjes ...................83
Grijze controlelampjes .....................83
BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II ......83
Boorddiagnosesysteem (OBD II) en 
cyberveiligheid ...............................84
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ..................85
Antiblokkeersysteem (ABS)  .............85
Elektronisch remregelsysteem
(EBC) ............................................86
ONDERSTEUNENDE RIJSYSTEMEN ...........94
Dodehoekbewaking — indien 
aanwezig  .......................................94 Forward Collision Warning (FCW) met 
risicobeperking — indien aanwezig ...97 Bandenspanningscontrolesysteem 
(TPMS)  .......................................100
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 7   
Page 79 of 344

77
— Waarschuwingslampje storing 
cruisecontrol
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden  om
aan te geven dat de cruisecontrol niet correct
werkt  en  moet  worden  nagekeken.  Neem
contact op met een erkende dealer.
 — Waarschuwingslampje storing 
stabilisatorstang (indien aanwezig)
Dit  lampje  gaat  branden  wanneer  er  een
storing  is  in  het  ontkoppelingssysteem  van
de stabilisatorstang.
— Waarschuwingslampje 
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) 
Het  waarschuwingslampje  gaat  branden  en
er wordt een bericht weergegeven om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen  waarde  en/of  langzaam  span -
ningsverlies  optreedt.  In  deze  gevallen,
worden  de  optimale  gebruiksduur  van  de
banden  en  het  optimale  brandstofverbruik
mogelijk niet gegarandeerd.
Indien  een  of  meer  banden  in  de  bovenge -
noemde  staat  zijn,  toont  het  display  de
aanwijzingen  voor  elke  overeenkomstige
band. Alle  banden,  ook  de  reserveband  (indien
aanwezig)  moeten  elke  maand  worden
gecontroleerd wanneer ze koud zijn en opge
-
pompt  tot  de  bandenspanning  die  door  de
fabrikant  wordt  aanbevolen  op  de  banden -
spanningssticker.  Als  uw  voertuig  banden
heeft met een andere maat dan wordt aange -
geven op de bandenspanningssticker, moet u
de  juiste  bandenspanning  voor  die  banden
achterhalen.
Als  extra  veiligheidsvoorziening  is  uw  auto
uitgerust met een bandenspanningscontrole -
systeem,  dat  ervoor  zorgt  dat  het  banden -
spanningslampje  gaat  branden  wanneer  de
spanning  van  een  of  meer  banden  veel  te
laag is. Als het bandenspanningslampje gaat
branden, moet u zo snel mogelijk stoppen en uw banden controleren en deze tot de juiste
bandenspanning  oppompen.  Als  u  met  een
veel  te  lage  bandenspanning  rijdt,  raakt  de
band oververhit en kan de band defect raken.
Een  te  lage  bandenspanning  verhoogt  ook
het brandstofverbruik, vermindert de levens
-
duur  van  de  band  en  kan  het  rij-  en  remge -
drag van de auto nadelig beïnvloeden.
Het  bandenspanningscontrolesysteem  is
geen vervanging voor juist onderhoud van uw
banden.  Het  is  de  verantwoordelijkheid  van
de bestuurder om de juiste bandenspanning
te handhaven, zelfs wanneer de bandenspan -
ning  nog  niet  het  lage  niveau  heeft  bereikt
waarbij  het  bandenspanningslampje  gaat
branden.
Uw voertuig is ook uitgerust met een contro -
lelampje voor storingen van het bandenspan -
ningscontrolesysteem,  dat  gaat  branden
wanneer  het  systeem  niet  goed  werkt.  Het
controlelampje  voor  storingen  van  het
bandenspanningscontrolesysteem  werkt  in
combinatie  met  het  bandenspannings -
lampje.  Als  het  systeem  een  storing  detec -
teert,  knippert  het  lampje  gedurende
ongeveer  één  minuut,  waarna  het  continu
gaat  branden.  Zolang  er  sprake  van  een
storing is, wordt deze reeks telkens herhaald
wanneer  de  auto  wordt  gestart.  Als  het
 LET OP!
U  mag  niet  verder  rijden  met  een  of  meer
lekke  banden,  omdat  de  bestuurbaarheid
van de auto dan wordt aangetast. Stop het
voertuig,  en  voorkom  daarbij  krachtig
remmen  en  sturen.  Repareer  een  lekke
band  onmiddellijk  met  de  speciale
bandenreparatiekit  en  neem  zo  snel
mogelijk  contact  op  met  een  erkende
dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 77   
Page 80 of 344

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
78
storingslampje  brandt,  is  het  mogelijk  dat
lage  bandenspanning  niet  wordt  gedetec-
teerd  of  gemeld. Storingen  van  het  banden -
spanningscontrolesysteem  kunnen  optreden
om  verschillende  redenen,  waaronder  de
installatie  van  vervangende  of  alternatieve
banden  of  wielen.  Controleer  altijd  het
controlelampje  voor  storingen  van  het
bandenspanningcontrolesysteem  nadat  een
of  meer  banden  of  wielen  van  het  voertuig
zijn vervangen om er zeker van te zijn dat de
vervangende  of  alternatieve  banden  en
wielen  de  juiste  werking  van  het  banden -
spanningcontrolesysteem niet verhinderen.Gele controlelampjes
/   — Controlelampje 4WD — indien 
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig  in  de  vierwielaandrijvingsmodus
staat  en  de  aandrijfassen  vóór  en  achter
mechanisch  samen  zijn  vergrendeld  waar -
door  de  voor-  en  achterwielen  met  dezelfde
snelheid draaien.
/   — Controlelampje 4WD Low — indien 
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig in de modus LOW staat van de vier -
wielaandrijving.  De  aandrijfassen  vóór  en
achter  zijn  samen  mechanisch  vergrendeld
waardoor  de  voor-  en  achterwielen  worden
gedwongen  om  bij  dezelfde  snelheid  te
draaien.  De  modus  Low  zorgt  voor  een
grotere overbrengingsverhouding zodat meer
koppel aan de wielen wordt geleverd.
 LET OP!
Het  bandenspanningscontrolesysteem  is
geoptimaliseerd  voor  de  originele  banden
en  wielen.  De  bandenspanning  en
waarschuwing  van  het
bandenspanningscontrolesysteem  zijn
ingesteld  voor  de  bandenmaat  van  uw
auto.  Het  gebruik  van  vervangende
onderdelen met een andere maat, type en/
of  stijl  kan  leiden  tot  een  ongewenste
werking van het systeem of schade aan de
sensoren.  Door  het  gebruik  van
niet-originele  wielen  kunnen  de  sensoren
beschadigd  raken.  Gebruik  van
niet-originele  bandenafdichtingsmiddelen
kan  ertoe  leiden  dat  de  sensor  van  het
bandenspanningscontrolesysteem  (TPMS)
niet  meer  werkt.  Na  gebruik  van  een
niet-origineel  bandenafdichtingsmiddel
wordt  geadviseerd  dat  u  uw  voertuig  naar
een  erkende  dealer  brengt  om  de  werking
van de sensor te laten controleren.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 78   
Page 102 of 344

VEILIGHEID
100
Beschermhoes botswaarschuwingssensor 
(FCW-sensor)
Uw auto is uitgerust met een beschermhoes
die  wordt  gebruikt  wanneer  de  voorruit  is
neergeklapt  om  de  FCW-sensor  te
beschermen.  Volg  de  onderstaande  instruc-
ties om de hoes aan te brengen.
1. Bevestig het bovenste  deel van  de hoes, zodat die scharniert aan de bovenkant.
2. Zwenk  de  hoes  omlaag  en  druk  erop zodat de hoes de opening bedekt.
3. Controleer of de hoes stevig vastzit.
OPMERKING:
Zorg ervoor  dat u de  hoes verwijdert  voordat
u  de  voorruit  terug  in  de  normale  stand  zet.
Bewaar de hoes in de laadruimte.
Reinigingsinstructies
Bij  het  rijden  met  de  voorruit  omlaag,  kan
stof/vuil in de hoes komen en de cameralens
blokkeren.  Gebruik  een  microvezeldoek  om
de  cameralens,  module,  en  de  binnenkant
van  de  hoes  te  reinigen  en  let  er  daarbij  op
dat u de module niet beschadigt of bekrast.
Bandenspanningscontrolesysteem 
(TPMS)   
Het  bandenspanningscontrolesysteem  waar -
schuwt  de  bestuurder  voor  te  lage  banden -
spanning  op  basis  van  de  op  de  sticker
vermelde bandenspanning.
OPMERKING:
Het  waarschuwingslampje  op  het  instru -
mentenpaneel  blijft  branden  totdat  de
band  is  opgepompt  tot  de  vermelde
bandenspanning.
Het  systeem  waarschuwt  alleen  dat  de
bandenspanning  laag  is:  het  kan  ze  niet
oppompen.
De bandenspanning varieert met de tempera -
tuur  met  ongeveer  1  psi  (7  kPa)  voor  elke
6,5°C  (12°F).  Dat  betekent  dat  de  banden -
spanning afneemt wanneer de buitentempe -
ratuur daalt. De bandenspanning moet altijd
worden  gemeten  en  ingesteld  wanneer  de
banden  "koud"  zijn.  De  banden  zijn  "koud"
als  ten  minste  drie  uur  niet  met  de  auto  is
gereden,  of  minder  dan  1,6 km  (1 mijl)  is gereden  na  een  periode  van  drie  uur  stil -
staan. De spanning van een koude band mag
nooit  hoger  zijn  dan  de  maximumspanning
die  op  de  wang  van  de  band  staat  vermeld. Raadpleeg  de  paragraaf  "Banden"  in  het
hoofdstuk "Service en onderhoud" voor infor
-
matie  over  hoe  de  autobanden  correct  op
spanning  moeten  worden  gebracht.  De
bandenspanning  stijgt  ook  als  de  auto  rijdt.
Dit is normaal en er is geen aanpassing nodig
voor deze verhoogde druk.
Het  bandenspanningscontrolesysteem  waar -
schuwt de bestuurder voor lage bandenspan -
ning als de bandenspanning om welke reden
dan ook onder de waarschuwingsgrens daalt,
inclusief de gevolgen van lage temperaturen
en natuurlijk spanningsverlies van de band.
Het  bandenspanningscontrolesysteem  blijft
de  bestuurder  waarschuwen  zolang  de
bandenspanning te laag is. De waarschuwing
verdwijnt  pas  als  de  bandenspanning  gelijk
is aan of hoger is dan de aanbevolen waarden
in  op  de  sticker.  Zodra  het  waarschuwings -
lampje  voor  te  lage  bandenspanning  gaat
branden,  dient  u  de  bandenspanning  tot  de
op de sticker vermelde aanbevolen spanning
te verhogen om het bandenspanningslampje
te doen uitgaan.
Het  systeem  wordt  automatisch  bijgewerkt
en  het  bandenspanningslampje  gaat  uit
zodra het systeem de juiste bandenspanning
registreert. Het is mogelijk dat u eerst onge -
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 100   
Page 103 of 344

101(Vervolgd)
veer 10 minuten met een snelheid hoger dan
24 km/u  (15 mph)  moet  rijden,  voordat  het
bandenspanningscontrolesysteem  deze
informatie ontvangt.
Uw  auto  kan  bijvoorbeeld  een  aanbevolen
koude  bandenspanning  (geparkeerd  gedu-
rende  meer  dan  drie  uur)  hebben  van  33  psi
(227 kPa). Als de omgevingstemperatuur 20°C
(68°F)  bedraagt  en  de  gemeten  bandenspan -
ning 28 psi (193 kPa) is, zal bij een tempera -
tuurdaling tot -7°C (20°F) de bandenspanning
afnemen tot ongeveer 24  psi  (165 kPa). Deze
bandenspanning  is  laag  genoeg  om  het
bandenspanningslampje  op  te  laten  lichten.
Als u met de auto gaat rijden, kan de banden -
spanning  naar  ongeveer  193  kPa  (28  psi)
stijgen,  maar  blijft  het  waarschuwingslampje
van  het  bandenspanningscontrolesysteem
branden.  In  deze  situatie  dooft  het  banden -
spanningslampje  pas  als  de  banden  op  de  op
de  sticker  vermelde  voor  de  auto  aanbevolen
spanning zijn gebracht.
OPMERKING:
Bij  het  vullen  van  warme  banden,  moet  de
bandenspanning  mogelijk  worden  verhoogd
met  28  kPa  (4  psi)  boven  de  aanbevolen
waarde  die  in  de  bandenspanningstabel
(koud) staat vermeld, zodat het bandenspan -
ningslampje wordt uitgeschakeld. OPMERKING:
Het  bandenspanningscontrolesysteem  is
niet  bedoeld  als  vervanging  voor  normaal
onderhoud en  waarschuwt  niet bij  andere
problemen met de band.
Het  bandenspanningscontrolesysteem
mag niet worden gebruikt als bandenspan
-
ningsmeter.
Als u met een veel te lage bandenspanning
rijdt,  raakt  de  band  oververhit  en  kan  de
band  defect  raken.  Een  te  lage  banden -
spanning  verhoogt  ook  het  brandstofver -
bruik,  vermindert  de  levensduur  van  de
band en kan het rij- en remgedrag van de
auto nadelig beïnvloeden.
Het  bandenspanningscontrolesysteem  is
geen  substituut  voor  juist  onderhoud  van
uw banden. Het is de verantwoordelijkheid
van  de  bestuurder  om  de  juiste  banden -
 LET OP!
Het bandenspanningscontrolesysteem is
geoptimaliseerd  voor  de  originele
banden  en  wielen.  De  bandenspanning
en  waarschuwing  van  het  bandenspan-
ningscontrolesysteem zijn ingesteld voor
de bandenmaat van uw auto. Het gebruik
van  vervangende  onderdelen  met  een
andere  maat,  type  en/of  stijl  kan  leiden
tot  een  ongewenste  werking  van  het
systeem  of  schade  aan  de  sensoren.  De
bandenspanningssensor  is  niet  geschikt
voor het gebruik bij niet-originele wielen,
aangezien  dit  kan  bijdragen  tot  een
slechte werking van het gehele systeem.
Klanten  wordt  aangeraden  om
OEM-wielen  te  gebruiken,  zodat  de
functie van het bandenspanningscontro-
lesysteem goed werkt.
Gebruik  van  niet-originele  bandenaf -
dichtingsmiddelen  kan  ertoe  leiden  dat
de sensor van het bandenspanningscon -
trolesysteem  (TPMS)  niet  meer  werkt.
Na  gebruik  van  een  niet-origineel
bandenafdichtingsmiddel  wordt  geadvi -
seerd dat u uw voertuig naar een erkende
dealer  brengt  om  de  werking  van  de
sensor te laten controleren.
Plaats  na  het  controleren  of  aanpassen
van  de  bandenspanning  altijd  de
ventieldop  terug.  Hierdoor  voorkomt  u
dat  de  TPM-sensor  beschadigd  raakt
door binnendringend vocht of vuil in het
ventiel.
 LET OP! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 101   
Page 106 of 344

VEILIGHEID
104
het  vervolgens  aanhoudend  branden,
terwijl  in  de  instrumentengroep  gedu-
rende  vijf  seconden  het  bericht
"SERVICE  TIRE  PRESSURE  SYSTEM"
(onderhoud  bandenspanningscontrolesy -
steem)  verschijnt.  Vervolgens  worden  er
streepjes (-  -) weergegeven in plaats  van
de bandenspanning.
5. Zodra de oorspronkelijke band is gerepa -
reerd  of  vervangen  en  op  de  auto  wordt
gemonteerd  in  plaats  van  het  compacte
reservewiel  of  het  full-size  reservewiel
met  alternatieve  afmetingen,  wordt  het
bandenspanningscontrolesysteem  auto -
matisch  bijgewerkt.  Voorts  gaat  het
bandenspanningslampje  uit  en  geeft  de
afbeelding  in  de  instrumentengroep  de
nieuwe  spanningswaarde  weer  in  plaats
van de streepjes (- -), tenzij de spanning
in  één  van  de  vier  geplaatste  banden
onder de waarschuwingsgrens ligt. Het is
mogelijk  dat  u  eerst  ongeveer
10 minuten met een snelheid hoger dan
24 km/u  (15 mph)  moet  rijden,  voordat het  bandenspanningscontrolesysteem
deze informatie ontvangt. Voertuigen met passend full-size reservewiel
1. Wanneer uw voertuig is uitgerust met een
passend  full-size reservewiel,  heeft  deze
een  bandenspanningssensor  en  kan  de
bandenspanning  van  het  reservewiel
worden  bewaakt  via  het  bandenspan -
ningscontrolesysteem  (TPMS)  wanneer
het reservewiel wordt gemonteerd.
2. In  het  geval  dat  het  passende  full-size reservewiel  is  vervangen  door  een  origi -
neel  wiel  met  lage  spanning,  zal  bij  het
volgende inschakelen van het contact het
bandenspanningslampje  nog  steeds
branden,  een  geluidssignaal  klinken  en
op  het  grafische  display  nog  steeds  de
lage bandenspanning in een andere kleur
worden weergeven.
3. Door  met  het  voertuig  gedurende 20 minuten  sneller  dan  24 km/u
(15 mph) te rijden gaat het bandenspan -
ningslampje  uit,  op  voorwaarde  dat  de
bandenspanning in geen van de originele
wielen  beneden  de  waarschuwingsgrens
voor te lage druk ligt.Bandenspanningscontrolesysteem uitschakelen - 
indien aanwezig
Het  bandenspanningscontrolesysteem  kan
worden uitgeschakeld als alle vier de wielen
met  banden  worden  vervangen  door  wielen
met  banden  die  geen  bandenspanningssen -
soren  hebben,  bijvoorbeeld  wanneer  winter -
banden op het voertuig worden gezet.
Om  het  bandenspanningscontrolesysteem
uit  te  schakelen,  moeten  alle  vier  de  (origi -
nele)  banden  met  wielen  met  bandenspan -
ningssensoren  weer  vervangen  worden  door
banden  zijn  voorzien  van  bandenspannings -
sensoren.  Rijd  vervolgens  gedurende
10 minuten met een snelheid van meer dan
24 km/u  (15 mph).  Het  bandenspan -
ningscontrolesysteem  geeft  een  geluidssig -
naal  weer,  het  bandenspanningslampje
knippert  75  seconden  lang  en  blijft  daarna
branden.  In  de  instrumentengroep  wordt  de
melding  "SERVICE  TIRE  PRESSURE
SYSTEM"  (onderhoud  bandenspanningscon -
trolesysteem)  weergegeven  en  vervolgens
worden  er  streepjes  (--)  weergegeven  in
plaats van de bandenspanningswaarden.
De eerstvolgende keer dat het contact wordt
ingeschakeld,  zal  het  bandenspanningscon -
trolesysteem  niet  langer  een  geluidssignaal
weergeven  en  wordt  de  melding  "SERVICE
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 104   
Page 335 of 344

333
Automatische transmissie ................... 156Speciale additieven ........................ 245
Type vloeistof......................... 245 , 272
Vloeistofpeil controleren.......... 245 , 246
Autowasserijen .................................. 258
Aux-schakelaars ................................... 63
B
Bagagebox .......................................... 63
Banden ...................... 148 , 246 , 252 , 253
Aanhaalmoment wielbouten............. 263
Algemene informatie........246 , 252 , 253
Bandenslijtage-indicatoren .............. 250
Bandenspanning .................... 246 , 247
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) ................................ 77 , 100
Compact reservewiel ....................... 253
Hoge snelheden ............................. 248 Kettingen ...................................... 255
Levensduur van banden .................. 250
Opkrikken ...................................... 246
Radiaal ......................................... 248
Reservebanden ...............208 , 252 , 253
Rouleren ....................................... 256
Spinnen ........................................ 249
Veiligheid ...................................... 246
Veroudering (levensduur van  banden) ..................................... 250
Vervanging..................................... 250 Verwisselen ............................207
, 246
Winterbanden ................................ 252
Bandenspanning Banden ......................................... 247
Bandenspanningssysteem .................. 100
Bediening van de 
radio ......................... 276 , 278 , 283 , 285
Benzine, (brandstof) .......................... 264
Benzinedeeltjesfilter (GPF) ................... 64
Bergplaats krik .................................. 207
Bewaking, bandenspanningssysteem ... 100
Bougies ............................................ 269
Brandstof ......................................... 264 Additieven..................................... 265
Benzine ........................................ 264
Octaangetal ............................264 , 269
Specificaties ................................. 269
Tankinhoud ................................... 268
Toevoegen ..................................... 182
Verbruik ........................................ 273
Vereisten ....................................... 268
Vuldop ...................................182 , 184
Brandstof tanken ............................... 182
Brandstofvuldop .........................182 , 184
Buitenverlichting ..........................36 , 148
C
Camera achter................................... 181
Camera, achter.................................. 181
Capaciteiten, vloeistof........................ 268 Certificatielabel .................................187
Chassisnummer (VIN) .........................263
Compacte reserveband ........................253
Connector
UCI ...............................................295
Universele verbruiksinterface (UCI) ..295
Contact ...............................................15 Schakelaar .......................................15
Controlelampje Hill Descent Control .......90
Cruisecontrol (snelheidsregeling) .........170
Cyberveiligheid ..................................275
D
Dagverlichting......................................36
Dakbagagedrager..................................63
Dealerservice .....................................240
Derde remlicht ...................................197
Diagnosesysteem..................................83
Diagnosesysteem, boord........................83
Dieren ...............................................145
Diesel Schermberichten ..............................68
Dimschakelaar Koplamp ..........................................36
Do Not Disturb (niet storen) ........ 307 , 316
Dodehoekbewaking ...............................94
Driepuntsgordels ................................108
Dual Top ....................................... 51 , 57
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 333