key Lancia Flavia 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2013, Model line: Flavia, Model: Lancia Flavia 2013Pages: 268, PDF Size: 2.79 MB
Page 15 of 268

2
UW AUTO
UW SLEUTELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 CONTACTSLEUTEL VERWIJDEREN . . . . . . . . .12
WAARSCHUWINGSSYSTEEMCONTACTSLEUTEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
PORTIEREN MET DE SLEUTEL VERGRENDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
SENTRY KEY® . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
VERVANGENDE SLEUTELS . . . . . . . . . . . . . . .15
SLEUTELS LATEN PROGRAMMEREN . . . . . . .15
ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . .15
ALARMSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
ALARM OPNIEUW INSCHAKELEN . . . . . . . . . .15
ALARM INSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
ALARM UITSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
ALARMSYSTEEM HANDMATIG OMZEILEN . . .17
INSTAPVERLICHTING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
AFSTANDSBEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
PORTIEREN ONTGRENDELEN . . . . . . . . . . . . .17
PORTIEREN VERGRENDELEN . . . . . . . . . . . . .18
BAGAGERUIMTE ONTGRENDELEN . . . . . . . . .18
LICHTEN LATEN KNIPPEREN BIJONTGRENDELEN/VERGRENDELEN . . . . . . . . .18
9
Page 20 of 268

PORTIEREN MET DE
SLEUTEL
VERGRENDELEN
De auto is met slechts één slotcilinder
aan de buitenzijde uitgerust. Deze be-
vindt zich in het bestuurdersportier.
U kunt de sleutel met een van beide
zijden naar boven gekeerd aanbren-
gen. Draai de sleutel rechtsom om het
portier te vergrendelen. Draai de sleu-
tel linksom om het portier te ontgren-
delen. Raadpleeg voor het smeren van
het slot de paragraaf "Onderhouds-
procedures" in het hoofdstuk "Onder-
houd van uw auto".
SENTRY KEY®
De Sentry Key® startonderbreker
voorkomt ongeoorloofd gebruik van
de auto door derden door de motor te
blokkeren. U hoeft het systeem niet te
activeren of in te schakelen. Dit sys-
teem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.Het systeem maakt gebruik van con-
tactsleutels met een ingebouwde elek-
tronische chip (transponder) om on-
geoorloofd gebruik van de auto te
voorkomen. De auto kan daardoor al-
leen bediend en gestart worden met
sleutels die specifiek voor de desbe-
treffende auto zijn geprogrammeerd.
Als iemand een ongeldige sleutel ge-
bruikt om de motor te starten, scha-
kelt het systeem na twee seconden de
motor uit.
OPMERKING: Een sleutel die
niet is geprogrammeerd, wordt
ook als ongeldige sleutel be-
schouwd, zelfs wanneer de sleutel
in de contactschakelaar van de
desbetreffende auto past.
Nadat het contact is ingeschakeld zal
tijdens normale werking het controle-
lampje van het beveiligingssysteem
gedurende drie seconden branden
voor een gloeilampcontrole. Als het
lampje na deze controle blijft bran-
den, is sprake van een storing in de
elektronica. Als het lampje na de
gloeilampcontrole gaat knipperen,geeft dat aan dat iemand een ongel-
dige sleutel heeft gebruikt om de mo-
tor te starten. In beide situaties wordt
de motor na twee seconden uitgescha-
keld.
Als het controlelampje van het bevei-
ligingssysteem gaat branden tijdens
normaal gebruik van de auto (nadat
deze langer dan tien seconden heeft
gereden), duidt dat op een storing in
de elektronica. Laat in dat geval de
storing zo snel mogelijk verhelpen
door een erkende dealer.
LET OP!
De Sentry Key® startonderbreker
is niet compatibel met sommige op
afstand bediende startsystemen die
achteraf worden aangebracht. Der-
gelijke systemen kunnen startpro-
blemen veroorzaken en de start-
blokkering van de auto
belemmeren.
Alle sleutels die met uw nieuwe auto
zijn meegeleverd, zijn geprogram-
meerd voor de elektronica van uw
auto.
14
Page 21 of 268

VERVANGENDE SLEUTELS
OPMERKING:
Voor het starten
van de motor kunnen alleen sleutels
worden gebruikt die voor de elek-
tronica van de auto zijn geprogram-
meerd. Zodra een Sentry Key® voor
een auto is geprogrammeerd, kan
deze niet voor een andere auto wor-
den geprogrammeerd.
LET OP!
Verwijder altijd de Sentry Keys uit
de auto en vergendel alle portieren
wanneer u de auto zonder toezicht
achterlaat.
Bij de aankoop ontvangt de eerste ei-
genaar een persoonlijk identificatie-
nummer (pincode) van vier cijfers.
Bewaar de pincode op een veilige
plaats. Deze code is vereist bij vervan-
ging van de sleutels door een erkende
dealer. Het dupliceren van sleutels be-
staat uit het programmeren van een
'blanco' sleutel voor de elektronica
van de auto. Een 'blanco' sleutel is een
sleutel die nog niet eerder is gepro-
grammeerd. Raadpleeg uw erkende dealer wanneer u vervangende sleu-
tels of extra sleutels voor uw auto
nodig hebt.
OPMERKING: Als de Sentry
Key® startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleu-
tels van de auto naar de erkende
dealer mee te brengen.
SLEUTELS LATEN
PROGRAMMEREN
Raadpleeg uw erkende dealer wan-
neer u vervangende sleutels of extra
sleutels voor uw auto nodig hebt.
ALGEMENE INFORMATIE
Sentry Key® werkt op een draaggolf-
frequentie van 433,92 MHz.
De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
De apparatuur mag geen schade-
lijke interferentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt. ALARMSYSTEEM
Het alarmsysteem van de auto be-
waakt de portieren, de bagageruimte
en de contactschakelaar tegen onbe-
voegde toegang of ongeoorloofd ge-
bruik.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld,
zijn de schakelaars van de portierslo-
ten en het kofferdeksel in het interieur
uitgeschakeld.
Als het alarmsysteem wordt geacti-
veerd, treedt onmiddellijk de claxon
in werking en knipperen de koplam-
pen, de parkeerlichten, de achterlich-
ten en het controlelampje van het be-
veiligingssysteem in de
instrumentengroep.
ALARM OPNIEUW
INSCHAKELEN
Als het alarm afgaat en er geen actie
wordt ondernomen om het alarm te
uit te schakelen, schakelt het alarm-
systeem de claxon na drie minuten
uit. Na 15 minuten worden ook alle
lichtsignalen uitgeschakeld, waarna
het alarmsysteem zichzelf weer in-
schakelt.
15
Page 22 of 268

ALARM INSCHAKELEN
1. Verwijder de sleutel uit de contact-
schakelaar en verlaat de auto.
2. Sluit de portieren af door de scha-
kelaar van de centrale portiervergren-
deling of de vergrendelknop op de
afstandsbediening in te drukken.
OPMERKING: Het alarmsys-
teem wordt niet ingeschakeld als u
de portieren vergrendelt met de
knoppen voor handmatige portier-
vergrendeling.
3. Sluit alle portieren. Het controle-
lampje van het beveiligingssysteem in
de instrumentengroep knippert snel
gedurende 16 seconden. Dit geeft aan
dat het alarmsysteem is ingeschakeld.
Na 16 seconden gaat het controle-
lampje van het beveiligingssysteem
langzaam knipperen. Dit geeft aan
dat het alarmsysteem volledig is inge-
schakeld.OPMERKING:
Als tijdens de inschakeltijd van
16 seconden een portier wordt
geopend of de contactschake-
laar in de stand ON/RUN wordt
gezet, wordt het alarmsysteem
automatisch uitgeschakeld.
Als het alarmsysteem is inge- schakeld, zijn de schakelaars
van de portiersloten en het kof-
ferdeksel in het interieur uitge-
schakeld.
ALARM UITSCHAKELEN
Druk op de ontgrendelknop op de af-
standsbediening of steek een geldige
Sentry Key® in de contactschakelaar
en draai deze naar de stand ON/RUN
of START.
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet wor- den in- of uitgeschakeld via de
slotcilinder van het bestuur-
dersportier of de bagageruimte-
knop op de afstandsbediening. Het alarmsysteem blijft inge-
schakeld wanneer het koffer-
deksel wordt geopend. Als u op
de bagageruimteknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uit-
geschakeld. Als iemand de auto
binnendringt via de bagage-
ruimte en een portier opent, gaat
het alarm af.
Als het alarmsysteem is geacti- veerd, kunt u de portieren niet
ontgrendelen met de portierver-
grendelingsschakelaars in het
interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw
auto te beveiligen, maar er zijn om-
standigheden die een ongewenst
alarm kunnen veroorzaken. Als een
van de eerder beschreven procedures
voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem wor-
den ingeschakeld, ongeacht of u zich
in de auto bevindt. Wanneer u dan in
de auto blijft zitten en vervolgens een
portier opent, gaat het alarm af. Als
deze situatie zich voordoet, schakel
dan het alarmsysteem uit.
16
Page 24 of 268

Raadpleeg de paragraaf "Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)/
Persoonlijke instellingen (door de
klant te programmeren functies)" in
het hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie hierover.PORTIEREN
VERGRENDELEN
Druk kort op de vergrendelknop van
de afstandsbediening om alle portie-
ren te vergrendelen.
BAGAGERUIMTE
ONTGRENDELEN
Druk tweemaal op de bagageruimte-
knop op de afstandsbediening om de
bagageruimte te ontgrendelen.
LICHTEN LATEN
KNIPPEREN BIJ
ONTGRENDELEN/
VERGRENDELEN
Deze functie laat de richtingaanwij-
zers knipperen wanneer u de portie-
ren met de afstandsbediening ver-
grendelt of ontgrendelt. U kunt deze
functie in- en uitschakelen.Raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)/Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren func-
ties)" in het hoofdstuk "Het instru-
mentenpaneel" voor meer informatie
hierover.
EXTRA
AFSTANDSBEDIENINGEN
PROGRAMMEREN
Zie Sentry Key®, "Sleutels laten pro-
grammeren".
Als u geen geprogrammeerde af-
standsbediening heeft, neem dan con-
tact op met uw erkende dealer voor
meer informatie.
ALGEMENE INFORMATIE
De afstandsbediening en ontvangers
werken op een draaggolffrequentie
van 433,92 MHz.
De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
1. De apparatuur mag geen schade-
lijke interferentie veroorzaken.
2. De apparatuur moet eventuele
ontvangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt.
OPMERKING: Wijzigingen of
aanpassingen die niet uitdrukke-
lijk zijn goedgekeurd door de voor
conformiteit verantwoordelijke
instantie kunnen het gebruik van
de apparatuur onrechtmatig ma-
ken.
Als uw afstandsbediening niet goed
werkt vanaf een normale afstand,
controleer dan of sprake is van het
volgende:
1. Batterij van afstandsbediening is
bijna leeg. De verwachte gebruiks-
duur van de batterij bedraagt vijf jaar.
2. Nabijheid bij zendapparatuur, zo-
als bijvoorbeeld een zendmast, ver-
keerstoren van een luchthaven, mili-
taire basis en sommige mobiele of 27
MC-zendapparatuur.
18
Page 139 of 268

SelectieknopDruk kort op selectieknop
om een keuze te bevestigen.
Met de selectieknop kunnen
ook diverse ritfuncties wor-
den gereset.
SCHERM VAN ELEKTRO-
NISCH VOERTUIGINFOR-
MATIECENTRUM (EVIC)
Onder bepaalde voorwaarden geeft
het EVIC de volgende berichten weer:
Turn Signal On (richtaanwijzers aan) (met een continu geluidssig-
naal nadat 1,5 km is afgelegd)
Left Front Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer linksvoor de-
fect) (met één geluidssignaal)
Left Rear Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer linksachter de-
fect) (met één geluidssignaal)
Right Front Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer rechtsvoor de-
fect) (met één geluidssignaal) Right Rear Turn Signal Light Out
(richtingaanwijzer rechtsachter de-
fect) (met één geluidssignaal)
RKE (Remote Keyless Entry) Bat- tery Low (batterij van afstandsbe-
diening bijna leeg - met één
geluidssignaal)
Personal Settings Not Available – Vehicle Not in Park (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar - auto
staat niet in PARK)
Personal Settings Not Avail – Vehi- cle in Motion (persoonlijke instel-
lingen niet beschikbaar - auto in
beweging)
Door Ajar (portier open - met af- beelding van geopende portier. Een
geluidssignaal klinkt wanneer de
auto in beweging is).
Doors Ajar (portieren open - met afbeelding van geopende portieren.
Een geluidssignaal klinkt wanneer
de auto in beweging is).
Trunk Open (bagageruimte open - met afbeelding van geopend koffer-
deksel en een geluidssignaal) Lights On (verlichting aan)
Key in ignition (sleutel in
contactslot)
Remote Start Aborted — Door Ajar (starten met afstandsbediening af-
gebroken — portier open)
Remote Start Aborted — Hood Ajar (starten met afstandsbediening af-
gebroken — motorkap open)
Remote Start Aborted — Trunk Ajar (starten met afstandsbedie-
ning afgebroken — kofferklep
open)
Remote Start Aborted — Fuel Low (starten met afstandsbediening af-
gebroken — brandstofpeil te laag)
Remote Start Aborted — System Fault (starten met afstandsbedie-
ning afgebroken — systeemstoring)
Convertible Top Not Secured (ca- brioletdak niet vastgezet) (met één
geluidssignaal)
Convertible Top Complete (cabrio- letdak voltooid) (met één
geluidssignaal)
133
Page 146 of 268

Key-Off Power Delay (Stroom bij
contactschakelaar in stand OFF)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
blijven de portierruitschakelaars, ra-
dio, Uconnect™ telefoon en de aan-
sluitcontacten actief gedurende 10
minuten nadat de contactschakelaar
in de stand LOCK is gezet. Door het
openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Druk op
de selectieknop tot OFF, 45 sec., 5
min. of 10 min. verschijnt om uw
keuze te maken.
Illumin. Approach (Verlichting bij
nadering)
Als deze functie is geselecteerd, gaan
de koplampen automatisch maximaal
90 seconden branden wanneer de por-
tieren worden ontgrendeld met de af-
standsbediening. Druk op de selectie-
knop tot “OFF,” “30 sec,” “60 sec,” of
“90 sec” verschijnt om uw keuze te
maken.
Display Units In (Maateenheden
display in)
De eenheden van het EVIC en de ki-
lometerteller kunnen in Engelse enmetrische eenheden worden weerge-
geven. Druk kort op de selectieknop
tot "U.S." of "METRIC" verschijnt
om uw keuze te maken.
Kompasafwijking
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
Calibrate Compass (Kompas
kalibreren)
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
AUDIOSYSTEMEN
Raadpleeg de handleiding van uw au-
diosysteem.
ANALOGE KLOK
INSTELLEN
Om de analoge klok midden boven op
het instrumentenpaneel in te stellen,
drukt u op de knop en houdt u deze
ingedrukt tot de instelling juist is. De
klok wordt in het begin langzaam ver-
steld en gaat daarna sneller wanneer
de knop langer wordt ingedrukt.
AUDIOBEDIENINGSELE-
MENTEN OP STUUR
De afstandsbediening voor het audio-
systeem bevindt zich achter op het
stuurwiel, in de standen 3 uur en 9
uur.
Analoge klok instellen
Afstandsbediening geluidssysteem
(achteraanzicht stuurwiel)
140
Page 162 of 268

WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk de schakelhen-del uit de stand PARK of NEU-
TRAL te zetten wanneer het mo-
tortoerental hoger is dan
stationair. Als u het rempedaal
niet stevig ingetrapt houdt, kan
de auto snel naar voren of achte-
ren schieten. U loopt in dat geval
het risico de controle over de auto
te verliezen en een aanrijding te
veroorzaken. Schakel uitsluitend
naar een versnelling als de motor
normaal stationair draait terwijl
u het rempedaal stevig intrapt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Mensen in en bij de auto kunnen bij
een ongewenste beweging van de
auto lichamelijk letsel oplopen. Net
als bij alle andere voertuigen, mag
u een auto nooit verlaten als de
motor draait. Zet voordat u de auto
verlaat altijd de schakelhendel in
de stand PARK, trek de handrem
aan, zet de motor af en neem de
sleutel uit het contact. Wanneer de
contactschakelaar in de stand OFF
staat, wordt de schakelhendel in de
stand PARK vergrendeld, waardoor
de auto niet ongewenst in beweging
kan komen. Laat kinderen nooit
alleen in een auto achter en zorg dat
kinderen geen toegang hebben tot
een niet afgesloten auto. Het ach-
terlaten van kinderen zonder toe-
zicht in een auto is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinderen
of derden lopen dan het risico op
ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Waarschuw kinderen dat ze niet
aan de handrem, het rempedaal of
de schakelhendel mogen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go niet in
de stand ACC of ON/RUN staan.
Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kun-
nen zetten.
Schakelhendel
156
Page 259 of 268

Radio (geluidssystemen). . . . . . .140
Ramen, elektrisch bediend . . . . . . . . . .21
Reinigen van glasoppervlakken . . .225
Reiniging, ruitenwisserbladen . . . . . . . .214
wielen . . . . . . . . . . . . . . . . .224
Rembekrachtiging . . . . . . . . . . .170
Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . .220
Rem, parkeer- . . . . . . . . . . . . . .165
Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . .220
Remsysteem, antiblokkeersysteem (ABS) . . .166
handrem . . . . . . . . . . . . . . .165
hoofdremcilinder . . . . . . . . . .220
remvloeistofpeil controleren . .220
waarschuwingslampje . . . . . .125
Reserveonderdelen . . . . . . . . . . .208
Resetten controlelampje olie verversen . . . . . . . . . . . .126, 134
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . .55,
105, 108, 128, 233, 234
Rijden, door stromend, opkomend, of
ondiep stilstaand water . . . . .164
Rijden met caravan . . . . . . . . . . .187
Roosters voor zijruitontwaseming (ontdooiers) . . . . . . . . . . . . . .147
Rotatie, banden . . . . . . . . . . . . .178 Rugleuning bestuurdersstoel
kantelen . . . . . . . . . . . . . . . .102
Ruitensproeier, reservoir vullen . . . . . . . . . . .214
Ruitensproeiers . . . . . . . . . .110, 111
Ruitensproeiers, vloeistof . . . . . . . . . . . . . . . .214
Ruitensproeiers voorruit . . . . . . . . .110, 111, 214
Ruitenwisserbladen . . . . . . . . . . .214
Ruitenwisserinterval . . . . . . . . . .111
Ruitenwissers, intervalschakeling . . . . . . . . . .111
Ruitenwissers vóór . . . . . . . . . . .110
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . . . . . . . . . . . . . .214
Ruitontdooier . . . . . . . . . . . .54, 145
Schakelhendel ontgrendelen . . . . .202
Schema, onderhoud . . . . . . . . . .242
Schone benzine . . . . . . . . . . . . .183
Schone brandstof . . . . . . . . . . . .183
Schoudergordels . . . . . . . . . . . . . .26
Sentry Key, programmeren . . . . . .15
Sentry Key (startonderbreker) . . . .14
Sigarettenaansteker . . . . . . . . . .116
Slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .186
Slepen, voertuig met pech . . . . . . . . .203 vouwwagen of caravan
. . . . . .187
Slepen van een voertuig met pech . . . . . . . . . . . . . . . .203
Sleutel, programmering . . . . . . . . .15
Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Sleutels, Sentry Key (startonderbreking) . . . . . . . . . .14
Sleutel, vervanging . . . . . . . . . . . .15
Slijtagemarkeringen . . . . . . . . . .176
Sloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Sloten, automatische portiersloten . . . .20
automatisch ontgrendelen . . . . .20
elektrische portiersloten . . . . . .20
Smering, carosserie . . . . . . . . . . .213
Sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . .178
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . .123
Snelheidsregeling (cruisecontrol) . . . . . . . .112, 127
Specificaties, brandstof (benzine) . . . . . . . .236
olie . . . . . . . . . . . . . . . . . . .236
Spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
Spiegels, elektrisch bediend . . . . . . . . . .73
make-upspiegel . . . . . . . . . . .74
Stallen van het voertuig . . . . . . . .147
Starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .154
253
Page 260 of 268

Starten,motor start niet . . . . . . . . . . .155
Starten en rijden . . . . . . . . . . . .154
Starten met startkabels . . . . . . . .198
Startonderbreking (Sentry Key) . . .14
Startprocedures . . . . . . . . . . . . .154
Steun, hoofdsteun . . . . . . . . . . . .102
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99
Stoelen, elektrische bediend . . . . . . . . .99
geheugen . . . . . . . . . . . . . . .102
hoogteregeling . . . . . . . . . . . .99
instaphulp . . . . . . . . . . . . . .102
kantelen . . . . . . . . . . . . . . . .99
ontgrendeling rugleuning . . . .102
verstelbaar . . . . . . . . . . . . . .101
verstellen . . . . . . . . . . . . . . . .99
Storingslampje, motorcontrole . . . . . . . . . . . .130
Storingslampje (motorcontrole) . . .130
Stuur, verstellen . . . . . . . . . . . . . . .112
Stuurbediening geluidsinstallatie . .140
Stuurbedieningselementen geluidsinstallatie . . . . . . . . . . .140
Stuurbekrachtiging . . . . . . .168, 169
Stuurkolom, verstellen . . . . . . . . . . . . . . .112
Stuurkracht . . . . . . . . . . . .168, 169 Synthetische motorolie
. . . . . . . .210
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . .185
Telefoon, handsfree (Uconnect™) . .74
Telefoon, mobiele . . . . . . . . . . . . .74
Telescopische stuurkolom . . . . . .112
Temperatuurmeter, motorkoeling . . . . . . . . .123, 190
Temperatuurregeling, automatisch (ATC) . . . . . . . . . . . . . . . . . .142
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . .125
Transaxle, automatisch . . . . . . . . . .12, 154
Uconnect™ (handsfree telefoon) . . .74
Uitlaatsysteem . . . . . . . . . . .53, 215
Uw remmen . . . . . . . . . . . . . . . .165
Vastgelopen voertuig, bevrijden . .201
Vastgereden voertuig bevrijden . . .201
Veiligheidscontrole aan de buitenkant van het voertuig . . . . . . . . . . . .55
Veiligheidscontrole in het voertuig . .54
Veiligheidscontroles . . . . . . . . . . .53
Veiligheidsgordels . . . . . . .24, 26, 54
Veiligheidsgordels, achterbank . . . . . . . . . . . . . .26
controle . . . . . . . . . . . . . . . . .54
gordelspanners . . . . . . . . . . . .30 herinnering
. . . . . . . . . . . . .124
instructies voor gebruik . . . . . .27
kinderzitje . . . . . . .43, 46, 47, 50
ontwarren . . . . . . . . . . . . . . .29
voorstoel . . . . . . . . . . . . .26, 27
zwangere vrouwen . . . . . . . . . .34
Veiligheidstips . . . . . . . . . . . . . . .53
Veiligheid, uitlaatgassen . . . . . . . .53
Veiligheid van auto controleren . . . .53
Vergrendelingen . . . . . . . . . . . . . .55
Vergrendelingen, motorkap . . . . . . . . . . . . . . .104
Vergrendeling rem/versnellingsbak . . . . . . . .157
Vergrendelingsplaat . . . . . . . . . . .27
Verlichting, accubesparing . . . . . . . . . . . .110
Diefstalalarm (beveiliging) . . .128
dimlichtschakelaar,
koplamp . . . . . . . . . . . .105, 108
grootlicht . . . . . . . . . . . . . . .108
grootlicht/dimlicht kiezen . . . .108
instapverlichting . . . . . . . . . . .17
instapverlichting, leeslampen . .109
interieur . . . . . . . . . . . . . . .109
kaartleeslamp . . . . . . . . . . . .109
koplampen . . . . . . . . . . . . . .106
koplampen aan met
ruitenwisser . . . . . . . . .106, 112
254