audio Lancia Lybra 2002 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Lybra, Model: Lancia Lybra 2002Pages: 283, PDF Size: 3.16 MB
Page 58 of 283

57
– Boordcomputer (TRIP)
– Check control (*)
(*) Zie voor de beschrijving en de
werking de betreffende paragraaf.
BEDIENINGSORGANEN
1 - Keuzetoetsen autoradio/casset-
tespeler/CD (indien aanwezig)
2 – Knop voor in- en uitschakeling
ICS en autoradio en volume-/audio-
regeling
3 - Knop voor selecteren en beves -
tigen ICS-functies
4 - Toets voor weergave scherm van
de autoradio-instellingen
5 - Keuzetoets voor taal, f uncties
klokje en instelling snelheidslimiet
6 - Toets voor functies boordcom-
puter (TRIP)
7 - Toets voor traploze regeling
lichtsterkte sc herm.
P4T0037fig. 57
Het I.C.S. (Integrated Control
System) van Lancia is een geïnte-
greerd bedienings- en informatiesys -
teem met een multifunctioneel 5”
LCD-scherm (liquid cristal display),
dat ook door de passagier gelezen
kan worden. Het multifunctionele scherm toont
en regelt de volgende functies:
– Autoradio met cassettespeler en
CD (indien aanwezig) (*)
– Analoog/digitaal klokje
ICS VAN VAN LANCIA MET MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(zonder NAVIGATIESYSTEEM)
Page 60 of 283

59
C– Datum, digitaal klokje en
storingsmeldingen.
D – Symbool van de auto met waar-
schuwingslampjes voor niet goed
gesloten portieren en koffer deksel/
achterklep, functies boordcomputer
(TRIP), SETUP-functie, functies
autoradio en EXP-functies.
In gebied A verschijnt alleen infor-
matie over de werking van de auto -
radio als de radio is ingeschakeld; bij
uitgeschakelde radio verschijnt het
opschrift RADIO OFF. Als de CD-
speler (indien aanwezig) is inge-
schakeld, wordt het volgende weerge-
geven:
– het nummer van de geselecteerde
CD (van 1 tot 6)
– het geselecteerde muziekstuk
– de speelduur van het geselecteer-
de muziekstuk.
Het motoroliepeil (alleen dieseluit-
voeringen) verschijnt als de veilig -
heidslimiet is overschreden.
Als er eventueel controle-/waar-
schuwingslampjes in gebied B wor-
den weergegeven, verschijnt het analoge klokje niet en wordt de tijd
digitaal weergegeven in gebied C.
Als de ingestelde snelheidslimiet
wordt overschreden, verschijnt in
gebied Bhet opschrift LIMIET
OVERSCHREDEN.
In gebied C worden de datum, het
digitale klokje (als het analoge klokje
niet wordt weergegeven door de
aanwezigheid van controle-/waar-
schuwingslampjes) en de storingsmel-
dingen LAMPJE STORING IN ABS ,
LAMPJE STORING IN EBD ,
LAMPJE STORING IN ASR of
DEFECTE BUITENVERLICHTING
weergegeven. Deze opschriften wor-
den ongeveer 5 seconden weergege-
ven bij inschakeling van het systeem
of als er een storing wordt gesigna-
leerd. Hierna lichten de betreffende
lampjes in gebied B op.
In gebied D verschijnen, afhanke-
lijk van de werking van het systeem,
het symbool van de auto met de con-
trole-/waarschuwingslampjes voor
niet goed gesloten portier en koffer-
deksel/achterklep, de functie boord-
computer (TRIP), de SETUP-f unc-
tie, de functies van de autoradio en
de EXP-functies. Bij een storing in de verbinding tus-
sen het instrumentenpaneel en het
ICS verschijnt het opschrift GEEN
SIGNAAL NAAR CHECK EN
BOORDCOMPUTER. Neem in dit
geval contact op met de Lancia-
dealer.
Als u op één van de toetsen HELP
RADIO, SETUPof TRIP drukt,
ver schijnt het scherm ( fig. 59) met
de functie TERUG ( ). Dit scherm
bestaat uit drie delen en kan de vol-
gende informatie tonen:
E – Als u op de toets HELP
RADIO 4 drukt, worden de audio-
instellingen van de radio weergege-
ven: VOLUME / BASS / TREBLE /
BALANCE / FADER / ZENDER 1-
2-3-4-5-6 / FM 1-2-3 / LW / MW .
fig. 59
P4T0603
F
E
G
Page 70 of 283

69
BEDIENINGSPANEEL 1 - Voorkeuzetoets, PTY-program ma
en functie volgend muziekstuk op CD
2 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie muziekstukken op CD her -
halen
3 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie muziekstukken op CD wil-
lekeurig weergeven
4 - Voorkeuzetoets en PTY-pro-
gramma
5 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie vorige CD selecteren
6 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie volgende CD selecteren
7 - Keuzetoets radio, cassettespeler,
CD-speler (indien geïnstalleerd)
8 - Keuzetoets AUDIO-functies (Bass/
Treble/Balance/Fader/Volume). Op en -
kele uitvoeringen kan onder het op -
schrift AUDIO het opschrift MUTE
staan
9 - Knop voor in- en uitschakeling:
display, radio en volumeregeling
10 - Inschakeltoets LOUDNESS-
functie (automatisch voor hifi-audio-
systeem) 11
- Inschakeltoets Traffic Program
en Alternative Frequence (voor ont-
vangst van RDS-programma’s)
12 - Inschakeltoets functies:
SCAN (opgeslagen zenders kort be-
luisteren), MSS (Music Search Sys -
tem) om een muziekstuk over te slaan
of te herhalen
13 - Inschakeltoets IS-functie om
een zender met optimale ontvangst te
zoeken
14 - Inschakeltoets EXP-functie
voor instellen van parameters voor de
autoradio
15 - Knop voor het selecteren en be-
vestigen van functies en veldwaarden
16 - Keuzetoets zenderband (LW –
MW – FM) en inschakeling AUTO-
REVERSE cassette. Op enkele uit-
voeringen kan onder het opschrift
BAND het opschrift DIR staan in
plaats van het afgebeelde symbool
17 - Toets voor zenderzoeken op
hogere frequentie en snel vooruit
spoelen van de cassette
18 - Toets voor zenderzoeken op
lagere frequentie en snel achteruit
spoelen van de cassette 19
- Keuzetoets Dolby/Mono
20 - Inschakeltoets functie maximale
ontvangstgevoeligheid
21 - Inschakeltoets RADIO-scher-
men
22 - Toets LIGHT voor lichtsterkte-
regeling DISPLAY
23 - Uitwerptoets audiocassette.
BEDIENINGSORGANEN OP
HET STUURWIEL (fig. 73)
(indien aanwezig) Ook op het stuurwiel zijn de bedie-
ningsknoppen van de belangrijkste
functies van de autoradio geplaatst,
zodat u tijdens het rijden de auto radio
kunt bedienen zonder afgeleid te wor-
den:
fig. 73
P4T0259
Page 71 of 283

70
A- Druktoets verhogen volume
B - Druktoets MUTE(volume op
nul zetten)
C - Druktoets verlagen volume
D - Druktoets voor zenderzoeken op
hogere frequentie, snel vooruit spoe-
len van de cassette en weergave vol-
gend muziekstuk op CD
E - Keuzetoets radio, cassettespeler,
CD-speler (indien geïnstalleerd)
F - Druktoets voor zenderzoeken op
lagere frequentie, snel achteruit spoe-
len van de cassette en weergave vorig
muziekstuk op CD.
Volumeregeling
Druk op toets A om het volume te
verhogen of op toets C om het te ver-
lagen (zie de aanwijzingen in de
paragraaf “Volumeregeling”). De
functie van de toetsen is gelijk aan die
van knop 9 (fig. 72) op het ICS van
Lancia. Volume op nul zetten (MUTE)
Druk op toets MUTE Bom de func-
tie voor het op nul zetten van het
volume in of uit te schakelen. De
functie van de toets is gelijk aan die
van toets AUDIO 8 op het ICS van
Lancia, en heeft betrekking op de
functie MUTE.
Keuzemogelijkheid voor
geluidsbron systeem (Radio,
Cassette of Compact Disc)
Druk meerdere keren op toets
MODE E om de functies Radio, Cas-
sette (indien geplaatst), Compact
Disc (indien de CD-speler is geïnstal-
leerd) en Phone (als de handsfree
carkit/mobiele telefoon is geïnstal-
leerd) te kiezen.
De functie van toets MODE Eis
gelijk aan die van toets MODE 7
( fig. 72 ) op het ICS van Lancia. Instellingen Radio, Cassette
en Compact Disc
De toetsen D en Factiveren de drie
verschillende functies, afhankelijk
van de met toets MODE E geselec-
teerde geluidsbron (Radio, Cassette of
Compact Disc).
De functies van de toetsen zijn gelijk
aan die van de toetsen 17 en 18 (fig.
72) op het ICS van Lancia, en hebben
betrekking op de hierna vermelde
functies.
1) Functie Radio:
zenderafstemming
Druk op toets D of Fom de zenders
op de gekozen zenderband te zoeken.
2) Functie Cassette: snel
vooruit/achteruit spoelen
Druk op toets D of op toets Fom
res pectievelijk de cassette snel vooruit
of achteruit te spoelen (zie de aan -
wijzingen in de paragraaf “Snel voor -
uit/achteruit spoelen”).
Page 74 of 283

ToetsFunctie radio Functie cassettespeler Functie CD-wisselaar Functie PHONE-IN
Kort 2 tot 4 sec. > dan 4 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec.
indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
73
TAPE, CD,
RADIO,
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
TP: Functie
ON/OFF
Keuzetoets
LEARN SCAN
ON/OFF (onge-
veer 10 sec.)
FM: Functie
IS LEARN
Weergave
frequentie en eigen para-
meters
Linksom en recht-
som draaien: func-
ties selecteren In-
drukken:geselec-
teerde functies
bevestigen
FM1, FM2, FM3,
MW, LW AUDIO MUTE
ON/OFF
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom
draaien: volume
verhogen
AF: Functie
ON/OFF
EXPERT
MODE ON
FM: AUTOSTORE
AM: AUTOSTORE CD, RADIO,
PHONE, TAPE
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom draaien:
volume verhogen
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
TP: Functie
ON/OFF
Keuzetoets MSS
ON/OFF
HANDMATIG
terugspoelen
AUDIO MUTE
ON/OFF
EXPERT
MODE ON
RADIO, PHONE,
TAPE, CD
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom
draaien: volume
verhogen
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
TP: Functie
ON/OFF
Keuzetoets
TRACK SCAN
ON/OFF (onge-
veer 10 seconden)
Status
CD-wisselaar (
)AUDIO MUTE
ON/OFF
EXPERT
MODE ON TAPE, CD,
RADIO, PHONE
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom
draaien:
volume verhogen
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
AUDIO MUTE
ON/OFF
EXPERT
MODE ON
MODE
AUDIO
VOL
LOUD TPAF
SCANN MSS
IS
EXP
15
BAND
(n) Frequenties in geheugen opslaan onder de voorkeuzetoetsen 1÷6 (u) Programmatype opslaan (PTY) (
Page 77 of 283

76
Als u de knop rechts- of linksom
draait, gaat u van de ene naar de an-
dere parameter.
Het opschrift bij de geselecteerde
parameter wordt verlicht.
Als u de knop indrukt, wordt de
keuze van de weergegeven parameter
bevestigd.
VOLUMEREGELING
Volume
Het volume kan geregeld worden
door knop 9 (fig. 72) te draaien. Als
u de knop rechtsom/linksom draait,
wordt het volume respectievelijk
verhoogd/verlaagd.
Op het display verschijnt een rege-
laar met 16 streepjes, die geleidelijk
oplichten als het volume wordt
verhoogd. Ongeveer 5 seconden na de
instelling verdwijnt de regelaar auto-
matisch van het display.
Het volume kan ook worden ge -
regeld met de toetsen op het stuurwiel
A (fig. 73) (verhogen) en C (ver -
lagen) (indien aanwezig). Volumeregeling tijdens
verkeersinformatie
Gebruik de TAVOL-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
Volumeregeling bij inschakelen Gebruik de ONVOL-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
Snelheidsafhankelijke
volumeregeling Gebruik de SCVVOL-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
Volume op nul zetten (MUTE) Druk langer dan 1 seconde op toets
AUDIO 8 om het volume op nul te
zetten.
Druk nogmaals langer dan 1 se-
conde op toets AUDIO 8 om het vo-
lume weer in te schakelen. Volume op nul zetten tijdens een
telefoongesprek
Gebruik de PHONE-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
OPROEPTOETS RADIO-
INSTELLINGEN (21) Als u op toets HELP RADIO 21
( fig. 72) drukt met de contactsleutel
in stand MAR en na het verdwijnen
van het LANCIA-embleem, verschijnt
het scherm met de ingestelde radio-
functies en de bijbehorende waarden:
– VOLUME
– BASS
– TREBLE
– BALANCE
– FADER
– ZENDER 1
– ZENDER 2
– ZENDER 3
– ZENDER 4
– ZENDER 5
Page 78 of 283

77
– ZENDER 6
– FM1
– FM2
– FM3
– LW
– MW.
Zie voor het instellen van de func-
ties VOLUME, BASS, TREBLE,
BALANCE en FADER de paragraaf
“Geluidsniveau (AUDIO)”.
De namen of frequenties van de 6
weergegeven zenders hebben be-
trekking op de geselecteerde zender-
band (FM1 – FM2 – FM3 – LW –
MW).
Als u de functie TERUG () selecteert
en bevestigt, verschijnt het hoofd-
scherm op het display. Als u de func-
tie TERUG selecteert, wordt de pijl
wit. GELUIDSNIVEAU (AUDIO) (8)
Als u langer dan 1 seconde op toets
AUDIO 8 (fig. 72) drukt, met de
sleutel in stand MAR en na het
verdwijnen van het LANCIA-em-
bleem, verschijnt het scherm ( fig. 74)
met de functies voor het geluidsni-
veau:
– BASS
– TREBLE
– BALANCE
– FADER
– VOLUME.
Om van de ene naar de ander func-
tie te gaan, moet herhaaldelijk op
toets AUDIO 8 worden gedrukt. De geactiveerde functie verschijnt
rechts op het display, terwijl links -
boven de waarde van de geselecteerde
functie d.m.v. streepjes wordt weer-
gegeven. Deze waarde kan worden
veranderd door knop 9 (fig. 72) te
draaien:
–
BASS: bassen regelen (waarde van –6
tot +6)
– TREBLE: hoge tonen regelen
(waarde van –6 tot +6)
– BALANCE: verdeling van het ge-
luid tussen de luidsprekers rechts en
links in het interieur (waarde van 15
L – links tot 15 R – rechts)
–
FADER: verdeling van het geluid tus-
sen de luidsprekers voor en achter in
het interieur (waarde van15 R – ach-
ter tot 15 F – voor)
– VOLUME: volume regelen (van 0
tot 16).
Ongeveer 5 seconden na de laatste
instelling verdwijnt automatisch het
scherm van de AUDIO-functies.
fig. 74
P4T0629
Page 79 of 283

78
BELANGRIJKHet systeem slaat de
verschillende AUDIO-instellingen in
het geheugen op tijdens het beluiste-
ren van iedere audiobron (TAPE –
RADIO – CD – PHONE) en roept ze
weer op als de betreffende geluids -
bron wordt gekozen.
Loudness-functie (LOUD) (10)
De LOUDNESS wordt in-/uitge-
schakeld door op toets LOUD 10 (fig.
72) te drukken.
Als deze functie is ingeschakeld, ver-
betert de geluidskwaliteit bij een laag
volume.
Als de functie is ingeschakeld, ver-
schijnt op het display het opschrift
“LOUD”.
Op de uitvoeringen met hifi-sys -
teem, wordt de Loudness-functie
auto matisch ingeschakeld.
Functie Dolby/Mono
(
M-MONO) (19)
De functie
M -MONO wordt in-/uit-
geschakeld door op toets
M -MONO 19
( fig. 72 ) te drukken. Het is raadzaam deze functie te ge-
bruiken als op een zender is afge-
stemd die erg stoort, om de achter-
grondruis te verminderen. Als de
functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het opschrift “STEREO”.
Als de cassettespeler is ingeschakeld,
is het raadzaam deze functie in te
schakelen als de afgespeelde cassette
van slechte kwaliteit is, om de achter -
grondruis te verminderen. Als de
functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het symbool
M.
De Dolby-ruisonderdrukking wordt
gefabriceerd onder licentie van de
Dolby Laboratories Licensing Corpo-
ration. Dolby en het “D”-symbool (
M)
zijn door de Dolby Laboratories
Licensing Corporation gedeponeerde
handelsmerken.
KEUZEMOGELIJKHEID
VOOR GELUIDSBRON
(RADIO/CASSETTE/CD)
De gewenste geluidsbron kan
worden ingeschakeld door op toets
MODE 7 te drukken totdat de be-
schikbare mogelijkheden verschijnen.
Druk vervolgens meerdere keren kort op de toets om de gewenste geluids
-
bron te kiezen:
– TAPE = cassettespeler
– CD = CD-speler (indien aanwezig)
– RADIO = afstemming op FM, MW
en LW
–
PHONE = (alleen als de mobiele te-
lefoon is geïnstalleerd).
Enkele seconden na de laatste keuze
verdwijnt automatisch het scherm
met de keuzemogelijkheid voor ge-
luidsbron.
RADIO
Zenderbandkeuze
FM-zenderband: druk herhaaldelijk
op toets BAND 16 totdat op het dis -
play de gewenste zenderband “FM1”,
“FM2” of “FM3” verschijnt.
AM-zenderband: druk meerdere ke-
ren kort op toets BAND 16 totdat op
het display het opschrift “MW” (mid-
dengolf) of “LW” (lange golf) ver-
schijnt.
Page 87 of 283

86
Lijst van mogelijke EXPERT-
instellingen(fig. 75)
– RDS CLOCK SYNC (SYNC ON/
OFF) - RDS-synchronisatie van de
klok in-/uitschakelen
– TA VOLUME ADJUST (TAVOL)
- Min. volume verkeersinformatie in-
stellen
– AUTO-LEARN TP (LRN ON/
OFF) - Automatisch zoeken naar
verkeersinformatie
– RDS REGION (REG ON/OFF) -
Automatisch regionaal programma
kiezen in-/uitschakelen
– RADIO-ON MAXIMUM VOLU-
ME (ONVOL) - Volumebeperking bij
inschakeling instellen
– BDLY ON/OFF - Booster ver-
traagd in-/uitschakelen (indien
aanwezig)
– IGNITION LOGIC (IGN ON/OFF)
- In-/uitschakeling via het start-/con-
tactslot van de auto
– PHONE SETTING (PHONE ON/
OFF) - Audio onderdrukken bij
werkende telefoon met aangesloten
handsfree-systeem – PHONE AMPLIFICATION (PHO-
NE 00/03) - Ontvangs tgevoeligheid
van de telefoon instellen (als u een
handsfree-systeem installeert)
– SPEED-CONTROLLED VO-
LUME (SCVOL) - Snelheidsafhanke-
lijke volumeregeling (SCV)
– THEFT-PROTECTION CODE
(CODE) - Beveiligingscode inschake-
len.
In het rechter deel van het display
staan de aanwijzingen voor het in-
stellen:
– functiebeschrijving;
– toetsen voor het wijzigen van de
instelling 4– 5 (fig. 72 );
– keuzetoetsen nieuwe functie ( 17voor
de volgende functie – 18voor de vorige
functie)( fig. 72).
In het linker deel van het display
wordt de huidige status van de ge -
selecteerde functie getoond.
Als de EXPERT-functie wordt op-
geroepen, verschijnt eerst de laatst ge-
selecteerde instelling. Instelling kiezen en wijzigen
Selecteer met toets
17of 18 (fig. 72)
de instelling die u wilt controleren of
wijzigen.
Als u bijvoorbeeld de volume -
beperking bij inschakeling wilt wijzi-
gen, moet u met toets 17 of 18 de
functie ONVOL selecteren. Deze
functie verschijnt op het display met
de huidige instelling (bijv. ONVOL
13): u hoort de geselecteerde zender
op het ingestelde volume.
Wijzig met toets 4of 5het volume
en breng het op de gewenste waarde:
– toets 5 : meer volume;
– toets 4 : minder volume.
Als u herhaaldelijk de toets indrukt,
kunt u de waarde geleidelijk veran-
deren; als u de toets langer indrukt,
heeft u een snelle wijziging.
Als u klaar bent met de instelling,
kunt u doorgaan met andere instel-
lingen (te selecteren met 17of 18) of
de EXPERT-functie uitschakelen
door op toets EXP 14te drukken.
Page 90 of 283

89
In-/uitschakelen via start-
/contactslot van de autoSelecteer de instelling IGNITION
LOGIC (IGN ON/OFF) ( fig. 82):
– toets 5= “IGN ON” (functie inge-
schakeld): het is mogelijk de auto radio
in of uit te schakelen via het start-
/contactslot van de auto.
– toets 4 = “IGN OFF” (functie uitge-
schakeld): in-/uitschakeling alleen door
middel van knop 9(fig. 72 ).
Audio onderdrukken bij
werkende telefoon met
aangesloten handsfree-systeem Selecteer de instelling PHONE SET-
TING (PHONE ON/OFF) en wijzig
de instelling met toets 4 of 5(fig. 83): –”PHONE OFF”: geen enkel ge-
bruik van de telefoonaansluiting;
–”PHONE ON”: als er wordt gebeld,
wordt het geluid van de autoradio au-
tomatisch uitgeschakeld.
Voor de functie “PHONE ON” moet
de aansluitvoet van de mobiele tele -
foon zijn voorbereid met een PHONE
MUTE aansluiting.
– “PHONE IN”: Als er wordt gebeld,
wordt er verbinding gelegd via de
luidsprekers.
Voor de functie “PHONE IN” moet
de mobiele telefoon zijn aangesloten
op het handsfree-systeem (indien ge-
monteerd) van de mobiele telefoon
zelf. Ook als de autoradio is uitge-
schakeld, kan er toch gebeld worden
(in of out):
– de radio schakelt automatisch in;
– en de audio-instellingen zijn het-
zelfde als bij het laatste telefoon -
gesprek (BASS, TREBLE, FADER,
BALANCE);
– de radio schakelt automatisch uit
als het gesprek beëindigd is.
Ontvangstgevoeligheid mobiele
telefoon (bij geïnstalleerd
handsfree-systeem)
Aanpassing signaalsterkte bij ge-
monteerd handsfree-systeem. Laat de
signaalsterkte tijdens de installatie
van een handsfree-systeem door de
Lancia-dealer instellen.
Selecteer de instelling PHONE AM-
PLIFICATION (PHONE 00/03) en
wijzig de instelling met toets 4of 5
(fig. 84 ):
– “PHONE 00”: lage gevoeligheid;
– “PHONE 03”: hoge gevoeligheid.
fig. 82
P4T0622
fig. 83
P4T0623