ESP Lancia Phedra 2006 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2006, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2006Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 2 of 246

Veilig en milieubewust rijden ................. 2
Signalen voor een correct gebruik
van de auto .......................................... 6
Symbolen.............................................. 7
Inhoud ................................................. 11
WEGWIJS IN UW AUTO.................... 12
Lancia CODE ...................................... 12
Diefstalalarm ....................................... 17
Start-/contactslot ................................. 19
Portieren .............................................. 20
Kinderveiligheidsslot............................. 25
Zitplaatsen voor ....................................26
Zitplaatsen achter ................................ 30
Opstellingen.......................................... 32
Hoofdsteunen........................................ 34
Armsteunen.......................................... 35
Zitpositie instellen ................................ 35
Veiligheidsgordels ................................. 37
Kinderen veilig vervoeren ..................... 44
Instrumentenpaneel ............................. 52
CONNECT Nav+ ................................. 60
Controle-/waarschuwingslampjes ......... 60
Klimaatregeling ................................... 66
Airconditioning, automatisch ............... 68
Hendels aan het stuur .......................... 79
Waarschuwingsknipperlichten .............. 86
Brandstofnoodschakelaar ..................... 86
Handrem.............................................. 87
Cruise-control....................................... 88
Handgeschakelde versnellingsbak ......... 89
Elektronisch geregelde automatische
versnellingsbak..................................... 90
Interieuruitrusting ................................ 96
Elektrische ruitbediening ..................... 104
Uitzetruiten achter................................ 106
Elektrisch bedienbare opendaken.......... 107
Bagageruimte........................................ 109Motorkap ............................................. 112
Allesdragers ......................................... 114
Koplampen .......................................... 114
ABS ..................................................... 116
MBA- en HBA-systeem.......................... 119
ESP-systeem ........................................ 119
EOBD-systeem ..................................... 123
Airbags voor en zij-airbags ................... 124
Parkeersensoren.................................... 130
Extra accessoires .................................. 132
Tanken met de Phedra ......................... 132
Bescherming van het milieu .................. 134
GEBRUIK VAN DE AUTO
EN PRAKTISCHE TIPS ..................... 135
Motor starten........................................ 135
Parkeren .............................................. 137
Veilig rijden ......................................... 138
Kostenbesparing en beperking van de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen ... 143
Economisch en milieubewust rijden .......146
Trekken van aanhangers ...................... 147
Winterbanden ...................................... 149
Sneeuwkettingen .................................. 150
Auto langere tijd stallen ....................... 150
Nuttige accessoires ............................... 151
NOODGEVALLEN............................... 152
Starten met een hulpaccu ..................... 152
Rollend starten ..................................... 153
Een lekke band .................................... 153
Een gloeilamp vervangen ..................... 159
Defecte buitenverlichting ...................... 162
Defecte interieurverlichting .................. 168
Een doorgebrande zekering .................. 170
Een lege accu ....................................... 178
Het opkrikken van de auto ................... 179Het slepen van de auto ......................... 180
Bij een ongeval ..................................... 182
ONDERHOUD VAN DE AUTO .......... 183
Geprogrammeerd onderhoud................. 183
Onderhoudsschema .............................. 184
Jaarlijks inspectieschema ...................... 188
Aanvullende werkzaamheden ............... 188
Niveaus controleren...............................190
Luchtfilter ........................................... 197
Pollenfilter............................................ 198
Dieselfilter ........................................... 199
Accu .................................................... 200
Elektronische regeleenheden ................. 203
Wielen en banden ................................. 203
Rubber slangen ....................................205
Ruitenwissers - achterruitwisser............ 206
Koplampsproeiers ................................ 208
Carrosserie ........................................... 208
TECHNISCHE GEGEVENS ............... 212
Identificatiegegevens............................. 212
Motorcodes - carrosserie-uitvoeringen...... 216
Motor ................................................... 216
Bougies ................................................ 217
Transmissie........................................... 218
Remmen............................................... 218
Wielophanging...................................... 218
Stuurinrichting..................................... 219
Wielen .................................................. 219
Afmetingen .......................................... 223
Prestaties ............................................. 224
Gewichten............................................. 225
Vullingstabel ........................................ 226
Smeermiddelen en vloeistoffen .............227
Brandstofverbruik ................................ 229
CO
2-emissie via de uitlaat..................... 230
Fiat Auto Nederland B.V.
Page 5 of 246

Zeer geachte cliënt,
Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken goed door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat
rijden.
Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwa-
liteiten van uw LANCIA volledig te benutten. U zult niet alleen de bijzondere eigenschappen ontdek-
ken van uw LANCIA maar ook belangrijke aanwijzingen vinden voor de verzorging, het onderhoud,
de rijveiligheid en het geprogrammeerd onderhoud.
In de SERVICE- EN GARANTIEHANDLEIDING vindt u naast het schema voor het geprogram-
meerd onderhoud:
• het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
• een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten.
Wij zijn ervan overtuigd, dat u met behulp van dit instructieboekje spoedig met uw auto vertrouwd
zult raken en dat uw nieuwe auto en de ondersteuning van de LANCIA-organisatie u volledig tevre-
den zullen stellen.
Veel leesplezier en een goede reis!
Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de LANCIA PHEDRA beschreven worden,
dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en
het model van de auto die u gekocht hebt.
Page 6 of 246

VEILIG EN MILIEUBEWUST RIJDEN
Veiligheid en respect voor het milieu zijn de uitgangspunten geweest bij het ontwerpen van de LAN-
CIA PHEDRA.
Dankzij deze opvatting kon de PHEDRA strenge veiligheidstests het hoofd bieden en goed door-
staan. De PHEDRA voldoet aan de strengste eisen in zijn klasse. Bovendien is deze auto, naar alle
waarschijnlijkheid, al voorbereid op de toekomstige normen.
Daarnaast is de PHEDRA door het doorlopende onderzoek naar nieuwe en doeltreffende bijdragen
aan het behoud van het milieu, een auto die navolging verdient.
Alle uitvoeringen zijn uitgerust met emissiereductiesystemen die bijdragen aan de bescherming van
het milieu, waardoor de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen lager is dan de nu geldende normen.
Wij herinneren u er bovendien aan dat LANCIA hard heeft gewerkt een zeer ambitieus doel te berei-
ken: 100% recycling. Als uw PHEDRA buiten gebruik wordt gesteld, dan kan deze vrijwel geheel
worden gerecycled, omdat voldaan wordt aan de voorwaarden van het F.A.R.E.-project. Dankzij dit
project kunnen de LANCIA-dealers uw voertuig milieuvriendelijk (en geheel volgens de wettelijke
normen) buiten gebruik stellen, als u tot de aanschaf van een nieuwe auto overgaat.
Voor de natuur betekent dat een groot voordeel: niets gaat verloren, niets wordt gestort en er zijn
minder nieuwe grondstoffen nodig.
Page 41 of 246

37
Met schakelaar Bkiest u welke
spiegel u wilt verstellen ¯links of
rechts ˙.
Deze spiegels zijn voorzien van ver-
warmingselementen voor het ontwa-
semen, die worden ingeschakeld als
de knop van de achterruitverwar-
ming wordt ingedrukt. De functie is
voorzien van een tijdschakeling,
waardoor de functie na enige minu-
ten automatisch wordt uitgescha-
keld.Elektrisch inklappen (fig. 50)
De elektrische bediening werkt
alleen als de contactsleutel in stand
M staat.
Druk voor het inklappen van de
spiegels op knop Ater hoogte van de
pijl OVEILIGHEIDS-
GORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIG-
HEIDSGORDELS VOOR EN
ACHTER (TWEEDE RIJ)
Ga goed rechtop zitten, steun tegen
de rugleuning en leg dan de gordel
om.
Maak de gordels vast door gesp A
(fig. 51)in sluiting Bte drukken,
totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als de gordel tijdens het uittrekken
blokkeert, laat dan de veiligheids-
gordel een stukje teruglopen en trek
hem vervolgens weer rustig uit.
fig. 49
L0B0040b
fig. 50
L0B0228b
Tijdens de beweging van
de spiegels moet ieder
mogelijk contact met de
spiegel en de bijbehorende steun
voorkomen worden om verwon-
dingen te voorkomen.
Page 43 of 246

39
Controleer na de afstel-
ling altijd of de beugel in
één van de vaste standen
vergrendeld is door bij losgelaten
knop de beugel verder te drukken
zodat het mechanisme vergren-
delt in één van de vaste standen,
als dit nog niet het geval was.GEBRUIK VAN DE ZIJGORDELS
ACHTER (DERDE RIJ)
Ga goed rechtop zitten, steun tegen
de rugleuning en leg dan de gordel
om.
De gordels hebben dubbele gespen.
Gordel vastmaken: trek de veilig-
heidsgordel geleidelijk uit de rol-
automaat en voorkom dat de gordel-
band draait; bevestig vervolgens de
gesp A (fig. 53)in de sluiting B(met
behulp van de musketonhaak).
Controleer of de gordel goed vastzit.
Laat de gordel verder lopen en druk
gesp Cin sluiting D.Gordel losmaken: druk op knop E
om gesp Clos te maken en begeleid
de gordel tot aan de sluiting Ben
maak de gesp Alos door het muske-
ton los te haken. Plaats de gordel op
de juiste wijze op de daarvoor
bestemde haak zoals is afgebeeld in
fig. 54.
Druk tijdens het rijden
niet op knop E.
fig. 53
L0B0231b
fig. 54
L0B0232b
Page 46 of 246

42
ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te
houden aan de wettelijke voorschrif-
ten met betrekking tot het verplich-
te gebruik van de veiligheidsgordels
(en de inzittenden erop attent te
maken).
Leg de veiligheidsgordel altijd om
voordat u vertrekt.De gordelband mag
nooit gedraaid zijn. Het
diagonale gordelgedeelte
moet via het midden van de
schouder schuin over de borst
liggen. Het horizontale gordelge-
deelte moet over het bekken (fig.
56) en niet over de buik liggen.
Draag geen voorwerpen (sie-
raden, gespen, enz.) die een goed
aansluiten van de gordel op het
lichaam verhinderen.Het is streng verboden
onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordel-
spanners te demonteren of open
te maken. Werkzaamheden aan
de veiligheidsgordels en gordel-
spanners moeten worden uitge-
voerd door gekwalificeerd perso-
neel. Wendt u altijd tot de
Lancia-dealer.
Als de gordel aan een
zware belasting wordt
blootgesteld (bijvoorbeeld
tijdens een ongeval), dan moet de
gordel samen met de verankerin-
gen, bevestigingspunten en de
gordelspanners worden vervan-
gen. De gordel kan verzwakt zijn,
ook als de schade niet zichtbaar
is.
fig. 56
L0B0190b
Voor maximale veilig-
heid moet u de rugleuning
rechtop zetten, tegen de
leuning aan gaan zitten en de
gordel goed laten aansluiten op
borst en bekken.
Draag altijd veiligheidsgordels,
zowel voor als achterin de auto!
Rijden zonder veiligheidsgordels
vergroot het risico op ernstig let-
sel of dodelijke afloop bij een
ongeval.
Page 57 of 246

53
DASHBOARD (fig. 69)
1)Uitstroomopeningen zijkant
2)Linker hendel: bediening buitenverlichting
3)Claxon
4)Instrumentenpaneel: display kilometerteller en
controle-/waarschuwingslampjes
5)Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achter-
ruitwisser en tripcomputer
6)Versnellingspook
7)Uitstroomopeningen zijkant
8)Snelheidsmeter
9)Display CONNECT Nav+ telematica-infosysteem
10)Toerenteller
11)Digitaal display: brandstofmeter met waarschu-
wingslampje brandstofreserve en koelvloeistoftem-
peratuurmeter met waarschuwingslampje voor te
hoge koelvloeistoftemperatuur
12)Display CONNECT Nav+ telematica-infosysteem
13)Bedieningsknoppen automatische airconditioning14)Airbag passagierszijde
15)Dashboardkastje
16)Drukknop waarschuwingsknipperlichten
17)Joystick CONNECT Nav+ telematica infosysteem
18)Asbak
19)Middenconsole
20)Asbak en opbergvak
21)Start- en contactslot
22)Bedieningshendel autoradio
23)Documentenvak
24)Airbag bestuurderszijde
25)Bedieningshendel cruise-control
26)Hoogteafstelling koplampen (behalve uitvoeringen
met xenonlampen)
27)In-/uitschakeling ESP-systeem.
Page 63 of 246

59
CONFIGURATIEPROCEDURE
Als de auto onder zeer zware
bedrijfsomstandigheden wordt
gebruikt, dan raden wij u aan om
het systeem opnieuw in te stellen
zodat de periode tussen de onder-
houdsbeurten bij benzine-uitvoerin-
gen wordt verminderd van 30.000
tot 20.000 km en bij JTD-uitvoerin-
gen van 20.000 tot 15.000 km, met
intervallen van 15.000 of 10.000
km.
Ga voor het opnieuw instellen van
de kilometerstanden als volgt te
werk:
– draai de contactsleutel in stand
M;
– druk op knopje Cen houd het
knopje ingedrukt; op de onder-
houdsmeter knippert het aantal nog
af te leggen kilometers tot de volgen-
de onderhoudsbeurt of het aantal
overschreden kilometers.
– laat het knopje los; op de onder-
houdsmeter verschijnt het ingestelde
onderhoudsinterval;– als u het knopje Ctelkens kort
indrukt, kunt u het gewenste onder-
houdsinterval instellen:
30.000/20.000 km(aanbevolen
voor respectievelijk benzine- en
JTD-uitvoeringen bij normaal
gebruik van de auto)
20.000/15.000 km(aanbevolen
voor respectievelijk benzine- en
JTD-uitvoeringen bij gebruik onder
zware omstandigheden)
– als het gewenste onderhoudsin-
terval op het display verschijnt,
moet u knopje Cindrukken en inge-
drukt houden; het gekozen interval
knippert ongeveer 10 seconden en
gaat daarna constant branden;
– laat het knopje los om het inge-
stelde interval op te slaan.O
PNUL ZETTEN
Ga voor het op nul zetten als volgt
te werk:
– draai de contactsleutel in stand
S;
– druk op knopje Cen houd het
knopje ingedrukt;
– draai de contactsleutel in stand
M; de onderhoudsmeter wordt gelei-
delijk op nul gezet tot de waarde =
0;
– laat het knopje Clos; het lampje
Adooft ter bevestiging van het op
nul zetten.
De Lancia-dealer zet de onder-
houdsmeter na iedere controle-
beurt op nul.
Page 64 of 246

60
ACCU WORDT NIET
VOLDOENDE OPGELA-
DEN (rood)
Als er een defect is in het laadcir-
cuit van de dynamo.
Als u de contactsleutel in stand M
draait, gaat het lampje branden.
Direct na het starten van de motor
moet het lampje doven.
Als de motor stationair draait, kan
het voorkomen dat het lampje iets
later dooft.
Als het lampje blijft branden,
wendt u dan tot de Lancia-dealer.
CONNECT Nav+
Het navigatiesysteem is
een hulpmiddel voor de
bestuurder tijdens het rij-
den; het geeft door middel van
gesproken en grafische aanwij-
zingen de optimale route aan om
de vooraf ingestelde bestemming
te bereiken. Bij het uitvoeren van
elke door het navigatiesysteem
aanbevolen handeling ligt de ver-
antwoordelijkheid voor het rij-
den met de auto in het verkeer
volledig bij de bestuurder die ook
de verkeersregels alsmede andere
verkeersvoorschriften in acht
moet nemen. De verantwoorde-
lijkheid voor de verkeersveilig-
heid ligt altijd en overal bij de
bestuurder van de auto. De auto is uitgerust met het CON-
NECT Nav+ telematica-infosysteem,
waarin is opgenomen: een autoradio
met CD-speler, GSM-telefoon, navi-
gatiesysteem en boordcomputer. De
vormgeving en specificaties van het
systeem zijn aangepast aan het inte-
rieur en sluiten aan bij het ontwerp
van het dashboard.
Het systeem heeft een ergonomi-
sche opstelling voor de bestuurder
en de passagier; het bedieningspa-
neel is zo ontworpen dat u het sys-
teem snel en gemakkelijk kunt
bedienen.
Houdt u bij het gebruik van het
systeem strikt aan de instructies
en de bijbehorende waarschu-
wingen voor het gebruik en de
verkeersveiligheid. Deze staan in
het supplement staan dat bij dit
instructieboekje wordt geleverd.
CONTROLE- EN
WAARSCHU-
WINGSLAMPJES
BELANGRIJKAls één van de
lampjes gaat branden, verschijnt op
het display van het CONNECT
Nav+ telematica-infosysteem de
betreffende mededeling en klinken
er één of meer geluidssignalen
(“
GONG”).
De lampjes branden in de volgende
gevallen:
w
Page 68 of 246

64
Als het lampje niet gaat
branden, blijft branden of
als het gaat branden tij-
dens het rijden, zet dan onmid-
dellijk de motor uit en wendt u
tot de Lancia-dealer.Als het lampje na deze 4
seconden gaat knipperen
en het lampje storing air-
bag is gedoofd, betekent dit dat
het lampje zelf defect is. Wendt u
in dat geval zo snel mogelijk tot
de Lancia-dealer.
Het lampje gaat branden als de air-
bag voor aan passagierszijde wordt
uitgeschakeld. STORING AIRBAG (geel)
Als het systeem niet goed
werkt.
Als u de contactsleutel in stand M
draait, gaat het lampje branden. Na
ongeveer 4 seconden moet het lamp-
je doven. AIRBAG VOOR PASSA-
GIERSZIJDE UITGE-
SCHAKELD
(geel)
Als de airbag voor aan passagiers-
zijde is ingeschakeld en u zet de con-
tactsleutel in stand M, dan gaat het
lampje branden. Na ongeveer 4
seconden moet het lampje doven.MISTACHTERLICHTEN
(geel)
Als de mistachterlichten zijn inge-
schakeld.
ESP-systeem (geel)
Als u de contactsleutel in stand M
draait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje
doven.
Als het lampje blijft branden of als
het gaat branden tijdens het rijden,
wendt u dan tot de Lancia-dealer.
Als het lampje knippert tijdens het
rijden, dan geeft dit aan dat het
ESP-systeem werkt.
Het lampje gaat bovendien bran-
den als u het ESP-systeem uitscha-
kelt door de betreffende knop in te
drukken (zie het hoofdstuk ESP-
systeem).
îï4
ñ