reset Lancia Thema 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2011Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 32 of 324

stuit, wordt eerst de bewegings-
richting omgekeerd en schuift
het raam volledig open. Verwij-
der het obstakel en trek nog-
maals aan de schakelaar om het
raam te sluiten.
Tijdens het automatisch sluiten kunnen schokken vanwege een
slecht wegdek de automatische
omkeringsfunctie onverwachts
activeren. Als dat gebeurt, trekt
u de schakelaar licht omhoog tot
aan de eerste klikstand en houdt
u de schakelaar vast om het
raam handmatig te sluiten.WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitge-
schakeld wanneer het raam bijna
gesloten is. Zorg dat alle eventuele
objecten uit de opening zijn verwij-
derd voordat u het raam sluit.
Automatische raambediening
opnieuw instellen
Als de automatische sluitingsfunctie
niet meer werkt, moet de functie mo-
gelijk worden gereset. De automati-
sche sluitingsfunctie opnieuw instel-len: 1. Trek de schakelaar van de ruitbe-
diening helemaal omhoog tot de ruit
helemaal gesloten is en houd de scha-
kelaar dan nog twee seconden langervast.
2. Duw de schakelaar van de ruitbe-
diening helemaal omlaag tot de ruit
helemaal geopend is en houd de scha-
kelaar dan nog twee seconden langervast. Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in
het portierpaneel aan de bestuurders-
zijde kunt u de raambediening van de
achterportieren en de zonwering ach-
ter blokkeren (voor bepaalde versies/
markten). Voor het blokkeren van de
raambedieningen en de zonwering
achter drukt u kort op de raamblok-
keerschakelaar (om deze in de stand
Omlaag te zetten). Voor het inschake-
len van de raambedieningen en de
zonwering achter drukt u kort op de
raamblokkeerschakelaar (om deze in
de stand Omhoog te zetten).
Rijwinddruk
Rijwinddruk kan worden beschreven
als het gevoel van druk op de oren,
vergelijkbaar met het akoestisch ef-
fect van helikoptergeluid. U merkt in
uw auto dit rijwindeffect soms op ter-
wijl de ramen open zijn, of wanneer
het zonnedak (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) geheel of ge-
deeltelijk is geopend. Dit is normaal
en het effect kunt u tenietdoen. Als u
last heeft van rijwinddruk bij ge-
opende achterruiten, open dan zowel
de voor- als achterruiten om het effect
te verminderen. Als u rijwinddruk be-
merkt bij geopend schuifdak, verstelt
u de schuifdakopening om het effect
te verminderen.
Raamblokkeerschakelaar
26
Page 159 of 324

Waarschuwingslampjetransmissietemperatuur Dit lampje geeft aan dat de
temperatuur van de trans-
missievloeistof te warm is.
Dit kan gebeuren bij zwaar
bedrijf zoals het trekken van een aan-
hanger. Als dit lampje aan gaat, moet
u de auto op een veilige manier zo snel
mogelijk aan de kant zetten. Schakel
de versnellingsbak vervolgens in
PARK en laat de motor stationair of
met een hoger toerental draaien tot
het lichtje uitgaat.LET OP!
Als u door blijft rijden terwijl het
waarschuwingslampje van de trans-
missietemperatuur brandt, kan de
versnellingsbak ernstig beschadigd
of defect raken.
WAARSCHUWING!
Als u door blijft rijden terwijl het
waarschuwingslampje van de trans-
missietemperatuur brandt, kan on-
der bepaalde omstandigheden de
vloeistof overkoken, in aanraking
komen met de hete motor- of uitlaat-
onderdelen en brand veroorzaken.
Storing elektrische stuurbekrachtiging Dit waarschuwingslampje
licht op wanneer de elektri-
sche stuurbekrachtiging
niet werkt en onderhoud
nodig heeft.
OLIEVERVERSING VEREIST
Uw voertuig is uitgerust met een
oliebeurt-indicatielampje. Indien
aanwezig knippert het bericht "Olie
verversen" op het EVIC-scherm ge-
durende 10 seconden na één geluids-
ignaal om de volgende oliebeurt aan
te geven. Het indicatielampje voor
oliebeurten is gebaseerd op de belas-
ting van de motor, wat betekent dat de periodieke oliebeurten afhankelijk
zijn van uw persoonlijke rijstijl.
Als dit bericht niet wordt gereset, ver-
schijnt het iedere keer dat u de con-
tactschakelaar in de stand ON/RUN
zet. Om het bericht tijdelijk uit te
schakelen, drukt u de knop BACK
(terug) kort in. Raadpleeg uw Lancia
dealer om het olieverversingsindica-
tielampje te resetten.
BERICHTEN ROETFILTER
DIESELMOTOR (DPF)
Uitlaatsysteem — regeneratie nu
vereist. In omstandigheden waarbij
alleen zeer korte ritten met lage
snelheid worden gemaakt, of ritten
waarbij alleen met lage snelheid
wordt gereden, bereiken de motor
en het uitlaatgasnabehandelings-
systeem nooit de vereiste omstan-
digheden om de opgevangen roet-
deeltjes te verwijderen. Als dit zich
voordoet, verschijnt het bericht
"Exhaust System Regeneration Re-
quired Now" (regeneratie van het
uitlaatsysteem nu vereist) in het
EVIC. Door met uw voertuig op
snelweg te rijden gedurende ten-
153
Page 160 of 324

minste 30 minuten verhelpt u het
probleem in het roetfiltersysteem
doordat de opgevangen roetdeeltjes
nu worden verwijderd, zodat de
normale bedrijfsstand van het sys-
teem wordt hersteld.
Exhaust Service Required (uitlaat- onderhoud vereist) — ga langs bij
de dealer. De motor wordt gelimi-
teerd om permanente schade aan
het nabehandelingssysteem te voor-
komen. Als deze omstandigheid
zich voordoet, moet u uw voertuig
voor onderhoud naar uw plaatse-
lijke erkende dealer brengen.
BRANDSTOFVERBRUIK
Druk kort op de toets Omhoog of Om-
laag totdat "Fuel Economy" (brand-
stofverbruik) oplicht. Druk op de
toets SELECT zodat op het volgende
scherm het volgende verschijnt:
Average Fuel Economy (Staafdia- gram gemiddeld brandstofver- bruik)
Distance To Empty (Afstand tot lege tank) (DTE)
Huidig verbruik in liter per 100 km (l/100km) Gemiddeld brandstofverbruik /
ECO-modus brandstofbesparing
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Geeft het gemiddelde brandstofver-
bruik weer sinds de laatste reset.
Wanneer het brandstofverbruik op-
nieuw wordt ingesteld, worden op het
scherm gedurende twee seconden RE-
SET of streepjes weergegeven. De his-
torische gegevens worden dan gewist
en het nieuwe gemiddelde wordt be-
rekend op basis van het laatste gemid-
delde brandstofverbruik van voor de
reset.
Druk op de toets SELECT om het
gemiddelde brandstofverbruik terug
te stellen. Druk op de toets BACK om
terug te gaan naar het hoofdmenu. In het onderste gedeelte van het
EVIC-scherm bevindt zich het picto-
gram ECO. Dit pictogram verschijnt
wanneer het Multi-
Displacementsysteem (MDS) (voor
bepaalde versies/markten) de motor
op vier cilinders laat rijden, of wan-
neer u zuinig rijdt.
Met deze functie kunt u controleren of
u zuinig rijdt. U kunt het ook gebrui-
ken om de rijstijl aan te passen zodat
u zuiniger gaat rijden.
Distance To Empty (Afstand tot
lege tank) (DTE)
Geeft de geschatte afstand weer die
nog kan worden afgelegd met de
brandstof die in de tank aanwezig is.
Deze geschatte afstand wordt bepaald
door een gewogen gemiddelde van het
onmiddellijke en gemiddelde brand-
stofgebruik volgens het huidige tank-
peil. DTE kan niet opnieuw worden
ingesteld met de toets SELECTEER. OPMERKING:
Aanmerkelijke veranderingen in
de rijstijl of de belading van de
auto zullen een groot effect hebben
Brandstofverbruik
154
Page 162 of 324

RITINFORMATIE
Druk kort op de toets Omhoog of Om-
laag tot "Vehicle Speed" (voertuig-
snelheid) wordt verlicht op het EVIC.
Druk kort op de toets SELECT om de
volgende drie ritfuncties te tonen in
het volgende scherm:
Trip A (Rit A)
Trip B (Rit B)
Elapsed Time (Verstreken tijd)
Druk op de toetsen Omhoog/Omlaag
om door alle functies van de tripcom-
puter te lopen of druk op de toets
BACK om terug te keren naar hethoofdmenu.
De modus Tripfuncties toont de vol-
gende informatie:
Trip A (Rit A)
Toont de totale afstand voor Trip A
die werd afgelegd sinds de laatste re-set.
Trip B (Rit B)
Toont de totale afstand voor Trip B die
werd afgelegd sinds de laatste reset.Elapsed Time (Verstreken tijd)
Geeft de totale reistijd aan die is ver-
streken sinds de laatste reset. De ver-
streken tijd wordt aangepast wanneer
het contactslot in de stand ON of
START staat.
Functie terugstellen informatie
Rit A
Om een van deze drie ritinformatie-
functies terug te stellen, selecteert u
de functie die u wilt terugstellen met
de toets Omhoog of Omlaag. Druk op
de toets SELECT totdat de functie nul
weergeeft.
BANDENSPANNING
Druk kort op de toets Omhoog of Om-
laag tot "Tire BAR" (bandenspan-
ning) wordt verlicht op het EVIC.
Druk kort op de toets SELECT en één
van de volgende berichten verschijnt:
Als de spanning van alle banden
goed is, wordt een voertuigpicto-
gram getoond waarin op elke hoek
de bandenspanning wordt aange-geven. Als één of meer banden een te lage
spanning hebben, verschijnt "Tire
Pressure LOW" (bandenspanning
te laag) met het voertuigpictogram
waarin op elke hoek de banden-
spanning wordt aangegeven.
Als het bandenspanningssysteem onderhoud nodig heeft verschijnt
het bericht "Service Tire PressureSystem".
De bandenspanningsfunctie geeft al-
leen informatie en kan niet worden
teruggesteld. Druk kort de toets
BACK in om terug te gaan naar hethoofdmenu.
VOERTUIGINFORMATIE
(INFORMATIEFUNCTIES
VOOR DE KLANT)
Druk kort op de toets Omhoog of Om-
laag tot "Vehicle Info" (voertuiginfor-
matie) wordt verlicht op het EVIC.
Druk kort op de toets SELECT zodat
de koelvloeistoftemperatuur wordt
getoond. Druk op de toets Omhoog of
Omlaag om door de volgende infor-
matieschermen te bladeren.
156
Page 199 of 324

Noodloopmodus van de transmissie
De werking van de transmissie wordt
elektronisch gecontroleerd op abnor-
male situaties. Als een situatie wordt
gedetecteerd die schade aan de trans-
missie kan veroorzaken, wordt de
noodloopmodus van de transmissie
geactiveerd. In deze stand kan de ver-
snellingsbak alleen in bepaalde ver-
snellingen werken, of schakelt hele-
maal niet over. De werking vanuit het
voertuig wordt sterk beperkt en de
motor kan afslaan. In sommige situa-
ties schakelt de versnellingsbak niet
meer in als de motor wordt afgezet en
opnieuw wordt gestart. Het storings-
lampje is mogelijk aan. Een bericht op
het instrumentenpaneel informeert de
bestuurder over de ernstigere situaties
en geeft aan welke acties eventueel
ondernomen moeten worden.
In het geval van een kortstondig pro-
bleem kan de transmissie weer wor-
den ingesteld om alle voorwaartse
versnellingen terug te krijgen als de
volgende stappen worden uitgevoerd.OPMERKING:
Als het bericht op het instrumen-
tenpaneel aangeeft dat de versnel-
lingsbak eventueel niet inschakelt
nadat de motor is afgezet, mag u de
volgende procedure alleen uitvoe-
ren op een voorkeurslocatie (bij
voorkeur bij uw erkende dealer).
1. Stop de auto.
2. Zet de versnellingsbak indien mo-
gelijk in PARK.
3. Zet de motor af
4. Wacht ongeveer 30 seconden.
5. Start de motor opnieuw.
6. Schakel naar de gewenste versnel-
ling. Als het probleem is verholpen,
hervat de transmissie de normale wer-king. OPMERKING:
Ook al kan de transmissie worden
gereset, we raden u toch aan zo
spoedig mogelijk naar uw erkende
dealer te gaan. Uw erkende dealer
kan met diagnoseapparatuur be-
palen of het probleem zich nog-
maals kan voordoen.Als geen reset van de transmissie mo-
gelijk is, is onderhoud door de er-
kende dealer vereist. VIJFTRAPS
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK – 3,0LDIESELMOTOR
De indicator voor de standen van de
versnellingspook (op het instrumen-
tenpaneel) geeft de versnellingen aan.
U moet het rempedaal intrappen om
de versnellingspook uit de stand
PARK te zetten (raadpleeg “Rem-/
schakelblokkering (BTSI)” in dit
hoofdstuk). Om te gaan rijden dient u
de versnellingspook vanuit de stand
PARK of NEUTRAL in de stand
DRIVE te zetten.
De elektronisch geregelde versnel-
lingsbak zorgt voor een nauwkeurig
schakelpatroon. Het elektronisch sys-
teem van de versnellingsbak is zelf-
kalibrerend; vandaar dat de eerste
schakelingen bij een nieuwe auto in
het begin wat abrupt kunnen zijn. Dat
is echter normaal. Het nauwkeurige
193
Page 203 of 324

DRIVE
Deze stand is bedoeld voor rijden in de
stad en op de grote weg. In deze stand
schakelt de versnellingsbak zeer soe-
pel en rijdt u het zuinigst. De trans-
missie schakelt automatisch op via de
eerste underdrive-versnelling, tweede
en derde versnelling, vierde prise-
directe-versnelling en de vijfde
overdrive-versnelling. De stand
DRIVE zorgt voor optimale rijeigen-
schappen onder alle normale omstan-digheden.
Bij veel schakelen (zoals wanneer de
auto zwaar beladen is, op heuvelach-
tig terrein, rijden met krachtige te-
genwind of als een zware aanhangwa-
gen wordt getrokken), moet u de
stand "AutoStick®" (raadpleeg
"AutoStick®" in dit hoofdstuk) ge-
bruiken om een lagere versnelling te
kiezen. Onder deze omstandigheden
presteert de auto beter in een lagere
versnelling en wordt de levensduur
van de transmissie verlengd omdat
het schakelen wordt beperkt en zich
minder hitte ontwikkelt.Noodloopmodus van detransmissie
De werking van de transmissie wordt
elektronisch gecontroleerd op abnor-
male situaties. Als een situatie wordt
gedetecteerd die schade aan de trans-
missie kan veroorzaken, wordt de
noodloopmodus van de transmissie
geactiveerd. In deze stand blijft de
transmissie in de huidige versnelling
totdat het voertuig tot stilstand is ge-
bracht. Nadat het voertuig tot stil-
stand is gebracht, blijft de transmissie
in de tweede versnelling, ongeacht
welke vooruitversnelling is gekozen.
PARK, REVERSE en NEUTRAAL
blijven wel werken. Het storings-
lampje is mogelijk aan. Dankzij de
noodloopmodus kan de auto voor re-
paratie naar een erkende dealer wor-
den gereden zonder dat de transmissie
beschadigd raakt.
In het geval van een kortstondig pro-
bleem kan de transmissie weer wor-
den ingesteld om alle voorwaartse
versnellingen terug te krijgen als de
volgende stappen worden uitgevoerd.
1. Stop de auto.2. Zet de transmissie in de stand
PARK.
3. Zet de motor af
4. Wacht ongeveer 10 seconden.
5. Start de motor opnieuw.
6. Schakel naar de gewenste versnel-
ling. Als het probleem is verholpen,
hervat de transmissie de normale wer-king. OPMERKING:
Ook al kan de transmissie worden
gereset, we raden u toch aan zo
spoedig mogelijk naar uw erkende
dealer te gaan. Uw erkende dealer
kan met diagnoseapparatuur be-
palen of het probleem zich nog-
maals kan voordoen.
Als geen reset van de transmissie mo-
gelijk is, is onderhoud door de er-
kende dealer vereist.
Werking van de overdrive
De automatische transmissie is voor-
zien van een elektronisch geregelde
overdrive (vijfde versnelling). De
transmissie schakelt automatisch
197