steering Lancia Thema 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2011Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 103 of 324

eerder uitgeschakeld of helemaal niet
ingeschakeld als het stuurwiel al
warm is.
U kunt de stuurwielverwarming in-
en uitschakelen met het Uconnect
Touch™ systeem.
Kies de schermtoets "Controls" en
kies vervolgens de schermtoets "Hea-
ted Steering Wheel" om de stuurwiel-
verwarming in te schakelen. Druk
nogmaals op de schermtoets "Heated
Steering Wheel" om de stuurwielver-
warming uit te schakelen.OPMERKING:
De stuurwielverwarming werkt al-
leen als de motor draait.
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huid
kunnen voelen als gevolg van ou-
derdom, chronische ziekte, diabe-
tes, rugletsel, medicatie, alcohol-
gebruik, uitputting of een andere
lichamelijke conditie, moeten
voorzichtig zijn bij het gebruik
van de stuurwielverwarming.
Deze kan zelfs bij lage temperatu-
ren brandwonden veroorzaken,
met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Breng niets op het stuurwiel aan
dat warmte isoleert zoals een de-
ken, een stuurwielhoes of enig an-
der materiaal. Hierdoor kan de
stuurwielverwarming oververhitraken.
VERSTELBARE
PEDALEN (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Het systeem met verstelbare pedalen
maakt een betere combinatie van
stuurwielstand en stoelpositie moge-
lijk. Met deze functie kunnen de rem-,
gas- en koppelingspedalen (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) naar
de bestuurder toe of verder van de
bestuurder af worden geplaatst zodat
een betere positie ten opzichte van het
stuurwiel wordt verkregen.
Schermtoetsbediening
Schermtoets stuurwielverwarming
97
Page 169 of 324

de pijl naar links om naar het vorige
menu terug te keren.
Koplampen met ruitenwissers(voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Wanneer deze functie geselecteerd is
en de koplampschakelaar in de stand
AUTO staat, schakelen de koplampen
in ca. 10 seconden nadat de ruiten-
wissers zijn ingeschakeld. Als de kop-
lampen zijn ingeschakeld door middel
van deze functie, worden ze ook uit-
geschakeld wanneer de ruitenwissers
worden uitgeschakeld. Druk om uw
keuze te maken op de schermtoets
Headlights with Wipers (koplampen
met ruitenwissers) tot een vinkje
naast de instelling verschijnt, dat aan-
geeft dat de instelling is geselecteerd.
Druk op de schermtoets met de pijl
naar links om naar het vorige menu
terug te keren. Grootlicht automatisch dimmen
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u deze functie selecteert, zal
het grootlicht onder bepaalde om-
standigheden automatisch uitgescha-
keld worden. Druk om uw keuze te
maken op de schermtoets Auto High
Beams (automatisch grootlicht) tot
een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling
is geselecteerd. Druk op de scherm-
toets met de pijl naar links om naar
het vorige menu terug te keren. Raad-
pleeg "Verlichting/
SmartBeam™(voor bepaalde
uitvoeringen/markten) in "De func-
ties van uw voertuig" voor meer infor-matie.
Dagverlichting (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
worden bij draaiende motor de kop-
lampen ingeschakeld. Druk om uw
keuze te maken op de schermtoets
Daytime Running Lights (dagverlich-
ting) tot een vinkje naast de instelling
verschijnt, dat aangeeft dat de instel-
ling is geselecteerd. Druk op de schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Bochtverlichting (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
gaan de koplampen branden afhan-
kelijk van de richtingsverandering
door het stuurwiel. Druk om uw keuze
te maken op de schermtoets Steering
Directed Lights (bochtverlichting) tot
een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling
is geselecteerd. Druk op de scherm-
toets met de pijl naar links om naar
het vorige menu terug te keren.
Doors & Locks (portieren en sloten)
Nadat u op de schermtoets Doors &
Locks hebt gedrukt, zijn de volgende
instellingen mogelijk.
163
Page 207 of 324

WAARSCHUWING!
Rijden door stilstaand water be-perkt het tractievermogen van het
voertuig. Rij niet sneller dan met
een snelheid van 8 km/u door stil-
staand water.
Rijden door stilstaand water be-
perkt het remvermogen van het
voertuig waardoor de remweg
langer wordt. Daarom dient u na-
dat u door stilstaand water heeft
gereden, langzaam te rijden en en-
kele malen het rempedaal lichtjes
in te drukken om de remmen te
drogen.
Als er water in de motor komt,
kan dit onmiddellijke panne tot
gevolg hebben waardoor u niet
meer verder kunt.
Als geen gehoor wordt gegeven
aan deze waarschuwingen, kan
dit ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben voor u, de inzitten-
den en anderen in uw omgeving.
STUURBEKRACHTIGING
Uw voertuig is voorzien van een elek-
trohydraulisch stuurbekrachtigings-
systeem waardoor het voertuig vlot reageert op uw stuuracties en gemak-
kelijk manoeuvreerbaar is als er wei-
nig ruimte is. De hoeveelheid hulp van
het systeem varieert, zodat u licht
kunt inparkeren, maar tijdens nor-
maal rijden ook een goed gevoel houdt
over het stuurgedrag van uw voertuig.
Wanneer zich in het elektrohydrauli-
sche stuurbekrachtigingssysteem een
probleem voordoet waardoor het sys-
teem geen assistentie meer kan verle-
nen bij het sturen, zal het systeem een
mechanische besturing mogelijk ma-ken.
LET OP!
Bij extreme stuurmanoeuvres is het
mogelijk dat de pomp de stuurbe-
krachtiging reduceert of zelfs stopt
om zo beschadiging van het systeem
te voorkomen. Normaal bedrijf
wordt weer voortgezet wanneer het
systeem is afgekoeld.
Wanneer de melding "SER-
VICE POWER STEERING
SYSTEM" (onderhoudstuurbekrachtigingssys-
teem) op het EVIC-scherm verschijnt
met een knipperend pictogram, geeft dit aan dat het voertuig onderhoud
nodig heeft van een erkende dealer.
Het is mogelijk dat de stuurbekrach-
tiging van het voertuig is uitgevallen.
Voor meer informatie raadpleegt u het
"Elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC)" in "De functies op uw
dashboard".
Wordt de melding "POWER STEE-
RING SYSTEM OVER TEMP"
(stuurbekrachtigingsysteem overver-
hit) vergezeld van een pictogram
weergegeven op het EVIC-scherm,
dan duidt dit aan dat zich extreme
stuurmanoeuvres hebben voorge-
daan, die een oververhitting van het
stuurbekrachtigingsysteem hebben
veroorzaakt. De assistentie van de
stuurbekrachtiging zal tijdelijk weg-
vallen totdat de oververhittingstoe-
stand niet meer bestaat. Wanneer de
rijomstandigheden dit toestaan, par-
keert u het voertuig en laat u deze
gedurende een aantal momenten stil
staan totdat het lampje dooft. Voor
meer informatie raadpleegt u het
"Elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC)" in "De functies op uw
dashboard".
201