sensor Lancia Thema 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2012Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 223 of 324

nooit hoger zijn dan de maximum-
spanning die op de zijkant van de
band staat vermeld. Raadpleeg "Ban-
den – Algemene informatie" in "Star-
ten en rijden" voor informatie over
hoe de banden correct op spanning
moeten worden gebracht. De banden-
spanning neemt ook toe als het voer-
tuig rijdt – dat is normaal en er is geen
aanpassing vereist voor deze toegeno-
men spanning.
Het TPM-systeem waarschuwt de be-
stuurder voor lage bandenspanning
als de bandenspanning om welke re-
den dan ook onder de waarschu-
wingsgrens daalt, inclusief de gevol-
gen van lage temperaturen en
natuurlijk spanningsverlies van deband.
Het TPM-systeem blijft de bestuurder
waarschuwen zolang er niets aan de
lage spanning gedaan wordt, en scha-
kelt pas uit als de bandenspanning
gelijk is aan of hoger is dan de aanbe-
volen waarden in de bandenspan-
ningstabel. Zodra het waarschu-
wingslampje voor lage
bandenspanning gaat branden, dient
u de betreffende band(en) op te pom-pen tot de waarde die in de banden-
spanningstabel vermeld staat. Als dat
is gebeurd, gaat het TPM-
verklikkerlampje uit. Het systeem
wordt automatisch bijgewerkt en het
TPM-verklikkerlampje gaat uit zodra
het systeem de juiste bandenspanning
registreert. Het is mogelijk dat u eerst
ongeveer 20 minuten met een snel-
heid boven de 24 km/u moet rijden,
voordat het TPMS-systeem deze in-
formatie ontvangt.
Op het etiket in uw voertuig staat
bijvoorbeeld een aanbevolen koude
(minimaal drie uur stilstand) banden-
spanning van 2,07 BAR. Als de omge-
vingstemperatuur 20 °C is en de ge-
meten bandenspanning is 1,86 bar,
neemt de bandenspanning bij een
temperatuurdaling tot -7 °C af tot
ongeveer 1,58 bar. Deze bandenspan-
ning is laag genoeg om het TPM-
verklikkerlampje te laten branden.
Tijdens het rijden kan de banden-
spanning toenemen tot ongeveer 1,86
BAR, maar het TPM-
waarschuwingslampje is nog steeds
AAN. In deze situatie dooft het TPM-
verklikkerlampje pas als de banden
op de aanbevolen spanning zijn ge-
bracht (koud).
LET OP!
Het TPM-systeem is geoptimali-
seerd voor de standaard geleverde
banden en wielen. TPMS-druk en
-waarschuwing zijn ingesteld op
de bandenmaat waarmee uw auto
is uitgerust. Het gebruik van ver-
vangingsonderdelen van een af-
wijkend formaat of type kan lei-
den tot een onjuiste
systeemwerking of sensorschade.
Wielen van andere makelij kun-
nen schade aan de sensors veroor-
zaken. Gebruik geen bandenaf-
dichtingsmiddelen of
balansgewichtjes die u later koopt
als het voertuig is uitgerust met
een TPMS omdat dit schade aan
de sensors kan veroorzaken.
(Vervolgd)
217
Page 224 of 324

LET OP!(Vervolgd)
Plaats na het controleren of aan-
passen van de bandenspanning
altijd de ventieldop terug. Hier-
door voorkomt u dat de TPM-
sensor beschadigd raakt door bin-
nendringend vocht of vuil in hetventiel.
OPMERKING:
Het TPM-systeem is niet be- doeld als vervanging voor nor-
maal onderhoud en waarschuwt
niet bij andere problemen met
de band.
Het TPM-systeem mag niet wor- den gebruikt als bandenspan-
ningsmeter bij het aanpassen
van de bandenspanning.
Als u met een ruim onvoldoende opgepompte band rijdt, raakt de
band oververhit en kan een
klapband optreden. Een te lage
bandenspanning verhoogt ook
het brandstofverbruik, vermin-
dert de levensduur van de band
en kan het rij- en remgedrag van
de auto nadelig beïnvloeden. Het TPM-systeem is geen ver-
vanging voor het juiste banden-
onderhoud en de bestuurder is
ervoor verantwoordelijk om de
juiste bandenspanning te hand-
haven met gebruik van een
nauwkeurige bandenspan-
ningsmeter, zelfs wanneer de
bandenspanning nog niet laag
genoeg is om het TPM-
verklikkerlampje te activeren.
Het TPMS registreert altijd de werkelijke bandenspanning,
ook als die spanning onder in-
vloed van de verschillen in sei-
zoenstemperatuur verandert.
PREMIUMSYSTEEM
Het bandenspanningscontrolesys-
teem (TPMS) maakt gebruik van
draadloze technologie met op de velg
gemonteerde elektronische sensors
die het spanningsniveau meten. De
sensoren, die bij het ventiel op de vel-
gen zijn gemonteerd, sturen informa-
tie over de bandenspanning naar deontvangstmodule. OPMERKING:
Het is uiterst belangrijk dat u de
spanning van alle banden van de
auto maandelijks controleert en
de banden zonodig op de juiste
spanning brengt.
De TPMS bestaat uit de volgende on-
derdelen:
Ontvangstmodule
vier TPM-sensoren,
verschillende TPMS-berichten die
verschijnen op het Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)en
TPM-lampje.
Waarschuwing voor lage
spanning van hetbandenspanningscontrolesysteem Als de spanning in een of meer
van de gebruikte wegbanden te
laag is, gaat het TPM-
verklikkerlampje voor lage banden-
spanning in het instrumentenpaneel
branden en klinkt er een geluidssig-
naal. Daarnaast verschijnt in het
EVIC het bericht "LOW TIRE" en
een grafiek waarop de bandenspan-218
Page 225 of 324

ning van elke band wordt getoond en
een eventuele lage bandenspanningknippert.
Als dit gebeurt, dient u direct te stop-
pen en de banden met te lage span-
ning (knipperend op het EVIC-
scherm) op de spanning te brengen
die in de bandenspanningstabel staat
vermeld. Het systeem wordt automa-
tisch bijgewerkt, de spanningswaarde
op het EVIC-scherm houdt op met
knipperen en het TPM-
verklikkerlampje gaat uit, zodra het
systeem de juiste bandenspanning re-
gistreert. Het is mogelijk dat u eerst
ongeveer 20 minuten met een snel-
heid boven de 24 km/u moet rijden,
voordat het TPMS-systeem deze in-
formatie ontvangt.
Waarschuwing onderhoud TPMS
Als er een systeemfout wordt ontdekt,
knippert het TPM-lampje gedurende
75 seconden en blijft vervolgens con-
tinu branden. Bij een systeemfout
gaat er ook een geluidssignaal af. Ver-
der verschijnt er op het EVIC 3 secon-
den lang het bericht "SERVICE TPM
SYSTEM" (TPM-SYSTEEM CON-
TROLEREN) en daarna worden erstreepjes (- -) weergegeven in plaats
van de bandenspanning om aan te
geven welke sensor niet meer werkt.
Als de contactschakelaar wordt uitge-
zet en vervolgens weer aangezet, zal
deze volgorde worden herhaald indien
de systeemfout zich nog steeds voor-
doet. Als de storing in het systeem is
opgeheven, stopt het TPM-
verklikkerlampje met knipperen, ver-
dwijnt het bericht "SERVICE TPM
SYSTEM" (TPM-systeem controle-
ren) en verschijnt er een spannings-
waarde in plaats van de streepjes.
Systeemfouten kunnen optreden door
de volgende oorzaken:
1. Signaalstoring door elektronische
apparatuur of als men langs installa-
ties rijdt die dezelfde radiofrequenties
gebruiken als de TPM-sensoren.
2. Kleuring van de autoramen met
stoffen die radiosignalen kunnen
blokkeren.
3. Veel sneeuw of ijs aan de wielen of
de wielkasten.
4. Het gebruik van sneeuwkettingen
op het voertuig.
5. Gebruik van wielen/banden die
niet zijn uitgerust met TPM-sensoren.
Op de EVIC verschijnt ook het bericht
"SERVICE TPM SYSTEM" gedu-
rende minimaal vijf seconden wan-
neer een sensor zich op de onjuiste
plaats bevindt. In een dergelijk geval
verschijnt het bericht "SERVICE
TPM SYSTEM" gevolgd door een
grafiek met de bandenspanningen.
Dit duidt erop dat de bandenspannin-
gen nog steeds van de TPM sensoren
worden ontvangen, maar dat deze
zich mogelijk niet op de juiste plaats
bevinden. Het systeem behoeft echter
nog steeds onderhoud zolang de mel-
ding "SERVICE TPM SYSTEM" (on-
derhoud TPM-systeem) wordt weer-gegeven.
Auto's met een thuiskomer
1. De thuiskomer heeft geen TPM-
sensor. Het TPM-systeem registreert
de spanning van de thuiskomer dan
ook niet.
2. Indien u de thuiskomer aanbrengt
in plaats van een band met een span-
ning onder de waarschuwingsgrens,
blijft het TPM-verklikkerlampje
219
Page 226 of 324

branden en klinkt er een geluidssig-
naal de volgende keer dat u de auto
start. Daarnaast zal de grafische voor-
stelling in het EVIC een knipperende
spanningswaarde blijven tonen.
3. Nadat de auto maximaal 20 minu-
ten met een snelheid van meer dan
24 km/u heeft gereden, gaat het waar-
schuwingslampje voor lage banden-
spanning gedurende 75 seconden
knipperen en daarna aanhoudend
branden. Verder verschijnt er op het
EVIC 3 seconden lang het bericht
"SERVICE TPM SYSTEM" (TPM-
SYSTEEM CONTROLEREN) en
daarna worden er streepjes (- -) weer-
gegeven in plaats van de bandenspan-ning.
4. Telkens wanneer het contact wordt
aangezet klinkt het geluidssignaal,
knippert de controlelamp banden-
spanning gedurende 75 seconden en
blijft daarna branden, op het EVIC
wordt het bericht "SERVICE TPM
SYSTEM" (TPM-systeem controle-
ren) gedurende minimaal vijf secon-
den weergegeven en vervolgens wor-
den streepjes (- -) in plaats van de
bandenspanning weergegeven.5. Zodra de oorspronkelijke weg-
band is gerepareerd of vervangen en
op de auto wordt gemonteerd in
plaats van de thuiskomer, wordt het
TPMS automatisch bijgewerkt. Ver-
der gaat het TPM-verklikkerlampje
uit en geeft de grafiek op het EVIC de
nieuwe spanningswaarde weer in
plaats van de streepjes (- -), tenzij de
spanning in een van de vier wegban-
den onder de waarschuwingsgrens
valt. Het is mogelijk dat u eerst onge-
veer 20 minuten met een snelheid bo-
ven de 24 km/u moet rijden, voordat
het TPMS-systeem deze informatieontvangt.
TPMS BUITEN WERKING STELLEN
Het TPMS kan buiten werking wor-
den gesteld als alle vier de wielen met
banden worden vervangen door wie-
len met banden die geen TPMS-
sensoren hebben, bijvoorbeeld wan-
neer winterbanden op de auto worden
gezet. Om het TPMS buiten werking
te stellen, moeten eerst alle vier wielen
met banden worden vervangen door
banden die niet voorzien zijn van ban-
denspanningssensoren (TPM-sensoren). Rij daarna minstens 20 mi-
nuten met een snelheid van meer dan
24 km/u. Het TPM-systeem geeft een
geluidssignaal, het TPM-
verklikkerlampje knippert gedurende
75 seconden en brandt daarna con-
tinu en het Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC) geeft de
melding "SERVICE TPM SYSTEM"
(onderhoud TPM-systeem) weer en
vervolgens liggende streepjes (--) in
plaats van de spanningswaarden. De
eerstvolgende keer dat het contact
wordt ingeschakeld, zal het TPMS
geen geluidssignaal meer laten horen
en geen melding "SERVICE TPM
SYSTEM" meer tonen in het EVIC.
De liggende streepjes (--) blijven ech-
ter de plaats innemen van de span-
ningswaarden.
Om het TPMS weer in werking te
stellen, moeten alle vier banden met
wielen weer vervangen worden door
banden die voorzien zijn van TPM-
sensoren. Rij daarna tot 20 minuten
met een snelheid van meer dan
24 km/u. Het TPM-systeem geeft een
geluidssignaal, het "TPM-
waarschuwingslampje" knippert ge-
220
Page 291 of 324

Locatie Patroonzekering Minizekering Omschrijving
10 30 A roze — Bestuurdersportier
11 30 A roze — Passagiersportier
12 — 20 A geel Sigarettenaanstekers, instrumentenpaneel en aansluitcon-tact achterconsole
15 40 A groen — Verwarmings-/aircoventilator
16 — — Zekering — Reserve
17 — — Zekering — Reserve
18 — — Zekering — Reserve
19 — — Zekering — Reserve
20 — — Zekering — Reserve
21 — — Zekering — Reserve
22 — — Zekering — Reserve
23 — 10 A rood Brandstofklep/diagnosepoort
24 — 15 A blauw Radioscherm
25 — 10 A rood Bewaking bandenspanning
26 — — Zekering — Reserve
27 — 25 amp Blanco Versterker
31 — 25 amp Blanco Elektrisch verstelbare stoelen
32 — 15 A blauw HVAC-module/groep
33 — 15 A blauw Contactschakelaar/draadloze module
34 — 10 A rood Module stuurkolom/klok
35 — 10 A rood Sensor accu
36 — — Zekering — Reserve
37 — 15 A blauw Radio
38 — 20 A geel Aansluitcontact in armsteun
40 — — Zekering — Reserve
41 — — Zekering — Reserve
42 30 A roze — Ontwaseming achter
43 — 25 amp Blanco Verwarmde stoelen achter/stuurwiel
44 — 10 A rood Parkeerhulp/dode hoek/camera
45 — 15 A blauw Groep/achteruitkijkspiegel/kompas
285
Page 292 of 324

Locatie Patroonzekering Minizekering Omschrijving
46 — 10 A rood Adaptieve cruisecontrol
47 — 10 A rood Adaptieve verlichting vóór
48 — 20 A geel Actieve vering
49 — — Zekering — Reserve
50 — — Zekering — Reserve
(51) — 20 A geel Verwarmbare voorstoelen
52 — 10 A rood Verwarmde bekerhouders/schakelaars verwarmde stoelenachter
53 — 10 A rood HVAC-module/binnentemperatuursensor
54 — — Zekering — Reserve
55 — — Zekering — Reserve
56 — — Zekering — Reserve
57 — — Zekering — Reserve
58 — 10 A rood Airbagmodule
59 — — Zekering — Reserve
60 — — Zekering — Reserve
61 — — Zekering — Reserve
62 — — Zekering — Reserve
63 — — Zekering — Reserve
64 — 25 amp Blanco Achterruiten
65 — 10 A rood Airbagmodule
66 — — Zekering — Reserve
67 — 15 A blauw Run Sense
68 — 15 A blauw Verlichting/zonwering achter
69 — — Zekering — Reserve
70 — — Zekering — Reserve
286