keyless entry Lancia Thema 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2014Pages: 380, PDF Size: 3.73 MB
Page 15 of 380

2
UW AUTO
UW SLEUTELS...........................12
KEYLESS IGNITION NODE (KIN) (Starten zonder sleutel) ...................12
SLEUTELHOUDER ......................12
WAARSCHUWING VOOR INGESCHAKELD CONTACT .............................13
SENTRY KEY® ...........................14
VERVANGENDE SLEUTELS ...............14
SLEUTELS LATEN PROGRAMMEREN .......15
ALGEMENE INFORMATIE ................15
ALARMSYSTEEM .........................15
ALARM OPNIEUW INSCHAKELEN ..........15
ALARM INSCHAKELEN ...................15
ALARM UITSCHAKELEN ..................16
PREMIUM BEVEILIGINGSSYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ...........16
ALARM INSCHAKELEN ...................17
ALARM UITSCHAKELEN ..................17
ALARMSYSTEEM HANDMATIG ANNULEREN . .18
INSTAPVERLICHTING (voor bepaalde uitvoeringen/landen) .......................18
AFSTANDSBEDIENING .....................18
9
Page 20 of 380

LET OP!
Een niet-afgesloten auto is een uit-
nodiging voor dieven. Neem altijd
de sleutelhouder uit de auto, zet de
contactschakelaar in de stand OFF
en sluit alle portieren af wanneer u
de auto zonder toezicht achterlaat.
SENTRY KEY®
De Sentry Key® startonderbreker
voorkomt ongeoorloofd gebruik van
de auto door derden door de motor te
blokkeren. U hoeft het systeem niet te
activeren of in te schakelen. Dit sys-
teem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.
Het systeem maakt gebruik van een
sleutelhouder met een afstandsbedie-
ning, een Keyless Ignition Node (KIN)
en een draadloze ontvanger om onge-
oorloofd gebruik van uw auto te voor-
komen. De auto kan daardoor alleen
bediend en gestart worden met sleu-
telhouders die specifiek voor de des-
betreffende auto zijn geprogram-
meerd.Nadat de contactschakelaar in de
stand ON/RUN is gezet, brandt het
controlelampje van het beveiligings-
systeem gedurende drie seconden
voor een gloeilampcontrole. Als het
lampje na deze controle blijft bran-
den, is sprake van een storing in de
elektronica. De motor wordt dan na
twee seconden uitgeschakeld.
Als het controlelampje van het bevei-
ligingssysteem gaat branden tijdens
normaal gebruik van de auto (nadat
deze langer dan tien seconden heeft
gereden), duidt dat op een storing in
de elektronica. Laat in dat geval de
storing zo snel mogelijk verhelpen
door een erkende dealer.
Alle sleutelhouders die met uw nieuwe
auto zijn meegeleverd zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van
uw auto.
VERVANGENDE SLEUTELS
OPMERKING: De auto kan alleen
bediend en gestart worden met
sleutelhouders die specifiek zijn
geprogrammeerd voor de elektro-
nica van de auto. Nadat een sleu-
telhouder voor een auto is gepro-
grammeerd, kan deze niet voor een
andere auto worden geprogram-
meerd.
LET OP!
Verwijder altijd de sleutelhouders
uit de auto en vergrendel alle por-
tieren wanneer u de auto zonder
toezicht achterlaat.
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-N-Go™, vergeet
dan niet de contactschakelaar in
de stand OFF te zetten.
Het dupliceren van sleutelhouders
mag uitsluitend worden uitgevoerd
door een erkende dealer. Dit houdt in
dat een blanco sleutelhouder wordt
geprogrammeerd voor de elektronica
14
Page 21 of 380

van uw auto. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is
geprogrammeerd.
OPMERKING: Als de Sentry
Key® startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleu-
telhouders van de auto mee te
brengen naar de erkende dealer.
SLEUTELS LATEN
PROGRAMMEREN
Sleutelhouders of afstandsbedienin-
gen kunnen worden geprogrammeerd
door een erkende dealer.
ALGEMENE INFORMATIE
Sentry Key® werkt op een draaggolf-
frequentie van 433,92 MHz. De Sen-
try Key® startonderbreker wordt ge-
bruikt in de volgende Europese
landen waarvoor richtlijn 1999/5/EG
geldt: België, Croatië, Denemarken,
Duitsland, Finland, Frankrijk, Grie-
kenland, Hongarije, Ierland, Italië,
Luxemburg, Nederland, Noorwegen,
Oostenrijk, Polen, Portugal, Roeme-
nië, Rusland, Slovenië, Spanje, Tsje-
chië, het Verenigd Koninkrijk, Zwe-
den en Zwitserland.De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
De apparatuur mag geen schade-
lijke interferentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt.
ALARMSYSTEEM
Het alarmsysteem bewaakt de portie-
ren, de motorkap en de bagageruimte
tegen ongeoorloofd openen en de Start/
Stop-knop van Keyless Enter-N-Go™
tegen onbevoegd gebruik. Als het
alarmsysteem is ingeschakeld, zijn de
schakelaars van de portiersloten en het
kofferdeksel in het interieur uitgescha-
keld. Wanneer het alarm afgaat, geeft
het alarmsysteem de volgende geluids-
en lichtsignalen: de claxon klinkt, de
parkeerlichten en/of richtingaanwij-
zers knipperen en het controlelampje
van het beveiligingssysteem in de in-
strumentengroep knippert.
ALARM OPNIEUW
INSCHAKELEN
Als het alarm afgaat en er geen actie
wordt ondernomen om het alarm te
uit te schakelen, schakelt het alarm-
systeem de claxon na 29 seconden uit.
Na nog eens 31 seconden worden ook
alle lichtsignalen uitgeschakeld,
waarna het alarmsysteem zichzelf
weer activeert.
ALARM INSCHAKELEN
Volg deze stappen om het alarmsys-
teem in te schakelen:
1. Zorg ervoor dat de contactschake-
laar in de stand "OFF" staat. (Raad-
pleeg de paragraaf "Startprocedures"
in het hoofdstuk "Starten en rijden"
voor meer informatie hierover.)
2. Sluit de auto op een van de vol-
gende manieren af:
op LOCK op de schakelaar
voor de centrale portiervergrendeling
in het interieur terwijl de bestuurders-
en/of passagiersportier is geopend.
15
Page 22 of 380

op de vergrendelknop op de
Passive Entry-portiergreep aan de
buitenzijde, terwijl een geldige sleu-
telhouder zich ook aan buitenzijde
bevindt (raadpleeg de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go™" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover).
Druk op vergrendelknop op de af-
standsbediening.
3.
Sluit eventuele geopende portieren.
ALARM UITSCHAKELEN
Het alarmsysteem kan op de volgende
manieren worden uitgeschakeld:
Druk op de ontgrendelknop op deafstandsbediening.
Pak de Passive Entry Unlock- portiergreep vast (raadpleeg de pa-
ragraaf "Keyless Enter-N-Go™" in
het hoofdstuk "Uw auto" voor meer
informatie hierover).
Draai de contactschakelaar uit de stand OFF. Druk hiertoe op de
Start/Stop-knop van Keyless Enter-N-Go™ (hiertoe dient mini-
maal één geldige sleutelhouder in
de auto aanwezig te zijn).
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet wor- den in- of uitgeschakeld via de
slotcilinder van het bestuur-
dersportier of de bagageruimte-
knop op de afstandsbediening.
Als het alarmsysteem is geacti- veerd, kunt u de portieren niet
ontgrendelen met de schake-
laars voor de centrale portier-
vergrendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw
auto te beveiligen, maar er zijn om-
standigheden die een ongewenst
alarm veroorzaken. Als een van de
eerder beschreven procedures voor
het inschakelen van het alarm is uit-
gevoerd, zal het alarmsysteem worden
ingeschakeld, ongeacht of u zich in de
auto bevindt. Wanneer u dan in de
auto blijft zitten en vervolgens een
portier opent, gaat het alarm af. Als
deze situatie zich voordoet, schakel
dan het alarmsysteem uit. Wanneer het alarmsysteem is geacti-
veerd en de accu wordt losgekoppeld,
blijft het alarmsysteem actief nadat
de accu weer is aangesloten; de bui-
tenlampen knipperen en de claxon
geeft een geluidsignaal. Als deze situ-
atie zich voordoet, schakel dan het
alarmsysteem uit.
PREMIUM
BEVEILIGINGSSYSTEEM
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Het Premium beveiligingssysteem be-
waakt de portieren, motorkapver-
grendeling en achterklep van de auto
tegen toegang door onbevoegden en
de contactschakelaar tegen onbe-
voegd gebruik. Het systeem maakt te-
vens gebruik van een inbraaksensor
met dubbele functie en een voertuig-
kantelsensor. De inbraaksensor be-
waakt tegen beweging in het interieur
van de auto. De voertuigkantelsensor
bewaakt de auto tegen kantelbewe-
gingen (wegslepen, wielen verwijde-
ren, veerbootvervoer, enz.).
16
Page 23 of 380

Wanneer het beveiligingssysteem af-
gaat, gaan de koplampen branden,
klinkt het alarm en knipperen de rich-
tingaanwijzers en zijknipperlichten
gedurende 29 seconden. De verlich-
ting blijft vervolgens nog 5 seconden
knipperen. Het systeem herhaalt deze
procedure bij maximaal 8 inbraakpo-
gingen in alle standen (portier open,
beweging, motorkap open, etc.),
voordat het systeem weer moet wor-
den geactiveerd. Aan het einde van
elke activeringsgebeurtenis knippe-
ren de lichten gedurende 26 seconden.
ALARM INSCHAKELEN
Volg deze stappen voor het inschake-
len van het alarmsysteem:
1. Zorg ervoor dat de contactschake-
laar in de stand "OFF" staat. (Raad-
pleeg de paragraaf "Startprocedures"
in het hoofdstuk "Starten en rijden"
voor meer informatie hierover.)
2. Sluit de auto op een van de vol-
gende manieren af:
Druk op LOCK op de schakelaar
voor de centrale portiervergrendelingin het interieur terwijl de bestuurders-
en/of passagiersportier is geopend.
Druk op de vergrendelknop op de
Passive Entry-portiergreep aan de
buitenzijde, terwijl een geldige sleu-
telhouder zich ook aan buitenzijde
bevindt (raadpleeg de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go™" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover).
Druk op vergrendelknop op de af-
standsbediening.
3. Sluit eventuele geopende portie-
ren.
OPMERKING:
Nadat het alarmsysteem is inge-
schakeld, blijft het ingeschakeld
totdat u het uitschakelt door een
van de beschreven uitschakel-
methoden te volgen. Als de elek-
trische voeding wegvalt nadat
het alarmsysteem is ingescha-
keld, moet u het systeem uit-
schakelen nadat de voeding is
hersteld om te voorkomen dat
het alarm afgaat. De ultrasone inbraaksensor (be-
wegingsdetector) bewaakt uw
auto actief elke keer wanneer u
het alarmsysteem inschakelt.
Indien gewenst kan de ultrasone
sensor en de voertuigkantelsen-
sor worden uitgeschakeld wan-
neer het alarmsysteem wordt in-
geschakeld. Om dit te doen,
drukt u drie keer op de vergren-
delknop van de afstandsbedie-
ning binnen 5 seconden nadat
het systeem is ingeschakeld (ter-
wijl het controlelampje van
alarmsysteem snel knippert).ALARM UITSCHAKELEN
Het alarmsysteem kan op de volgende
manieren worden uitgeschakeld:
Druk op de ontgrendelknop op deafstandsbediening.
Pak de Passive Entry Unlock- portiergreep vast, terwijl er zich
ook een sleutelhouder aan de bui-
tenzijde bevindt (raadpleeg
"Keyless Enter-N-Go™" in "Uw
auto" voor meer informatie
hierover).
17
Page 25 of 380

hoeft de afstandsbediening niet op de
auto te richten om het systeem te ac-
tiveren.
OPMERKING: Vanaf een rijsnel-
heid van 8 km/u reageert het sys-
teem op geen enkele knop van geen
enkele afstandsbediening meer.
PORTIEREN
ONTGRENDELEN
Druk eenmaal kort op de ontgrendel-
knop op de afstandsbediening om het
portier aan de bestuurderszijde te
ontgrendelen of druk tweemaal bin-
nen vijf seconden om alle portieren te
ontgrendelen. De richtingaanwijzers
knipperen om aan te geven dat hetontgrendelsignaal is ontvangen. Ook
de instapverlichting wordt ingescha-
keld.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go™" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover.
1st Press of Key Fob Unlocks
(Ontgrendelen door eenmaal te
drukken op de sleutelhouder)
U kunt het afstandsbedieningssys-
teem zodanig programmeren dat na
één keer drukken op de ontgrendel-
knop van de afstandsbediening uit-
sluitend het bestuurdersportier of alle
portieren worden ontgrendeld. Als u
de huidige instelling wilt wijzigen,
raadpleegt u voor meer informatie de
paragraaf "Uconnect® instellingen"
in het hoofdstuk "Het instrumenten-
paneel".
Flash Headlights With Lock
(Knipperen bij vergrendelen)
Met deze functie knipperen de rich-
tingaanwijzers wanneer u de portie-
ren vergrendelt of ontgrendelt met deafstandsbediening. U kunt deze func-
tie in- en uitschakelen. Als u de hui-
dige instelling wilt wijzigen, raad-
pleegt u voor meer informatie de
paragraaf "Uconnect® instellingen"
in het hoofdstuk "Het instrumenten-
paneel".
Headlight Illumination on
Approach (Koplampen
inschakelen bij nadering)
Met deze functie worden de koplam-
pen ingeschakeld zodra u de portieren
ontgrendelt met de afstandsbedie-
ning. De koplampen blijven vervol-
gens maximaal 90 seconden branden.
De tijd van deze functie kan worden
geprogrammeerd bij auto's met
Uconnect®. Als u de huidige instel-
ling wilt wijzigen, raadpleegt u voor
meer informatie de paragraaf
"Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel".
Sleutelhouder met afstandsbediening
19
Page 26 of 380

PORTIEREN
VERGRENDELEN
Druk kort op de vergrendeltoets van
de afstandsbediening om alle portie-
ren te vergrendelen. De richtingaan-
wijzers knipperen om aan te geven dat
het vergrendelsignaal is ontvangen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go" in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover.
BAGAGERUIMTE
ONTGRENDELEN
Druk tweemaal binnen vijf seconden
op de bagageruimteknop van de af-
standsbediening om de bagageruimte
te ontgrendelen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go" in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover.
BATTERIJ VAN
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Als vervangende batterij wordt een
CR2032-batterij aanbevolen.
OPMERKING:
Perchloraatmateriaal — vereistmogelijk een speciale behande-
ling. Batterijen kunnen gevaar-
lijke stoffen bevatten. Lever ze
in bij een inzamelpunt voor che-
misch afval.
Raak de batterijklemmen op de achterzijde of de printplaat niet
aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de
mechanische vergrendeling aan de
achterzijde van de afstandsbediening
met uw duim opzij te schuiven en
vervolgens met uw andere hand de
sleutel eruit te trekken. 2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel of een platte schroevendraaier,
maat 2, in de sleuf en wrik de twee
helften van de afstandsbediening
voorzichtig los. Let erop dat u de af-
dichting tijdens het openen niet be-
schadigt.
Noodsleutel verwijderen
De behuizing van de
afstandsbediening scheiden
20
Page 28 of 380

Wanneer de vergrendelknop is inge-
drukt als u het portier sluit, wordt het
portier vergrendeld. Controleer
daarom, voordat u het portier sluit, of
de sleutelhouder zich niet in de auto
bevindt.
WAARSCHUWING!
Voor uw veiligheid bij een onge-val dient u de portieren te ver-
grendelen voordat u gaat rijden
en wanneer u de auto parkeert en
verlaat.
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het uitstappen en sluit de auto
af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het achterlaten van kinderenzonder toezicht in een auto is om
verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto (of
op een voor kinderen bereikbare
plaats) en laat het contact van een
voertuig met Keyless Enter-N-Go
niet in de stand ACC of ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening
of andere schakelaars kunnen be-
dienen of de auto in beweging
kunnen zetten.
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Op het bekledingspaneel van beide
voorportieren bevindt zich u een
schakelaar voor de centrale portier-
vergrendeling. Met deze schakelaar
kunt u de portieren vergrendelen en
ontgrendelen.
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met Keyless
Enter-N-Go (Passive Entry). Raad-
pleeg de paragraaf "Keyless Enter-N-
Go" in het hoofdstuk "Uw auto" voor
meer informatie hierover.
Schakelaar centrale
portiervergrendeling
22
Page 30 of 380

3. Herhaal stap 1 en 2 voor het an-
dere achterportier.
WAARSCHUWING!
Voorkom dat bij een aanrijding
mensen in de auto worden opgeslo-
ten. Vergeet niet dat u de achterpor-
tieren uitsluitend vanaf de buiten-
zijde kunt openen wanneer het
kinderslot is geactiveerd (in de ver-
grendelstand).OPMERKING: Ga als volgt te
werk om de auto in noodgevallen
ook vanaf de achterbank te kun-
nen verlaten wanneer het kinder-
slot is geactiveerd: trek de portier-
vergrendelknop met de hand
omhoog naar de ontgrendelstand,
open het raam en open het portier
met de handgreep aan de buiten-
kant.
KEYLESS ENTER-N-GO™
Het Passive Entry-systeem is een uit-
breiding van het afstandsbediening-
systeem (RKE) van de auto en een
functie van Keyless Enter-N-Go™.
Met deze functie kunt u portieren van
uw auto vergrendelen en ontgrende-
len zonder dat u op de vergrendel- en
ontgrendelknoppen van de afstands-
bediening hoeft te drukken. OPMERKING:
Passive Entry kan door middel
van programmeren worden in-
en uitgeschakeld. Raadpleeg de
paragraaf "Uconnect® instellin-
gen" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer
informatie hierover.
Als u handschoenen draagt of als de portiergreep met Passive
Entry is natgeregend, is het mo-
gelijk dat de vergrendeling min-
der gevoelig wordt en daardoor
langzamer reageert.
Als de auto wordt ontgrendeld met de Passive Entry-
portiergreep en binnen 60 se-
conden geen portier wordt ge-
opend, wordt het voertuig
opnieuw vergrendeld en wordt
het alarmsysteem (indien aan-
wezig) ingeschakeld.
Functie van kinderslot
24
Page 36 of 380

BAGAGERUIMTE
AFSLUITEN EN OPENEN
Het kofferdek-
sel kan vanuit
de auto wor-
den geopend
door op de
ontgrendel-
knop voor de
bagageruimte
te drukken. Deze bevindt zich op het
instrumentenpaneel, links naast het
stuurwiel.
OPMERKING: De knop werkt al-
leen als de versnellingsbak in de
stand PARK staat.
Het kofferdeksel kan van buitenaf
worden ontgrendeld door twee keer
binnen vijf seconden op de bagage-
ruimteknop van de afstandsbediening
te drukken, of door gebruik te maken
van de ontgrendelschakelaar aan de
buitenkant van het kofferdeksel. Deze
functie werkt alleen als de auto niet is
vergrendeld. Met de contactschakelaar in de stand
ON/RUN verschijnt een symbool in de
instrumentengroep om aan te geven
dat de bagageruimte geopend is. Na-
dat het bagageruimte is gesloten ver-
schijnt de kilometerteller weer.
Als de contactschakelaar in de stand
OFF staat, blijft het symbool voor ge-
opende bagageruimte zichtbaar tot-
dat de bagageruimte is gesloten.
Raadpleeg de paragraaf "Keyless
Enter-N-Go™" in het hoofdstuk "Uw
auto" voor meer informatie over de
bediening van de bagageruimte met
de functie Passive Entry.
WAARSCHUWING
BAGAGERUIMTE
WAARSCHUWING!
Zorg dat kinderen niet in de baga-
geruimte kunnen komen. Zij mo-
gen niet van buitenaf naar binnen
kunnen klimmen of zich vanuit het
interieur toegang kunnen verschaf-
fen. Sluit het kofferdeksel altijd af
wanneer u de auto onbeheerd ach-
terlaat. Eenmaal in de bagage-
ruimte zullen kleine kinderen niet
altijd weer zelf kunnen ontsnappen,
ook niet als ze via de achterbank
waren binnengekomen. Kinderen
die in de bagageruimte vastzitten,
kunnen sterven door verstikking of
door extreme hitte.
30