gas type Lancia Thesis 2002 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2002Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 241 of 382

KOPLAMPEN
KOPLAMPEN MET
DIMLICHT/GROOTLICHT MET
GASONTLADINGSLAMPEN (BI-
XENON) EN DYNAMISCHE
KOPLAMPVERSTELLING Bij dit type koplampen, met de
naam Bi-Xenon, wordt voor het
dimlicht en het grootlicht gebruik
gemaakt van een lamp met een bol
die xenongas bevat.
Dit type koplampen heeft de vol-
gende eigenschappen:
– betere lichtopbrengst
– grotere reikwijdte en betere
afstelling lichtbundel
– minder verbruik tijdens de wer-
king
– langere levensduur van de lamp. Iedere koplamp is voorzien van een
regeleenheid voor het regelen van de
voedingsspanning. Vanwege de ster-
ke lichtopbrengst wordt de afstelling
van de bi-xenon koplampen door
een dynamisch controlesysteem
geregeld.
Dit systeem wordt bediend door
een elektronische regeleenheid die
op twee niveaus werkzaam is:
– constante aanpassing van de
stand van de koplampen als de
lading wijzigt
– dynamische handhaving van de
koplampafstelling om het duiken
van de auto tijdens het rijden te
compenseren.
Werking
Het licht wordt op de weg geprojec-
teerd via een bolle glazen lens met een
groot oppervlak (diameter van 70
mm). Een afscherming, die omhoog of
omlaag komt, zorgt ervoor dat de licht-
verdeling verschillend is voor het dim-
licht en het grootlicht. De afscherming
wordt elektrisch bediend en de mecha-
nische verplaatsing van de afscherming
wordt direct tijdens de omschakeling
van de verlichting uitgevoerd.
De xenonlamp bestaat uit een bol
met xenongas onder lage druk en
twee elektroden.
Voor het uitzenden van licht moet
er een spanningsboog tussen de twee
elektroden tot stand worden
gebracht.
Iedere koplamp is voorzien van een
regeleenheid die het volgende regelt:
– de spanning/stroomsterkte tij-
dens de normale werking
– het opwekken van de spannings-
boog tussen de elektroden voor de
verdamping van de zouten tijdens
het inschakelen.
237
Page 282 of 382

278
Gloeilamp
Dimlicht/Grootlicht
Extra grootlicht
Parkeerlichten voor
Richtingaanwijzers voor
Richtingaanwijzers op voorspatbord
Richtingaanwijzers achter
Mistlampen voor
Achterlichten
Remlichten
Derde remlicht
Achteruitrijlichten
Mistachterlichten
Kentekenplaatverlichting
Plafondverlichting voor
Instapverlichting
Plafondverlichting achter
Spiegelverlichting zonneklep
Verlichting dashboardkastje
Bagageruimteverlichting
PortierenVermogen
35W
55W6W
21W 5W –
55W –
–
–
21W
21W 5W
10W 5W
5W
5W
5W
10W 5W
Type
Gasontladingslamp H7
H6W
H21W
WY5W LEDH3
LED
LED
LED
P21W
P21W C5W
Halogeen lamp
Halogeen lamp
Halogeen lamp C5W
W5W
Halogeen lamp W5W
Figuur 18
–
E B
B
A –
E –
–
–
B
B
C
A
A
A
C
A
A
A
Page 348 of 382

344
IDENTIFICATIEGE-
GEVENS
CHASSISNUMMER (fig. 1)
Het chassisnummer is ingeslagen in
de bodemplaat voor de rechter voor-
stoel. Het is bereikbaar door het
tapijt op te tillen en het klepje te
openen.
Het bevat de volgende gegevens:
– type van de auto
– oplopend productienummer. MOTORCODE
De motorcode is in het cilinderblok
ingeslagen en bestaat uit het motor-
type en een oplopend productienum-
mer.
TYPEPLAATJE MET IDENTIFI-
CATIEGEGEVENS
Het plaatje ( fig. 2) is aan de linker-
zijde in de bagageruimte (in de
opbergruimte van het reservewiel)
aangebracht. Het is bereikbaar na het
optillen van de bekleding van de
bagageruimte. Het typeplaatje bevat
de volgende gegevens ( fig. 3):
A - Naam van de fabrikant
B - Nummer typegoedkeuring C
- Identificatiecode van het autotype
D - Chassisnummer
E - Max. toelaatbaar totaalgewicht van
de auto
F - Max. toelaatbaar totaalgewicht van
de auto met aanhanger
G - Max. toelaatbare voorasbelasting
H - Max. toelaatbare achterasbelasting
I - Motortype
L - Code van de carrosserie-uitvoering
M - Nummer voor onderdelen
N- Correctiewaarde voor de uitlaat-
rookgasmeting (dieseluitvoeringen)
fig. 1
L0A0296b
fig. 2
L0A0297b
fig. 3
L0A0298b
TECHNISCHE GEGEVENS