radio Lancia Thesis 2006 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2006, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2006Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 19 of 382

15
Het telematica-infosysteem CON-
NECT van de THESIS bevat, in de
meest uitgebreide versie, een kleuren-
tv, een autoradio met cassettespeler,
CD-ROM-/Audio-CD-speler, CD-wis-
selaar, mobiele GSM-telefoon, navi-
gatiesysteem, boordcomputer en
spraakbediening (voor het beheer van
enkele functies van de telefoon, het
audio- en het navigatiesysteem).
Hierna zijn de bedieningsknoppen
en de belangrijkste functies opgeno-
men. Bij de auto wordt een specifiek
boekje geleverd waarin het telema-
tica-infosysteem CONNECT wordt
beschreven. In dit boekje vindt u alle
belangrijke aanwijzingen en voor-
zorgsmaatregelen voor een veilig ge-
bruik van het systeem. Wij raden u
aan dit boekje aandachtig en volledig
te lezen en altijd onder handbereik te
bewaren (bijv. in het dashboard-
kastje).
BELANGRIJK Voor het CON-
NECT-navigatiesysteem mag u uit-
sluitend de CD-ROM gebruiken die
oorspronkelijk bij de auto is geleverd
of een andere CD-ROM van hetzelfde
merk. Een te hoog volume tij-
dens het rijden kan zowel
uw leven als het leven van
anderen in gevaar brengen. Wij
raden u dan ook aan om het vo-
lume altijd zo te regelen dat gelui-
den van buiten (bijv. claxons, sire-
nes van ambulance, brandweer,
politie e.d.) hoorbaar blijven. BEDIENINGSKNOPPEN OP HET
CONNECT (fig. 2)
Voor de bediening van het CON-
NECT Nav+ zijn 29 toetsen en 2
draaiknoppen aanwezig. Enkele be-
dieningsknoppen hebben meer dan
één functie afhankelijk van de actieve
werkingsstatus van het systeem.
De activering van de geselecteerde
functie is in enkele gevallen afhanke-
lijk van hoelang een toets wordt inge-
drukt (kort indrukken of even inge-
drukt houden), zoals in onderstaande
tabel is aangegeven.
Het navigatiesysteem is
een hulpmiddel voor de
bestuurder tijdens het rij-
den; het geeft door middel van ge-
sproken en grafische aanwijzingen
de optimale route aan om de
vooraf ingestelde bestemming te
bereiken. Bij het uitvoeren van elke
door het navigatiesysteem aanbe-
volen handeling ligt de verant-
woordelijkheid voor het rijden met
de auto in het verkeer volledig bij
de bestuurder die ook de verkeers-
regels alsmede andere verkeers-
voorschriften in acht moet nemen.
De verantwoordelijkheid voor de
verkeersveiligheid ligt altijd en
overal bij de bestuurder van de
auto.
Page 20 of 382

16
Legenda
1 – SOS
2
3
4 – CD
5 – CC
6 – ¯
7 – ˙
8
9 – SETUP
10 – TRIP
11 – AUDIO
12 – SRC
13 – MAINToets kort indrukken
(korter dan 2 seconden)
Toegang tot hulpdiensten en -functies
Houder voor navigatie-CD-ROM of audio-CD Houder voor audiocassette
Navigatie-CD-ROM of audio-CD uitwerpen Audiocassette uitwerpen
Radio: zoeken naar het eerste te ontvangen station op lagere frequentie. CD-speler: vorig muziekstuk selecteren
Cassettespeler: snel terugspoelen naar het begin van het beluis- terde muziekstuk of naar het vorige muziekstuk. TV: zoeken naar het eerste te ontvangen kanaal op lagere frequentie.
Radio: zoeken naar het eerste te ontvangen station op hogere frequentie. CD-speler: volgend muziekstuk selecteren
Cassettespeler: snel vooruit spoelen naar het einde van het beluisterde muziekstuk of naar het volgende muziekstuk TV: zoeken naar het eerste te ontvangen kanaal op hogere frequentie
Systeem in-/uitschakelen: draaiknop indrukken Volumeregeling: draaiknop draaien
Systeeminstellingen en te wijzigen functies van de auto Scherm boordcomputer selecteren
Audiosysteem inschakelen en/of specifiek scherm selecteren Bron selecteren: FM1, FM2, FM3-AS, MW, LW, CC, CD, CDC, TV
Scherm MAIN (HOOFDSCHERM) selecteren Toets even ingedrukt houden
(langer dan 2 seconden)
–
–
–
–
–
Radio: functie “Scan” inschakelen waarbij alle sta-
tions op de geselecteerde golfband kort worden weer-
gegeven in oplopende frequentie. CD-speler: snel
achteruit zoeken. Cassettespeler: snel terugspoelen
Radio: functie “Scan” inschakelen waarbij alle sta-
tions op de geselecteerde golfband kort worden weer-
gegeven in oplopende frequentie. CD-speler: snel
vooruit zoeken. Cassettespeler: snel vooruit spoelen
–
–
–
Audiobron (Radio, CC, CD/CDC) uitschakelen –
–
Page 21 of 382

17
Toets kort indrukken (korter dan 2 seconden)
Functie DARK inschakelen: het display wordt volledig verduisterd
Bellen naar ingevoerd telefoonnummer
Aannemen van binnenkomend telefoongesprek
Telefoongesprek beëindigen
Telefoon inschakelen en/of specifiek scherm selecteren
Herhaling laatste gesproken instructie van het navigatiesysteem
Navigatiesysteem inschakelen en/of specifiek scherm selecteren
Kaart van het navigatiesysteem selecteren
Toegang tot de diensten van Targasys
Functie selecteren door de draaiknop te draaien.
Functie bevestigen door de draaiknop in te drukken.
Ontvanger van de afstandsbediening
Keuze-onderdeel verlaten of van een submenu terugkeren naar
een hoger menu
SIM-kaart uitwerpen
Draairichting cassette omkeren
Houder voor SIM-kaart
Dubbele “multifunctionele” toets. De functie van de toets is af-
hankelijk van de actieve werkingsstatus van het systeem, die op
het display is weergegeven. De functie van de “multifunctio-
nele” toetsen wordt iedere keer aangegeven door een opschrift
op het display, die met iedere toets overeenkomt. In enkele ge-
vallen heeft het opschrift betrekking op meerdere toetsen naast
elkaar: de functie van deze toetsen is hetzelfde.
Radio/TV: opgeslagen station selecteren.
CD-wisselaar: CD in wisselaar selecteren.
Reset-toets om het systeem opnieuw te starten
Toets even ingedrukt houden (langer dan 2 sec.)
–
Binnenkomend telefoongesprek weigeren
Telefoon uitschakelen
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Radio/TV: stations opslaan
–
Legenda
14 – DARK
15 –
£
16 – TEL
17 – RPT
18 – NAV
19 – MAP
20 – •
21
22
23 – ESC
24 – SIM
25 – ¯˙
26
27-28-29-
30-31-32
33
Page 22 of 382

18
BEDIENINGSKNOPPEN OP HET
STUURWIEL (fig. 3)
De bedieningsknoppen van de hoofd-
functies van het CONNECT zijn ook op
het stuurwiel geplaatst om de bediening
te vergemakkelijken.
Op het stuurwiel bevindt zich ook de
toets VOICE, voor het in-/uitschakelen
van de spraakbediening van het audio-
systeem en de telefoon en voor de regi-
stratie van korte gesproken berichten.
De bedieningsknoppen hebben de vol-
gende functies:
A - Spraakherkenning:
– in-/uitschakelen spraakherkenning: kort indrukken
– gesproken bericht opslaan: even in- gedrukt houden – spraakregistratie stoppen: kort in-
drukken
B - Audiobron selecteren: FM1, FM2,
FM3-AS, MW, LW, CC, CD, CDC, TV
C - Volume verlagen
D - Volume verhogen
E - Radio: zoeken naar het eerste te
ontvangen station op hogere
frequentie
Cassettespeler: snel vooruit spoelen naar
het einde van het beluisterde muziek-
stuk of naar het volgende muziekstuk
CD/CDC: volgend muziekstuk selecte-
ren
TV: zoeken naar kanalen in oplo-
pende volgorde
F - Radio: zoeken naar het eerste te
ontvangen station op lagere fre-
quentie
Cassettespeler: snel terugspoelen naar
het begin van het beluisterde muziek-
stuk of naar het vorige muziekstuk
CD/CDC: vorig muziekstuk selecte-
ren
TV: zoeken naar het eerste te ont-
vangen kanaal op lagere frequentie
G - Cyclisch selecteren van de hoofd-
schermen: MAIN – AUDIO – TRIP –
SETUP – TEL – NAV – CONNECT
(toegang tot Targasys-diensten)
H - Telefoontoets:
– binnenkomend gesprek aannemen: kort indrukken
– telefoongesprek beëindigen: kort in- drukken
– ingevoerd telefoonnummer bellen: kort indrukken
– ontvangen tekstbericht (SMS) lezen: kort indrukken
– binnenkomend gesprek weigeren: lang indrukken
L - Functies van onder naar boven op
het display selecteren
fig. 3
L0A5002b
Page 23 of 382

19
M- Geselecteerde functie bevestigen
N - Functies van boven naar onder
op het display selecteren
AFSTANDSBEDIENING (fig. 4-5)
De afstandsbediening werkt met een
infrarood zender en regelt enkele van de
belangrijkste functies van het audiosys-
teem en de TV.
De afstandsbediening kan alleen ge-
bruikt worden als het CONNECT is in-
geschakeld. De functies van de afstandsbedie-
ning kunnen worden uitgeschakeld en
weer ingeschakeld door het bijbeho-
rende onderdeel in het menu SETUP
(instellingen) te selecteren.
Om de afstandsbediening A(fig. 5)te
kunnen gebruiken, moet deze uit de
houder Bworden genomen.
De toetsen van de afstandsbediening
hebben de volgende functies ( fig. 4):
A- Radio: inschakelen/uitschakelen van
de functie “Audio Mute” (op nul zet-
ten van het volume) alleen bij inge-
schakelde TP-functie (symbool “ √”
naast het opschrift TP op het hoofd-
scherm van de radiofuncties).
CC/CD/CDC:
weergave/stoppen van het
beluisterde muziekstuk. TV: uitschakelen van de
televisie en terugkeren naar het
scherm van de daarvoor
ingeschakelde audiobron
B - Volume verlagen
C - Volume verhogen
D - Radio:
– kort indrukken = zoeken naar het eerste te ontvangen station
op hogere frequentie
– even ingedrukt houden = func- tie “Scan” inschakelen waarbij
alle stations op de geselecteerde
golfband kort worden weergege-
ven in aflopende frequentie
CD-speler:
– kort indrukken = volgend mu- ziekstuk selecteren
– even ingedrukt houden = snel vooruit zoeken
Cassettespeler:
– kort indrukken = snel vooruit spoelen naar het einde van het
beluisterde muziekstuk of naar
het volgende muziekstuk
fig. 5
L0A5003b
fig. 4
L0A5004b
Page 24 of 382

20
– even ingedrukt houden = snelvooruit spoelen
TV: zoeken naar het eerste te ont-
vangen kanaal op hogere frequentie
E - Radio:
– kort indrukken = zoeken naar het eerste te ontvangen station
op lagere frequentie
– even ingedrukt houden = func- tie “Scan” inschakelen waarbij
alle stations op de geselecteerde
golfband kort worden weerge-
geven in oplopende frequentie
CD-speler:
– kort indrukken = vorig mu- ziekstuk selecteren
– even ingedrukt houden = snel achteruit zoeken
Cassettespeler:
– kort indrukken = snel terug- spoelen naar het begin van het
beluisterde muziekstuk of naar
het vorige muziekstuk
– even ingedrukt houden = snel terugspoelen TV: zoeken naar het eerste te
ontvangen kanaal op lagere fre-
quentie
F - Radio:
– kort indrukken = zoeken naar het eerste te ontvangen station
op hogere frequentie
– even ingedrukt houden = functie “Scan” inschakelen waarbij alle
stations op de geselecteerde golf-
band kort worden weergegeven in
aflopende frequentie CD-speler:
– kort indrukken = volgend mu-ziekstuk selecteren
– even ingedrukt houden = snel vooruit zoeken
Cassettespeler:
– kort indrukken = snel vooruit spoelen naar volgend muziek-
stuk
– even ingedrukt houden = snel vooruit spoelen
TV: zoeken naar het eerste te
ontvangen kanaal op hogere fre-
quentie
G - Radio:
– kort indrukken = zoeken naar het eerste te ontvangen station
op lagere frequentie
– even ingedrukt houden = func- tie “Scan” inschakelen waarbij
alle stations op de geselec- teerde golfband kort worden
weergegeven in oplopende fre-
quentie
CD-speler:
– kort indrukken = vorig mu- ziekstuk selecteren
– even ingedrukt houden = snel achteruit zoeken
Cassettespeler:
– kort indrukken = snel terug- spoelen naar vorig muziekstuk
– even ingedrukt houden = snel terugspoelen
TV: zoeken naar het eerste te
ontvangen kanaal op lagere fre-
quentie
H - Audiobron selecteren: FM1,
FM2, FM3-AS, MW, LW, CC,
CD, CDC, TV
1 -2 -3 -4 -5 -6 - Radio:
– kort indrukken = opgeslagen stations oproepen nr. 1-2-3-4-
5-6
– even ingedrukt houden = be- luisterde station opslaan
CD-wisselaar: CD selecteren (1
- 6) TV: opgeslagen kanaal (1 - 6)
selecteren
Page 25 of 382

21
Functie
Audiosysteem inschakelen
Audiosysteem uitschakelen
Audio mute (alleen mogelijk als
TP is ingeschakeld in het
hoofdscherm
van de radiofuncties)
Audiobron selecteren
Volume verhogen/verlagen
Opgeslagen radiostations selecteren
Radiostations opslaan
Zoeken naar het eerste te
ontvangen station
op hogere frequentie
Zoeken naar het eerste te
ontvangen station
op lagere frequentie Toetsen op het CONNECT
Toets AUDIO kort indrukken
Toets AUDIO even ingedrukt houden
Functie “Audio Mute” in het radiomenu selecteren en be-
vestigen met de rechter draai- knop 21(fig. 2)
Multifunctionele toetsen FM,
AM, CC, CD, CDC, TV of de toets SOURCE indrukken
Linker knop draaien
Cijfertoets 1 - 6kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 even inge- drukt houden
Toets ˙kort indrukken
Toets ¯kort indrukken Toetsen op het stuurwiel
–
–
–
Toets SOURCE i ndrukken
Toets VOL+ of VOL- indrukken
–
–
Toets SCAN+
kort indrukken
Toets SCAN-
kort indrukken
Toetsen op de afstandsbediening
–
–
Toets ON/OFF indrukken
Toets SOURCE i ndrukken
Toets VOL+ of VOL- indruk- ken
Cijfertoets 1 - 6 kort indrukken
Cijfertoets 1 - 6 even ingedrukt houden
Toets Nkort indrukken
Toets O
kort indrukken
FUNCTIES AUDIOSYSTEEM EN TV: OVERZICHT VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN
De functies van het audiosysteem (radio FM/AM en CC/CD/CDC) en van de TV kunnen worden in-/uitgeschakeld met de
bedieningsknoppen die op het CONNECT, op het stuurwiel en op de afstandsbediening aanwezig zijn. Om de verschillende
bedieningsknoppen makkelijker te leren kennen, staan in onderstaande tabel de functies en de bijbehorende bedienings-
toetsen vermeld. Zie voor het gebruik van de spraakbediening het betreffende hoofdstuk in het CONNECT-boekje.
Page 41 of 382

37
KOFFERDEKSEL OPENENHet kofferdeksel kan, ook bij inge-
schakeld alarm, op afstand worden
geopend door knopje E (fig. 9) in te
drukken.
Als u één keer kort op de knop
drukt, schakelt de bewaking van het
kofferdeksel uit en wordt het koffer-
dekselslot ontgrendeld. Het koffer-
deksel kan vervolgens van buitenaf
worden geopend door de knop op
het kofferdeksel in te drukken. Als u
de knop langer indrukt (meer dan 1
seconde), schakelt de bewaking van
het kofferdeksel uit en komt het
kofferdeksel gedeeltelijk omhoog.
Als het kofferdeksel wordt geo-
pend, knipperen de richtingaanwij-
zers twee keer. Als u het kofferdeksel opent, scha-
kelt het diefstalalarm de bewakings-
sensor van de bagageruimte uit en
knipperen de richtingaanwijzers
twee keer (behalve bij sommige uit-
voeringen/bepaalde markten).
Als u het kofferdeksel weer sluit
moet u, om het slot weer te vergren-
delen en de bewakingsfuncties te
herstellen, knopje D(fig. 9) indruk-
ken; de richtingaanwijzers knippe-
ren één keer (behalve bij sommige
uitvoeringen/bepaalde markten).
Als na het commando voor het ont-
grendelen van het kofferdekselslot,
het kofferdeksel niet binnen 30
seconden wordt geopend, wordt het
slot opnieuw vergrendeld en het
diefstalalarm weer ingeschakeld. FUNCTIES DIE AUTOMATISCH
WORDEN INGESCHAKELD
Het systeem kan deze functies
(instellingen die niet gewijzigd kun-
nen worden) automatisch regelen:
– vergrendeling van de portieren en
het kofferdeksel en uitschakeling
van de plafondverlichting als na het
ontgrendelen van het kofferdeksel-
slot niet binnen 30 seconden het
kofferdeksel wordt geopend;
– ontgrendeling van alle portierslo-
ten bij een ongeval waarbij de veilig-
heidsschakelaar in werking treedt;
– ontgrendeling kofferdekselslot en
openen kofferdeksel via de knop in
de auto;
– openen/sluiten van de portieren
via de knoppen in de auto;
– uitschakelen van alle functies als
de sleutel in stand STOPwordt
gedraaid met uitzondering van de
voeding van de autoradio, de elektri-
sche ruitbediening, het opendak, en
de interieurverlichting totdat de por-
tieren geopend worden;
– geleidelijk gaan branden/doven
van de interieurverlichting;
– zichtbare signalering van de staat
van het kofferdeksel, open of geslo-
ten.
Page 43 of 382

39
EXTRA SLEUTELS MET
AFSTANDSBEDIENING
BESTELLENDe ontvanger kan in totaal 8 sleu-
tels met ingebouwde afstandsbedie-
ning herkennen. Als u om welke
reden dan ook een nieuwe sleutel
met afstandsbediening nodig hebt,
moet u zich tot de Lancia-dealer
wenden. Hierbij moeten de CODE-
card, een identiteitsbewijs en het
kentekenbewijs worden meegeno-
men.DIEFSTALALARM
Het systeem bestaat uit:
– een zender met radiofrequentie
(in de contactsleutel ingebouwd);
– een ontvanger met radiofrequen-
tie;
– een elektronische regeleenheid
met ingebouwde uitschakelbare sire-
ne;
– uitschakelbare bewegingssen-
soren;
– uitschakelbare kantelsensor.
Het diefstalalarm wordt bediend
via een ontvanger en in-/uitgescha-
keld met de in de sleutel ingebouw-
de afstandsbediening die een ver-
sleutelde variabele code verzendt. Het diefstalalarm beveiligt tegen:
– het ongeoorloofd openen van por-
tieren, motorkap en kofferdeksel
(omtrekbeveiliging);
– het bedienen van het start-/con-
tactslot;
– het doorknippen van de accuka-
bels;
– de aanwezigheid van bewegende
voorwerpen in het interieur (volu-
metrische beveiliging);
– het eventueel optillen/kantelen
van de auto.
BELANGRIJK De startblokkering
wordt uitgevoerd door de Lancia
CODE en wordt automatisch inge-
schakeld als de contactsleutel uit het
slot wordt genomen.
fig. 14
L0A0097b
Page 48 of 382

44
HERKENNINGSSYS-
TEEM (KEYLESS
SYSTEM)
Het Keyless System is een herken-
ningssysteem dat bediend wordt door
de component A(fig. 17), met de
naam CID (Customer Identification
Device). De CID heeft dezelfde func-
ties als de bij de auto geleverde sleu-
tel met afstandsbediening zonder dat
handmatig een handeling verricht
hoeft te worden. Het systeem herkent
de persoon die in het bezit is van de
CID als eigenaar.
De eigenaar van de auto hoeft dus
alleen maar de CID bij zich te dragen
(bijv.in de zak van een jas), zodat het systeem hem/haar herkent en toestaat
de auto te betreden en de motor te
starten zonder gebruik van een sleu-
tel.
De CID beschikt over drie knopjes
die dezelfde functies hebben als de
normale radiogolf-afstandsbediening,
waarmee de auto op afstand bediend
kan worden. De CID bevat eveneens
een sleutel om in geval van nood de
portiersloten en het slot van het
kofferdeksel mechanisch te ontgren-
delen (als de batterij van de CID of de
accu van de auto leeg is).
De functies van de knoppen zijn
( fig. 18):
– knopje Bvoor het op afstand ont-
grendelen van de portieren en het
kofferdeksel en het gelijktijdig uit-
schakelen van het diefstalalarm – knopje
Cvoor het op afstand ver-
grendelen van de portieren, het
kofferdeksel en het gelijktijdig in-
schakelen van het diefstalalarm
– knopje Dvoor het op afstand ope-
nen van het kofferdeksel
– lampje ( E) dat aangeeft dat de
code naar de ontvanger van het dief-
stalalarm wordt verzonden.
Verwijder voor het uitnemen van de
noodsleutel F (fig. 19), het dekseltje
G (fig. 20) bij punt H.
fig. 17
L0A0228b
fig. 18
L0A0224b
fig. 19
L0A0227b