dashboard Lexus GS300h 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2017, Model line: GS300h, Model: Lexus GS300h 2017Pages: 600
Page 105 of 600

1052. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer
Toerenteller/hybridesysteemindicator
Toerenteller:
Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut.
Hybridesysteemindicator:
Geeft het vermogen of het regeneratieniveau van het hybridesysteem weer (
→Blz. 108)
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur binnen het bereik van -40°C tot 50°C weer. Het con-
trolelampje lage buitentemperatuur gaat branden als de buitentemperatuur 3°C of
lager is.
Klok
De weergegeven tijd is gekoppeld aan de analoge klok in het dashboard. (→Blz. 378)
Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in de tank aanwezig is
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens met betrekking tot het rijden (→Blz. 111)
Geeft bij een storing waarschuwingsmeldingen weer (→Blz. 466)
Kilometerteller, dagteller, informatiedisplay onderhoud vereist, snelheids-
waarschuwingsdisplay
Kilometerteller:
Geeft de totale afstand weer die met de auto gereden is
Dagteller:
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de teller de laatste keer op
nul is gezet. Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt en
verschillende afstanden weergeven.
Informatie onderhoud vereist:
• Geeft de informatie met betrekking tot vereist onderhoud weer wanneer het
contact AAN staat.
• Deze informatie kan worden gereset via op het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 111)
Snelheidswaarschuwing:
Geeft een waarschuwing weer wanneer de snelheid die via op het multi-
informatiedisplay is ingesteld, wordt overschreden. (→Blz. 562)
Schakelstand en schakelbereik
Geeft de geselecteerde schakelstand of het geselecteerde schakelbereik weer
(→Blz. 224)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 105 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 107 of 600

1072. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
Schakelt tussen de kilometerteller, de
dagteller en het informatiedisplay onder-
houd vereist. Als de dagteller wordt
weergegeven, wordt deze gereset als de
knop ingedrukt wordt gehouden.
De helderheid van de dashboardverlichting kan worden ingesteld.
Donkerder
Helderder
Wijzigen van de weergave
Dimmer dashboardverlichting
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 107 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 108 of 600

1082. Instrumentenpaneel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Tellers en display worden verlicht als
Het contact AAN staat.
■Aanpassing van de helderheid van het dashboard
De helderheid van de dashboardverlichting kan afzonderlijk worden aangepast wanneer
de achterlichten branden en wanneer de achterlichten uit zijn. Wanneer de omgeving
echter licht is (bijvoorbeeld overdag), wordt de helderheid van de dashboardverlichting
niet aangepast wanneer de achterlichten worden ingeschakeld.
■Beperking van de aanpassing van de helderheid
De helderheid van de dashboardverlichting wordt automatisch aangepast op basis van
metingen van de lichtsensor die detecteert hoe licht de omgeving is. Als voor de dash-
boardverlichting echter handmatig de helderste of donkerste instelling is gekozen, wordt
de helderheid niet meer automatisch aangepast.
■Hybridesysteemindicator
Laadgebied
Laat het regeneratieve opladen zien.
Hybride eco-gebied
Laat zien dat er niet vaak gebruik wordt
gemaakt van het vermogen van de benzine-
motor.
De benzinemotor wordt automatisch gestopt
en opnieuw gestart onder verschillende
omstandigheden.
Eco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk wordt gere-
den.
Power-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik voor
milieuvriendelijk rijden wordt overschreden
(bij rijden op vol vermogen en dergelijke).
●De hybridesysteemindicator wordt in alle rij-
modi, behalve de sportmodus, weergegeven.
●Als u probeert om de naald tijdens het rijden in
het Eco-gebied te houden, rijdt u milieuvrien-
delijker.
●In het oplaadgebied wordt de regeneratiesta-
tus
* aangegeven. De geregenereerde ener-
gie wordt gebruikt om het batterijpakket te
laden.
*: Met “regenereren” wordt in deze handleiding
het omzetten van bewegingsenergie van de
auto in elektrische energie bedoeld.
Behalve F SPORT-uitvoeringen
F SPORT-uitvoeringen
1
2
3
4
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 108 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 136 of 600

1363-1. Informatie over sleutels
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Wanneer u de sleutel van de auto moet achterlaten bij een parkeerwachter
Zet de hoofdschakelaar van het openingssysteem van de achterklep uit en vergrendel
het dashboardkastje als de omstandigheden daarom vragen. (→Blz. 148, 370)
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen gebruik en geef alleen de elektronische
sleutel aan de parkeerwachter.
■Als u uw mechanische sleutels verliest
Een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige kan een nieuwe originele mechanische sleutel maken
met behulp van de andere originele mechanische sleutel en het sleutelnummer op uw
plaatje met sleutelnummer. Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een veilige
plaats buiten de auto, bijvoorbeeld in uw portemonnee.
■Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig niet op de toetsen van de elektronische
sleutel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per ongeluk ingedrukt kunnen worden als
u de elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt opgeborgen. Bij het indrukken van
de toetsen kan de elektronische sleutel radiogolven uitzenden die de bediening van het
vliegtuig kunnen beïnvloeden.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar. (De batterij in de sleutelkaart heeft
een levensduur van ongeveer anderhalf jaar.)
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als het hybride-
systeem wordt uitgeschakeld. (→Blz. 496)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raakt de batterij ook ontla-
den wanneer de elektronische sleutel niet wordt gebruikt. De volgende symptomen
geven aan dat de batterij van de elektronische sleutel mogelijk ontladen is. Vervang de
batterij indien nodig. (→Blz. 435)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het LED-controlelampje in de sleutel gaat niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m van de volgende elektrische apparaten met een
magnetisch veld:
• Televisietoestellen
•Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
■Batterij vervangen
→Blz. 435
■Bevestiging van het aantal geregistreerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan worden bevestigd. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als een verkeerde sleutel wordt gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 136 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 148 of 600

1483-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
De schakelaar van het openingssysteem van de achterklep kan tijdelijk worden
uitgeschakeld om bagage in de bagageruimte tegen diefstal te beschermen.
Schakel de hoofdschakelaar in het
dashboardkastje uit om het openings-
systeem van de achterklep uit te scha-
kelen.
Aan
Uit
De achterklep kan nu ook niet worden
geopend met de afstandsbediening of
de knop voor het ontgrendelen van de
achterklep.
■Feedbacksignalen
Afstandsbediening: Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de achterklep is ontgren-
deld.
■Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden als de achterklep wordt geopend.
■Bekrachtiging achterklepsluiting
Wanneer de achterklep nog enigszins geopend is, zal de bekrachtiging van de achter-
klepsluiting deze automatisch volledig sluiten.
■Functie die voorkomt dat de achterklep wordt vergrendeld terwijl de elektronische
sleutel zich in de bagageruimte bevindt
●Er klinkt een geluidssignaal als de achterklep wordt gesloten terwijl alle portieren zijn
vergrendeld en de elektronische sleutel zich in de bagageruimte bevindt.
In dat geval kan de achterklep worden geopend door op de schakelaar van de achter-
klep te drukken.
●Zelfs als de elektronische reservesleutel zich in de bagageruimte bevindt en alle por-
tieren vergrendeld zijn, kan de beveiliging sleutel insluiten worden geactiveerd, zodat
de achterklep kan worden geopend. Neem alle elektronische sleutels mee als u de
auto achterlaat om diefstal te voorkomen.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich in de bagageruimte bevindt en alle portieren ver-
grendeld zijn, wordt de sleutel mogelijk niet gesignaleerd, afhankelijk van de locatie
van de sleutel en de aanwezige radiogolven. In dit geval kan de beveiliging sleutel
insluiten niet worden geactiveerd, zodat de portieren zullen worden vergrendeld als de
achterklep wordt gesloten. Zorg ervoor dat de sleutel zich niet in de auto bevindt als u
de achterklep sluit.
●De beveiliging sleutel insluiten kan niet worden geactiveerd als een van de portieren
ontgrendeld is. Open in dit geval de achterklep met het openingssysteem van de ach-
terklep.
Beveiligingssysteem bagageruimte
1
2
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 148 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 156 of 600

1563-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Aanwijzing voor de instapfunctie (indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het systeem
in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te dicht bij
de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij het
midden van de achterbumper bij het ontgrendelen van de achterklep.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de vloer achter of in
een portiervak of het dashboardkastje als het hybridesysteem wordt gestart of met de
startknop een andere stand wordt geselecteerd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portiervak-
ken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst van de radiogolven
wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich buiten de auto bevindt
en kunnen de portieren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektroni-
sche sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de portie-
ren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld. De auto kan ech-
ter alleen worden ontgrendeld via de portieren die de elektronische sleutel signaleren.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of het
wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld of vergrendeld. (Als de
portieren niet worden geopend en gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden
automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid dat
de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de afstandsbedie-
ning om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de reactie
van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg
in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de auto.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem
met startknop uit te schakelen. (
→Blz. 155)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt nat tijdens
het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle portieren om het
alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem opnieuw aan of gebruik de
vergrendelsensor aan de onderzijde van de portiergreep.
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan het voorkomen
dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval de portiergreep los en controleer
of de portieren worden ontgrendeld voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de portieren
mogelijk niet ontgrendeld.
●Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een portiergreep is vastgepakt,
mogelijk langer.
●Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het portier krassen. Zorg
ervoor dat uw nagels of de lak van het portier niet beschadigd raken.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 156 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 157 of 600

1573-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
3
Bediening van elk onderdeel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Aanwijzing voor de startknopfunctie
●Zelfs wanneer de elektronische sleutel zich binnen het effectieve bereik (detectiegebied)
bevindt, werkt het systeem mogelijk niet goed wanneer de elektronische sleutel op het
dashboard, op de hoedenplank, op de vloer of in de portiervakken of het dashboard-
kastje ligt wanneer het hybridesysteem wordt gestart of de stand van het contact wordt
gewijzigd.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesysteem
mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
■Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Auto's met instapfunctie: Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische
sleutel niet binnen een afstand van 2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld. (→Blz. 561)
■Voor een juiste bediening van het systeem
●Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel wordt bewaard,
wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesignaleerd, waardoor het sys-
teem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of de functie die
voorkomt dat de portieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
●Laat de elektronische sleutel niet in de bagageruimte achter.
De beveiligingsfunctie tegen het insluiten van de sleutel functioneert mogelijk niet als de
sleutel zich op bepaalde locaties bevindt, zoals vlak bij een reservewiel (indien aanwe-
zig), in de binnenrand van de bagageruimte, of door de omstandigheden waarin de sleu-
tel zich bevindt (zoals in een tas van metaal(folie) of dicht bij een metalen voorwerp) of in
de buurt van storende radiogolven. (
→Blz. 148)
■Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en het openen van de achterklep:
gebruik de mechanische sleutel. (→Blz. 527)
●Starten van het hybridesysteem: →Blz. 528
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop) kunnen worden
gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 561)
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en openen van de achterklep:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. (→Blz. 139, 147, 527)
●Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact: →Blz. 528
●Uitschakelen van het hybridesysteem: →Blz. 218
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 157 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 177 of 600

1773-3. Verstellen van de stoelen
3
Bediening van elk onderdeel
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Bedienen van de voorpassagiersstoel vanaf de bestuurdersstoel (indien aanwezig)
Bedien de voorpassagiersstoel niet wanneer er iemand op de stoel zit. Zorg er boven-
dien voor dat niemand op de stoel gaat zitten op het moment dat deze wordt versteld.
Anders kan de voorpassagier met zijn/haar benen tussen het dashboard en de stoel
bekneld raken, waardoor letsel kan ontstaan.
■Wanneer de positie van de stoel of de verstelbare onderbeensteun wordt aangepast
(indien aanwezig)
Zorg ervoor voor dat er voldoende ruimte overblijft voor de voeten, zodat ze niet vast
komen te zitten.
■Wanneer de verstelbare onderbeensteun wordt gebruikt (indien aanwezig)
●Verstel de onderbeensteun niet tijdens het rijden.
Als u dit wel doet, kunnen de inzittenden bij plotseling remmen of een aanrijding ern-
stig letsel oplopen.
●Ga niet op een verstelbare onderbeensteun van de passagiersstoel zitten.
Als u dit wel doet, zitten de veiligheidsgordels mogelijk niet goed, wat bij plotseling
remmen of een aanrijding ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
●Ga niet op de verstelbare onderbeensteun staan.
Hierdoor kan de verstelbare onderbeensteun beschadigen of kunt u struikelen,
waardoor u ernstig letsel kunt oplopen.
●Berg de verstelbare onderbeensteun wanneer u in of uit de auto stapt of wanneer de
verstelbare onderbeensteun niet wordt gebruikt, om te voorkomen dat u over de
steun struikelt.
●Zorg ervoor dat niemand zijn of haar handen of voeten onder de passagiersstoel
steekt wanneer u de onderbeensteun opbergt.
OPMERKING
■Bedienen van de voorpassagiersstoel vanaf de bestuurdersstoel (indien aanwezig)
Controleer voordat u de stoel van de voorpassagier verstelt of er zich geen bagage of
andere voorwerpen op de stoel of in de voetenruimte bevinden die het verstellen van
de stoel kunnen bemoeilijken.
Door dergelijke voorwerpen moet u bij het verstellen mogelijk te veel kracht uitoefe-
nen, waardoor de stoel en/of de bagage beschadigd kunnen raken.
■Voorkomen van storingen van de verstelbare onderbeensteun (indien aanwezig)
●Plaats geen voorwerpen in de voetenruimte van de voorpassagier die het gebruik
van de verstelbare onderbeensteun kunnen bemoeilijken.
●Plaats geen zware voorwerpen op de verstelbare onderbeensteun.
●Plaats geen voorwerpen onder de verstelbare onderbeensteun wanneer deze wordt
gebruikt.
Mogelijk blijft er een voorwerp vastzitten dat schade kan veroorzaken als u de ver-
stelbare onderbeensteun opbergt.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 177 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 194 of 600

1943-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Als de ruit niet kan worden geopend of gesloten
Wanneer de klembeveiliging of de knelbeveiliging niet goed werkt en de portierruit niet kan
worden geopend of gesloten, voer dan de onderstaande handelingen uit met de schakelaar van
de ruitbediening van dat portier.
●Breng de auto tot stilstand. Zorg ervoor dat het contact AAN staat en bedien de schakelaar
van de ruitbediening continu in de one-touch sluitpositie of de one-touch openpositie binnen
4 seconden nadat de klembeveiliging of knelbeveiliging werd geactiveerd, zodat de portier-
ruit kan worden geopend en gesloten.
●Als de portierruit ook na het uitvoeren van bovenstaande handelingen niet kan worden
geopend of gesloten, voer dan de onderstaande procedure uit voor initialisatie van de functie.
Zet het contact AAN.
Houd de schakelaar voor de ruitbediening omhoog getrokken in de one-touch sluitpositie
en sluit de portierruit volledig.
Laat de schakelaar voor de ruitbediening even los en houd vervolgens de schakelaar
gedurende ten minste ongeveer 6 seconden in de one-touch sluitpositie.
Houd de schakelaar van de ruitbediening ingedrukt in de one-touch openpositie. Blijf de
schakelaar, nadat de portierruit volledig is geopend, nog eens ten minste 1 seconde in die
positie vasthouden.
Laat de schakelaar voor de ruitbediening even los en houd vervolgens de schakelaar
gedurende ten minste ongeveer 4 seconden in de one-touch openpositie.
Houd de schakelaar voor de ruitbediening nogmaals omhoog getrokken in de one-touch
sluitpositie. Blijf de schakelaar, nadat de portierruit volledig is gesloten, nog eens ten minste
1 seconde in die positie vasthouden.
Herhaal de procedure vanaf het begin als u de schakelaar hebt losgelaten terwijl de ruit nog in
beweging was.
Als de ruit in de tegengestelde richting beweegt en niet volledig kan worden gesloten of
geopend, laat dan de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Aan portierslot gekoppelde werking ruiten
●De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten met behulp van de
mechanische sleutel.* (→Blz. 527)
●De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten met behulp van de
afstandsbediening.
* (→Blz. 139)
*: Deze instellingen moeten aan de persoonlijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De blokkeerschakelaar voor de ruitbediening wordt uitgeschakeld. Druk indien nodig na het
aansluiten van de 12V-accu op de blokkeerschakelaar voor de ruitbediening.
■Waarschuwingszoemer bij geopende elektrisch bedienbare ruiten
De zoemer klinkt en er verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay op het dashboard
wanneer het contact UIT staat en u het bestuurdersportier opent terwijl de elektrisch bedien-
bare ruiten geopend zijn.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de koppeling aan de portiervergrendeling) kunnen worden
gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 561)
1
2
3
4
5
6
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 194 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM
Page 198 of 600

1983-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE)
■Waarschuwingszoemer open schuifdak
De zoemer klinkt en er verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay op het
dashboard wanneer het contact UIT wordt gezet en u het bestuurdersportier opent ter-
wijl het schuifdak geopend is.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de koppeling aan de portiervergrendeling) kunnen
worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 561)
WA A R S C H U W I N G
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
■Openen van het schuifdak
●Laat geen van de inzittenden tijdens het rijden zijn/haar hand of hoofd buiten de auto
uit steken.
●Ga niet op het schuifdak zitten.
■Sluiten van het schuifdak
●De bestuurder is verantwoordelijk voor het openen en sluiten van het schuifdak.
Laat, om onbedoelde bediening, met name door kinderen, te voorkomen, het schuif-
dak niet door kinderen bedienen. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt te zitten tussen het schuifdak.
●Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het schuifdak bediend wordt.
●Wanneer het schuifdak wordt bediend met de afstandsbediening of mechanische
sleutel, bedien dan het schuifdak nadat u hebt gecontroleerd of er geen risico is dat
een passagier met een lichaamsdeel bekneld kan raken tussen het schuifdak. Laat
kinderen het schuifdak niet bedienen via de afstandsbediening of mechanische sleu-
tel. Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen het schuifdak.
●Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het contact UIT en neem de sleutel en het kind
met u mee. Anders kan het kind de auto mogelijk onbedoeld, uit kattenkwaad, enz.
bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
■Klembeveiliging
●Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te activeren.
●Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet werkt als het schuifdak bijna gesloten is.
GS450h_300h_OM_OM30F92E_(EE).book Page 198 Tuesday, November 29, 2016 2:56 PM