3–65
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
Sneeuwbanden
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend banden van
dezelfde maat en soort (sneeuwbanden,
radiaalbanden of niet-radiaalbanden)
op alle vier wielen:
Gebruik van banden van een
verschillende maat of soort is
gevaarlijk. De bestuurbaarheid van
uw auto kan daardoor bijzonder
nadelig beïnvloed worden, hetgeen tot
ongelukken kan leiden.
OPGELET
Controleer de geldende bepalingen
alvorens spijkerbanden aan te brengen.
Gebruik sneeuwbanden op alle vier
wielen
De maximum toegestane snelheid voor uw
sneeuwbanden of de wettelijk bepaalde
snelheidsbeperkingen niet overschrijden.
Europa
Kies wanneer u sneeuwbanden gaat
gebruiken de voorgeschreven maat en
bandenspanning (pagina 9-13 ).
Sneeuwkettingen
Informeer naar de plaatselijke bepalingen
alvorens sneeuwkettingen te gaan
gebruiken.
OPGELET
Het gebruik van sneeuwkettingen
kan de bestuurbaarheid van de auto
nadelig beïnvloeden.
Rijd nooit sneller dan 50 km/h of de
door de kettingfabrikant aanbevolen
snelheid, naargelang welke snelheid
lager is.
Rijd voorzichtig en vermijd
oneffenheden en gaten in het wegdek
en het maken van scherpe bochten.
Voorkom het blokkeren van de
wielen door te sterk afremmen.
Probeer nooit een sneeuwketting aan
te brengen op het noodreservewiel,
aangezien dit beschadiging van
de auto en de band tot gevolg kan
hebben.
Gebruik geen sneeuwkettingen op
wegen die vrij zijn van sneeuw of ijs.
Hierdoor kunnen de banden en de
sneeuwkettingen beschadigd worden.
Aluminium velgen kunnen door het
gebruik van sneeuwkettingen bekrast
of anderszins beschadigd worden.
OPMERKING
Als uw auto uitgerust is met een
bandenspanningcontrolesysteem,
bestaat de kans dat bij het gebruik
van sneeuwkettingen het systeem niet
correct functioneert.
/ C \ F C A ' ( &