MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2019, Model line: MODEL CX-30, Model: MAZDA MODEL CX-30 2019Pages: 759, PDF Size: 15.45 MB
Page 71 of 759

3. Voorwaarts
Installeer altijd de hoofdsteun en stel
deze nadat het kinderzitje is
verwijderd in de juiste positie af:
Rijden zonder de hoofdsteun is
gevaarlijk, aangezien tijdens plotseling
afremmen of een botsing het hoofd
van de inzittende dan niet tegen
schokken is beschermd, wat ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Zie Hoofdsteun op pagina 2-17.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
2-51
Page 72 of 759

Voorzorgsmaatregelen
betreffende de
aanvullende
beveiligingssystemen
(SRS)
▼Voorzorgsmaatregelen betreffende
de aanvullende
beveiligingssystemen (SRS)
De aanvullende beveiligingssystemen
(SRS) van de voor- en zijkant omvatten
verschillende typen airbags. Ga na met
welke verschillende soorten airbags
uw auto is uitgerust door de plaatsen
met de aanduiding “SRS AIRBAG” op
te zoeken. Deze indicatoren zijn
zichtbaar op de plaats waar de airbags
ingebouwd zijn.
De airbags zijn op de volgende
plaatsen ingebouwd:
xDe stuurwielnaaf (bestuurdersairbag) xHet dashboard aan de
passagierszijde
(voorpassagiersairbag)
xOnder het instrumentenpaneel
(knie-airbag van bestuurder)
xDe buitenste zijden van de
rugleuningen van de voorzittingen
(zij-airbags)
xDe voorruit- en achterruitstijlen en
de dakrand langs beide zijden
(gordijn-airbags)
Sommige auto’s hebben een rolsensor
die mogelijk over de kop slaan van de
auto kan detecteren.
De aanvullende beveiligingssystemen
van de airbags zijn bestemd voor het
verlenen van aanvullende bescherming
in bepaalde situaties, zodat het
gebruik van de veiligheidsgordels op
de volgende manieren altijd van
belang is:
Zonder gebruik van de
veiligheidsgordels kunnen de airbags
niet voldoende bescherming bieden
tijdens een aanrijding. Gebruik van de
veiligheidsgordels is van belang voor:
xDe passagier van een zich
opblazende airbag vandaan te
houden.
xDe kans op letsel te verminderen
tijdens een ongeluk waarbij de
airbag niet wordt opgeblazen, zoals
een achteraanrijding.
xDe kans op letsel te verminderen
tijdens een frontale, bijna frontale of
zijdelingse botsing, of als de auto
over de kop slaat, die niet ernstig
genoeg zijn om de airbags op te
blazen.
xDe kans om uit het voertuig te
worden geslingerd te verminderen.
xVermindering van de kans op letsel
aan het onderlichaam en benen
tijdens een aanrijding, aangezien de
airbags voor deze lichaamsdelen
geen bescherming bieden.
xDe bestuurder in een positie te
houden waarbij een betere controle
over de auto mogelijk is.
Een kind dat te klein is om gebruik te
kunnen maken van een
veiligheidsgordel dient op de juiste
wijze beveiligd te worden via het
gebruik van een kinderzitje (pagina
2-31).
Bepaal nauwkeurig welk kinderzitje
voor uw kind noodzakelijk is en volg
zowel de richtlijnen voor installatie in
dit instructieboekje als de instructies
van de fabrikant van het kinderzitje.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-52
Page 73 of 759

WAARSCHUWING
In auto's uitgerust met airbags dienen
veiligheidsgordels gedragen te
worden:
Het uitsluitend vertrouwen op de
airbags voor bescherming tijdens een
aanrijding is gevaarlijk. Airbags alleen
kunnen geen ernstig letsel voorkomen.
De betreffende airbags worden
uitsluitend opgeblazen bij het eerste
ongeval, zoals een frontale, bijna
frontale of zijdelingse botsing , of als de
auto over de kop slaat, met een
gematigde of grotere kracht. De
inzittenden dienen dus altijd hun
veiligheidsgordels te dragen.
Kinderen mogen niet meerijden op de
voorpassagierszitting:
Het plaatsen van een kind van 12 jaar
of jonger op de voorzitting is
gevaarlijk. In het geval een airbag
geactiveerd wordt, zou het kind ernstig
of zelfs dodelijk letsel kunnen oplopen.
Een slapend kind is geneigd tegen een
portier te leunen en loopt daardoor
meer risico bij een gematigde botsing
aan de voorpassagierszijde van het
voertuig door de zij-airbag geraakt te
worden. Bevestig een kind van 12 jaar
of jonger voor zover mogelijk steeds
op de achterzittingen en maak
daarvoor gebruik van het juiste
kinderzitje overeenkomstig de leeftijd
en de grootte van het kind.
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een
naar achteren gericht kinderzitje op
de voorpassagierszitting met een
airbag die geactiveerd zou kunnen
worden:
Gebruik NOOIT een naar achteren
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK
of ERNSTIG LETSEL aan het KIND
toebrengen.
Zelfs bij een gematigde botsing kan
het kinderzitje door een activerende
airbag geraakt worden en met kracht
naar achteren verplaatst worden,
waardoor het kind ernstig of dodelijk
letsel zou kunnen oplopen. Als uw
auto uitgerust is met een
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag, bij het plaatsen
van een naar achteren gericht
kinderzitje op de voorpassagierszitting
de schakelaar altijd in de OFF stand
zetten.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-53
Page 74 of 759

Ga niet te dichtbij de airbags van
bestuurder en voorpassagier zitten:
Het te dichtbij de airbagmodules van
bestuurder en voorpassagier zitten of
er handen of voeten op plaatsen is
uiterst gevaarlijk. De airbags van
bestuurder en voorpassagier worden
met grote kracht en snelheid
opgeblazen. Als iemand er zich te
dichtbij bevindt kan dit ernstig letsel
veroorzaken. De bestuurder dient
altijd alleen de rand van het stuurwiel
vast te houden. De passagier op de
voorzitting dient beide voeten op de
vloer te houden. De inzittenden van de
voorzitting dienen hun zittingen zover
mogelijk naar achteren af te stellen en
altijd rechtop tegen de rugleuningen te
zitten en op de juiste wijze gebruik te
maken van de veiligheidsgordels.
Ga in het midden van de zitting zitten
en draag de veiligheidsgordels op de
juiste wijze:
Het te dichtbij de zij-airbagmodules
zitten of er handen op plaatsen of
tegen het portier geleund slapen of uit
de ramen hangen is uiterst gevaarlijk.
De zij- en gordijn-airbags worden met
grote kracht en snelheid direct langs
het portier aan de zijde waar de auto
geraakt is opgeblazen. Ernstig letsel
kan worden veroorzaakt als iemand te
dicht bij het portier zit of tegen een
raam leunt of als passagiers op de
achterzitting zich aan de zijkanten van
de rugleuningen van de voorzittingen
vasthouden. Geef de zij- en
gordijn-airbags voldoende ruimte om
te functioneren door tijdens het rijden
in het midden van de zitting plaats te
nemen en de veiligheidsgordels op de
juiste wijze te dragen.Bevestig geen voorwerpen op of in de
buurt van de plaats waar de airbags
van bestuurder en voorpassagier
geactiveerd worden:
Het bevestigen van een voorwerp aan
de airbagmodules van bestuurder en
voorpassagier of iets voor de modules
plaatsen is gevaarlijk. Bij een aanrijding
zou het voorwerp de activering van de
voor-airbag kunnen hinderen en aan
de inzittenden letsel kunnen
toebrengen.
Bevestig geen voorwerpen op of in de
buurt van de plaats waar een
zij-airbag geactiveerd wordt:
Het bevestigen van voorwerpen aan de
voorzitting op zodanige manier dat de
buitenste zijde van de zitting op
enigerlei wijze wordt afgedekt, is
gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het
voorwerp de werking van de zij-airbag
welke vanuit de buitenste zijde van de
rugleuning van de voorzitting wordt
opgeblazen kunnen hinderen,
waardoor de aanvullende beveiliging
van het zij-airbagsysteem ongedaan
gemaakt wordt of de airbag in een
richting kunnen sturen die gevaarlijk is.
Verder bestaat de kans dat de airbag
opengesneden wordt en dat het gas
ontsnapt.
Hang geen opbergnetten, kaartzakjes
of rugzakken met riemen aan de
voorzittingen. Gebruik nooit
zittinghoezen op de voorzittingen.
Houd de zij-airbagmodules in uw
voorzittingen steeds vrij van obstakels,
zodat de zij-airbags bij een botsing
vanaf de zijkant ongehinderd in
werking kunnen treden.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-54
Page 75 of 759

Bevestig geen voorwerpen op of in de
buurt van de plaats waar een
gordijn-airbag geactiveerd wordt:
Het bevestigen van voorwerpen op
plaatsen waar de gordijn-airbags
geactiveerd worden zoals op de
voorruit, de zijportierruit, op de
voorruit- en achterruitstijlen en langs
de dakrand en op de steungrepen is
gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het
voorwerp de werking van de
gordijn-airbag die vanuit de voorruit-
en achterruitstijlen en langs de
dakrand wordt opgeblazen kunnen
hinderen, waardoor de aanvullende
beveiliging van de
gordijn-airbagsystemen ongedaan
gemaakt wordt of de airbag in een
richting kunnen sturen die gevaarlijk is.
Verder bestaat de kans dat de airbag
opengesneden wordt en dat het gas
ontsnapt.
Geen kleerhangers of andere
voorwerpen aan de steungrepen
ophangen. Bij het ophangen van
kleding, deze rechtstreeks aan de
kledinghaak hangen. Houd de
gordijn-airbags steeds vrij van
obstakels, zodat deze bij een
zijdelingse botsing , of als de auto over
de kop slaat, ongehinderd in werking
kunnen treden.
Raak nadat de airbags zijn
opgeblazen de onderdelen van het
aanvullend beveiligingssysteem niet
aan:
Aanraken van de onderdelen van het
aanvullend beveiligingssysteem nadat
de airbags zijn opgeblazen is
gevaarlijk. Onmiddellijk na het
opblazen zijn deze bijzonder heet.
Hierdoor bestaat de kans op
brandwonden.Monteer dus nooit uitrusting aan de
voorzijde van uw wagen:
Monteren van uitrusting aan de
voorzijde van de wagen, zoals een
frontale crashbar (kangoeroe crashbar,
vee crashbar, aanduwstang, of
dergelijke), sneeuwploeg of lieren is
gevaarlijk. Dit kan een nadelige invloed
hebben op het systeem van de
impactsensoren van de airbag.
Hierdoor zouden de airbags
onvoorzien geactiveerd kunnen
worden of wordt verhinderd dat de
airbags tijdens een aanrijding worden
opgeblazen. De inzittenden voorin
zouden als gevolg hiervan ernstig letsel
kunnen oplopen.
Geen wijzigingen aan de vering
aanbrengen:
Wijzigen van de vering van de wagen is
gevaarlijk. Als de hoogte van de auto
of de vering veranderd wordt, zal de
auto een botsing , of over de kop slaan,
niet meer correct kunnen registreren,
hetgeen een onjuiste of onverwachte
activering van de airbag tot gevolg kan
hebben waarbij de kans bestaat op
ernstig letsel.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-55
Page 76 of 759

Breng geen wijzigingen aan een
voorportier aan en laat geen
beschadigingen onhersteld. Laat een
beschadigd voorportier altijd door
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) inspecteren:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
een voorportier of het niet herstellen
van beschadigingen is gevaarlijk. Elk
van de voorportieren is voorzien van
een zij-impactsensor welke onderdeel
vormt van het aanvullend
beveiligingssysteem. Als gaten worden
geboord in een voorportier, een
portierluidspreker blijvend wordt
verwijderd, of een beschadigd portier
niet wordt hersteld, kan de werking
van de sensor nadelig beïnvloed
worden zodat deze de druk van de
impact van een zijdelingse botsing niet
meer correct kan bespeuren. Als een
sensor een zijdelingse botsing niet
correct kan bespeuren, bestaat de kans
dat de zij- en gordijn-airbags en de
veiligheidsgordelvoorspanners niet
normaal functioneren, waardoor de
inzittenden ernstig letsel kunnen
oplopen.Breng geen wijzigingen aan in het
aanvullend beveiligingssysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen in de
onderdelen of de bedrading van het
aanvullend beveiligingssysteem is
gevaarlijk. U kunt het per ongeluk in
werking stellen of buiten gebruik
stellen. Breng geen enkele wijziging
aan in het aanvullend
beveiligingssysteem. Hieronder vallen
het aanbrengen van stuurbekleding ,
etiketten of wat dan ook op de
airbagmodules. Hieronder valt ook het
installeren van extra elektrische
apparatuur op of nabij de onderdelen
en de bedrading van het systeem. Een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur) kan de
speciale aandacht besteden die bij het
uitbouwen en inbouwen van de
voorzittingen nodig is. Het is van
belang de bedrading en de
aansluitingen van de airbag te
beschermen om er voor te zorgen dat
de airbags niet per ongeluk in werking
treden en dat de
bestuurdersstoelpositiesensor niet
beschadigd wordt en de
airbag-aansluiting van de zittingen
onbeschadigd blijft.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-56
Page 77 of 759

Plaatsen geen bagage of overige
voorwerpen onder de voorzittingen:
Het plaatsen van bagage of overige
voorwerpen onder de voorzittingen is
gevaarlijk. De kans bestaat dat
onderdelen die essentieel zijn voor de
werking van het aanvullend
beveiligingssysteem beschadigd
worden en in het geval van een botsing
aan de zijkant is het mogelijk dat de
bijbehorende airbags niet geactiveerd
worden, hetgeen ernstig of dodelijk
letsel tot gevolg kan hebben. Om
beschadiging van onderdelen die
essentieel zijn voor de werking van het
aanvullend beveiligingssysteem te
voorkomen, geen bagage of andere
voorwerpen onder de voorzittingen
plaatsen.
Rijd niet met een auto met
beschadigde onderdelen van het
systeem van airbag/
veiligheidsgordelvoorspanners:
Geactiveerde of beschadigde
componenten van het airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem
dienen na elke botsing waarbij deze
geactiveerd of beschadigd werden te
worden vernieuwd. Alleen een
getrainde deskundige reparateur (bij
voorkeur een
officiële
Mazda-reparateur) kan deze systemen
volledig beoordelen om te zien of deze
bij een volgend ongeval zullen
functioneren. Rijden met een
geactiveerde of beschadigde airbag of
voorspannermodule geeft u
verminderde beveiliging bij een
volgend ongeval, waardoor de kans
bestaat op ernstig of dodelijk letsel.De airbagonderdelen in het interieur
niet verwijderen:
Het verwijderen van onderdelen zoals
de voorzittingen, het voordashboard,
het stuurwiel of delen van de voorruit-
en achterruitstijlen en langs de
dakrand die airbagonderdelen of
sensoren bevatten is gevaarlijk. In deze
onderdelen zijn belangrijke
airbagcomponenten ingebouwd. De
airbag zou onvoorzien geactiveerd
kunnen worden en daardoor ernstig
letsel kunnen veroorzaken. Laat deze
onderdelen uitsluitend door een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur)
verwijderen.
Ruim het airbagsysteem op de juiste
wijze op:
Het op ondeskundige wijze opruimen
van een airbag of slopen van een auto
met airbags die onder stroom staan,
kan uiterst gevaarlijk zijn. Ernstig letsel
kan het gevolg zijn wanneer niet alle
veiligheidsmaatregelen in acht worden
genomen. Laat een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) het airbagsysteem
veilig opruimen of een auto uitgerust
met een airbagsysteem slopen.
OPMERKING
xDe activering van een airbag gaat
gepaard met een hard opblaasgeluid
en enige rookontwikkeling. Beide
veroorzaken echter geen letsel,
alhoewel de weefselstructuur van de
airbags als gevolg van wrijving lichte
huidverwondingen kan veroorzaken
op lichaamsdelen die niet door
kleding beschermd zijn.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-57