infotainment OPEL ADAM 2014 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2014Pages: 225, PDF Size: 6.74 MB
Page 13 of 225

Kort en bondig11
1Elektrische ruitbediening .......28
2 Buitenspiegels ......................27
3 Cruise control .....................134
Snelheidsbegrenzer ............136
4 Zijdelingse ventilatieope‐
ningen ................................. 121
5 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht en
grootlicht ............................. 108
Omgevingsverlichting ......... 111
Parkeerlichten .....................108
Knoppen voor Driver
Information Center ................89
6 Instrumenten ........................ 79
7 Bedieningselementen van
infotainment ......................... 71
8 Bestuurdersinformatie‐
centrum ................................. 89
9 Voorruitenwisser, wis-/
wasinstallatie voor, ach‐
terruitenwisser, wis-/
wasinstallatie achter .............. 7310 Centrale vergrendeling .........21
Stadsmodus ........................ 133
Brandstofkeuzeschakelaar ...80
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 125
Park Pilot ............................ 137
Stoelverwarming ...................36
Verwarmd stuurwiel ..............72
11 Info-Display .......................... 93
12 Alarmknipperlichten ...........107
Controlelamp airbag-
deactivering .......................... 85
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ......................84
13 Status-LED alarmsysteem ...25
14 Middelste ventilatieope‐
ningen ................................ 121
15 Zijdelingse luchtroosters
passagierszijde ...................121
16 Handschoenenkastje ...........51
17 Verwarming en ventilatie ....11318 12 V-aansluiting ....................78
19 AUX-ingang, USB-ingang .....10
20 Schakelpook,
handgeschakelde
versnellingsbak ..................129
21 Handrem ............................. 131
22 Contactslot met stuurslot ...124
23 Claxon .................................. 72
Bestuurdersairbag ...............42
24 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 158
25 Stuurwiel instellen ................71
26 Lichtschakelaar ..................105
Instellen koplampreikwijdte 107
Mistachterlicht ....................108
Helderheid van instrumen‐ tenverlichting en
sfeerverlichting ...................109
Zekeringenkast ..................174
Page 23 of 225

Sleutels, portieren en ruiten21
Afstandsbedieningsynchroniseren
Na vervanging van de batterij het por‐
tier openen met de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier. De hand‐
zender wordt gesynchroniseerd wan‐ neer het contact wordt aangezet.
Opgeslagen instellingen Als de sleutel uit de contactschake‐
laar wordt verwijderd, worden de vol‐
gende instellingen automatisch in het
geheugen van de sleutel opgeslagen:
■ Verlichting
■ Infotainment-systeem
■ Centrale vergrendeling
■ Comfortinstellingen
De opgeslagen instellingen worden
automatisch toegepast wanneer de
sleutel met het geheugen de vol‐ gende keer in het contactslot wordt
gestoken en naar stand 1 3 124
wordt gedraaid.
Een voorwaarde is dat Pers. inst. voor
bestuurder geactiveerd is in de per‐
soonlijke instellingen van deInfo-Display. Dit moet worden inge‐
steld voor elke sleutel die gebruikt
wordt.
Persoonlijke instellingen 3 101.
Centrale vergrendeling Ontgrendelt en vergrendelt portieren,
bagageruimte en tankklep.
Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch ont‐
grendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de por‐
tieren word geopend, worden deze
na korte tijd automatisch opnieuw
vergrendeld.Ontgrendelen
Toets c indrukken.
U kunt uit twee instellingen kiezen: ■ Om alleen het bestuurdersportier, de bagageruimte en de tankklep te
ontgrendelen, drukt u eenmaal op
knop c. Om beide portieren te ont‐
grendelen, drukt u tweemaal op de
knop c
of
■ u drukt eenmaal op toets c om de
portieren, de bagageruimte en de
tankklep te ontgrendelen
Page 73 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen71Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................71
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................79
Informatiedisplays ........................89
Boordinformatie ........................... 95
Tripcomputer ................................ 98
Persoonlijke instellingen ............101Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt het infotainment-systeem, de
cruise control en een gekoppelde mo‐ biele telefoon bedienen met de knop‐
pen op het stuurwiel.
Meer informatie staat in de handlei‐
ding van het infotainment-systeem.
Bestuurdersondersteuningssyste‐
men 3 134.
Page 95 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen93Graphic-Info-Display,
Color-Info-Display
Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een
■ Graphic-Info-Display
of
■ Colour-Info-Display met aanraak‐
schermfunctionaliteit.
Beide displays zijn ondergebracht in
het dashboard.
Graphic-Info-DisplayGraphic-Info-Display geeft aan: ■ tijd 3 76
■ buitentemperatuur 3 75
■ datum 3 76
■ instellingen elektronische klimaat‐ regeling 3 116
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐ ving in de handleiding Infotainment
■ persoonlijke instellingen 3 101
Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de
menu's en instellingen.
Toets CONFIG indrukken: Menupa‐
gina Instellingen verschijnt.
Draai aan knop MENU-TUNE voor
selecteren van een instelling of
waarde.
Druk op toets MENU-TUNE voor be‐
vestigen van een instelling of waarde.
Druk op toets BACK om een menu of
instelling af te sluiten zonder het laat‐ ste teken in een tekenreeks te wijzi‐
gen of te wissen. Druk enkele secon‐
den op de toets om de gehele invoer
te wissen.
Sluit het menu Instellingen af door
stapsgewijs op toets BACK te druk‐
ken of door na het bevestigen van de wijzigingen op toets CONFIG te druk‐
ken.
Persoonlijke instellingen 3 101.
Opgeslagen instellingen 3 21.
Colour-Info-Display
Page 96 of 225

94Instrumenten en bedieningsorganen
Het Colour-Info-Display geeft in kleur
weer:
■ tijd 3 76
■ buitentemperatuur 3 75
■ datum 3 76
■ instellingen elektronische klimaat‐ regeling 3 116
■ instructies m.b.t. de parkeerhulp en
de geavanceerde parkeerhulp
3 137
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐ ving in de handleiding Infotainment
■ navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
■ systeemberichten
■ boordinformatie 3 95
■ persoonlijke instellingen 3 101
De getoonde informatie en de weer‐
gave ervan hangen af van de uitvoe‐
ring van de auto en de geselecteerde instellingen.
Menu's en instellingen selecteren
Via het display van het aanraak‐ scherm hebt u toegang tot menu's en
instellingen.
Toets ; indrukken: pagina Home
verschijnt.
Op schermpictogram Instellingen tik‐
ken: menupagina Instellingen ver‐
schijnt. Selecteer een instelling door erop te tikken.
Tik nogmaals op een geselecteerde
instelling of waarde om deze te be‐
vestigen.
Druk op displaytoets q om een menu
of instelling af te sluiten zonder het
laatste teken in een tekenreeks te wij‐ zigen of te wissen.
Sluit het menu Instellingen af door
stapsgewijs op displaytoets q te
drukken of door na het bevestigen
van de wijzigingen op toets ; te druk‐
ken.
Persoonlijke instellingen 3 101.
Opgeslagen instellingen 3 21.
Page 126 of 225

124Rijden en bedieningStarten en bediening
Nieuwe auto inrijden Tijdens de eerste ritten niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont‐
wikkeling optreden door het verdam‐
pen van was en olie op het uitlaatsys‐ teem. Na de eerste rit de auto enige
tijd buiten parkeren en inademen van
de dampen vermijden.
Tijdens het inrijden kunnen het brand‐ stof- en motorolieverbruik hoger zijn.
Autostop is wellicht niet mogelijk wan‐
neer de accu wordt opgeladen.Contactslotstanden0=Ontsteking uit1=Stuurslot opgeheven, ontste‐ king uit2=Contact aan3=Starten
Vertraagde uitschakeling
stroom
De volgende elektronische systemen
kunnen werken tot het bestuurders‐
portier geopend wordt of ten laatste
10 minuten nadat het contact is uit‐
gezet.
■ Elektrische ruitbediening
■ Stekkerdozen
Het Infotainmentsysteem blijft van
stroom voorzien en zal 30 minuten
blijven werken of tot de sleutel uit de
contactschakelaar wordt gehaald, on‐
afhankelijk of er een portier geopend
wordt of niet.
Motor starten
Trap de koppeling in.
Bedien het gaspedaal niet.