ESP OPEL ADAM 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2016.5Pages: 97, PDF Size: 1.71 MB
Page 43 of 97

Telefoon43Druk op 7w op het stuurwiel om naar
het telefoonmenu te gaan. Druk nog‐
maals op 7w om het laatst gekozen
nummer opnieuw te kiezen.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als bij een inkomende oproep een au‐ diomodus actief is, bijv. de radio- ofUSB-modus, wordt het geluid van de
audiobron onderdrukt totdat het ge‐
sprek wordt beëindigd.
Er verschijnt een melding met het te‐
lefoonnummer of de naam van de bel‐
ler (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
7w op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het betreffende menu weer te ge‐
ven. Er verschijnt een lijst met alle ge‐ koppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt
een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek ver‐
schijnt het hoofdmenu op het display.
Handsfreemodus tijdelijk deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
Page 44 of 97

44TelefoonMicrofoon tijdelijk deactiverenActiveer n om de microfoon uit te
schakelen.
Deactiveer n om de microfoon weer
te activeren.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer J om het gesprek te be‐
eindigen.
Voicemailbox
U kunt uw voicemailbox via het info‐
tainmentsysteem bedienen.
Voicemailnummer
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth. Blader door de
lijst en selecteer Voicemailnummers .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Kies de desbetreffende telefoon. Er
verschijnt een toetsenblok.
Voer het voicemailnummer van de
desbetreffende telefoon in.Voicemailbox bellen
Druk op ; en selecteer dan
TELEFOON .
Selecteer t op het scherm. De voi‐
cemailbox wordt gebeld.
U kunt het voicemailnummer ook met de telefoontoetsen invoeren.
Mobiele telefoons enCB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de mo‐
delspecifieke montagehandleiding en
de gebruiksvoorschriften van de fa‐
brikant van de telefoon en de hands‐
free-carkit in acht genomen worden.
Anders kan de typegoedkeuring van
de auto vervallen (EU-richtlijn
95/54/EG).Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● Vakkundig gemonteerde buiten‐ antenne, waardoor de maximale
reikwijdte wordt bereikt,
● Maximaal zendvermogen 10 watt,
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de Ge‐
bruikershandleiding, hoofdstuk
Airbagsysteem , in aanmerking.
Laat u informeren over de voorziene
montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de mo‐
gelijkheden tot gebruik van toestellen
met een zendvermogen van meer dan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan, wan‐
neer het maximale zendvermogen
van de mobiele telefoon niet groter is
dan 2 watt bij GSM 900 en niet groter
is dan 1 watt bij de andere types.
Page 46 of 97

46TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............31
Afbeeldingsbestanden ..................27
Afbeelding via USB activeren .......31
Algemene aanwijzingen ...............36
AUX ........................................... 27
Bluetooth ................................... 27
DAB ........................................... 24
Infotainmentsysteem ...................6
Smartphone-applicaties ............27
Telefoon .................................... 36
USB ........................................... 27
Algemene informatie ..............27, 35
Antidiefstalfunctie ..........................7
Audio afspelen .............................. 29
Audiobestanden ........................... 27
Audioknoppen op stuurwiel ............8
Audio via AUX activeren ...............29
Audio via iPod activeren ...............29
Audio via USB activeren ...............29
Automatisch volume .....................16
AUX Algemene aanwijzingen ............27
Apparaat aansluiten ..................27
Audiomenu AUX........................ 29
B Basisbediening ............................. 13
Bediening...................................... 40 Externe apparaten ....................27Menu......................................... 13
Radio ......................................... 20
Telefoon .................................... 40
Bedieningselementen Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beginmenu ................................... 13
Bel Beltoon ...................................... 40
Functies tijdens het gesprek .....40
Inkomend gesprek ....................40
Telefoongesprek initiëren ..........40
Beltoon Beltoon wijzigen ........................40
Beltoonvolume .......................... 16
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ..............27
Audiobestanden ........................27
Filmbestanden........................... 27
Bluetooth Algemene aanwijzingen ............27
Apparaat aansluiten ..................27
Bluetooth-verbinding .................37
Koppelen ................................... 37
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 29
Telefoon .................................... 40
Bluetooth-verbinding ....................37
Page 48 of 97

48Functies tijdens het gesprek.....40
Hoofdmenu Telefoon ................40
Inkomend gesprek ....................40
Noodoproepen .......................... 39
Oproepenhistorie ......................40
Snelkiesnummer .......................40
Telefoonboek ............................ 40
Telefoon activeren ........................40
Telefoonboek ................................ 40
Telefoonweergave ........................33
Telefoonweergave activeren ........33
U USB Afbeeldingenmenu USB ............31
Algemene aanwijzingen ............27
Apparaat aansluiten ..................27
Audiomenu USB........................ 29 Filmmenu USB .......................... 32
V Volume Automatisch volume ..................16
Beltoonvolume .......................... 16
Maximaal opstartvolume ...........16
Stiltefunctie................................ 11
Volume aanraakpiep .................16
Volume instellen ........................11
Volume TP ................................ 16Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ............................. 11
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............16
Volume aanraakpiep ....................16
Volume-instellingen ......................16
Volume TP .................................... 16
Z
Zenders ophalen .......................... 22
Zenders opslaan ........................... 22
Zender zoeken.............................. 20
Page 56 of 97

56InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 7
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..80
of functie Opnieuw kiezen
activeren ............................... 84
of nummer bellen in
oproeplijst .............................. 84
Lang indrukken:
gesprekslijst openen .............84
of handsfreemodus in-/
uitschakelen .......................... 84
2SRC (bron) ............................ 57
Drukken: selecteren
audiobron .............................. 57
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 63
Bij een actieve cd-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-track te selecteren ........72
Met actief telefoonportaal
en open bellijst (zie
punt 1): draai omhoog/
omlaag voor het
selecteren van volgende/
vorige vermelding in bellijst ...84
Bij een actief
telefoonportal en
gesprekken in de wacht:
omhoog/omlaag draaien
om tussen gesprekken te
schakelen .............................. 84
3 +
Volume verhogen4 –Volume verlagen
5 xn
Indrukken: oproep
beëindigen/weigeren .............84
of oproeplijst sluiten ..............84
of mutefunctie in-/
uitschakelen .......................... 57
Page 63 of 97

Radio63RadioGebruik........................................ 63
Zender zoeken ............................. 63
Autostore-lijsten ........................... 64
Favorietenlijst ............................... 65
Frequentiebereikmenu's ..............65
Radio Data System (RDS) ...........67
Digital Audio Broadcasting ..........69Gebruik
Radio activeren
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecterenDruk één of meerdere malen op
RADIO om het gewenste frequentie‐
bereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van dat frequentiebereik wordt
weergegeven.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op s of u om de vol‐
gende zender in het zendergeheugen
weer te geven.
Handmatig zender zoeken
Houd s of u ingedrukt. Loslaten
als de gewenste frequentie bijna is
bereikt op het frequentiedisplay.
De volgende ontvangbare zender
wordt opgezocht en automatisch af‐
gespeeld.
Let op
Handmatig zender zoeken: Als de
radio geen station vindt, schakelt hij
automatisch naar een gevoeliger
zoekniveau. Als er dan nog geen
station wordt gevonden, zal de laatst
actieve frequentie weer worden ge‐
kozen.
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er al‐
leen naar RDS-zenders 3 67 ge‐
zocht en als verkeersinformatie TP
Page 71 of 97

Cd-speler71Cd-spelerAlgemene aanwijzingen...............71
Gebruik ........................................ 72Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
OpmerkingenVoorzichtig
Plaats in geen geval single-cd's
met een diameter van 8 cm of spe‐ ciaal vormgegeven cd's in de au‐
diospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kun‐ nen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2.
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en
Form 2.
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO 9660 Level 1, Level 2, Ro‐
meo, Joliet.
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een an‐
der formaat zijn geschreven dan
hierboven vermeld niet correct
worden afgespeeld en dat hun
bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's (zie hieronder).
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's worden mogelijk niet correct ofzelfs helemaal niet afgespeeld. In
dergelijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop audiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3) kunnen
audiotrackgedeelte en de ge‐
comprimeerde bestanden sepa‐ raat worden afgespeeld.
Page 75 of 97

USB-poort75USB-poortAlgemene aanwijzingen...............75
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ....................................... 76Algemene aanwijzingen
In de middenconsole onder de knop‐
pen voor de klimaatregeling bevindt
zich een USB-aansluiting voor het
aansluiten van externe audiogege‐
vensbronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD Card (via USB-
aansluiting/adapter) of iPod aanslui‐
ten.
Na het aansluiten op de USB-poort
kunnen diverse functies van de bo‐
venstaande apparaten worden be‐
diend via de bedieningsorganen en
menu's van het infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers, USB-drives, SD Cards of iPods wor‐ den ondersteund door het infotain‐
mentsysteem.Opmerkingen
● De op de USB-poort aangesloten
externe apparaten moeten vol‐
doen aan de USB Mass Storage
Class-specificatie (USB MSC).
● Via USB aangesloten apparaten worden ondersteund volgens
USB-specificatie V 2,0. Maxi‐
maal ondersteunde snelheid:
12 Mbit/s.
● Alleen apparaten met een FAT16/FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
● Vaste-schijfstations (HDD) wor‐ den niet ondersteund.
● USB-hubs worden niet onder‐ steund.
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 Level 1, Level 2, Ro‐
meo, Joliet
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een an‐
der formaat zijn geschreven dan
hierboven vermeld niet correct
worden afgespeeld en dat hun
Page 76 of 97

76USB-poortbestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op de bestanden
die op het externe apparaat zijn
opgeslagen:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)
en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2)
● Voor de gegevens op externe ap‐
paraten die zijn aangesloten op
de USB-poort gelden de vol‐
gende beperkingen:
Aantal tracks: max. 999
Aantal tracks per mapniveau:
max. 512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Wma-bestanden met Digital
Rights Management (DRM) van online-muziekwinkels kunnenniet worden afgespeeld.
WMA-bestanden kunnen alleen
goed worden afgespeeld als
deze met Windows Media Player,minimaal versie 9, zijn aange‐
maakt.
Toepasbare afspeellijstexten‐ sies: .m3u, .pls, .wpl
De afspeellijstitems moeten als
relatieve paden zijn opgemaakt.
Het systeemkenmerk voor map‐
pen/bestanden dat audiogege‐
vens bevat, mag niet ingesteld
zijn.
Opgeslagen audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
MEDIA om de modus Mp3 of iPod te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het toestel zijn opgeslagen, wordt
automatisch gestart.
MP3:iPod:
Toestelspecifiek menu gebruiken
Druk op MENU-TUNE om naar het
menu van het momenteel verbonden apparaat te gaan.
Tracks shuffelen
Alle tracks in willekeurige volgorde af‐ spelen: stel deze functie in op Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 2 in het betreffende
hoofdmenu.
Page 83 of 97

Telefoon83Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Als het apparaat aangesloten is, moet
het eerst worden ontkoppeld (zie hier‐
boven).
Selecteer de submenuoptie Wissen
om het apparaat te verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten
De telefooninstellingen, bijv. de ap‐
paratenlijst, de Bluetooth-code en het belgeluid, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Telefooninstellingen en vervolgens
Fabrieksinstellingen herstellen .In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Vertrouw daarom niet al‐
leen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.