bluetooth OPEL ADAM 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2016Pages: 107, PDF Size: 1.88 MB
Page 68 of 107

68InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 73.
Audiospelers
R 3.0
Druk op AUX om de modus AUX te
activeren.
CD 3.0 BT
Druk één of meerdere keren op
MEDIA om naar het hoofdmenu CD,
USB, iPod of AUX te gaan of om tus‐
sen deze menu's te wisselen.
Druk op MENU-TUNE om naar de be‐
treffende menu's met opties voor
trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 81, AUX-
functies 3 84, USB-poortfuncties
3 85 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 88.
Telefoon
Druk kort op y / @ om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op MENU-TUNE om naar het
telefoonmenu met opties voor het in‐ voeren en selecteren van nummers te gaan.Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 90.
Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 69.
Datum- en tijdinstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Voertuiginstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Andere instellingen
U vindt een gedetailleerde beschrij‐ ving voor alle andere instellingen in
de betreffende hoofdstukken.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle instellingen, bijv. de volume- en
geluidsinstellingen, de favorietenlijs‐
ten of de lijst met Bluetooth-appara‐
ten, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Auto-instellingen en vervolgens Fa‐
brieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Page 88 of 107

88Streaming audio via BluetoothStreaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ....................88
Bediening ..................................... 88Algemene informatie
Bluetooth-compatibele audiobronnen (bijv. mobiele telefoons voor muziek,mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
het Bluetooth-muziekprotocol A2DP
ondersteunen, werken draadloos op
het Infotainmentsysteem.
Opmerkingen ● Het Infotainmentsysteem werkt alleen met Bluetooth-apparaten
die A2DP (Advanced Audio Dis‐
tribution Profile), versie 1.2 of ho‐ ger, ondersteunen.
● Het Bluetooth-apparaat moet AVRCP (Audio Video Remote
Control Profile), versie 1.0 of ho‐
ger ondersteunen. Als het appa‐ raat AVRCP niet ondersteunt,werkt alleen de volumeregeling
via het infotainmentsysteem.
● Maak uzelf voorafgaand aan het aansluiten van het Bluetooth-ap‐
paraat op het Infotainmentsys‐
teem vertrouwd met de gebruiks‐
aanwijzing voor Bluetooth-func‐
ties van het apparaat.Bediening
Voorwaarden
Voor de Bluetooth-muziekmodus van
het infotainmentsysteem moet aan de
volgende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het in‐ fotainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 91.
● De Bluetooth-functie van de ex‐ terne Bluetooth-audiobron moet
geactiveerd zijn (zie gebruiks‐
aanwijzing van het apparaat).
● Afhankelijk van de externe Blue‐ tooth-audiobron moet u het ap‐
paraat wellicht op "zichtbaar" zet‐
ten (zie gebruiksaanwijzing van
het apparaat).
● De externe Bluetooth-audiobron moet met het infotainmentsys‐
teem gekoppeld en verbonden
zijn 3 91.
Bluetooth-muziekmodus
activeren
Druk één of meerdere malen op
MEDIA om de Bluetooth muziekmo‐
dus te activeren.
Page 89 of 107

Streaming audio via Bluetooth89
Streaming audio via Bluetooth moet
via het Bluetooth-apparaat worden gestart en onderbroken/gestopt.
Bediening via
infotainmentsysteem
Volume aanpassen
Het volume kan via het Infotainment‐ systeem worden aangepast 3 67.
Naar volgende of vorige track gaan Druk kort op s of u op het be‐
dieningspaneel van het Infotainment‐
systeem.
Page 90 of 107

90TelefoonTelefoonAlgemene aanwijzingen...............90
Bluetooth-verbinding ....................91
Noodoproep ................................. 93
Bediening ..................................... 94
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................97Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth met
het Infotainmentsysteem verbonden
zijn.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐ treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐ handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
Page 91 of 107

Telefoon91telefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special InterestGroup (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een radionorm voor de
draadloze verbinding van bijv. een te‐
lefoon met andere apparaten. Gege‐
vens zoals een telefoonboek, ge‐
sprekslijsten, de naam van de net‐
werkoperator en de sterkte van de
verbinding kunnen worden overge‐
dragen. Welke functies er beschik‐
baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met het telefoonportaal tot stand te brengen,
moet de Bluetooth-functie van de mo‐
biele telefoon worden ingeschakeld
en de mobiele telefoon worden inge‐
steld op "zichtbaar". Raadpleeg voor
meer informatie de gebruiksaanwij‐
zing van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth. In het sub‐
menu wordt u een vraag gesteld.
Zet Bluetooth op Aan door de vraag
naar keuze met Ja of Nee te beant‐
woorden.
Een Bluetooth-apparaat koppelen Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Telefooninstellingen en vervolgens
Apparaat koppelen .
Of u kunt tweemaal op y / @ drukken.
Het volgende display verschijnt:
Zodra het telefoonportal van het Info‐
tainmentsysteem wordt gedetec‐
teerd, verschijnt het in de apparaten‐ lijst van uw Bluetooth-toestel. Selec‐
teer het telefoonportal.
Voer op verzoek de pincode op uw
Bluetooth-toestel in. De apparaten
worden gekoppeld en verbonden.
Let op
Het telefoonboek van uw mobiele te‐
lefoon wordt automatisch gedown‐
load. De presentatie en volgorde
van de telefoonboekvermeldingen kunnen op het display van het Info‐
tainmentsysteem en op het display
van de mobiele telefoon verschillend zijn.
Na het tot stand komen van de Blue‐
tooth-verbinding: als er een ander
Bluetooth-apparaat was verbonden
Page 92 of 107

92Telefoonmet het Infotainmentsysteem, wordt
dat apparaat nu losgekoppeld van het systeem.
Als de Bluetooth-verbinding mislukt:
start de bovenstaande procedure
nogmaals of raadpleeg de gebruiks‐
aanwijzing van het Bluetooth-appa‐
raat.
Let op
Aan het Infotainmentsysteem kun‐
nen maximaal 5 toestellen worden
gekoppeld.
De Bluetooth-code wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth-code wijzigen .
Het volgende display verschijnt:
Voer de gewenste viercijferige pin‐
code in en bevestig de door u inge‐
voerde gegevens met OK.
Een ander gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Selecteer de submenuoptie
Selecteren om de verbinding tot
stand te brengen.
Verbinding van apparaat
verbreken
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Selecteer het gekoppelde apparaat. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de submenuoptie
Verbreken om het apparaat te ont‐
koppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Page 93 of 107

Telefoon93Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Als het apparaat aangesloten is, moet
het eerst worden ontkoppeld (zie hier‐
boven).
Selecteer de submenuoptie Wissen
om het apparaat te verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten
De telefooninstellingen, bijv. de ap‐
paratenlijst, de Bluetooth-code en het belgeluid, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Telefooninstellingen en vervolgens
Fabrieksinstellingen herstellen .In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Vertrouw daarom niet al‐
leen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
Page 94 of 107

94Telefoon9Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw
mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enkele minuten duren.
Tijdens deze periode is het bedienen van de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt mo‐
gelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐ fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.
Voorwaarden
Voor de handsfreemodus van het in‐
fotainmentsysteem moet aan de vol‐
gende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het in‐ fotainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 91.
● De Bluetooth-functie van de mo‐ biele telefoon moet geactiveerd
zijn (zie gebruiksaanwijzing van het apparaat).● De mobiele telefoon moet op "zichtbaar" staan (zie gebruiks‐
aanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekop‐
peld zijn 3 91.
Handsfreemodus activeren
Druk op y / @ op het bedieningspa‐
neel van het Infotainmentsysteem. Het hoofdmenu van de telefoon ver‐
schijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het
Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 91.
Page 100 of 107

100TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .........82
Algemene aanwijzingen. 60, 81, 84, 85, 90
Algemene informatie..................... 88 AUX-ingang ............................... 84
Bluetooth-muziek ......................88
CD-speler .................................. 81
Infotainment-systeem ................60
Telefoon .................................... 90
USB-poort ................................. 85
Antidiefstalfunctie ........................61
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 62
Automatische volumeregeling ......71
Autostore-lijsten ............................ 74
Zenders ophalen .......................74
Zenders opslaan .......................74
AUX-functie activeren ...................84
AUX-ingang Algemene informatie .................84
Bediening .................................. 84
Inschakelen ............................... 84
Volume aanpassen ...................84
B Basisbediening ............................. 69
Bediening ............................... 88, 94
AUX-ingang ............................... 84
Bluetooth-muziek ......................88CD-speler.................................. 82
Menu ......................................... 69
Radio ......................................... 73
Telefoon .................................... 94
USB-poort ................................. 86
Bedieningselementen Infotainment-systeem ................62
Stuurwiel ................................... 62
Telefoon .................................... 90
Bedieningspaneel Infotainment ....62
Bel Beltoon ...................................... 94
Functies tijdens het gesprek .....94
Inkomend gesprek ....................94
Telefoongesprek initiëren ..........94
Beltoon Beltoon selecteren ....................94
Beltoonvolume .......................... 71
Bluetooth Bluetooth-muziek ......................88
Bluetooth-verbinding .................91
Telefoon .................................... 94
Bluetooth-muziek Algemene informatie .................88
Bediening .................................. 88
Inschakelen ............................... 88
Voorwaarden ............................. 88
Bluetooth-verbinding ....................91
Page 101 of 107

101CCategorielijst ................................. 75
Cd-menu ....................................... 82
CD-speler Afspelen van een cd starten .....82
Algemene informatie .................81
Cd plaatsen ............................... 82
Cd-menu ................................... 82
Een cd verwijderen.................... 82
Gebruik...................................... 82
Inschakelen ............................... 82
CD-speler activeren ......................82
D
DAB .............................................. 79
Datuminstellingen .........................67
De radio inschakelen ....................73
Digital Audio Broadcasting ...........79
Dynamisch audioaanpassing .......79
F
Favoriete lijsten ............................ 75
Zenders ophalen .......................75
Zenders opslaan .......................75
Favorietenlijst ............................... 75
Frequentiebereikmenu's ...............75
Frequentiebereik selecteren .........73
Functie Opnieuw kiezen ...............94G
Gebruik ....................... 67, 73, 82, 84
AUX-ingang ............................... 84
Bluetooth-muziek ......................88
CD-speler .................................. 82
Menu ......................................... 69
Radio ......................................... 73
Telefoon .................................... 94
USB-poort ................................. 86
Geluidsinstellingen .......................70
Gesprekslijsten ............................. 94
H Handsfree telefoonmodus activeren.................................... 94
I
Infotainmentsysteem inschakelen 67
K Knop MENU-TUNE....................... 69
M Maximaal opstartvolume............... 71
Menubediening ............................. 69
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................97
Mute.............................................. 67
N Noodoproep .................................. 93O
Opgeslagen audiobestanden afspelen..................................... 86
Overzicht bedieningselementen ...62
R Radio Afstemmen op zender ...............73
Autostorelijsten.......................... 74
Bereik selecteren ......................79
Categorielijst ............................. 75
DAB configureren ......................79
DAB-berichten ........................... 75
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 79
Dynamisch audioaanpassing ....79
Favoriete lijsten ......................... 75
Frequentiebereik selecteren .....73
Frequentiebereikmenu's............ 75
Gebruik...................................... 73
Inschakelen ............................... 73
Radio Data System (RDS) ........77
RDS configureren...................... 77
Regio-instelling.......................... 77
Verkeersberichten .....................77
Verkeersinformatie ....................77
Zender zoeken .......................... 73
Zenderlijsten.............................. 75
Zenderlijsten bijwerken .............75