display OPEL ADAM 2017.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017.5, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2017.5Pages: 249, PDF Size: 7.36 MB
Page 162 of 249

160Rijden en bediening
Het blindehoeksysteem werkt bij
snelheden van 10 km/u tot 140 km/u. Bij snelheden hoger dan 140 km/u
wordt het systeem inactief, aangege‐
ven door de verlichte waarschuwings‐ symbolen B in beide buitenspiegels.
Als de snelheid weer wordt verlaagd,
verdwijnen de waarschuwingssym‐
bolen. Als een auto dan in de blinde
zone wordt waargenomen, worden de
waarschuwingssymbolen B als
normaal verlicht aan de betreffende
zijde.
Als de auto wordt gestart, lichten beide displays in de buitenspiegels
kort op om aan te geven dat het
systeem operationeel is.
U kunt het systeem activeren of deac‐ tiveren op het Info-Display, Persoon‐
lijke instellingen 3 103.
De deactivering wordt aangegeven
met een tekst op het Driver Informa‐
tion Centre.
Detectiezones
De detectiezones beginnen bij de
achterbumper en strekken zich ong.
drie meter naar achteren en naar de
zijkanten uit. De zone is tussen onge‐
veer 0,5 meter en twee meter hoog,
vanaf de grond.
Het systeem wordt geactiveerd als er een aanhangwagen aangekoppeld is.
Het blindehoeksysteem is ontworpen
om stilstaande voorwerpen, zoals
vangrails, lantaarnpalen, stoepran‐
den, muren en balken te negeren.
Geparkeerde voertuigen of tege‐
moetkomende voertuigen worden
niet gedetecteerd.Storing
Het kan soms voorkomen dat het systeem geen signaal afgeeft, bij
natte weersomstandigheden zal dit
vaker optreden.
Het blindehoeksysteem werkt niet als de bumper aan de linker- of rechter‐zijde vervuild is met modder, vuil,
sneeuw, ijs, slijk, of tijdens hevige
regenval. Instructies voor reinigen
3 213.
Bij een storing in het systeem of als het systeem door tijdelijke omstan‐ digheden niet operationeel is, dan
verschijnt er een melding in het Driver
Information Centre. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Page 190 of 249

188Verzorging van de autoZekeringenkast
instrumentenpaneel
De zekeringenkast zit achter de licht‐ schakelaar in het instrumentenpa‐
neel.
Pak de handgreep vast en trek de
lichtschakelaar omlaag.
Nr.Stroomkring1–2–3Elektrische ruitbedieningNr.Stroomkring4Spanningsomvormer5Carrosserieregelmodule 16Carrosserieregelmodule 27Carrosserieregelmodule 38Carrosserieregelmodule 49Carrosserieregelmodule 510Carrosserieregelmodule 611Carrosserieregelmodule 712Carrosserieregelmodule 813–14Achterklep15Diagnosestekker16Datalinkverbinding17Ontsteking18Airconditioning19Audioversterker20Parkeerhulp21Remschakelaar22Audiosysteem23Display
Page 218 of 249

216Verzorging van de autoOnderstel
Sommige delen van de bodemplaat
zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende
waslaag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten controleren en zo nodig een nieuwewaslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen
kunnen de pvc-laag aantasten. Werk‐ zaamheden aan de bodemplaat door
een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de
beschermende waslaag laten contro‐
leren.
Vloeibaar-gassysteem9 Gevaar
Vloeibaar gas is zwaarder dan
lucht en kan zich op lage punten
verzamelen.
Wees voorzichtig wanneer u in
een werkkuil aan het chassis
werkt.
Voor lakwerk en bij gebruik van een
droogcabine bij een temperatuur
boven 60 °C moet de LPG-tank
worden verwijderd.
Breng geen wijzigingen aan het vloei‐
baar-gassysteem aan.
Draagsysteem achteraan Reinig minstens een keer per jaar het
draagsysteem achteraan met een
stoomlans of hogedrukreiniger.
Wanneer u het draagsysteem achter‐ aan niet regelmatig gebruikt, moet u
het vooral in de winter af en toe bedie‐ nen.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met
zuiver water en een zachte doek.
Gebruik een reinigingsmiddel voor leder als de bekleding erg vuil is.Instrumentengroep en de displays
alleen met een zachte, vochtige doek reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met
een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet
kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op lichtgekleurde bekleding. Reinig
verwijderbare vlekken en verkleurin‐
gen zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten
omdat geopende klittenbandslui‐
tingen schade aan de stoelbekle‐
ding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Page 220 of 249

218Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................218
Service-informatie ...................218
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............219
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................219Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay 3 84.
Europese service-intervallen
Aan het voertuig moet om de
30.000 km onderhoud gepleegd
worden, of na 1 jaar, wat het eerst
voorkomt, tenzij anders vermeld op
het service-display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐ vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay 3 84.
Internationale service-intervallen
Aan het voertuig moet om de
15.000 km onderhoud gepleegd
worden, of na 1 jaar, wat het eerst
voorkomt, tenzij anders vermeld op
het service-display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger,
rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
Page 221 of 249

Service en onderhoud219lucht, rijden op grote hoogtes en
aanzienlijke temperatuurwisselingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden wellicht vaker dan met
het reguliere service-interval worden
verricht.
De internationale service-intervallen gelden voor de landen die niet tot de
groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden
opgesteld.
Servicedisplay 3 84.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het Service- en
garantieboekje correct wordt inge‐
vuld, omdat een sluitend bewijs van
service essentieel is bij aanspraken
op garantie of goodwill en tevens een pluspunt is bij verkoop van de auto.Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
De service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de
motorolie moet worden ververst.
Servicedisplay 3 84.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik uitsluitend producten die aan
de aanbevolen specificaties voldoen.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van de kwaliteit en de viscositeit. Bij
de keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De
Page 245 of 249

243Brandstof.................................... 161
Brandstofkeuzeschakelaar ..........84
Brandstofmeter ............................ 83
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 167
Brandstof voor benzinemotoren 161
Brandstof voor rijden op LPG .....162
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................78
Buitenverlichting .........................111
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................22
Claxon ................................... 13, 76
Code ........................................... 100
Colour-Info-Display .......................99
Conformiteitsverklaring ...............234
Contactslotstanden ....................130
Controlelampen ......................82, 85
Controle over de auto ................129
Controles .................................... 170
Cruise control ...................... 93, 146
D
Dagrijlicht ................................... 113
Dagteller ...................................... 83
Dakbelasting ................................. 72
Dakdrager .................................... 71
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dimlicht of grootlicht ...................111
Draagsysteem achterzijde ............56Driepuntsgordel ........................... 40
Driver Information Center .............93
E Eerste hulp ................................... 71
Elektrisch bediende ruiten ...........30
Elektrische aansluitingen .............81
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 185
Elektronische rijprogramma's ....140
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....91
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 144
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............91
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............122
Erkenning van software ..............236
Event Data Recorders (EDR) .....240
F
Fietsendrager ............................... 56
Flex-Fix-systeem .......................... 56
Frontaal airbagsysteem ...............45
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .......................137
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..239Geluidssignalen .........................102
Gereedschap ............................. 189
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................70
Gloeilamp vervangen ................176
Gordels ......................................... 39
Gordelverklikker ........................... 88
Gordijnairbagsysteem .................. 46
Graphic-Info-Display .....................99
Grootlicht ............................. 93, 112
H Halogeenkoplampen .................176
Handgeschakelde modus ..........140
Handgeschakelde versnellingsbak ......................136
Handmatige dimfunctie ................29
Handrem ............................. 141, 142
Handschoenenkastje ...................54
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 142
Hoofdsteunen .............................. 34
Hoofdsteunverstelling ....................8
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 50
Inductief opladen ..........................81
Info-Displays ................................. 93
Inhouden ................................... 232
Page 246 of 249

244Inklapbare spiegels .....................29
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 117
Instrumentengroep ......................82
Instrumentenverlichting .............184
Interieurverlichting ......................115
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........53
K Katalysator ................................. 135
Kentekenverlichting ...................183
Keuzehendel ............................. 138
Kilometerteller .............................. 83
Kinderveiligheids-systemen ..........48
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................119
Klok .............................................. 79
Koelvloeistof .............................. 172
Koelvloeistof en antivries ............219
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...84
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 113
Koplampverstelling ....................113
L
Laadsysteem ............................... 89
Lekke band ................................. 202
Lichtschakelaar .......................... 111
Lichtsignaal ................................ 112
Luchtinlaat ................................. 128M
Meters........................................... 82
Midlevel-display ............................ 93
Mistachterlicht .............................. 93
Mistachterlichten ........................ 114
Motorgegevens .......................... 227
Motor-ID...................................... 223
Motorkap .................................... 170
Motorolie .................... 171, 219, 224
Motoroliedruk ............................... 92
Motor starten ..................... 131, 137
N Nieuwe auto inrijden ..................130
O
Obstakeldetectiesystemen .........149
Olie, motor .......................... 219, 224
OnStar ........................................ 106
Ontlaadbeveiliging accu ............118
Opbergruimte................................ 54
Opbergruimte achter..................... 67
Opbergruimte voor........................ 55
Opbergvakken .............................. 54
Opgeslagen instellingen ...............22
Opschakelen................................. 91 Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 211
Panoramadak .............................. 33Parkeerhulp ............................... 149
Parkeerlichten ............................ 114
Parkeren .............................. 18, 134
Park pilot met ultrasoonsensoren 149
Pedaal intrappen .......................... 90
Persoonlijke instellingen ............103
Pollenfilter .................................. 128
Portieren ....................................... 25
Portier open ................................. 93
Prestaties ................................... 229
Profieldiepte ............................... 196
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 241
Regelbare instrumentenverlichting ...........115
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 240
Remassistentie .......................... 142
Rem- en koppelingssysteem .......90
Rem- en koppelingsvloeistof ......219
Remmen ............................ 141, 173
Remvloeistof .............................. 173
Reparatie ongevalschade ...........236
Reservewiel ............................... 205
Richtingaanwijzer ........................88
Richtingaanwijzers ..................... 114
Richtingaanwijzers vooraan ......178
Rugleuning neerklappen .............37
Page 247 of 249

245Ruiten........................................... 30
Rijregelsystemen ........................143
Rijverlichting .......................... 12, 93
S
Service ....................................... 128
Service-display ............................ 84
Service-indicatie .......................... 90
Service-informatie ...................... 218
Sjorogen ...................................... 70
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................197
Snelheidsbegrenzer ...................148
Snelheidsmeter ............................ 82 Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................172
Stadsmodus................................ 145
Startbeveiliging ......................28, 93
Starten en bedienen ...................130
Starthulp gebruiken ...................209
Stoelpositie .................................. 35
Stoelverstelling ........................7, 36
Stoelverwarming ........................... 39
Stop/Start-systeem .....................132
Storing ....................................... 140
Storingsindicatielamp ..................90
Sturen ......................................... 130
Stuurbedieningsknoppen .............75Stuurbekrachtiging........................ 91
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 75
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 164
Te laag brandstofpeil ...................92
Toerenteller ................................. 83
Top-Tether-bevestigingsogen ......53
Traction Control .........................143
Trekken....................................... 211
Typeplaatje ................................ 223
U Uitlaatgassen ............................. 135
Uitrol-brandstofafsluiter .............131
Uitstapverlichting .......................117
Ultrasoonparkeerhulp ..................91
Uplevel-display ............................. 93
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 197
Vaste luchtroosters ....................127
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................39
Velgen en banden .....................190
Ventilatie ..................................... 119
Ventilatieopeningen ....................127Verbanddoos ............................... 71
Vergrendelingssysteem ...............26
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............137
Verstelbare luchtroosters ........... 127
Vertraagde uitschakeling stroom 130
Verwarmde spiegels ....................29
Verwarmd stuurwiel .....................75
Verwarming ................................. 39
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 119
Verwerking van sloopauto .........169
Verzorging .................................. 213
Verzorging exterieur ..................213
Verzorging interieur ...................216
Vloerafdekking bagageruimte ......68
Voertuiggewicht .........................230
Voertuigidentificatienummer ......222
Voordat u wegrijdt ........................ 17 Voorruit ......................................... 30
Voorstoelen .................................. 35
W
Waarschuwingslichten ..................82
Werkzaamheden uitvoeren .......170
Wieldoppen ................................ 197
Wiel verwisselen ........................202
Winterbanden ............................ 190
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis-/wasinstallatie achterruit .......77