OPEL ADAM 2017 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2017Pages: 97, PDF Size: 1.78 MB
Page 81 of 97

Telefoon81mobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radionorm voor de
draadloze verbinding van bijv. een telefoon met andere apparaten.
Gegevens zoals een telefoonboek,
gesprekslijsten, de naam van de
netwerkoperator en de sterkte van de verbinding kunnen worden overge‐
dragen. Welke functies er beschik‐
baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met het telefoonportaal tot stand te brengen,
moet de Bluetooth-functie van de
mobiele telefoon worden ingescha‐
keld en de mobiele telefoon worden ingesteld op "zichtbaar". Raadpleeg
voor meer informatie de gebruiksaan‐
wijzing van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth. In het
submenu wordt u een vraag gesteld.
Zet Bluetooth op Aan door de vraag
naar keuze met Ja of Nee te beant‐
woorden.
Een Bluetooth-apparaat koppelen Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Telefooninstellingen en vervolgens
Apparaat koppelen .
Of u kunt tweemaal op y / @ drukken.
Het volgende display verschijnt:
Zodra het telefoonportal van het Info‐
tainmentsysteem wordt gedetec‐
teerd, verschijnt het in de apparaten‐ lijst van uw Bluetooth-toestel. Selec‐
teer het telefoonportal.
Voer op verzoek de pincode op uw
Bluetooth-toestel in. De apparaten
worden gekoppeld en verbonden.
Let op
Het telefoonboek van uw mobiele
telefoon wordt automatisch gedown‐
load. De presentatie en volgorde
van de telefoonboekvermeldingen
kunnen op het display van het Info‐ tainmentsysteem en op het display
van de mobiele telefoon verschillend zijn.
Page 82 of 97

82TelefoonNa het tot stand komen van de Blue‐
tooth-verbinding: als er een ander
Bluetooth-apparaat was verbonden
met het Infotainmentsysteem, wordt
dat apparaat nu losgekoppeld van het systeem.
Als de Bluetooth-verbinding mislukt:
start de bovenstaande procedure
nogmaals of raadpleeg de gebruiks‐
aanwijzing van het Bluetooth-appa‐
raat.
Let op
Aan het Infotainmentsysteem
kunnen maximaal 5 toestellen
worden gekoppeld.
De Bluetooth-code wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth-code wijzigen .
Het volgende display verschijnt:Voer de gewenste viercijferige
pincode in en bevestig de door u inge‐ voerde gegevens met OK.
Een ander gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth-
apparaten die momenteel aan het
infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Kies het gewenste apparaat. Er
verschijnt een submenu.
Selecteer de submenuoptie
Selecteren om de verbinding tot
stand te brengen.
Verbinding van apparaat
verbreken
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth- apparaten die momenteel aan het
infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth- toestel wordt aangeduid met 9.
Selecteer het gekoppelde apparaat. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de submenuoptie
Verbreken om het apparaat te
ontkoppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Page 83 of 97

Telefoon83Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth-
apparaten die momenteel aan het
infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het momenteel met het Infotain‐
mentsysteem verbonden Bluetooth-
toestel wordt aangeduid met 9.
Kies het gewenste apparaat. Er
verschijnt een submenu.
Als het apparaat aangesloten is, moet het eerst worden ontkoppeld (zie hier‐
boven).
Selecteer de submenuoptie Wissen
om het apparaat te verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten De telefooninstellingen, bijv. de appa‐
ratenlijst, de Bluetooth-code en het
belgeluid, kunnen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Telefooninstellingen en vervolgens
Fabrieksinstellingen herstellen .In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Vertrouw daarom niet
alleen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
Page 84 of 97

84Telefoon9Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon ook via het Info‐
tainmentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van het
model telefoon kan dit enkele minu‐
ten duren. Tijdens deze periode is het bedienen van de mobiele telefoon via het Infotainmentsysteem slechts
beperkt mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐
fieke mobiele telefoons staat
beschreven, afwijkt.
Voorwaarden
Voor de handsfreemodus van het
infotainmentsysteem moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het info‐
tainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn 3 81.
● De Bluetooth-functie van de mobiele telefoon moet geacti‐
veerd zijn (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).● De mobiele telefoon moet op "zichtbaar" staan (zie gebruiks‐
aanwijzing van het apparaat).
● De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekop‐
peld zijn 3 81.
Handsfreemodus activeren
Druk op y / @ op het bedieningspa‐
neel van het Infotainmentsysteem. Het hoofdmenu van de telefoon
verschijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 81.
Page 85 of 97

Telefoon85Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu van de telefoon (en bijbe‐
horende submenu's) en via de tele‐
foonspecifieke knoppen op het stuur‐ wiel.
Telefoongesprek initiëren
Handmatig een nummer invoeren
Druk in het telefoonhoofdmenu op
MENU-TUNE om Menu telefoon te
openen.
Selecteer de submenuoptie Nummer
invoeren . Het volgende scherm
verschijnt.
Voer het gewenste nummer in en
selecteer y op het display om het
kiezen te starten.
Let op
Voor het openen van het scherm Zoeken van het telefoonboek selec‐
teert u 4.
Het telefoonboek gebruiken
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk in het telefoonhoofdmenu op
MENU-TUNE om Menu telefoon te
openen.
Selecteer de submenuoptie
Telefoonboek . Het volgende scherm
verschijnt.
Net als op een telefoon of mobiele zijn
de letters alfabetisch op het display
gegroepeerd: abc, def , ghi , jkl , mno ,
pqrs , tuv en wxyz .
Selecteer de gewenste groep letters.
Het telefoonboek verschijnt met de
vermeldingen die met één van de
letters in de lettergroep beginnen.
Blader door de lijst en selecteer de
naam van de gewenste vermeldin‐
gen.
Blader door de lijst met telefoonnum‐
mers en selecteer het gewenste
nummer. Het systeem kiest het
betreffende telefoonnummer.
Sorteervolgorde van telefoonboek
aanpassen
Na het koppelen en verbinden van
een mobiele telefoon met het Infotain‐ mentsysteem, wordt het telefoonboek
van de mobiele telefoon met
nummers en namen automatisch
naar het Infotainmentsysteem
gedownload.
Het telefoonboek op het Infotainment‐
systeem kan op Voornaam of
Achternaam worden gesorteerd.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Telefoonboek sorteren .
Selecteer de gewenste optie.
Page 86 of 97

86TelefoonBellijsten gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste oproepen worden geregistreerd in
bijbehorende bellijsten.
Druk in het telefoonhoofdmenu op
MENU-TUNE om Menu telefoon te
openen. Selecteer de submenuoptie
Gesprekslijsten .
Eventueel kunt u de toets y / @
indrukken.
Het volgende scherm verschijnt.
Selecteer de gewenste bellijst, bijv.
Gemiste oproepen . Er verschijnt een
menu met de bijbehorende bellijst.
Telefoongesprek initiëren: selecteer
de gewenste lijstvermelding. Het
systeem kiest het betreffende tele‐
foonnummer.
Telefoonnummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op 7 op het stuurwiel om naar
het menu Opnieuw kiezen te gaan.
Druk op 7 om een telefoonnummer te
gaan kiezen.
Druk op xn op het stuurwiel om het
menu Opnieuw kiezen te verlaten.
Gebruik eventueel de knop
MENU-TUNE om Nee op het display
te selecteren.
Inkomend telefoongesprek Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of cd-
modus, actief is, wordt het geluid van
de betreffende audiomodus onder‐
drukt en blijft dit zo totdat het gesprek
wordt beëindigd.
Oproep beantwoorden: selecteer
Aannemen op het display.Oproep weigeren: selecteer
Weigeren op het display.
Tweede inkomende oproep
Als er tijdens een gesprek nog een
oproep binnenkomt, verschijnt er een bericht.
Tweede oproep beantwoorden en
huidig gesprek beëindigen: selecteer
Aannemen op het display.
Tweede oproep weigeren en huidig
gesprek voortzetten: selecteer
Weigeren op het display.
Beltoon wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Beltoon . Er verschijnt een lijst met alle
beschikbare beltonen.
Selecteer de gewenste beltoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het beltoonvolume 3 61.
Page 87 of 97

Telefoon87Functies tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek
verschijnt het hoofdmenu van de tele‐ foon als volgt.
Selecteer Menu op het display om
naar het menu Verbonden te gaan.
Selecteer Ophangen op het display
om het gesprek te beëindigen.
Privémodus activeren
Selecteer in het menu Verbonden de
submenuoptie Gesprek via handset
om het gesprek door te schakelen
naar de mobiele telefoon. Het
volgende display verschijnt.
Selecteer Menu op het display en
daarna Gesprek doorschakelen om
het gesprek terug te schakelen naar het Infotainmentsysteem.
Microfoon deactiveren/activeren
Zet in het menu Verbonden de
submenuoptie Mic dempen op Aan .
De beller kan u niet meer horen.
Microfoon opnieuw activeren: zet de
submenuoptie Mic dempen weer op
Uit .
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kan de typegoedkeu‐
ring van de auto vervallen (EU-richt‐
lijn 95/54/EG).
Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● Vakkundig gemonteerde buiten‐ antenne, waardoor de maximale
reikwijdte wordt bereikt.
● Maximaal zendvermogen van 10 watt.
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de
Gebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
king.
Informatie inwinnen over de voor‐
ziene montageposities voor de
buitenantenne of de toestelhouder en
de mogelijkheden tot het gebruik van
toestellen met een zendvermogen
van meer dan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
Page 88 of 97

88Telefoonen UMTS is alleen toegestaan,
wanneer het maximale zendvermo‐ gen van de mobiele telefoon niet
hoger is dan 2 W bij GSM 900 en niet
hoger is dan 1 W bij de andere types.
Uit veiligheidsoverwegingen wordt
telefoneren tijdens het rijden afgera‐ den. Ook bij handsfree telefoneren
kan de aandacht op het verkeer
verslappen.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor
mobiele telefoons voldoen en radi‐ o's is alleen toegestaan met een
buitenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
Page 89 of 97

Telefoon89
Page 90 of 97

90TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen. 71, 74, 75, 80
Infotainmentsysteem .................50
USB-poort ................................. 75
Algemene informatie..................... 78 AUX-ingang ............................... 74
Bluetooth-muziek ......................78
CD-speler .................................. 71
Telefoon .................................... 80
Antidiefstalfunctie ........................51
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 52
Automatische volumeregeling ......61
Autostore-lijsten ............................ 64
Zenders ophalen .......................64
Zenders opslaan .......................64
AUX-functie activeren ...................74
AUX-ingang Algemene informatie .................74
Bediening .................................. 74
Inschakelen ............................... 74
Volume aanpassen ...................74
B
Basisbediening ............................. 59
Bediening ............................... 78, 84
AUX-ingang ............................... 74
Bluetooth-muziek ......................78
CD-speler .................................. 72Menu......................................... 59
Radio ......................................... 63
Telefoon .................................... 84
USB-poort ................................. 76
Bedieningselementen Infotainment-systeem ................52
Stuurwiel ................................... 52
Telefoon .................................... 80
Bedieningspaneel Infotainment ....52
Bel Beltoon ...................................... 84
Functies tijdens het gesprek .....84
Inkomend gesprek ....................84
Telefoongesprek initiëren ..........84
Beltoon Beltoon selecteren ....................84
Beltoonvolume .......................... 61
Bluetooth Bluetooth-muziek ......................78
Bluetooth-verbinding .................81
Telefoon .................................... 84
Bluetooth-muziek Algemene informatie .................78
Bediening .................................. 78
Inschakelen ............................... 78
Voorwaarden ............................. 78
Bluetooth-verbinding ....................81