ABS OPEL ADAM 2018.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.5, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2018.5Pages: 255, PDF Size: 7.41 MB
Page 76 of 255

74Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................75
Stuurwielverstelling ...................75
Stuurbedieningsknoppen ...........75
Verwarmd stuurwiel ...................75
Claxon ....................................... 76
Wis- en wasinstallatie voorruit ...76
Wis- en wasinstallatie achterruit .................................. 77
Buitentemperatuur .....................78
Klok ........................................... 79
Elektrische aansluitingen ...........80
Inductief opladen .......................81
Aansteker .................................. 82
Asbakken ................................... 82
Waarschuwingslampjes, meters en controlelampjes .......................83
Instrumentengroep ....................83
Snelheidsmeter ......................... 83
Kilometerteller ........................... 83
Dagteller .................................... 83
Toerenteller ............................... 83
Brandstofmeter .......................... 84
Brandstofkeuzeschakelaar ........84Koelvloeistoftemperatuurme‐
ter ............................................. 85
Service-display .......................... 86
Controlelampjes ........................87
Richtingaanwijzers ....................89
Gordelverklikker ........................90
Airbag en gordelspanners .........90
Airbag-deactivering ...................90
Laadsysteem ............................. 91
Storingsindicatielamp ................91
Service-indicatie ........................91
Rem- en koppelingssysteem .....91
Pedaal intrappen .......................91
Antiblokkeersysteem (ABS) .......92
Schakelen .................................. 92
Stuurbekrachtiging ....................92
Parkeerhulp ............................... 92
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ..............92
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ....92
Uitlaatfilter ................................. 93
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ......................................... 93
Motoroliedruk ............................. 93
Te laag brandstofpeil .................94
Startbeveiliging .......................... 94
Rijverlichting .............................. 94
Groot licht .................................. 94
Mistachterlicht ........................... 94Cruise control............................ 94
Portier open ............................... 94
Displays ....................................... 95
Driver Information Center ..........95
Info-Display ............................. 100
Boordinformatie ......................... 102
Geluidssignalen .......................104
Batterijspanning .......................104
Persoonlijke instellingen ............105
Telematicaservice ......................108
OnStar ..................................... 108
Page 91 of 255

Instrumenten en bedieningsorganen89Controlelampjes in de
middenconsole
Overzicht
ORichtingaanwijzers 3 89XGordelverklikker 3 90vAirbags en gordelspanners
3 90VAirbag deactiveren 3 90pLaadsysteem 3 91ZStoringsindicatielamp 3 91gLaat auto spoedig nakijken
3 91RRem- en koppelingssysteem
3 91-Pedaal intrappen 3 91uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 92[Schakelen 3 92cStuurbekrachtiging 3 92rParkeerhulp 3 92nElektronische stabiliteitsrege‐
ling UIT 3 92bElektronische stabiliteitsrege‐
ling en Traction Control-
systeem 3 92%Uitlaatfilter 3 93wBandenspanningscontrolesys‐
teem 3 93IMotoroliedruk 3 93YTe laag brandstofpeil 3 94dStartbeveiliging 3 948Buitenverlichting 3 94CGroot licht 3 94rMistachterlicht 3 94mCruisecontrol 3 94hPortier open 3 94
Richtingaanwijzers
O brandt of knippert groen.
Brandt kort
De parkeerlichten worden ingescha‐
keld.
Knippert
De richtingaanwijzers of alarmknip‐
perlichten zijn geactiveerd.
Snel knipperen: richtingaanwijzer
kapot of bijbehorende zekering door‐
gebrand.
Vervangen van lampen 3 178.
Zekeringen 3 187
Richtingaanwijzers 3 117.
Page 94 of 255

92Instrumenten en bedieningsorganenBij sommige versies verschijnt op hetDriver Information Center de aanwij‐
zing om het koppelingspedaal in te
trappen 3 102.
Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐ den niet dooft of als deze tijdens de rit
gaat branden, dan zit er een storing in het ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 145.
Schakelen [ brandt groen als controlelampje of
verschijnt als een symbool op het
Driver Information Center met Uple‐
vel-display wanneer opschakelen
wordt geadviseerd om brandstof te
besparen.
Eco-informatiemenuDe schakelaanduiding verschijnt als
een volledige pagina op het Driver
Information Center.
Eco-informatiemenu 3 95.
Stuurbekrachtiging
c brandt geel.
Gaat branden met
uitgeschakelde
stuurbekrachtiging
Storing in het stuurbekrachtigings‐ systeem. Roep de hulp in van een
werkplaats.
c en b lichten tegelijkertijd op
Stuurbekrachtiging moet worden
gekalibreerd, systeemkalibratie
3 149.
Parkeerhulp r brandt geel.
Storing in het systeem
of
Storing door verontreinigde of met
sneeuw of ijs bedekte sensorenof
Storingen door externe bronnen van
ultrasoon geluid. Als de storingsbron
wordt verwijderd, dan werkt het
systeem weer normaal.
Oorzaak van de systeemstoring
onmiddellijk door een werkplaats
laten verhelpen.
Parkeerhulp 3 153.
Elektronische stabiliteitsregeling UIT
t brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Elektronische stabiliteitsregeling
3 148.
Elektronische stabiliteitsre‐ geling en Traction Control- systeem
b knippert of brandt geel.
Page 113 of 255

Instrumenten en bedieningsorganen111● Brandstofpeil, resterendelevensduur motorolie en banden‐spanning (alleen met het
bandenspanningscontrolesys‐
teem) controleren.
● Navigatiebestemming naar het apparaat sturen als er een inge‐bouwd navigatiesysteem is.
● Auto op een map lokaliseren.
● Wi-Fi-instellingen beheren.
Download voor het bedienen van
deze functie de app van App Store ®
of Google Play™ Store.
Afstandsbediening
U kunt, indien gewenst, iedere wille‐
keurige telefoon gebruiken om een
adviseur te bellen. Deze kan dan
vanaf zijn locatie specifieke autofunc‐
ties aansturen. U vindt het desbetref‐
fende OnStar-telefoonnummer op de
landspecifieke website.De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Auto vergrendelen of ontgrende‐ len.
● Informatie over de voertuigloca‐ tie doorgeven.
● Claxonneren of lichten laten knip‐
peren.
Hulp bij gestolen voertuig
Geef als de auto gestolen is de dief‐
stal door aan de autoriteiten en vraag hulp van de OnStar-service Hulp bij
gestolen voertuig. Neem telefonisch
contact op met een adviseur. U vindt het desbetreffende OnStar-telefoon‐
nummer op de landspecifieke
website.
OnStar kan u helpen bij het zoeken naar en bergen van de auto.Diefstalalarm
Als het diefstalalarmsysteem is geac‐ tiveerd, wordt er een bericht naar
OnStar gestuurd. U ontvangt hierover
een sms of e-mail.Startblokkering
OnStar kan met externe signalen het
starten van de auto blokkeren
wanneer het contact is afgezet.
Diagnose op aanvraag
U kunt te allen tijde, bijvoorbeeld als
de auto boordinformatie laat zien, op
Z te drukken om contact op te nemen
met een adviseur. U kunt hem vragen
een realtime diagnose uit te voeren
om de oorzaak van het probleem na
te gaan. Afhankelijk van de resultaten biedt de adviseur meer ondersteu‐
ning.
Diagnoserapport
De auto stuurt automatisch diagnose‐
gegevens naar OnStar. U en uw
garage ontvangen maandelijks per e- mail een rapport.
Let op
De werkplaatsmeldingsfunctie kan
in uw account worden uitgescha‐
keld.
Het rapport bevat de status van de
belangrijkste besturingssystemen
van de auto, zoals de motor, trans‐
missie, airbags, ABS, en andere
Page 147 of 255

Rijden en bediening145Remmen
Het remsysteem omvat twee onaf‐
hankelijke remcircuits.
Wanneer een remcircuit uitvalt, kan
de auto nog met het andere circuit
worden afgeremd. De remvertraging
wordt echter alleen bereikt wanneer u
het rempedaal stevig intrapt. Hiervoor is aanzienlijk meer kracht nodig. De
remweg wordt langer. Alvorens de rit
te vervolgen, moet u de hulp van een werkplaats.
Bij uitgeschakelde motor verdwijnt de
rembekrachtiging na het een- tot
tweemaal intrappen van het rempe‐
daal. De remwerking wordt hierdoor niet verminderd, maar er is aanzienlijk meer kracht nodig om het rempedaal
te bedienen. Vooral bij het slepen
hiermee rekening houden.
Controlelamp R 3 91.
Antiblokkeersysteem
Het antiblokkeersysteem (ABS) voor‐
komt dat de wielen blokkeren.Zodra een wiel dreigt te blokkeren,
regelt het ABS de remdruk af op het
desbetreffende wiel. De auto blijft ook bij een noodstop bestuurbaar.
De ABS-regeling is merkbaar door
het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.
Voor optimale remwerking het rempe‐
daal tijdens het hele remproces volle‐ dig intrappen, ongeacht het tikken
van het pedaal. De druk op het
rempedaal niet verminderen.
Voordat u wegrijdt, voert het systeem een zelftest uit die u misschien kunt
horen.
Controlelamp u 3 92.
Adaptief remlicht Bij het met volle kracht remmen knip‐
peren alle drie de remlichten zolang
de ABS-regeling actief is.Storing9 Waarschuwing
Bij een defect aan het ABS kunnen
de wielen bij krachtig remmen deneiging hebben te blokkeren. De
voordelen van het ABS vallen dan
weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Page 191 of 255

Verzorging van de auto189Nr.Stroomkring1Draagsysteem achterzijde2Schakelaar buitenspiegel3Carrosserieregelmodule4Inklapbaar elektrisch bediend
zonnedak5ABS6Dagrijlicht links / dimlicht links7–8Schakelaar elektrische ruitbe‐
diening9Accusensor10Koplamphoogteregeling /
ontsteking11Achterruitenwisser12Ruitverwarming13Dagrijlicht rechts / dimlicht
rechts14Buitenspiegelverwarming15Geautomatiseerde versnellings‐
bakmoduleNr.Stroomkring16Brandstofpompmodule / lpg-
module17Binnenspiegel / spanningsom‐
vormer18Motorregelmodule19Brandstofpomp20–21Magneetklep afvoer koolstoffil‐
terhouder22–23Bobines / verstuivers24Ruitensproeier25Buitenverlichtingssensor /
regensensor26Motorsensoren27Motorregeling28Motorregelmodule / lpg-module29Motorregelmodule30–31Groot licht links32Groot licht rechts
Page 192 of 255

190Verzorging van de autoNr.Stroomkring33Motorregelmodule34Claxon35Aircocompressorkoppeling36–Nr.Stroomkring1ABS-pomp2Ruitenwisser voor3Aanjager4Instrumentenpaneel / stoelver‐
warming5Koelventilator6–7Geautomatiseerde versnellings‐
bakmodule8Koelventilator9Koelventilator10
––11Startmotor
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u het deksel van de zeke‐
ringenkast niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Page 225 of 255

Service en onderhoud223SproeiervloeistofGebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Rem- en koppelingsvloeistof Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
Page 250 of 255

248TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............221, 226
Aanduidingen op banden ..........194
Aansteker .................................... 82
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 171
Accu ........................................... 176
Achterlichten .............................. 182
Achterruitverwarming ................... 31
Achteruitrijlichten .......................118
Afmetingen auto ........................233
Airbag deactiveren ....................... 47 Airbag-deactivering ...................... 90
Airbag en gordelspanners ...........90
Airbaglabel.................................... 42
Airbagsysteem ............................. 42
Airconditioning ........................... 123
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 131
Alarmknipperlichten ...................116
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 132
Andere auto slepen ...................215
Antiblokkeersysteem .................145
Antiblokkeersysteem (ABS) .........92
Asbakken ..................................... 82
Autogegevens ............................ 226
Autokrik....................................... 192
Automatische dimfunctie .............29Automatische verlichting ............ 115
Automatisch vergrendelen ...........24
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 213
Auto stallen ................................. 172
Autostop ..................................... 135
B Bagageruimte ........................ 25, 66
Bagageruimte-afdekking .............67
Bandenreparatieset ...................200
Bandenspanning .......................194
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 93, 195
Bandenspanningswaarden ........235
Batterijspanning .........................104
Bedieningsorganen ......................75
Bekerhouders .............................. 54
Bekleding .................................... 219
Beladingsinformatie .....................72
Beslagen lampglazen ................118
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 150
Beveiliging van de auto ................26
Binnenspiegels ............................. 29
Binnenverlichting ...............118, 187
Bolle vorm .................................... 28
Boordgereedschap .....................192
Boordinformatie .........................102
Brandstof .................................... 165