OPEL ADAM 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2019Pages: 235, PDF Size: 6.55 MB
Page 11 of 235

Kort en bondig9Buitenspiegels
Desbetreffende buitenspiegel selec‐
teren en verstellen.
Bolronde buitenspiegels 3 27.
Elektrisch verstellen 3 27.
Inklapbare buitenspiegels 3 27.
Buitenspiegelverwarming 3 27.
Stuurwiel verstellen
Ontgrendel de hendel, verstel het
stuurwiel en vergrendel de hendel weer.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbagsysteem 3 40.
Contactslotstanden 3 120.
Page 12 of 235

10Kort en bondigOverzicht instrumentenpaneel
Page 13 of 235

Kort en bondig111Elektrische ruitbediening .......28
2 Buitenspiegels ......................27
3 Cruisecontrol ...................... 133
Snelheidsbegrenzer ............135
4 Zijdelingse luchtroosters .....117
5 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht en
groot licht ............................ 104
Omgevingsverlichting ......... 107
Parkeerlichten .....................104
Knoppen voor Driver
Information Center ................82
6 Instrumenten ........................ 70
7 Bedieningselementen van
infotainment ......................... 63
8 Driver Information Center ...... 82
9 Voorruitenwisser, wis-/
wasinstallatie voor,
achterruitenwisser, wis-/
wasinstallatie achter .............. 64
10 Centrale vergrendeling .........22
Stadsmodus ........................ 132
Brandstofkeuzeschakelaar ...71Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 122
Traction Control-systeem ...130
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............131
Parkeerhulp ........................ 136
Stoelverwarming ...................37
Verwarmd stuurwiel ..............63
11 Info-Display .......................... 87
12 Alarmknipperlichten ...........103
Controlelamp airbag-
deactivering .......................... 77
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ......................77
13 Sensor elektronisch
klimaatregelsysteem ..........112
14 Middelste luchtroosters ......117
15 Zijdelingse luchtroosters
passagierszijde ...................117
16 Handschoenenkastje ...........52
17 Verwarming en ventilatie ....109
18 Elektrische aansluiting ..........68
19 AUX-ingang, USB-ingang .....1020 Keuzehendel,
versnellingsbak ..................127
21 Parkeerrem ......................... 129
22 Contactslot met stuurslot ...120
23 Claxon .................................. 64
Bestuurdersairbag ...............43
24 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 156
25 Stuurwiel verstellen ..............63
26 Lichtschakelaar ..................101
Koplampverstelling ............103
Mistachterlicht ....................104
Zekeringhouder ..................173
Helderheid van instrumen‐
tenverlichting ....................... 105
Helderheid van
omgevingslicht ...................105
Page 14 of 235

12Kort en bondigRijverlichtingLichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
7:Verlichting uit8:Zijmarkeringslichten9:Dimlicht of groot lichtLichtschakelaar met
automatische verlichtingAUTO:Automatische verlichting:
rijverlichting wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeldm:Activering of deactivering
van de automatische
verlichting8:Zijmarkeringslichten9:Dimlicht of groot licht
Automatische verlichting 3 102.
Mistachterlicht
Druk op r in de lichtschakelaar.
Lichtsignaal, groot licht en
dimlichtLichtsignaal:hendel naar u toe
trekkenGroot licht:hendel van u af
duwenDimlicht:hendel van u af
duwen of naar u
toe trekken
Groot licht 3 102.
Lichtsignaal 3 102.
Page 15 of 235

Kort en bondig13Richtingaanwijzershendel omhoog:richtingaanwijzer
rechtshendel omlaag:richtingaanwijzer
links
Richtingaanwijzers 3 104.
Parkeerlichten 3 104.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 103.
Claxon
j indrukken.
Page 16 of 235

14Kort en bondigWis-/wasinstallatie
VoorruitwissersHI:snelLO:langzaamINT:intervalschakeling
of
automatische wisfunctie met
regensensorOFF:uit
Hendel omlaag in stand 1x duwen om
wissers één slag te laten maken
wanneer de voorruitenwisser uitge‐
schakeld is.
Voorruitwissers 3 64.
Wisserblad vervangen 3 161.Voorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
Wis-/wasinstallatie voor 3 64.
Sproeiervloeistof 3 158.
Page 17 of 235

Kort en bondig15Achterruitwisser
Druk de wipschakelaar in om de
achterruitwisser aan te zetten:
ON:continue werkingOFF:uitINT:onderbroken werkingAchterruitsproeier
Hendel van u af duwen.
Er wordt sproeiervloeistof op de
achterruit gespoten en de ruitenwis‐
ser maakt enkele slagen.
Achterruitwisser en -sproeier 3 65.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit
Ü indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 30.
Verwarmbare buitenspiegels
Met Ü schakelt u ook de verwarm‐
bare buitenspiegels in.
Verwarmbare buitenspiegel 3 27.
Page 18 of 235

16Kort en bondigRuiten ontwasemen en ontdooien
●Luchtverdeelschakelaar op l
zetten.
● V indrukken.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Luchtdebiet op hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen naar wens en op de zijruiten rich‐ten.
Klimaatregelsysteem 3 109.
Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Achteruit: breng de auto tot stilstand,
trap het koppelingspedaal in en druk
op de ontgrendelknop op de keuze‐
hendel en schakel de versnelling in.
Kan de versnelling niet worden inge‐
schakeld, dan koppeling in de
neutrale stand laten opkomen,
koppeling weer intrappen en
nogmaals schakelen.
Handgeschakelde versnellingsbak
3 127.
Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● bandenspanning 3 177 en -staat
3 214
● motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 157
● alle ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil,
sneeuw of ijs en gebruiksklaar
● juiste positie van spiegels 3 27, stoelen 3 33 en veilig‐
heidsgordels 3 38
● werking van remsysteem bij lage
snelheid, vooral bij vochtige
remmen
Page 19 of 235

Kort en bondig17Motor starten
● Draai de sleutel naar stand 1.
● Verdraai het stuurwiel iets om het
stuurslot te ontgrendelen.
● Handgeschakelde versnellings‐ bak: trap het koppelings- en
rempedaal in.
● Geen gas geven.
● Draai de sleutel naar stand 3 en
laat deze los.
Motor starten 3 121.
Om de sleutel vanuit stand 2 naar
stand 1 of 0 te draaien moet u de
sleutel wellicht eerst zover mogelijk
induwen, in de richting van de stuur‐
kolom.Stop-startsysteem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en aan bepaalde voorwaarden is voldaan, activeer dan een Autostop
zoals hieronder beschreven:
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak
● Het koppelingspedaal intrappen.
● Schakel de neutraalstand in.
● Laat het koppelingspedaal los.
Een Autostop wordt door de naald
aangegeven bij de AUTOSTOP-
stand in de toerenteller.
Om de motor te herstarten, moet u het koppelingspedaal opnieuw intrappen.
Page 20 of 235

18Kort en bondigStop/Start-systeem 3 122.Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
ondergrond met brandbaar
materiaal. Door de hoge
temperatuur van het uitlaatsys‐
teem kan het oppervlak
ontbranden.
● Trek altijd de parkeerrem aan. Schakel de handrem in zonder
de ontgrendelingsknop in te
drukken. Op een aflopende of
oplopende helling zo stevig
mogelijk. Trap tegelijkertijd het
rempedaal in om minder kracht
nodig te hebben.
● Zet de motor af.
● Schakel als de auto op een vlakke ondergrond of een oplo‐pende helling staat de eerste
versnelling in voordat u de
contactsleutel lostrekt. Op een
oplopende helling bovendien de voorwielen van de stoep‐
rand wegdraaien.
Schakel als de auto op een
aflopende helling staat de
achteruitversnelling in voordat
u de contactsleutel lostrekt.
Bovendien de voorwielen naar
de stoeprand toedraaien.
● Sluit de ruiten en het schuifdak.
● Trek de contactsleutel uit het contactslot. Verdraai het stuur‐
wiel totdat het stuurslot merk‐ baar vergrendelt.
● Vergrendel de auto door e op de
handzender in te drukken.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 156.
Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐
toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.