ESP OPEL AMPERA E 2018.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.5, Model line: AMPERA E, Model: OPEL AMPERA E 2018.5Pages: 283, PDF Size: 6.65 MB
Page 179 of 283

Rijden en bediening177
Selecteer het menu Informatie met de
stuurwieltoetsen en druk op G om de
indicatie afstand tot voorligger 3 84 te
selecteren.
De minimale aangegeven afstand is
0,5 seconde.
Als er geen voorligger is of als de
voorligger buiten bereik is, worden er
twee streepjes getoond: -.- sec.
Actieve noodrem
De actieve noodrem kan helpen om
de schade en letsel door aanrijdingen
met voertuigen, voetgangers of
obstakels direct vóór de auto te
beperken, indien een aanrijding door
remmen of sturen niet langer kan
worden vermeden. Voordat de
actieve noodrem gaat werken, wordt
de bestuurder gewaarschuwd door
de frontaanrijdingswaarschuwing
3 174 of de voetgangersbescher‐
mingswaarschuwing vóór 3 180.
Deze functie maakt gebruik van input uit vele bronnen ( bijv. camerasensor,
remdruk, rijsnelheid) om de waar‐ schijnlijkheid van een frontale aanrij‐
ding te berekenen.9 Waarschuwing
Dit systeem is niet bedoeld om de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder, voor het besturen van
de auto en anticiperen op de
verkeerssituatie, over te nemen.
Het is alleen bedoeld als aanvul‐
ling om de rijsnelheid vóór een
botsing te verlagen.
Het systeem reageert mogelijk
niet op dieren. Na een plotselinge
verandering van rijstrook, heeft
het systeem enige tijd nodig om de
nieuwe voorligger te detecteren.
De bestuurder moet altijd gereed
zijn om actie te ondernemen en te remmen en sturen om aanrijdin‐
gen te voorkomen.
Werking
Indien alleen uitgerust met frontca‐
mera werkt de actieve noodrem in
vooruitversnellingen boven wandel‐
tempo tot 80 km/h.
Een voorwaarde is dat het systeem
niet is geactiveerd in de persoonlijke
instellingen 3 93.
Het systeem omvat: ● anticiperend remsysteem
● automatisch noodstopsysteem
● anticiperend remassistentiesys‐ teem
● voetgangersbeschermingssys‐ teem vóór
Anticiperend remsysteem Bij het naderen van een voorligger of
een voetganger met een zodanige
snelheid dat een aanrijding waar‐
schijnlijk is, zet het anticiperend
remsysteem een lichte remactie in.
Dit verkort de responstijd, mocht
handmatig of automatisch remmen
noodzakelijk zijn.
Het remsysteem is voorbereid op
sneller remmen.
Page 229 of 283

Verzorging van de auto227● Vermeng geconcentreerdesproeiervloeistof volgens de
instructies van de fabrikant met
water.
● Meng geen water met sproeier‐ vloeistof die klaar voor gebruik is.Door dit water kan de oplossing
bevriezen en het sproeiervloei‐
stofreservoir en andere delen
van het sproeiersysteem bescha‐
digen.
● Vul het sproeiervloeistofreservoir
bij zeer lage temperaturen voor
slechts driekwart. Zo kan de
vloeistof bij vorst uitzetten en
wordt er schade door een volle tank voorkomen.
● Gebruik geen motorkoelvloeistof (antivries) in de voorruitsproeier.
Deze kan het ruitensproeiersys‐
teem en de lak beschadigen.
Sproeiervloeistof 3 258.
Remmen
Wanneer de remvoering een mini‐
male dikte heeft, hoort u een piepend geluid wanneer u remt.Verder rijden is mogelijk maar laat de
remblokken zo spoedig mogelijk
vervangen.
Na de montage van nieuwe remblok‐
ken de eerste paar ritten niet onnodig hard remmen.
Remvloeistof9 Waarschuwing
Remvloeistof is giftig en bijtend.
Contact met ogen, huid, textiel en
lakwerk vermijden.
Wanneer de motor ten minste 1
minuut niet heeft gedraaid, is het
maximale vloeistofpeil bovenaan het
reservoirhuis. Wanneer de auto is
ingeschakeld, moet het remvloeistof‐
peil tussen de markeringen MIN en
MAX staan.
Raadpleeg een werkplaats als het
remvloeistofpeil lager dan MIN is.
Controleer na werkzaamheden aan
het hydraulische remsysteem of het
vloeistofpeil bij een ingeschakelde
auto op het juiste peil tussen de merk‐ tekens MIN en MAX staat. Gebruik
uitsluitend hoogwaardige, voor de
auto goedgekeurde remvloeistof. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Remvloeistof 3 258.
Page 256 of 283

254Verzorging van de autoRecirculatiesysteem inschakelen en
ruiten sluiten, zodat geen uitlaatgas‐
sen van de slepende auto kunnen
binnendringen.
De hulp van een werkplaats inroepen. Na het slepen verwijdert u het sleep‐oog.
Breng de onderkant van de afdekking
aan en duw de afdekking dicht.
Andere auto slepen
De auto is niet ontworpen of geschikt
voor het trekken van een aanhang‐
wagen of een andere auto.Verzorging van uiterlijk
Verzorging exterieur
Sloten
De sloten zijn af fabriek gesmeerd
met een hoogwaardig slotcilindervet.
Ontdooimiddelen alleen in dringende
gevallen gebruiken, omdat ze ontvet‐
tend werken en de werking van de
sloten belemmeren. Na gebruik van
ontdooimiddelen, de sloten door een
werkplaats opnieuw laten smeren.
Wassen
Het lakwerk van de auto staat bloot
aan invloeden van buitenaf. De auto
daarom regelmatig wassen en met
was conserveren. Bij het bezoek aan
wasstraten, een programma met een
wasbehandeling selecteren.
Breng geen wassen of poetsmiddelen op ongecoat(e) kunststof, vinyl,
rubber, plakplaatjes, kunsthout of lakwerk aan om schade te voorko‐
men.Vogeluitwerpselen, dode insecten, boomhars en stuifmeel e.d. onmid‐
dellijk verwijderen. Hierin zitten
agressieve bestanddelen bevatten
die lakschade kunnen veroorzaken.
Bij een bezoek aan een wasstraat, de
aanwijzingen van de exploitant opvol‐ gen. De voorruitwisser en achterruit‐wisser moeten worden uitgescha‐
keld. Accessoires op de buitenkant
van de auto zoals een dakdragersys‐
teem verwijderen.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten
grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende
portieren, achterklep en motorkap en
de gebieden die erdoor bedekt
worden reinigen.
Reinig de glanzende metalen sierlijs‐
ten met een voor aluminium
geschikte reinigingsoplossing om
schade te voorkomen.
Page 277 of 283

275BBagageruimte ........................ 29, 60
Bagageruimte-afdekking .............61
Banden ...................................... 241
Bandenreparatieset ...................247
Bandenspanning .......................242
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 82, 243
Bandenspanningswaarden ........263
Basisbediening ........................... 117
Batterijspanning ........................... 93
Bediening ................... 142, 160, 161
Externe apparaten ..................130
Menu ....................................... 117
Radio ....................................... 124
Telefoon .................................. 142
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..............111
Stuurwiel ................................. 111
Bedieningsorganen ......................67
Bedieningspaneel Infotainment ..111
Bedrijfsmodi elektrisch voertuig ..160
Beginmenu ................................. 117
Bekerhouders .............................. 58
Bekleding .................................... 256
Bel Beltoon .................................... 142
Functies tijdens het gesprek ...142
Inkomend gesprek ..................142
Telefoongesprek initiëren ........142Beladingsinformatie .....................64
Beltoon Beltoon wijzigen ......................142
Beltoonvolume ........................ 119
Beslagen lampglazen ................106
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............130
Audiobestanden ......................130
Filmbestanden......................... 130
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 171
Beveiliging van de auto ................30
Binnenverlichting .......................107
Bluetooth Algemene informatie ...............130
Apparaat aansluiten ................130
Bluetooth-verbinding ...............139
Koppelen ................................. 139
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 132
Telefoon .................................. 142
Bluetooth-verbinding ..................139
Bolle vorm .................................... 32
Boordgereedschap .....................240
Boordinformatie ........................... 92
BringGo ...................................... 137
Buitenspiegels .............................. 32
Buitentemperatuur .......................70
Buitenverlichting .........................102C
Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................... 11, 68
Conformiteitsverklaring ...............264
Controlelampen ......................76, 79
Controle over de auto ................155
Controles .................................... 223
Cruise control ...................... 83, 171
D DAB ............................................ 128
Dagrijlicht ................................... 105
Dakbelasting ................................. 64
Dakdrager .................................... 63
De botsingssticker ......................159
Diefstalalarmsysteem ..................30
Digital Audio Broadcasting .........128
Dimlicht of grootlicht ...................102
Display-instellingen ............134, 135
Dodehoekdetectiesysteem .........189
Draairichtingsgebonden banden 241
Driepuntsgordel ........................... 44
Driver Information Center .............84
E Economisch rijden ......................154
Efficiencymeter ............................. 76
Elektrisch bediende ruiten ...........34
Elektrische aandrijving .........14, 161
Elektrische aansluitingen .............71
Elektrische handrem .............81, 166
Page 280 of 283

278Regeneratief remmen...........78, 167
Regio-instelling ........................... 126
Regionaal ................................... 126
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 270
Remmen ............................ 165, 227
Remsysteem ................................ 81
Remvloeistof ...................... 227, 258
Richtingaanwijzers ............... 79, 105
Richtingaanwijzers vooraan ......231
Ruiten ........................................... 34
Rijden met één pedaal ...............161
Rijmodi........................................ 160
Rijregelsystemen ........................169
Rijverlichting .......................... 10, 83
S Selectie van frequentiebereik .....124
Service ............................... 153, 257
Service-display ............................ 79
Service-indicatie ..........................81
Service-informatie ...................... 257
Sjorogen ...................................... 62
Sleutel, opgeslagen instellingen ...20
Sleutels ........................................ 16
Sleutels, sloten ............................. 16
Smartphone ................................ 130
Telefoonweergave ..................137
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 137Sneeuwkettingen .......................247
Snelheidsbegrenzer .............84, 172
Snelheidsmeter ............................ 76
Snelkiesnummers .......................142
Software-update .........................269
Spiegelverstelling ..........................6
SPORT-modus ............................ 82
Spraakherkenning ......................138
Sproeiervloeistof ........................226
Startbeveiliging ......................31, 83
Starten en bedienen ...................155
Starthulp gebruiken ...................251
Stemherkenning ......................... 138
Stoelpositie .................................. 38
Stoelverstelling .............................. 5
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........42
Stoelverwarming, voor ..............41
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 132
Stroomtarievenschema............... 206
Stuurbedieningsknoppen .............67
Stuurwiel instellen .......................... 7
Stuurwielverstelling ...................... 67
Symbolen ....................................... 3 Systeeminstellingen.................... 121T
Telefoon Algemene informatie ...............139
Beltoon selecteren ..................142
Bluetooth ................................. 139
Bluetooth-verbinding ...............139
Een nummer invoeren .............142
Functies tijdens het gesprek ...142
Hoofdmenu telefoon ................142
Inkomend gesprek ..................142
Noodoproepen ........................ 142
Oproepenhistorie ....................142
Snelkiesnummer .....................142
Telefoonboek .......................... 142
Telefoon activeren ......................142
Telefoonboek .............................. 142
Telefoonweergave ......................137
Topsnelheid ................................ 241
Traction Control .........................169
Traction Control-systeem UIT....... 82 Trekken............................... 219, 253
Typeplaatje ................................ 260
Tijdelijke oplaadmodus annuleren ................................ 206
Tijdelijke oplaadmodus negeren. 206