stop start OPEL AMPERA E 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: AMPERA E, Model: OPEL AMPERA E 2018Pages: 279, PDF Size: 6.51 MB
Page 16 of 279

14Kort en bondigElektrische aandrijvingP:ParkR:AchteruitversnellingN:Neutrale standD:RijstandL:Laag
De keuzehendel kan alleen door het
indrukken van de ontgrendelknop bij
ingeschakelde auto en ingetrapt
rempedaal uit P worden geschakeld.
Elektrische aandrijving 3 161.
Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● Bandenspanning en - staat 3 243, 3 261.
● Vloeistofpeilen 3 224.
● Ruiten, spiegels, buitenverlich‐ ting en kentekenplaat: vrij vanvuil, sneeuw of ijs en gebruiks‐klaar.
● Juiste positie van spiegels, stoe‐ len en veiligheidsgordels 3 33,
3 39, 3 45.
● Werking van remsysteem bij lage
snelheid, vooral bij vochtige
remmen.
Auto starten ● Trap het rempedaal in en druk op
POWER m. Wanneer het lampje
'auto gereed' 4 in de instrumen‐
tengroep oplicht, kan er met de auto worden gereden.
● Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
● Trap het gaspedaal niet in.
Voertuig starten en stoppen 3 158.Parkeren
Let op
Laat de auto nooit gedurende
langere perioden in extreme tempe‐
raturen zonder te rijden of met de
stekker uit het stopcontact.9 Waarschuwing
● Trek altijd de handrem aan.
Trek gedurende ongeveer één
seconde aan schakelaar m en
ga na of controlelamp m
oplicht.
De elektrische handrem is
aangetrokken wanneer contro‐
lelamp m oplicht 3 82.
● Schakel de auto uit.
● Als de auto vlak of op een oplo‐
pende helling staat, schakel
dan de handrem in en zet de
keuzehendel in de stand P
alvorens de auto uit te schake‐
len. Op een oplopende helling
bovendien de voorwielen van
de stoeprand wegdraaien.
Page 18 of 279

16Sleutels, portieren en ruitenSleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten ............................ 16
Sleutels ...................................... 16
Handzender ............................... 17
Elektronisch sleutelsysteem ......19
Opgeslagen instellingen ............20
Centrale vergrendeling ..............21
Vertraagde vergrendeling ..........25
Automatisch vergrendelen .........26
Kindersloten .............................. 27
Externe functie smartphone ......27
Portieren ...................................... 29
Bagageruimte ............................ 29
Antidiefstalbeveiliging ..................30
Vergrendelingssysteem .............30
Diefstalalarmsysteem ................30
Startbeveiliging .......................... 32
Buitenspiegels ............................. 32
Bolle vorm ................................. 32
Elektrische verstelling ................33
Inklapbare spiegels ...................33
Verwarmde spiegels ..................34
Binnenspiegel .............................. 34
Automatische dimfunctie ...........34Ruiten.......................................... 34
Voorruit ...................................... 34
Elektrisch bediende ruiten .........35
Achterruitverwarming ................36
Zonnekleppen ............................ 36Sleutels, sloten
Sleutels ReservesleutelsHet sleutelnummer staat vermeld op
een verwijderbaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startbeveiliging.
Sloten 3 252.
Centrale vergrendeling 3 21.
Voertuig starten en stoppen 3 158.
Handzender 3 17.
Elektronische sleutel 3 19.
Het codenummer van de adapter
voor de wielborgmoeren vindt u op
een kaart. Vermeld het wanneer u
een nieuwe adapter bestelt.
Page 21 of 279

Sleutels, portieren en ruiten192. Steek het sleutelblad ongeveer6 mm in de behuizing en verdraai
de sleutel om de behuizing te
openen. Als u het sleutelblad
dieper plaatst, kan de behuizing
beschadigd raken.
3. Verwijder de batterij en vervang deze. Gebruik een CR2032 of een
equivalente batterij. Let op de
installatiepositie.
4. Sluit de behuizing en plaats het sleutelblad.
Afstandsbediening
synchroniseren
Na vervanging van de batterij het
bestuurdersportier openen met de
sleutel in het slot. Bij het inschakelen
van de auto wordt de afstandsbedie‐
ning gesynchroniseerd.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de handzender.
● Het bereik wordt overschreden.● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het
bereik, waardoor er opnieuw gesynchroniseerd moet worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 21.Elektronisch sleutelsysteem
Voor een sleutelloze bediening van
de volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 21
● achterklep 3 29
● voertuig starten en stoppen 3 158
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 17.
Page 26 of 279

24Sleutels, portieren en ruitenDruk op 5 om het opladen van de
auto te stoppen. Houd 5 ingedrukt tot
de vergrendeling van de laadkabel wordt geopend.
Starten op afstand 3 21.
Werking van handzender 3 21.
Passief vergrendelen
Automatisch vergrendelen 3 26.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐ knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 94 is geactiveerd.
Centrale vergrendelingstoetsen
Vergrendelt of ontgrendelt alle portie‐ ren, de bagageruimte en de oplaad‐
klep via een schakelaar op het
bestuurdersportierpaneel.
Druk op ) om te vergrendelen.
Druk op ( om te ontgrendelen.
Bediening met de sleutel bij een storing in de centrale
vergrendeling
Bij een storing, bijvoorbeeld omdat de accu of de batterij van de elektroni‐
sche sleutel leeg is, kunt u het
bestuurdersportier met de mechani‐
sche sleutel vergrendelen en
ontgrendelen.
De slotcilinder in het bestuurderspor‐
tier wordt met een kap afgedekt.U verwijdert de kap door de knop aan
de achterkant in te drukken en het
sleutelblad uit het huis te trekken.
Steek de sleutel in de uitsparing
onder in de kap en kantel de sleutel
omhoog.
Elektronisch sleutelsysteem 3 19.
Page 30 of 279

28Sleutels, portieren en ruitenInstellingenfunctie● KeyPass instellingen
● Prioriteitsinstelling beheren
● Prioriteitsinstelling wijzigen
● AnnuleringActieve externe functie ● Portier vergrendelen/ontgrende‐ len
● Starten/stoppen op afstand
● Inschakelen/uitschakelen paniekalarm
● Extern afbreken van laadproce‐ dure
● Functies hoogspanningsladen ● Update tijdelijk negeren van opladen
● De oplaadmodus permanent wijzigen
● Schema vertrektijden upda‐ ten
● Hoogspanningsladen met prioriteit activeren en deacti‐
veren
● Scherm voorkeur oplaadni‐ veau/-limiet selecteren● Plaatsbepaler van auto
● Route / actieradiusPassieve functie
Naderingsdetectie / welkomstverlich‐
tingVisuele weergave voor informatie
over auto ● Indicatie hoogspanningsaccu bijna leeg
● Bandenspanning
● Status voor motor op afstand starten
● Kilometertellerstand
● Status kier-schakelaar achter‐ klep
● Status elektrische handrem
● Status motorkap
● Laadstatus hoogspanningsaccu
● GPS-signaal voor einde van rit ● Status oplaadmodus ● Actieradius
● Status begin- en eindtijden van laden
● Volledige week van op uitge‐
stelde laadstatus op tijdbasis● Op uitschakelfrequentieba‐ sis en status uitgesteld opla‐
den
● Storing in hoogspannings‐ laadsysteem (kan niet laden)
● Niveau hoogspanningslader
● Aansluitindicatie oplaadka‐ bel hoogspanningsaccu
● Opladen voltooid
● Bruikbare laadstatus
● Bereik modus leegraken hoogspanning
● Laadstatus hoogspannings‐ accu
Koppelen Een smartphone moet aan de
KeyPass-module worden gekoppeld
en vervolgens met de auto worden
verbonden, voordat hij kan worden
gebruikt.
Page 75 of 279

Instrumenten en bedieningsorganen73Geen accessoires aansluiten die
stroom leveren, zoals laadtoestellen of accu's.
Aansluitingen niet beschadigen door
het gebruik van ongeschikte stekkers.
USB-laadpoorten
Er zitten twee USB-poorten in de
middenconsole. Deze poorten
kunnen worden gebruikt als aanslui‐
ting voor het opladen of voor infotain‐ ment.
Externe apparaten 3 131.
Aan de achterkant van de midden‐
console bevinden zich nog twee
USB-aansluitingen voor het opladen.
Alle USB-poorten leveren 2,1 A bij 5
V.
Let op
Houd de USB-poorten altijd schoon
en droog.
Inductief opladen
9 Waarschuwing
Inductief opladen kan de werking
van geïmplanteerde pacemakers
of andere medische apparaten
nadelig kunnen beïnvloeden.
Raadpleeg vóór gebruik van een
inductieve oplader zo nodig een
arts.9 Waarschuwing
Haal vóór het opladen van een
mobiele telefoon alle metalen
objecten van de oplader, aange‐ zien deze voorwerpen zeer heet
zouden kunnen worden.
Met PMA of Qi compatibele mobiele
telefoons kunnen inductief worden
opgeladen.
Een beschermkap voor de mobiele
telefoon kan het inductief opladen in
de weg staan.
De auto moet zijn ingeschakeld, in de
servicemodus staan of opgeslagen
energie uit.
Voertuig starten en stoppen 3 158.
De bedrijfstemperatuur is -20 °C tot
60 °C voor het laadsysteem en 0 °C tot 35 °C voor de telefoon.
Page 89 of 279

Instrumenten en bedieningsorganen87● Gemiddelde snelheid
● Timer
● Verkeersbordherkenning
● Afstand tot voorligger
● Lege pagina
Rit
De kilometerteller geeft de huidige
afstand en het huidige gemiddelde
energieverbruik weer sinds een
bepaalde reset.
De afstand geeft maximaal
99.999,9 km aan en begint dan weer
bij 0.
Het gemiddelde elektrische energie‐
verbruik geeft het gemiddelde kWh
per 100 km (kWh/100 km) bij bena‐ dering aan.
Houd 9 ingedrukt om te resetten.
Bandenspanning (kPa)
Controleert de bandenspanning van
alle banden onderweg 3 244.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment opnieuw worden gestart.Timer
Druk voor starten en stoppen op 9.
Druk voor terugzetten op [ en beves‐
tig de handeling.
Verkeersbordherkenning
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 198.
Volgafstand
Geeft de afstand tot een rijdende
voorligger weer 3 177.
Lege pagina
Geeft een lege pagina zonder enige
informatie weer.
Menu Audio
In het hoofdscherm van de applicatie
Audio kunt u met { of } door de
radiozenders schuiven of naar de
volgende/vorige track van een USB-/
Bluetooth ®
-apparaat gaan dat op de
auto is aangesloten.
Druk op 9 om de app Audio te selec‐
teren en vervolgens op [ om het
Audio te openen. In het menu Audiokunt u zoeken naar muziek, favorie‐
ten selecteren of de audiobron veran‐
deren.
U sluit het menu Audio af door op 9
of ] te drukken.
Menu Telefoon Druk op 9 om de app Telefoonte
selecteren en vervolgens op [ om het
menu Telefoon te openen. Als er
geen actieve oproep is, kunt u in het menu Telefoon recente oproepen
bekijken, door contacten bladeren of
uit uw favorieten kiezen. Als er een
actieve oproep is, kunt u de telefoon
dempen of juist niet of naar de hand‐
set of hands-free bediening over‐
schakelen.
U sluit het menu Telefoon af door op
9 of ] te drukken.
Menu Indeling
Druk tijdens het weergeven van
Displayonderwerpen op 9. Selecteer
Simpel , Standaard of Uitgebreid door
op 9 te drukken.
Page 157 of 279

Rijden en bediening155Rijden en bedieningRijtips......................................... 155
Economisch rijden ...................155
Controle over de auto ..............156
Starten en bediening .................156
Nieuwe auto inrijden ................156
Aan/Uit-knop ............................ 156
Vertraagde uitschakeling stroom .................................... 158
Voertuig starten en stoppen ....158
Parkeren .................................. 160
Bedrijfsmodi elektrisch voertuig .161
Bediening ................................ 161
Rijmodi .................................... 161
Elektrische aandrijving ...............162
Bediening ................................ 162
Remmen .................................... 165
Antiblokkeersysteem ...............165
Handrem .................................. 166
Regeneratief remmen ..............168
Rijregelsystemen .......................169
Traction Control .......................169
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 170Bestuurdersondersteuningssys‐
temen ......................................... 171
Cruise control .......................... 171
Snelheidsbegrenzer ................173
Frontaanrijdingswaarschu‐ wing ........................................ 174
Indicatie afstand tot voorligger 177
Actieve noodrem .....................177
Voetgangersbescherming voor ........................................ 180
Parkeerhulp ............................. 182
Blindehoeksysteem .................190
Waarschuwing wisselen van rijstrook ................................... 191
Panoramazichtsysteem ...........193
Achteruitkijkcamera .................194
Waarschuwing kruisend verkeer achter ..................................... 196
Verkeersbordherkenning .........198
Lane keep assist .....................201
Opladen ..................................... 203
Programmeerbaar laden .........207
Geprogrammeerde onderdrukking opladen ...........213
Oplaadstatus ........................... 214
Oplaadkabel ............................ 215
Elektrische vereisten ...............219
Trekken ...................................... 219
Algemene informatie ...............219Rijtips
Economisch rijden
Gebruik het volgende advies als hulp
voor maximaal zuinig rijden en een zo groot mogelijke actieradius.
Ondanks deze nuttige tips kan de
actieradius van een elektrisch voer‐
tuig bij lagere temperaturen als
gevolg van een hoger energiever‐
bruik kleiner zijn.
Bij extra veel bagage rijdt de auto
minder zuinig en neemt de actiera‐
dius af. Vervoer bij voorkeur niet meer dan nodig is.
Schakel elektrische accessoires niet
onnodig in. Bij gebruik van vermogen
voor andere functies dan de aandrij‐
ving neemt de elektrische actieradius van de auto af.
Houd de banden altijd op de juiste
spanning en zorg dat de auto goed
uitgelijnd is.
Rijstijl
Vermijd onnodig snel optrekken en
afremmen.
Page 159 of 279

Rijden en bediening157Elektronische sleutel moet in de auto
aanwezig zijn.
Als de auto niet start, plaats de elek‐
tronische sleutel dan in het zendervak
in de middenconsole.
Voertuig starten en stoppen 3 158.De auto inschakelen
Schakel de auto uit en trap het rempe‐
daal in; door een keer op POWERm
te drukken, wordt de auto ingescha‐
keld. Als 4 in de instrumentengroep
oplicht, kan er met de auto worden gereden. Dit kan bij extreem lage
temperaturen zo'n 15 seconden in
beslag nemen.De auto uitschakelen
Zet de auto in P, druk kort op
POWER m in de servicemodus of
wanneer de motor draait en de auto stilstaat. Sommige functies blijven
actief tot het bestuurdersportier wordt
geopend.
Als de auto niet in de stand P staat
wanneer hij wordt uitgeschakeld,
wordt P automatisch geselecteerd,
voordat de auto wordt uitgeschakeld.Er klinkt een geluidssignaal bij het
openen van het bestuurdersportier
tijdens het inschakelen van de auto.
Druk altijd op POWERm om de auto
uit te schakelen alvorens uit te stap‐
pen.Uitschakelen in noodsituatie tijdens
het rijden
Als de auto tijdens het rijden in een
noodsituatie moet worden uitgescha‐
keld, drukt u langer dan
twee seconden op POWERm of drukt
u tweemaal kort binnen
vijf seconden.
Voertuig starten en stoppen 3 158.
Onderhoudsmodus
Deze elektrische modus is beschik‐
baar voor onderhoud en diagnose en ter controle van de functie van het
lampje "onderhoud spoedig" die voor
emissiemetingen nodig kan zijn.
Door de auto uit te schakelen, het
rempedaal niet in te trappen, en
POWER m langer dan vijf seconden
ingedrukt te houden, wordt de auto in
de onderhoudsmodus gezet. De instrumenten en audiosystemen
werken zoals wanneer de auto is
ingeschakeld, maar u kunt niet met de auto rijden. In de onderhoudsmodus
start het aandrijvingssysteem niet.
Druk nogmaals op POWERm om de
auto uit te schakelen.Voorzichtig
De servicemodus ontlaadt de 12
V-autoaccu. Gebruik de service‐
modus niet gedurende langere
tijd, om te voorkomen dat de motor
niet start.
Bediening bij storing
Als de auto vanwege een bijna lege
batterij in de elektronische sleutel niet
start, verschijnt er een bericht in het
Driver Information Center.
Ga als volgt te werk om alsnog te
rijden:
1. Open de middenconsole en verwijder de kleine opbergbak.
Plaats de elektronische sleutel in
de houder met de knoppen naar
de onderkant van de auto gericht.
Andere voorwerpen, bijvoorbeeld andere sleutels, transponder,
Page 160 of 279

158Rijden en bedieningtags, munten enz., moet u verwij‐
deren.
2. Zet de auto in de stand P of N, trap
het rempedaal in en druk op
POWER m.
Zet de auto uit door nogmaals op
POWER m te drukken. Haal de elek‐
tronische sleutel uit de middencon‐ sole.
Deze mogelijkheid is alleen bestemd
voor noodgevallen. Vervang de batte‐
rij van de elektronische sleutel zo
spoedig mogelijk 3 19.
Zie voor het ontgrendelen of vergren‐
delen van de portieren Storing in
handzendermodule of elektronisch
sleutelsysteem 3 21.
Vertraagde uitschakeling stroom
De volgende elektronische systemen
kunnen worden gebruikt tot het
bestuurdersportier wordt geopend of
tot tien minuten nadat de auto werd
uitgeschakeld:
● elektrisch bediende ruiten
● Infotainment-systeem
● stekkerdozenVoertuig starten en stoppen
Zet de keuzehendel in P of N. Het
aandrijvingssysteem start in geen
enkele andere stand.
Let op
Probeer niet over te schakelen naar
P terwijl de auto rijdt om schade aan
de elektrische aandrijving te voorko‐
men. Schakel alleen over naar P als
de auto stilstaat.
De elektronische sleutel moet in de
auto aanwezig zijn. Trap het gaspe‐
daal in en tik op POWERm.