radio OPEL ANTARA 2014.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: ANTARA, Model: OPEL ANTARA 2014.5Pages: 225, PDF Size: 5.98 MB
Page 23 of 225

Sleutels, portieren en ruiten21
Wordt gebruikt voor:■ Centrale vergrendeling
■ Diefstalbeveiliging
■ Diefstalalarmsysteem
De afstandsbediening heeft een be‐ reik van ongeveer 6 meter. Het bereik kan variëren door invloeden van bui‐
tenaf. Brandende alarmknipperlich‐
ten dienen als bevestiging.
Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de afstandsbediening kan worden
vergrendeld of ontgrendeld, kan dit
het gevolg zijn van het volgende:
■ Bereik overschreden.
■ Batterijspanning te laag.
■ Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het be‐
reik, waardoor er opnieuw gepro‐
grammeerd moet worden. De hulp
van een werkplaats inroepen.■ Overbelasting van de centrale ver‐ grendeling door herhaalde, snel op‐
eenvolgende activering van de af‐
standsbediening, waardoor de
stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken.
■ Storing door radiogolven afkomstig
van externe zenders met een hoog vermogen.
Ontgrendelen 3 22.
Batterij van de
afstandsbediening vervangen Zodra de reikwijdte afneemt, de bat‐
terij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Sleutel met uitklapbare sleutelbaard
Sleutelbaard uitklappen en afstands‐
bediening openen. Batterij vervangen (batterijtype CR2032), let hierbij opde juiste plaatsing. Sluit de module.
Sleutel met vaste sleutelbaard Open de module met een kleine
schroevendraaier in de nok op het
deksel. Batterij vervangen (batterij‐
type CR2032), let hierbij op de juiste
plaatsing. Sluit de module.
Page 83 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen81
Automatische tijdsynchronisatieBoard-Info-Display
Het RDS-signaal (Radio Data Sys‐
tem) van de meeste FM-zenders stelt de tijd automatisch in, te herkennen
aan } op het display.
Sommige RDS-zenders zenden geen
correct tijdsignaal uit. In dergelijke ge‐
vallen de automatische tijdsynchroni‐ satie uitschakelen en de tijd handma‐
tig instellen.
Automatische tijdsynchronisatie
deactiveren ( Clock Sync.Off ) of acti‐
veren ( Clock Sync.On ) met de pijltjes‐
toetsen op het "Infotainment"-sys‐
teem.
Voor handmatig instellen van datum
en tijd, menuoptie voor tijd- en datum‐
instellingen uit het menu Instellingen
selecteren en naar keuze instellen.
De in te stellen waarde wordt met pij‐ len gemarkeerd. Gewenste instelling
verrichten met de pijltjestoetsen. De
instelling wordt bij verlaten van de
menukeuzemogelijkheid overgeno‐
men.
Om de tijd met RDS gelijk te stellen in
het, de menuoptie uit het menu
Instellingen selecteren en naar keuze
instellen.
Board-Info-Display 3 94.Graphic-Info-Display, Colour-Info-
Display
Bij het navigatiesysteem worden da‐
tum en tijd bij ontvangst van een
GPS-satellietsignaal automatisch in‐
gesteld. Als de weergegeven tijd en
de plaatselijke tijd niet overeenko‐
men, kan de eerste via een RDS-tijds‐ ignaal handmatig of automatisch wor‐
den aangepast.
Sommige RDS-zenders zenden geen
correct tijdsignaal uit. In dergelijke ge‐ vallen de automatische tijdsynchroni‐
satie uitschakelen en de tijd handma‐
tig instellen.
Page 98 of 225

96Instrumenten en bedieningsorganen
Systeeminstellingen
Settings-toets van het infotainment-
systeem indrukken. De menuoptie
Audio wordt weergegeven.
Met de linker pijltjestoets System op‐
roepen en met de knop OK selecte‐
ren.
De eerste functie van het menu
System wordt geaccentueerd. Som‐
mige functies verschijnen in verkorte
vorm op het beeldscherm.
De functies worden in de volgende
volgorde getoond:
■ Tijdsynchronisatie
■ Tijd, uren instellen
■ Tijd, minuten instellen
■ Datum, dag instellen
■ Datum, maand instellen
■ Datum, jaar instellen
■ Ontstekingslogica
■ Taal instellen
■ Maateenheden instellen
Automatische tijdsynchronisatieHet RDS-signaal (Radio Data Sys‐
tem) van de meeste FM-zenders stelt de tijd automatisch in, te herkennen
aan } op het display.
Sommige zenders zenden geen cor‐
rect tijdsignaal uit. In dergelijke geval‐
len de automatische tijdsynchronisa‐ tie uitschakelen en de tijd handmatig
instellen.
Automatische tijdsynchronisatie
deactiveren ( Clock Sync.Off ) of acti‐
veren ( Clock Sync.On ) met de pijltjes‐
toetsen.
Tijd en datum instellen
Page 180 of 225

178Verzorging van de auto
ZekeringStroomkringAMPVersterkerAPO JACK
(CONSOLE)12 V-aansluiting
(middenconsole)APO JACK
(REAR CARGO)12 V-aansluiting
(bagageruimte)AWD/VENTAll-wheel drive,
ventilatieBCM (CTSY)InstapverlichtingBCM (DIMMER)Instrumenten‐
verlichtingBCM (INT LIGHT
TRLR FOG)Binnenverlich‐
ting, mistlamp
aanhangerBCM (PRK/TRN)Parkeerlichten,
richtingaanwij‐
zersBCM (STOP)RemlichtenBCM (TRN SIG)Richtingaanwij‐
zersBCM (VBATT)BatterijspanningCIMIntegratiemodule
communicatieZekeringStroomkringCLSTRInstrumenten‐
groepDRLDagrijlichtDR/LCKVergrendeling
bestuurderspor‐
tierDRVR PWR
SEATElektrisch
verstelbare
bestuurdersstoelDRV/PWR
WNDWElektrisch
verstelbare
bestuurdersruitF/DOOR LOCKTankklepFRT WSRRuitensproeier
voorFSCMBrandstofsys‐
teemFSCM/VENT SOLBrandstofsys‐
teem, magneet‐
klep benzine‐
dampafzuigingHEATING MAT
SWSchakelaar
verwarmde matZekeringStroomkringHTD SEAT PWRStoelverwarmingHVAC BLWRKlimaatregeling,
aircoventilatorIPCInstrumenten‐
groepISRVM/RCMBinnenspiegel,
afstandsbe‐
diende kompas‐
moduleKEY CAPTURESleutelbijschriftL/GATEAchterklepLOGISTIC MODELogistieke
modusOSRVMBuitenspiegelsPASS PWR
WNDWElektrisch
verstelbare
passagiersruitPWR DIODEBekrachtigings‐
diodePWR MODINGBekrachtigings‐
modusRADIORadio
Page 181 of 225

Verzorging van de auto179
ZekeringStroomkringRR FOGVerwarmbare
achterruitRUN 2Voeding bij
inschakelen
sleutelRUN/CRNKRonddraaienSDM (BATT)Diagnosemo‐
dule veiligheid
(accu)SDM (IGN 1)Diagnosemo‐
dule veiligheid
(contact)SPARE–S/ROOFZonnedakS/ROOF BATTAccu zonnedakSSPSStuurbekrachti‐
gingSTR/WHL SWStuurwielTRLRAanhangerTRLR BATTAccu aanhangerZekeringStroomkringXBCMCarrosseriere‐
gelmodule
exportXM/HVAC/DLCXM satellie‐
tradio, klimaatre‐
geling, aanslui‐
ting datalink
Sluit de klep van de zekeringhouder
na het vervangen van doorgebrande
zekeringen en klik deze dicht.
Wanneer u de klep van de zekering‐
houder niet goed sluit, kunnen er sto‐ ringen optreden.
Boordgereedschap
Gereedschap
Auto's met reservewiel
Bij auto's met een reservewiel zijn er
een krik en boordgereedschap aan‐ wezig.
De krik en het boordgereedschap zijn speciaal ontwikkeld voor uw auto. Ze
mogen uitsluitend voor deze auto
worden gebruikt. De krik uitsluitend
gebruiken voor het verwisselen van
wielen.
Page 216 of 225

214KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 214
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 214Klantinformatie
Conformiteitsverklaring
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐
palingen van Richtlijn 1999/5/EC. Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders
(EDR)
Gegevensopslagmodules in de
auto
Een groot aantal elektronische com‐ ponenten van uw auto bevat gege‐
vensopslagnodules waarin techni‐
sche gegevens over de conditie van
de auto, gebeurtenissen en fouten tij‐ delijk of permanent worden opgesla‐
gen. Over het algemeen documen‐
teert de technische onformatie de
conditie van onderdelen, modules,
systemen of de omgeving:
■ Bedrijfsomstandigheden van sys‐ teemcomponenten (bijv. vulni‐
veaus)
■ Statusberichten van de auto en de componenten ervan (bijv. aantal
wielomwentelingen / rotatiesnel‐
heid, afremming, dwarsacceleratie)
■ Storingen en defecten in belang‐ rijke systeemcomponenten
Page 217 of 225

Klantinformatie215
■ Reacties van de auto in bepaalderijsituaties (bijv. afgaan van airbag,
activering van stabiliteitsregeling)
■ Omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐
nisch en helpen fouten identificeren
en corrigeren alsook de functies van
de auto optimaliseren.
Bewegingsprofielen die afgelegde
routes aangeven, kunnen niet met
deze gegevens worden gemaakt.
Als diensten worden gebruikt ( bijv. re‐
paraties, serviceprocessen, garantie‐
gevallen, kwaliteitsborging) kunnen
medewerkers van het servicenetwerk (met inbegrip van de fabrikant) deze
technische informatie lezen in de ge‐
beurtenis- en foutgegevensopslag‐
modules waarbij speciale diagnosti‐
sche apparaten worden gebruikt. Zo
nodig ontvangt u verdere informatie bij deze werkplaatsen. Nadat een fout gecorrigeerd is, worden de gegevens uit de foutopslagmodule verwijderd of
worden ze constant overschreven.Bij gebruik van de auto kunnen zich
situaties voordoen waarin deze tech‐
nische gegevens die samenhangen
met andere informatie (rapport over
aanrijding, schade aan de auto, ver‐
klaring van getuigen enz.) in verband
kunnen worden gebracht met een
specifieke persoon - mogelijk met de
hulp van een expert.
Extra functies die contractueel zijn
overeengekomen met de klant (bijv.
locatie van auto in noodgevallen) ma‐ ken de overdracht van bepaalde au‐
togegevens uit de auto mogelijk.Radiofrequentie-
identificatie (RFID) RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals ra‐ diogestuurde afstandsbedieningen
voor het vergrendelen/ontgrendelen
van de deuren en starten en zenders
in de auto voor het openen van gara‐ gedeuren. RFID-technologie in Opel-
voertuigen gebruikt geen persoonlijke
informatie, houdt ze niet bij of koppelt
deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.
Page 221 of 225

219
M
Meters........................................... 83
Mistachterlicht .............................. 93
Mistachterlichten ........................ 111
Mistlamp ...................................... 93
Mistlampen ......................... 111, 168
Mistlampen voor ........................111
Motorgegevens .......................... 208
Motor-ID...................................... 204
Motorkap .................................... 157
Motorkap open.............................. 94
Motorolie .................... 157, 201, 205
Motoroliedruk ............................... 91
Motoroliepeil laag ........................92
Motorolie verversen .....................92
Motor starten ............................. 126
Motorvermogen verminderd .........93
Munthouder .................................. 60
N
Nieuwe auto inrijden ..................126
O
Octaangetal ................................ 208
Olie ............................................. 157
Olie, motor .......................... 201, 205
Ontlaadbeveiliging accu ............116
Opbergruimte................................ 59
Opbergruimte voor ....................... 60
Opbergvak .................................... 61Opbergvak in bagageruimte .........71
Opbergvakken .............................. 59
Opbergvak middenconsole ..........61
Opbergvak onder passagiersstoel 61
Opbergvak onder passagiersstoel voorin ..............61
Opschakelen ................................ 89
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 146
Parkeerlichten ............................ 112
Parkeren .............................. 18, 129
Partikelfilter ................................. 131
Pech ........................................... 195
Pollenfilter .................................. 124
Portieren ....................................... 24
Portier open ................................. 94
Prestaties ................................... 209
Profieldiepte ............................... 184
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 215
Regelbare instrumentenverlichting ...........113
Regensensor ................................ 77
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 214
Remassistentie .......................... 141Rem- en koppelingsvloeistof ......201
Rem intrappen ............................. 93
Remmen ............................ 140, 160
Remsysteem ................................ 88
Remvloeistof .............................. 160
Reservewiel ............................... 191
Richtingaanwijzer ........................87
Richtingaanwijzers ..................... 110
Roetfilter ............................... 91, 131
Rugleuning neerklappen .............39
Ruiten ..................................... 31, 32
Rijgedrag en aanhangertips ......150
Rijklaar gewicht ....................75, 210
Rijverlichting ................................ 12
S Service ............................... 124, 200
Service-display ......................84, 92
Service-indicatie .......................... 88
Service-informatie ...................... 200
Sjorogen ...................................... 73
Slepen ................................ 150, 195
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................185
Snelheidsmeter ............................ 83
Snelheidswaarschuwing ...............94
Spiegels .................................. 29, 31
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................160