OPEL ASTRA J 2014.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: ASTRA J, Model: OPEL ASTRA J 2014.5Pages: 335, PDF Size: 10.16 MB
Page 41 of 335
Sleutels, portieren en ruiten39
Openen of sluitenDruk p of r een stukje in: zonne‐
dak wordt geopend of gesloten met
geactiveerde beveiligingsfunctie zo‐
lang u de schakelaar bedient.
Druk p of r zover mogelijk in en
laat los: zonnedak wordt automatisch geopend of gesloten met geacti‐veerde beveiligingsfunctie. Om de
beweging te stoppen, drukt u nog‐
maals op de schakelaar.
Omhoog of sluiten Druk op q of r : zonnedak gaat
omhoog of sluit automatisch met ge‐
activeerde beveiligingsfunctie.
Staat het zonnedak omhoog, dan
kunt u het in één keer openen door
p in te drukken.
Zonnescherm
Het zonnescherm wordt handmatig
bediend.
Schuif het zonnescherm open of
dicht. Wanneer het zonnedak open‐
staat, is het zonnescherm altijd open.
Algemene tips
Beveiligingsfunctie
Stuit het zonnedak tijdens het auto‐
matisch sluiten op een obstakel, dan
stopt het meteen en gaat het weer
open.
Beveiligingsfunctie tijdelijk
deactiveren
Wanneer het sluiten moeilijk gaat,
bijv. vanwege ijs, dan moet u de scha‐
kelaar r zover mogelijk indrukken
en vasthouden. Het zonnedak sluit
met gedeactiveerde beveiligingsfunc‐ tie. Om de beweging te stoppen, laat
u de schakelaar los.Zonnedak van de buitenzijde sluiten
U kunt het zonnedak op afstand van
de buitenzijde sluiten.
Houd de knop e ingedrukt om het
zonnedak te sluiten.
Laat de knop los om de beweging te
stoppen.
Initialisatie na een
stroomonderbreking
Na een stroomonderbreking kan het
zonnedak slechts beperkt bediend
worden. Laat het systeem initialiseren
door uw garage.
Page 42 of 335
40Sleutels, portieren en ruitenPanoramadak
Draai aan de greep en zet het schuif‐dak in de gewenste stand.
Na het loslaten van de greep klikt het
schuifdak vast.
Let op
Zonnekleppen sluiten alvorens de
hemelbekleding open of dicht te
schuiven.
Page 43 of 335
Stoelen, veiligheidssystemen41Stoelen,
veiligheidssystemenHoofdsteunen .............................. 41
Voorstoelen .................................. 43
Achterbank ................................... 50 Veiligheidsgordels .......................50
Airbagsysteem ............................. 54
Kinderveiligheidssystemen ..........58Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun
moet op gelijke hoogte zijn als de bo‐
venzijde van het hoofd. Is dit bij zeer
lange personen niet mogelijk, dan de
hoofdsteun in de hoogste stand zet‐
ten (bij zeer kleine personen de
hoofdsteun juist in de laagste stand
zetten).
Instellen
Hoofdsteunen van voorstoelen
Hoogteverstelling
Druk op de ontgrendelingsknop, stel
de hoogte in en klik deze vast.
Page 44 of 335
42Stoelen, veiligheidssystemen
Horizontale verstelling
Trek de hoofdsteun naar voor als u
deze horizontaal wilt afstellen. Hij klikt
vast in verschillende posities.
U zet deze weer helemaal naar ach‐
teren door deze geheel naar voren te
trekken en los te laten.
Hoofdsteunen van achterbank
Hoogteverstelling
Hoofdsteun omhoogtrekken of borg‐
veren indrukken om hoofdsteun te
ontgrendelen en omlaag te schuiven.
Demonteren
Druk beide pallen in, trek de hoofd‐
steun omhoog en verwijder deze.
Actieve hoofdsteunen Bij een aanrijding van achteren be‐
wegen de voorste gedeelten van de
actieve hoofdsteunen iets naar voren.
Op deze wijze wordt het hoofd dus‐
danig gesteund dat het risico van een
whiplash afneemt.
Let op
Goedgekeurde accessoires mogen
alleen bevestigd worden als de stoel
niet wordt gebruikt.
Page 45 of 335
Stoelen, veiligheidssystemen43Voorstoelen
Stoelpositie9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
■ Met zitvlak zo ver mogelijk tegen de
rugleuning zitten. De afstand tot de
pedalen zo instellen dat de benen
bij het bedienen van de pedalen
licht gebogen zijn. De passagiers‐
stoel zo ver mogelijk naar achteren schuiven.
■ Met schouders zo ver mogelijk te‐ gen de rugleuning zitten. Stel de
hoek van de rugleuning zo in dat u
het stuurwiel gemakkelijk met licht
gebogen armen kunt vastpakken.
Bij het verdraaien van het stuurwiel, contact blijven houden tussen
schouders en rugleuning. De rug‐
leuning mag niet te ver achterover‐ hellen. De aanbevolen hellings‐
hoek bedraagt maximaal ca. 25°.
■ Stuurwiel instellen 3 105.
■ Zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en alle
instrumenten goed kunt aflezen.
Tussen hoofd en dakframe moet
minstens een handbreed tussen‐
ruimte zitten. Uw dijen dienen licht op de zitting rusten, zonder druk uit
te oefenen.
■ Hoofdsteun instellen 3 41.
■ Hoogte veiligheidsgordel instellen 3 52.■ De instelbare dijbeensteun zo in‐
stellen dat de afstand tussen de
rand van de zitting en de knieholte
ca. twee vingers breed is.
■ Lendensteun zo instellen dat deze de natuurlijke vorm van de wervel‐
kolom ondersteunt.
Stoelverstelling9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
Page 46 of 335
44Stoelen, veiligheidssystemen9Waarschuwing
Nooit voorwerpen onder de stoe‐
len plaatsen.
Zorg bij het rijden dat de stoelen en
rugleuningen altijd vastgeklikt zijn.
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Rugleuning voorstoelen
Trek aan de hendel, stel de rugleu‐
ning in en laat de hendel los. Laat de
rugleuning hoorbaar vastklikken.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog=stoel omhoogomlaag=stoel omlaag
Page 47 of 335
Stoelen, veiligheidssystemen45
Zithoek
Pompbeweging van de hendel
omhoog=voorkant omhoogomlaag=voorkant omlaagLendensteun
Stel de lendensteun naar uw per‐
soonlijke wens af met de vierweg‐
schakelaar.
Lendensteun omhoog en omlaag:
duw de schakelaar omhoog of om‐
laag.
Meer of minder ondersteuning: duw
de schakelaar naar voren of ach‐
teren.
Verstelbare dijbeensteun
Trek aan de hendel en verschuif de
dijbeensteun.
Page 48 of 335
46Stoelen, veiligheidssystemen
Zijbescherming, OPC-versie
Stel de breedte van de zitting en de
rugleuning met de schakelaars op uw persoonlijke wensen af.
Wijzig de breedte van de zitting met
de tuimelschakelaar voor.
Wijzig de breedte van de rugleuning
met de tuimelschakelaar achter.
Rugleuning neerklappenVoorzichtig
Druk de hoofdsteunen met de
stoel in de hoogste stand omlaag
en til de zonnekleppen op voordat u de rugleuning naar voren klapt.
Rugleuning neerklappen op
handbediende stoelen
Ontgrendelingshendel optillen en
rugleuning naar voren klappen. Stoel
naar voren schuiven.
Om de stoel terug te zetten deze naar achteren schuiven. De rugleuning te‐
gen de weerstand in bewegen totdat deze rechtop staat en vergrendeld is.
De geheugenfunctie vergrendelt de
stoel in de oorspronkelijke stand.
De hendel voor het afstellen van rug‐
leuning niet bedienen terwijl de rug‐
leuning naar voren is gekanteld.
Bij auto's met een panoramadak: om
de rugleuning voorover te klappen, de hoofdsteunen omlaag duwen en zon‐ nekleppen optillen.
De afbeelding toont de ontgrende‐
lingshendel op een OPC-stoel.
Page 49 of 335
Stoelen, veiligheidssystemen479Gevaar
Zet de rugleuning vóór het inklap‐
pen omhoog om letsel te voorko‐
men.
Rugleuning neerklappen op
elektrisch verstelbare stoelen
Ontgrendelingshendel optillen en
rugleuning naar voren klappen. De
stoel schuift automatisch naar voren tot de aanslag.
Om de stoel terug te zetten, de rug‐
leuning rechtop brengen en vergren‐
delen. De stoel schuift automatisch
naar achteren tot de oorspronkelijke
stand.
In geval de hoofdsteun van de neer‐
geklapte rugleuning door de voorruit‐
sponning wordt geblokkeerd, de stoel
een klein beetje naar achteren laten
gaan voordat u de rugleuning om‐
hoog brengt 3 47.
Beveiligingsfunctie
Als de elektrisch verstelbare stoel
weerstand ondervindt tijdens het naar voren of achteren schuiven, wordtdeze onmiddellijk gestopt en terugge‐
schoven.
Overbelasting
Wordt de neerklapfunctie elektrisch
overbelast, dan wordt de stroomvoor‐ ziening automatisch enige tijd onder‐
broken.Elektrische stoelverstelling9 Waarschuwing
Wees voorzichtig met de elektri‐
sche stoelverstelling. Er bestaat
gevaar voor letsel, vooral voor kin‐ deren. Er kunnen voorwerpen be‐
kneld raken.
Houd de stoelen tijdens het ver‐
stellen goed in de gaten. Inzitten‐
den dienen hierover ingelicht te
worden.
Stand van stoel in de lengte
Page 50 of 335
48Stoelen, veiligheidssystemen
Duw de schakelaar naar voren/ach‐
teren.
Zithoogte
Duw de schakelaar omhoog/omlaag.
Zithoek
Voorste gedeelte van schakelaar om‐
hoog/omlaag zetten.
Rugleuning voorstoelen
Draai de schakelaar naar voren/ach‐
teren.