OPEL ASTRA J 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: ASTRA J, Model: OPEL ASTRA J 2014.5Pages: 141, PDF Size: 2.34 MB
Page 131 of 141

Telefoon131
Mobiele telefoon van
apparatenlijst verwijderen Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de apparatenlijst. Selecteer
Wissen in het getoonde menu en be‐
vestig de boodschap die verschijnt.
Een verbonden telefoon
instellen Verschillende instellingen van de mo‐
biele telefoon kunnen in het Telefoon‐
instellingen -menu worden geconfigu‐
reerd, wanneer de telefoon via SAP is aangesloten.
Beltoon aanpassen
Ga als volgt te werk om het type bel‐ toon aan te passen:
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Beltoon.
Selecteer de gewenste optie.
Ga als volgt te werk om het volume
van de beltoon aan te passen:Als de telefoon overgaat, draait u aan de m-knop van het Infotainmentsys‐
teem of drukt u op de + / --knoppen
op het stuurwiel.
Beveiligingsinstellingen wijzigen
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Beveiliging.
Het beveiligingsdialoogvenster wordt
weergegeven.
Pinverzoek in-/uitschakelen
Selecteer Pinbeveiliging Aan of Uit.
Voer de pincode in van de simkaart
van de mobiele telefoon en bevestig
deze.
Let op
Deze optie hangt af van de indivi‐
duele netwerkprovider.
De pincode wijzigenSelecteer Pin wijzigen .
Voer de huidige pincode in. Voer de
nieuwe pincode in. Herhaal de
nieuwe pincode en bevestig deze. Pin
is gewijzigd.Netwerkdiensten configureren
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Netwerkdiensten . Het dia‐
loogvenster voor netwerkdiensten wordt weergegeven.
Afhankelijk van de netwerkprovider
en de mobiele telefoon zijn er ver‐
schillende opties beschikbaar.
■ Netwerkselectie : kies tussen auto‐
matische of handmatige netwerk‐ selectie.
■ Wisselgesprek : gesprek in de
wacht in- of uitschakelen.
■ Gespreksdoorschakeling : door‐
schakelopties selecteren op basis van de situatie.
■ Gespreksblokkering : gespreks‐
blokkeringsopties configureren op
basis van de situatie.
Voor details over de configuratie van de netwerkdiensten raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon of neemt u contact op met de mobielenetwerkprovider.
Page 132 of 141

132Telefoon
Nummer sms-centrale configureren
Het nummer van de sms-centrale is
een telefoonnummer dat fungeert als
een poort voor het verzenden van
sms-berichten tussen mobiele tele‐
foons. Dit nummer wordt gewoonlijk
vooraf vastgesteld door de netwerk‐
provider.
Om het nummer van de sms-centrale te configureren, selecteert u Tele‐
fooninstellingen en dan Nummer
sms-centrale . Indien noodzakelijk
past u het nummer van de sms-cen‐
trale aan.
De fabrieksinstellingen van de
mobiele telefoon herstellen
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Fabrieksinstellingen
herstellen .
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw
lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐ oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het per‐
soneel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Page 133 of 141

Telefoon133
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus blijft bedie‐
ning van de mobiele telefoon moge‐ lijk, bv. een gesprek beantwoorden
of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
de gegevensoverdracht is het bedie‐
nen van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonportal. Zo‐
doende is het mogelijk dat de functi‐
onaliteit die bij deze specifieke tele‐
foons staat beschreven, afwijkt.Volume van de handsfree-
installatie instellen Draai aan de m-knop op het Infotain‐
mentsysteem of druk op de + / - -toet‐
sen op het stuurwiel.
Een telefoonnummer bellen
Druk terwijl het telefoonhoofdmenu
actief is op de multifunctionele knop
om het gewenste telefoonbedienings‐ menu te openen.
Er zijn verschillende opties beschik‐ baar voor het kiezen van telefoon‐
nummers, voor het gebruik van het
telefoonboek en gesprekslijsten en
voor het bekijken en bewerken van
berichten.
Met behulp van het commando
Telefoon uit kan de verbonden tele‐
foon worden losgekoppeld van de te‐
lefoonportal.
Handmatig een nummer invoeren
Selecteer Nummer invoeren en voer
vervolgens de gewenste nummer‐
reeks in.
Selecteer Bellen om het bellen te
starten.
Page 134 of 141

134Telefoon
U kunt op het telefoonboekmenu
overschakelen door PB te selecteren.
Telefoonboek
Na het tot stand brengen van de ver‐
binding wordt het telefoonboek ver‐
geleken met het telefoonboek in het
tijdelijke geheugen, mits dezelfde
simkaart of dezelfde telefoon verbon‐ den is. Tijdens het vergelijken kan
eventueel ingevoerde nieuwe infor‐
matie niet worden getoond.
Als simkaart of telefoon anders zijn,
wordt het telefoonboek opnieuw ge‐
laden. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit proces enkele minuten
duren.Een telefoonnummer selecteren uit
het telefoonboek
Selecteer Telefoonboek . Selecteer in
het menu de gewenste reeks van be‐
ginletters om een voorselectie te ma‐ ken van de items in het telefoonboek
die u wilt laten weergeven.
Let op
Telefoonboekvermeldingen worden
bij de overdracht vanuit de mobiele
telefoon overgezet. De presentatie
en volgorde van de telefoonboekver‐
meldingen kunnen op het display
van het Infotainmentsysteem en op
het display van de mobiele telefoon
verschillend zijn.
Na het maken van de voorselectie:
selecteer het gewenste item in het te‐ lefoonboek om de nummers te tonen
die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
Page 135 of 141

Telefoon135
Gesprekkenlijsten
Via het menu Gesprekslijsten kan de
gebruiker binnenkomende, uitgaande
en gemiste gesprekken bekijken en
de relevante nummers draaien. Om
het bellen te starten: selecteer de ge‐ wenste gesprekslijst, een item in de
desbetreffende gesprekslijst en ten
slotte het gewenste telefoonnummer.
Berichtfuncties
Wanneer de mobiele telefoon is ge‐
koppeld met behulp van de SAP-
methode, kan de gebruiker berichten
bekijken, opstellen en verzenden via
de telefoonportal. In dit menu kunnen de berichten ook worden verwijderd.
De ontvangen berichten bekijken: se‐
lecteer Inbox.
De verzonden berichten bekijken: se‐
lecteer Outbox.
Een bericht opstellen: selecteer
Nieuw bericht schrijven .
Let op
Berichten mogen maximaal
70 tekens bevatten.
Inkomend gesprek Als u wordt gebeld, verschijnt er een
menu waarin u kunt aangeven of u het gesprek wilt aannemen of weigeren.
Selecteer de gewenste optie.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Druk tijdens het bellen op de multi‐
functionele knop om een submenu te openen.
Afhankelijk van de situatie en het
functiebereik van de mobiele telefoon zijn er diverse opties beschikbaar:
■ Ophangen : verbreek de telefoon‐
verbinding.
■ Nummer bellen : voer een telefoon‐
nummer in om nog een telefoonge‐ sprek te maken of voor DTMF
(toondruktoetskiezen) bijv. voor
voicemail of telefonisch bankieren.
■ Gesprek vrijgeven : de verbinding
met een deelnemer in een telefoon‐
conferentie verbreken.
Page 136 of 141

136Telefoon
■Gesprekken samenvoegen : bij
meerdere actieve gesprekken twee gesprekken samenvoegen.
■ Van gesprek wisselen : bij meer‐
dere gesprekken tussen gesprek‐
ken wisselen.
■ Ruggespraakstand : het geluid van
een gesprek onderdrukken.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies enbedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn aan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen van de mobiele telefoon- en
handsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een mo‐ biele telefoon installeert en bedient.
Anders kunt u de voertuigtypegoed‐
keuring ongeldig maken (EU-richtlijn
95/54/EC).Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
■ Professioneel geïnstalleerde bui‐ tenantenne om het grootst moge‐
lijke bereik te verkrijgen,
■ Maximaal zendvermogen 10 watt,
■ Installatie van de telefoon op een geschikte plek, raadpleeg rele‐
vante opmerking in de gebruikers‐
handleiding, hoofdstuk
Airbagsysteem .
Laat u informeren over de voorziene montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de mo‐
gelijkheden tot gebruik van toestellen
met een zendvermogen van meer dan 10 watt.
Het gebruik van een handfree-beves‐ tiging zonder buitenantenne met mo‐biele telefoonstandaarden
GSM 900/1800/1900 en UMTS is al‐
leen toegelaten als het maximale
transmissievermogen van de mobiele
telefoon 2 watt is voor GSM 900 of 1
watt voor andere types.Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs het gebruik van een handsfree-tele‐
foon vormt een afleiding tijdens het rijden.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo‐
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui‐ tenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
Page 137 of 141

Telefoon137
Page 138 of 141

138TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......114
Algemene aanwijzingen ............
.................. 86, 113, 117, 118, 126
Algemene informatie................... 120
Antidiefstalfunctie ........................87
Autostore-lijsten .......................... 104
B BACK-toets ................................... 95
Basisbediening ............................. 95
Bediening.................................... 132
Bluetooth .................................... 126
Bluetooth-verbinding ..................127
C
CD-speler activeren.................................. 114
belangrijke informatie ..............113
gebruik .................................... 114
CD-speler activeren ....................114
CD-speler gebruiken................... 114
Configureren van RDS ...............108
D DAB ............................................ 110
DAB configureren .......................110
De AUX-ingang gebruiken ..........117
De radio gebruiken .....................103
De radio inschakelen ..................103De USB-poort gebruiken ............118
Digital Audio Broadcasting .........110
E Enhanced Other Networks .........108
EON ............................................ 108
F
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's .............105
Frequentiebereik selecteren .......103
G
Gebruik ................. 94, 103, 114, 117
Geluidsinstellingen .......................99
H Handsfree-modus .......................127
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 94
I Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume............................... 101
maximaal opstartvolume .........101
personalisering ........................ 102
tooninstellingen ......................... 99
volume voor verkeersberichten 101
volume: instellingen ................101
Infotainmentsysteem gebruiken ...94
Page 139 of 141

139
M
Menubediening ............................. 95
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................136
Multifunctionele toets ....................95
Mute.............................................. 94
N Noodoproep ................................ 132
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 118
Overzicht bedieningselementen ...88
P Personaliseren............................ 102
Persoonlijke instellingen configureren ............................ 102
R
Radio Radio Data System (RDS) ......108
activeren.................................. 103
autostorelijsten ........................ 104
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 110
favorietenlijst ........................... 105
frequentiebereik selecteren .....103
frequentiebereikmenu's ...........105gebruik.................................... 103
zender zoeken ........................ 103
zenderlijsten ............................ 105
Radio activeren........................... 103
Radio Data System (RDS) ......... 108
RDS ............................................ 108
Regionalisatie ............................. 108
S SAP-modus ................................ 127
SIM Access Profile (SAP) ...........127
Spraakherkenning ..............120, 121
activeren.................................. 121
gebruik .................................... 121
telefoonregeling ......................121
volume voor stemoutput ..........121
Spraakherkenning activeren .......121
Stemherkenning ......................... 120
T
Telefoon bedieningselementen ..............126
belangrijke informatie ..............126
belsignalen instellen ................127
berichtfuncties ......................... 132
Bluetooth ................................. 126
Bluetooth-verbinding ...............127
een telefoonnummer vormen ..132
functies tijdens een gesprek ...132
gesprekkenlijsten ....................132handsfree-modus ....................127
het volume instellen ................132
noodoproepen ......................... 132
SIM Access Profile (SAP) .......127
telefoonbatterij opladen ...........126
telefoonboek ........................... 132
Telefoonbatterij opladen .............126
Telefoonregeling .........................121
V
Verkeersberichten ......................101
Volume instellen ........................... 94
Volume-instellingen ....................101
Volume voor stemuitvoer ............121
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 94
Z
Zenderlijsten bijwerken ...............105
Zenders ophalen ................104, 105
Zenders opslaan .................104, 105
Zender zoeken............................ 103
Page 140 of 141

140