audio OPEL ASTRA J 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: ASTRA J, Model: OPEL ASTRA J 2014.5Pages: 141, PDF Size: 2.34 MB
Page 86 of 141

86InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............86
Antidiefstalfunctie ......................... 87
Overzicht bedieningselementen ..88
Gebruik ........................................ 94
Basisbediening ............................ 95
Geluidsinstellingen ......................99
Volume-instellingen ...................101
Personaliseren ........................... 102Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor‐ keurzenders. Bovendien kunnen er
nog diverse voorkeurzenders hand‐
matig worden ingesteld (ongeacht
frequentiebereik).
Met de ingebouwde audiospeler kunt
u genieten van audio- en mp3/wma-
cd's.
U kunt ook externe gegevensopslag‐
apparaten,  zoals een iPod, MP3-spe‐
ler of USB-stick of een draagbare cd-
speler als externe audiobron op het
Infotainmentsysteem aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobielete‐
lefoonportaal.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen, de heldere
displays en de grote multifunctionele
knop kunt u het systeem gemakkelijk
en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden 
Page 90 of 141

90Inleiding
16TONE .................................... 99
Geluidsinstellingen ................99
17 PHONE ............................... 126
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 132
Mute activeren ......................94
18 AUX ..................................... 117
Van audiobron veranderen . 117 
Page 93 of 141

Inleiding93
16BACK .................................... 95
Menu: een niveau terug ........95
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 95
17 MP3: mapniveau hoger .......114
18 TONE .................................... 99
Geluidsinstellingen ................99
19 PHONE ............................... 126
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 132
Mute activeren ......................94
20 AUX ..................................... 117
Van audiobron veranderen . 117Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 126
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 132
of actieve
spraakherkenning ...............120
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ..............132
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 120
2SRC (bron) ............................ 94
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 94
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 103
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 114
Bij actieve telefoonportal
en geopende gesprekslijst
(zie pos. 1): omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst te selecteren ....................... 132
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....132
3 Volume verhogen ..................94 
Page 95 of 141

Inleiding95
Mute
Druk op de  PHONE-toets (wanneer
de telefoonportal beschikbaar is: en‐ kele seconden indrukken) om het ge‐
luid van audiobronnen te
onderdrukken.
Om de onderdrukking van het geluid
opnieuw te annuleren: draai aan de
X -knop of druk opnieuw op de
PHONE -toets (indien telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Het volume wordt zo nodig au‐
tomatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op de  RADIO-knop om het
hoofdmenu van de radio te openen of
te wisselen tussen de verschillende
frequentiebereiken.Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties  3 103.
Audiospelers
Druk op de toets  CD / AUX  /
CD/AUX  om naar de menu's CD,
USB, iPod of AUX  te gaan of om tus‐
sen deze menu's over te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties
te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ■ CD-spelerfuncties  3 114
■ AUX-ingangsfuncties  3 117
■ USB-poortfuncties  3 118
Telefoon
Druk op de  PHONE-toets om het te‐
lefoonmenu op te roepen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met opties voor het in‐ voeren of selecteren van telefoon‐
nummers te openen.Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het mobieletelefoonpor‐
taal  3 126.
Basisbediening
Multifunctionele toets De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Draai aan de multifunctionele knop:
■ CD 400/CD 400plus: een menu‐ optie markeren
■ CD 300: een menuoptie weergeven
■ een numerieke waarde instellen.
Druk op de multifunctionele knop: ■ CD 400/CD 400plus: gemarkeerde optie selecteren of activeren
■ CD 300: om de getoonde optie te selecteren of te activeren
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen. 
Page 99 of 141

Inleiding99
Een functie in- of uitschakelen
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling  Aan of Uit te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde instelling te bevesti‐
gen.
Een tekenreeks invoeren
Druk op de multifunctionele knop om
het desbetreffende instellingenmenu
te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om het teken op de actuele cursorpo‐ sitie te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om
het getoonde teken te bevestigen.
Het laatste teken in de reeks kan met
behulp van de  BACK-toets worden
gewist.
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler de geluidska‐
rakteristieken instellen.
Druk op de  TONE-toets om het ge‐
luidsmenu te openen. 
Page 101 of 141

Inleiding101
Het geluid voor een muziekstijloptimaliseren
Selecteer  EQ: (Equalizer).
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeurinstellingen voor de
lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Volume-instellingen
Maximaal startvolume
Druk op de  CONFIG-toets om het
systeeminstellingenmenu te openen.
CD 400/CD 400plus: selecteer  Radio-
instellingen  en vervolgens  Maximaal
startvolume .
CD 300: selecteer  Audio-instellingen
en vervolgens  Startvolume.
Stel de gewenste waarde in.
Snelheidsafhankelijke
volumereg.
Druk op de  CONFIG-toets om het
systeeminstellingenmenu te openen.
CD 400/CD 400plus: selecteer  Radio-
instellingen  en vervolgens  Autom.
volumeregeling .
CD 300: selecteer  Audio-instellingen
en vervolgens  Autom.
volumeregeling .
Voor snelheid gecompenseerd vo‐
lume kan worden uitgeschakeld c.q.
de mate van volumeaanpassing kan
worden geselecteerd in het getoonde
menu. 
Page 102 of 141

102Inleiding
Selecteer de gewenste optie.Volume voor verkeersberichten
(TA)
Het volume van verkeersberichten
kan proportioneel ten opzichte van
het normale audiovolume worden
verhoogd of verlaagd.
Druk op de  CONFIG
-toets om het
systeeminstellingenmenu te openen.
CD 400/CD 400plus: selecteer  Radio-
instellingen , RDS-opties  en TA-
volume .
CD 300: selecteer  Audio-instellingen,
RDS-opties  en TA-volume .
Stel de gewenste waarde voor volu‐
meverhoging of -verlaging in.
Personaliseren (alleen bij CD 400plus)
Verschillende systeeminstellingen
van het infotainmentsysteem kunnen
afzonderlijk in het geheugen worden
opgeslagen voor elke voertuigsleutel
(bestuurder) van de auto.
Opgeslagen instellingen Door de voertuigsleutel uit het con‐
tactslot te nemen, worden de vol‐
gende instellingen automatisch opge‐
slagen voor de gebruikte sleutel:
■ laatste volume-instellingen: een vo‐
lumeniveau voor alle geluidsbron‐
nen (radio, cd-speler, AUX, USB)
die niet gekoppeld zijn aan de tele‐
foon en een voor het telefoongeluid
■ alle voorkeuze-instellingen van ra‐ diozenders■ alle tooninstellingen: elk van dezeinstellingen wordt afzonderlijk op‐
geslagen voor elk van de volgende geluidsbronnen: AM, FM, DAB,
cd-speler, AUX, USB
■ laatste actieve geluidsbron
■ laatste actieve radiozender (afzon‐ derlijk voor elk frequentiebereik)
■ laatste actieve weergavemodus
■ laatste positie in Audio/MP3-CD in‐
clusief tracknummer en map
■ toestand van de instelling nummers
shuffelen (cd-speler)
■ toestand van de TP-instelling (Traf‐
fic Programme)
■ cursorpositie voor elk menu in het display
Persoonlijke voorkeuren
uit-/inschakelen Druk op de  CONFIG-toets om het
systeeminstellingenmenu te openen.
Selecteer  Auto-instellingen  en vervol‐
gens  Comfortinstellingen .
Zet  Pers. inst. voor bestuurder  op
Aan  of Uit. 
Page 103 of 141

Radio103RadioGebruik...................................... 103
Zender zoeken ........................... 103
Autostore-lijsten .........................104
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's ............105
Radio Data System (RDS) .........108
Digital Audio Broadcasting ........110Gebruik
Bedieningsknoppen
De belangrijkste knoppen voor het
bedienen van de radio zijn:
■ RADIO : radio activeren
■ s  u : zender zoeken
■ AS : autostorelijsten
■ FAV : favorietenlijst
■ 1...6 : voorkeuzeknoppen
■ TP : radioverkeerinformatieservice
3  108
Radio activeren
Druk op de  RADIO-toets om het ra‐
diohoofdmenu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecteren Druk een of meerdere malen op de
RADIO -toets om het gewenste fre‐
quentiebereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van dat frequentiebereik wordt
weergegeven.Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op toets  s of u  om de
volgende zender in het zendergeheu‐ gen weer te geven.
Handmatig zender zoeken Druk enkele seconden op toets  s
of  u  om het zoeken naar de vol‐
gende te ontvangen zender in het ac‐ tuele frequentiebereik te starten.
Wanneer de gewenste frequentie is
bereikt, wordt de zender automatisch
weergegeven.
Let op
Handmatig zender zoeken: Als de
radio geen station vindt, schakelt hij
automatisch naar een gevoeliger
zoekniveau. Als er dan nog geen
station wordt gevonden, zal de laatst actieve frequentie weer worden ge‐
kozen.
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er al‐
leen naar RDS-zenders  3 108 ge‐
zocht en als verkeersinformatie TP 
Page 109 of 141

Radio109
CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens  RDS-opties.
TA-volume
Het volume van verkeersberichten
(TA) kan vooraf worden ingesteld
3  101.
In- en uitschakelen van RDS
Zet optie  RDS op Aan  of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐ schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Verkeersmelding (TA)
Om de TA-functie permanent in of uit
te schakelen:
Zet optie  Verkeersmelding (TA)  op
Aan  of Uit.
Regionalisatie in- en uitschakelen
(RDS moet voor regionalisatie zijn in‐ geschakeld)
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.
Zet optie  Regionaal (REG)  op Aan  of
Uit .
Als regionalisatie is ingeschakeld,
worden er uitsluitend alternatieve fre‐
quenties (AF) met dezelfde regionale
programma's geselecteerd.
Als regionalisatie is uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties van
de desbetreffende zenders geselec‐
teerd onafhankelijk van regionale pro‐ gramma's.RDS-scrolltekst
Sommige RDS-zenders verbergen
de naam van het actuele programma
om aanvullende informatie te kunnen
tonen.
Voorkomen dat aanvullende informa‐ tie wordt weergegeven:
Zet RDS- Geen rollende displaytekst
op  Aan .
Radio-tekst:
Als RDS is ingeschakeld en er een
RDS-zender wordt weergegeven,
verschijnt er onder de programma‐
naam informatie over het actuele pro‐ gramma en over de actuele muziek‐
track.
Om de informatie te tonen of te ver‐
bergen:
Zet optie  Radio-tekst:  op Aan  of Uit.
Radioverkeerinformatieservice
(TP = Traffic Programme)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die ver‐ keerinformatie uitzenden. 
Page 110 of 141

110Radio
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen
Om de stand-by verkeersberichten‐
functie van het Infotainmentsysteem in- en uit te schakelen:
Druk op de  TP-toets.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, verschijnt  [ ] in het radiohoofd‐
menu.
■ Er worden alleen verkeersinforma‐ tiezenders weergegeven.
■ Als de actuele zender geen ver‐ keersinformatiezender is, wordt er
automatisch naar de volgende ver‐
keersinformatiezender gezocht.
■ Wanneer een verkeersinformatie‐ zender is gevonden, wordt  [TP] in
het hoofdmenu van de radio weer‐
gegeven.
■ Verkeersberichten worden op het van tevoren ingestelde TA-volume3  101 weergegeven.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt de cd-/mp3-weergave
voor de duur van het verkeersbe‐
richt onderbroken.Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel verkeersinformatie in en
draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag.
Blokkeren van verkeersberichten
Om verkeersberichten te blokkeren,
bijv. tijdens afspelen van CD/MP3:
Druk op de knop  TP of de multifunc‐
tionele knop om het annuleringsbe‐
richt op de display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt afgebro‐
ken, maar de radioverkeerinformatie‐
service blijft ingeschakeld.
EON (Enhanced Other Networks) Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender waar‐
naar u luistert zelf geen verkeersin‐
formatie uitzendt. Als een dergelijke
zender is ingeschakeld, wordt net als bij verkeersinformatiezenders  TP op
het display in zwart weergegeven.Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene aanwijzingen
■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma's (diensten) op dezelfdefrequentie worden uitgezonden(ensemble).