OPEL ASTRA J 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: ASTRA J, Model: OPEL ASTRA J 2016.5Pages: 185, PDF Size: 2.83 MB
Page 91 of 185

Inleiding91CD 300
Page 92 of 185

92Inleiding1 RADIO................................. 102
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...102
2 CD ....................................... 116
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 116
3 Achteruit zoeken .................102
Radio: achteruit zoeken ......102
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............113
4 Radiozendertoetsen 1...6 ....103
Lang drukken: station
opslaan ............................... 103
Kort drukken: station
selecteren ........................... 103
5 m........................................... 94
Indrukken: het infotain‐
mentsysteem in-/
uitschakelen .......................... 94
Draaien: volume
aanpassen ............................ 946Vooruit zoeken ....................102
Radio: vooruit zoeken .........102
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................113
7 AS 1/2 ................................. 103
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............103
Kort indrukken: autostore-
lijst selecteren .....................103
Lang indrukken: zenders
automatisch opslaan ...........103
8 FAV 1/2/3 ............................ 104
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ............104
9 TP ....................................... 107
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............107
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 107
10 Cd uitwerpen ....................... 11311 CONFIG.............................. 101
Instellingenmenu openen ....101
12 MP3: mapniveau lager ........113
13 INFO ..................................... 88
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................. 102
Cd/mp3/wma: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 113
14 Multifunctionele toets ............95
Draaien: menu-opties
markeren of numerieke
waarden instellen .................95
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/inschakelen;
ingestelde waarde
bevestigen; functie uit-/
inschakelen ........................... 95
15 Cd-sleuf ............................... 113
Page 93 of 185

Inleiding9316 BACK.................................... 95
Menu: een niveau terug ........95
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 95
17 MP3: mapniveau hoger .......113
18 TONE .................................... 99
Geluidsinstellingen ................99
19 PHONE ............................... 125
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 131
Mute activeren ......................94
20 AUX ..................................... 116
Van audiobron veranderen . 116Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 125
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 131
of actieve
spraakherkenning ...............119
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ..............131
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 119
2 SRC (bron)............................ 94
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 94
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 102
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 113
Bij actieve telefoonportal
en geopende gesprekslijst
(zie pos. 1): omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst te selecteren ....................... 131
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....131
Page 94 of 185

94Inleiding3w
Volume verhogen ..................94
4 ─
Volume verlagen ...................94
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........131
of gesprekslijst sluiten .........131
of mute in-/uitschakelen ........94
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 119Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
multifunctieknoppen en op het display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 88
● bedieningsknoppen op het stuur 3 88
● het spraakherkenningssysteem 3 119
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen is de laatst geselecteerde Info‐
tainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met X terwijl het contact is
uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai X. De actuele instelling ver‐
schijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐ volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
● het maximale inschakelvolume 3 101
● het volume van verkeersberich‐ ten 3 101
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Is de automatische volumeregeling
geactiveerd 3 101 wordt het volume
tijdens het rijden automatisch aange‐
past voor het compenseren van weg- en windgeluiden.
Mute
Druk op PHONE (wanneer de tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐ conden indrukken) om het geluid van
audiobronnen te onderdrukken.
Page 95 of 185

Inleiding95Om de onderdrukking van het geluid
weer te annuleren: draai aan X of
druk opnieuw op PHONE (indien te‐
lefoonportaal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Het volume wordt zo nodig au‐
tomatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen
de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 102.
Audiospelers
Druk op CD of AUX om naar de me‐
nu's CD, USB, iPod of AUX te gaan of om tussen deze menu's te schakelen.Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties
te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ● CD-spelerfuncties 3 113
● AUX-ingangsfuncties 3 116
● USB-poortfuncties 3 117
Telefoon
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu te openen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met opties voor het in‐ voeren of selecteren van telefoon‐
nummers te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het mobieletelefoonpor‐
taal 3 125.
Basisbediening
Multifunctionele toets De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.Draai aan de multifunctionele knop:
● CD 400: een menuoptie marke‐ ren
● CD 300: een menuoptie weerge‐ ven
● een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ● CD 400: de gemarkeerde optie selecteren of inschakelen
● CD 300: om de getoonde optie te
selecteren of te activeren
● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uit‐ schakelen
BACK-toets Druk kort op BACK:
● om een menu te verlaten
● om van een submenu naar het volgende, hogere menuniveau tegaan
● om het laatste teken van een te‐ kenreeks te wissen
Houd BACK enkele seconden inge‐
drukt om de hele invoer te wissen.
Page 96 of 185

96InleidingVoorbeelden van de
menubediening
CD 400Een optie selecteren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te ver‐ plaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde optie te selecteren.
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het menu geeft aan dat na er na het se‐
lecteren van die optie een submenu met verdere opties verschijnt.Een instelling activeren
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te activeren.
Een waarde instellen
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐
ling te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om de ingestelde waarde te bevestigen.
Page 97 of 185

Inleiding97Een functie in- of uitschakelen
Draai aan de multifunctionele knop
om de functie die u in of uit wilt scha‐
kelen te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om
tussen de instellingen Aan en Uit te
wisselen.
Een tekenreeks invoeren
Voor het invoeren van tekenreeksen,
zoals telefoonnummers:
Draai aan de multifunctionele knop
om het gewenste teken te selecteren.
Druk op de multifunctionele knop om
het geselecteerde teken te bevesti‐
gen.
Om het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen drukt u op BACK.
CD 300Menuelementen en symbolen
Het pijltje omhoog en omlaag 1 geven
aan: het bovenste menuniveau is ac‐ tief. Verdere opties zijn beschikbaar
in het actieve menu.
Draai aan de multifunctionele knop
om de andere opties in het actieve
menu weer te geven.
Het gebogen pijltje 2 geeft aan: er is
een submenu met verdere opties be‐
schikbaar.
Druk op de multifunctionele knop om
de weergegeven optie te selecteren
en het bijbehorende submenu te ope‐
nen.
Page 98 of 185

98InleidingHet pijltje naar rechts 3 geeft aan: het
eerste submenuniveau is actief (twee
pijltjes = het tweede submenu is ac‐
tief).
Het pijltje omhoog 4 geeft aan: ver‐
dere opties zijn beschikbaar in het ac‐ tieve submenu.Een instelling activeren
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling weer te ge‐
ven.
Druk op de multifunctionele knop om
de instelling te activeren.
Een waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐
ling te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om
de ingestelde waarde te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling Aan of Uit te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde instelling te bevesti‐
gen.
Page 99 of 185

Inleiding99Een tekenreeks invoeren
Druk op de multifunctionele knop om
het desbetreffende instellingenmenu
te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om het teken op de actuele cursorpo‐ sitie te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om
het getoonde teken te bevestigen.
Om het laatste teken van een teken‐
reeks te wissen drukt u op BACK.
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler de geluidska‐
rakteristieken instellen.
Druk op TONE om het geluidsmenu
te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Selecteer Bas:, Midrange: of Treble: .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Page 100 of 185

100InleidingVolumeverdeling voor - achter
instellen
Selecteer Fader:.
Stel de gewenste waarde in.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer Balans:.
Stel de gewenste waarde in.
Eén instelling op "0" zetten Selecteer de gewenste optie en houd
de multifunctionele knop enkele se‐
conden ingedrukt.
Alle instellingen op "0" of "Off"
zetten
Houd TONE enkele seconden inge‐
drukt.
Het geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Selecteer EQ: (Equalizer).
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeurinstellingen voor de
lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.