air condition OPEL ASTRA K 2018.75 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.75, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2018.75Pages: 333, PDF Size: 9.56 MB
Page 17 of 333
Kort en bondig15KlimaatregelingVerwarmbare achterruit
Ü indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels
Met Ü schakelt u ook de verwarm‐
bare buitenspiegels in.
Verwarmbare buitenspiegels 3 41.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
●
Druk op V: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Verwarmings- en ventilatiesysteem
3 154.
Airconditioning 3 155.
Page 156 of 333
154KlimaatregelingKlimaatregelingKlimaatregelsystemen...............154
Verwarmings- en ventilatiesysteem ....................154
Airconditioning ......................... 155
Elektronisch klimaatregelsysteem ............... 157
Hulpverwarming ......................162
Luchtroosters ............................. 162
Verstelbare luchtroosters ........162
Vaste luchtroosters ..................163
Onderhoud ................................. 163
Luchtinlaat ............................... 163
Pollenfilter ................................ 163
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 164
Service .................................... 164Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor: ● temperatuur
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien V
Achterruitverwarming Ü 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 41.
Verwarmde stoelen ß 3 56.
Verwarmd stuurwiel * 3 96.
Temperatuurrood bereik:warmblauw bereik:koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
l:naar de voorruit en de voorste
zijruitenM:naar hoofdhoogte via de verstel‐ bare luchtroostersK:naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Ventilatorsnelheid Ventilatorsnelheid instellen door de
ventilatorknop in de gewenste stand
te zetten.
Page 157 of 333
Klimaatregeling155Ontwasemen en ontdooien
●Druk op V: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Airconditioning
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien V
A/C:koeling4:luchtrecirculatieÜ:achterruitverwarming
Achterruitverwarming Ü 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 41.
Verwarmde stoelen ß 3 56.
Geventileerde stoelen A 3 56.
Verwarmd stuurwiel A 3 96.
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De LED in de knop brandt
om activering aan te geven. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde aanjager van de
klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) de lucht wanneer de
buitentemperatuur iets boven het
vriespunt ligt. Er kan zich dan
condens vormen en onder de auto op
de grond druppelen.
Page 163 of 333
Klimaatregeling161l:naar de voorruit en de voorpor‐
tierruiten (de airco werkt op de
achtergrond om te voorkomen
dat de ruiten beslaan)M:naar hoofdhoogte via de verstel‐
bare luchtroostersK:naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Automatische modus opnieuw
inschakelen: AUTO indrukken.
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De LED in de knop brandt
om activering aan te geven. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde aanjager van de
klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
Het airconditioningssysteem koelt en
ontvochtigt (droogt) de lucht vanaf
een bepaalde buitentemperatuur. Er
kan zich dan condens vormen en
onder de auto op de grond druppelen.
Als geen koeling of droging gewenst
is, moet u omwille van het brandstof‐
verbruik de koeling uitschakelen.
Wanneer het koelsysteem wordt
uitgeschakeld, vereist de klimaatre‐
geling niet dat de motor wordt herstart
tijdens een Autostop. Uitzondering:
ruitontdooiing werkt en buitentempe‐
ratuur boven 0 °C vraagt om opnieuw starten.
Stop/Start-systeem 3 171.
Op het display verschijnt A/C ON
wanneer de koeling aanstaat of A/C
OFF wanneer de koeling uitstaat.Handmatig bediende
luchtrecirculatie 4
Luchtrecirculatiemodus met 4
inschakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
Recirculatiemodus uitschakelen door
weer op 4 te drukken.
9Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten van
binnenuit kunnen aandampen. De
Page 166 of 333
164KlimaatregelingAirconditioning regelmatigaanzetten
Om te zorgen dat het systeem goed
blijft werken, moet de koeling
eenmaal per maand, ongeacht de
weersgesteldheid of het seizoen,
enkele minuten worden ingescha‐
keld. Bij te lage buitentemperaturen
kan de koeling niet worden ingescha‐ keld.
Service Om de koeling optimaal te laten
werken, is het raadzaam het klimaat‐
regelsysteem jaarlijks te laten contro‐ leren, te beginnen drie jaar na afleve‐
ring van de nieuwe auto, te weten:
● functie- en druktest
● werking van de verwarming
● lektest
● controle van de aandrijfriemen ● afvoer van condensor en verdamper reinigen
● prestatietest
Page 176 of 333
174Rijden en bedieningAuto's met een automatische versnel‐
lingsbak of geautomatiseerde
versnellingsbak:
Laat het rempedaal los of verzet de
keuzehendel van D naar N of P om de
motor opnieuw te starten.
Herstarten van de motor door het
Stop/Start-systeem
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak waarbij een conven‐
tionele Autostop is geactiveerd, moet
de versnellingshendel in de vrij staan
om een automatische herstart moge‐
lijk te maken.
Een handgeschakelde auto in een
vroege Autostop kan automatische
herstarten wanneer deze niet in de
neutraalstand staat op het moment
dat u op het rem- en op het koppe‐
lingspedaal trapt.
Bij auto's met een automatische
versnellingsbak of een geautomati‐
seerde versnellingsbak, moet de
keuzehendel in D staan om een auto‐
matische herstart mogelijk te maken.De motor wordt automatisch opnieuw gestart door het Stop/Start-systeem
als tijdens een Autostop sprake is van een van de volgende situaties:
● Het Stop/Start-systeem is hand‐ matig uitgeschakeld.
● De motorkap is open.
● De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en/ofhet bestuurdersportier is
geopend.
● De motortemperatuur is te laag. ● Het oplaadniveau van de accu ligt onder een bepaald niveau.
● Het remvacuüm is onvoldoende.
● De auto rijdt minstens stapvoets.
● De klimaatregeling vereist het starten van de motor.
● De gewenste interieurtempera‐ tuur komt niet overeen met de
werkelijke temperatuur.
● De airconditioning wordt hand‐ matig ingeschakeld.
Als de motorkap niet volledig dicht‐
staat, verschijnt een waarschuwings‐
bericht op het Driver Information
Centre.Als een elektrisch accessoire, zoals
een draagbare cd-speler, op de elek‐ trische aansluiting is aangesloten,
merkt u mogelijk een korte span‐
ningsdaling tijdens het herstarten.
Let op
Als een aanhanger of fietsendrager
is aangekoppeld, zijn vroege Auto‐
stop en late herstart gedeactiveerd.
Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Trek altijd de handrem aan. Trek de handrem aan zonder
op de ontgrendelingsknop te
drukken. Op een aflopende of
oplopende helling zo stevig
mogelijk. Trap tegelijkertijd het rempedaal in om minder kracht
nodig te hebben.
Page 308 of 333
306Technische gegevensVoertuiggewicht
Rijklaar gewicht, basisuitvoering zonder enige opties5-deurs hatchbackMotorHandgeschakelde
versnellingsbakGeautomatiseerde versnellingsbakAutomatische
versnellingsbakzonder/met
airconditioning
[kg]B10XFL / D10XFL1263/12731263/1273–B14XE1234/1244––B14XFL1268/1278––B14XFT1268/1278–1298/1308D14XNT
CNG1364/1383––D16SHT1350/1369–1378/1397B16DTC1335/1345––B16DTE / D16DTE1350/1360––B16DTU1335/1345––D16DTN1364/1383––D16DTI / D16DTL– 9)–9)– 9)B16DTH / D16DTH1378/1397–1393/1412B16DTR1396/1406––9)
Waarde niet bekend ten tijde van publicatie.
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
Page 309 of 333
Technische gegevens307Beladingsinformatie 3 92.
Rijklaar gewicht, basisuitvoering zonder enige optiesSports TourerMotorHandgeschakelde
versnellingsbakGeautomatiseerde
versnellingsbakAutomatische versnel‐
lingsbakmet/zonder airconditioning
[kg]B10XFL / D10XFL1278/12881278/1288–B14XE1263/1273––B14XFL1312/1322––B14XFT1312/1322–1340/1350D14XNT
CNG1425/1443––D16SHT1393/1411–1425/1443B16DTC1378/1388––B16DTE1393/1403––B16DTU1393/1403––D16DTI / D16DTL– 10)–9)–9)B16DTH1393/1403–1415/1425B16DTR1425/1435––9)
Waarde niet bekend ten tijde van publicatie.
10) Waarde niet bekend ten tijde van publicatie.
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
Beladingsinformatie 3 92.
Page 325 of 333
Klantinformatie323servicenetwerk (bijv. garages, fabri‐
kanten) of derde partijen (bijv. pech‐
hulpverleners) kunnen de gegevens
uitlezen aan de auto. Tot dergelijke
services worden gerekend reparatie‐
werkzaamheden, onderhoudsproce‐
dures, garantieafwikkeling en kwali‐
teitsborgingsmaatregelen.
Gegevens worden doorgaans uitge‐
lezen in de auto via de OBD-aanslui‐
ting (On-Board Diagnostics) zoals
wettelijk voorgeschreven. De uitgele‐
zen bedieningsgegevens documen‐
teren de technische conditie van de
auto of afzonderlijke componenten en
helpen om storingen op te sporen, te
voldoen aan garantievoorwaarden en
de kwaliteit te verhogen. Deze gege‐
vens, in het bijzonder informatie over
de belasting van componenten, tech‐ nische gebeurtenissen, bedienings‐fouten en andere storingen, worden
samen met het chassisnummer door‐ gegeven aan de fabrikant, als dat
nodig mocht zijn. De fabrikant is
tevens onderworpen aan produc‐
taansprakelijkheid. De fabrikant heeft
mogelijk ook bedieningsgegevens
van auto's nodig voor terugroepac‐
ties.Foutcodegeheugens in de auto zijn te
resetten door een servicebedrijf in het
kader van onderhoud of reparatie.
Comfort- en Infotainmentfuncties Comfortinstellingen en persoonlijke
instellingen zijn in de auto op te slaan
en op ieder gewenst moment te wijzi‐ gen.
Afhankelijk van het desbetreffende
uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● instellingen voor de positie van stoelen en stuurwiel,
● instelling van het chassis en de airconditioning,
● persoonlijke instellingen zoals die voor de binnenverlichting.
U kunt uw eigen gegevens invoeren
in de Infotainmentfuncties van uw
auto bij het gebruik van bepaalde
functies.Afhankelijk van het desbetreffende
uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● multimediagegevens zoals weer te geven tracks, video's of foto's
in een geïntegreerde multimedia‐
systeem;
● adressenboekgegevens voor gebruik in combinatie met een
handsfree-systeem of een geïn‐
tegreerd navigatiesysteem;
● ingevoerde bestemmingen;
● gegevens over het gebruik van online-services.
Deze gegevens voor comfort- en Info‐ tainmentfuncties worden mogelijk
lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt
aangesloten op de auto (bijv. een smartphone, USB-stick of mp3-
speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.
Deze gegevens zijn alleen op uw
verzoek door te geven tot buiten het
bereik van de auto, in het bijzonder bij
Page 328 of 333
326TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 167
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............294, 299
Aanduidingen op banden ..........270
Aanhangerstabilisatie ................241
Aanhanger trekken ....................237
Aardgas .............................. 110, 233
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 243
Accu ........................................... 248
Achterlichten .............................. 253
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................223
Achteruitrijlichten .......................150
Actieve noodrem......................... 210
Adaptieve cruise control .....119, 198
AdBlue ................................ 118, 178
Afmetingen auto ........................308
Afslagverlichting ......................... 144
Afstand tot voorligger .................116
Airbag deactiveren ....................... 66 Airbag-deactivering .................... 115
Airbag en gordelspanners .........114
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 155
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 164
Alarmknipperlichten ...................148Algemene informatie .................. 236
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 166
Andere auto slepen ...................289
Antiblokkeersysteem .................189
Antiblokkeersysteem (ABS) .......116
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 104
Autogegevens ............................ 299
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 143
Automatische versnellingsbak ...181
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 288
Auto stallen ................................. 243
Autostop ..................................... 171
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................277
Bandenspanning .......................270
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 118, 272
Bandenspanningswaarden ........310
Batterijspanning .........................130
Bedieningsorganen ......................95
Bekerhouders .............................. 74