alarm OPEL ASTRA K 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2018Pages: 327, PDF Size: 9.29 MB
Page 13 of 327

Kort en bondig111Elektrisch bediende ruiten ....42
2 Buitenspiegels ......................40
3 Centrale vergrendeling .........24
4 Zijdelingse luchtroosters .....161
5 Cruise control .....................191
Snelheidsbegrenzer ............193
Adaptieve cruise control .....194
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 202
6 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dim-/
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 148
Omgevingsverlichting ......... 151
Parkeerlichten .....................149
Knoppen voor Driver
Information Center ..............120
7 Instrumenten ...................... 108
Bestuurdersinformatie‐
centrum ............................... 120
8 Knoppen voor Driver
Information Center ..............120
9 Waarschuwingslamp voor
frontaanrijding ....................20210Wis-/wasinstallatie
voorruit, wis-/
wasinstallatie achter ............. 96
11 Middelste luchtroosters ......161
12 Info-Display ........................ 126
13 Status-led alarmsysteem .....37
14 Alarmknipperlichten ...........147
15 Handschoenenkastje ...........74
16 CD-speler
17 Bedieningsorganen voor
Info-Display ......................... 126
18 Verwarming en ventilatie ....154
19 Zekeringenkast ..................260
Elektriciteitsstekker ............102
20 Traction Control-systeem ...188
Elektronische stabiliteits‐
regeling .............................. 189
SPORT-modus ................... 190
Parkeerhulp/
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 209
Lane Keep Assist ...............225
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 170Brandstofkeuzeschakelaar . 110
21 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................181
Automatische
versnellingsbak ..................177
Geautomatiseerde
versnellingsbak ...................181
22 Elektrische aansluiting ........101
23 Handrem ............................. 185
24 Aan/Uit-knop ....................... 166
25 Contactslot .......................... 165
26 Stuurwielverstelling ..............95
27 Claxon .................................. 96
28 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 240
29 Opbergvak ............................ 75
30 Lichtschakelaar ..................141
Koplampverstelling ............143
Mistlampen/
mistachterlichten ................148
Instrumentenverlichting ......149
Page 15 of 327

Kort en bondig13Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 147.
Claxon
j indrukken.
Wis-/wasinstallatie
VoorruitwissersHI:snelLO:langzaamINT:intervalwissen
of
automatische wisfunctie met
regensensorOFF:uit
Hendel omlaag in stand 1x duwen om
de ruitenwissers één slag te laten
maken wanneer de wisser uitgescha‐
keld is.
Voorruitwissers 3 96.
Page 21 of 327

Kort en bondig19Bij auto's met automatische
versnellingsbak kan de sleutel
alleen worden verwijderd met de keuzehendel in stand P.
Voor auto's met geautomati‐
seerde versnellingsbak kan de
sleutel alleen uit het contactslot worden verwijderd wanneer dehandrem is aangetrokken.
● Vergrendel de auto met e op de
handzender.
Activeer het alarmsysteem
3 37.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 240.
Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐
toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
30 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te
beschermen.
Sleutels, sloten 3 20, auto een
langere tijd stilzetten 3 239.
Page 22 of 327

20Sleutels, portieren en ruitenSleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten ............................ 20
Sleutels ...................................... 20
Handzender ............................... 21
Elektronisch sleutelsysteem ......22
Opgeslagen instellingen ............24
Centrale vergrendeling ..............24
Automatisch vergrendelen .........29
Kindersloten .............................. 30
Portieren ...................................... 31
Bagageruimte ............................ 31
Antidiefstalbeveiliging ..................36
Vergrendelingssysteem .............36
Diefstalalarmsysteem ................37
Startbeveiliging .......................... 39
Buitenspiegels ............................. 40
Bolle vorm ................................. 40
Elektrische verstelling ................40
Inklapbare spiegels ...................40
Verwarmde spiegels ..................41
Binnenspiegel .............................. 41
Handmatige dimfunctie ..............41
Automatische dimfunctie ...........42Ruiten.......................................... 42
Voorruit ...................................... 42
Handbediende ruiten .................42
Elektrisch bediende ruiten .........42
Achterruitverwarming ................44
Zonnekleppen ............................ 44
Dak .............................................. 45
Zonnedak .................................. 45Sleutels, sloten
SleutelsVoorzichtig
Bevestig geen zware of massieve
voorwerpen aan de contactsleutel.
Reservesleutels
Het sleutelnummer staat vermeld op
een verwijderbaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startbeveiliging.
Sloten 3 285, Centrale vergrendeling
3 24, Motor starten 3 168.
Handzender 3 21.
Elektronische sleutel 3 22.
Het codenummer van de adapter voor de wielborgmoeren vindt u op
een kaart. Vermeld het wanneer u
een nieuwe adapter bestelt.
Wiel verwisselen 3 276.
Page 23 of 327

Sleutels, portieren en ruiten21Sleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen knop indrukken.
Om in te klappen eerst knop indruk‐
ken.
Handzender
Voor het bedienen van de volgende
functies via de toetsen op de
afstandsbediening:
● centrale vergrendeling 3 24
● vergrendelingssysteem 3 36
● diefstalalarmsysteem 3 37
● elektrisch bediende ruiten 3 42
● zonnedak 3 45
De afstandsbediening heeft een
bereik van maximaal 100 meter, maar dat kan veel meer zijn door invloeden
van buitenaf. Brandende alarmknip‐
perlichten dienen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Batterij in handzender vervangen Zodra de reikwijdte afneemt, de
batterij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Page 27 of 327

Sleutels, portieren en ruiten25Werking van afstandsbedieningOntgrendelen
c indrukken.
De ontgrendelmodus kan in het menu
Persoonlijke instellingen in het Info-
Display worden ingesteld. U kunt
twee instellingen selecteren:
● Alle portieren, de bagageruimte en de tankklep worden met één
druk op c ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier, de
bagageruimte en de tankklep
worden met één druk op c
ontgrendeld. Om alle portieren te
ontgrendelen, drukt u tweemaal
op c.
Selecteer de betreffende instelling in
Instellingen , I Voertuig op het Info-
Display.
Info-Display 3 126.
Persoonlijke instellingen 3 130.
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte afstandsbediening. Opge‐
slagen instellingen 3 24.
Ontgrendelen en openen van de
achterklep 3 31.
Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankklep
sluiten.
e indrukken.
Bij een niet goed gesloten bestuur‐
dersportier werkt de centrale vergren‐ deling niet.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐ knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 130 is geactiveerd.
Page 29 of 327

Sleutels, portieren en ruiten27Het systeem vergrendelt als een van
de volgende dingen gebeurt:
● Het ontgrendelen vond meer dan
vijf seconden geleden plaats.
● De knop op een buitenkruk is tweemaal ingedrukt binnen
vijf seconden om de auto te
ontgrendelen.
● Er is een portier geopend en alle portieren zijn nu gesloten.
Als het bestuurdersportier niet goed
gesloten is, de elektronische sleutel
in de auto blijft of het contact niet uit
is, is vergrendeling niet toegestaan.
Als er twee of meer elektronische
sleutels in de auto's zijn geweest en
het contact één keer aan was, worden de portieren vergrendeld, zelfs als er
maar één elektronische sleutel uit de
auto wordt genomen.
Ontgrendelen en openen van de
achterklep
U kunt de achterklep handsfree
ontgrendelen en openen door uw
voet onder de achterbumper te bewe‐ gen of door op de tiptoets onder het
merkembleem te drukken wanneerde elektronische sleutel in de buurt is.
De portieren blijven vergrendeld.
Achterklep 3 31.
Bediening met toetsen op de
elektronische sleutel
De centrale vergrendeling kan ook
worden bediend met de toetsen op de
elektronische sleutel.
Druk op c om te ontgrendelen.
Druk op e om te vergrendelen.
Druk tweemaal op X om alleen de
elektrische achterklep te ontgrende‐
len en te openen. Om onbedoeld
openen van de achterklep te voorko‐
men, moet X langer worden inge‐
drukt dan bij het vergrendelen of
ontgrendelen.
Werking van afstandsbediening 3 24.
Passief vergrendelen
Automatisch vergrendelen 3 29.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐ knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 130 is geactiveerd.
Centrale vergrendelingsknoppen
Vergrendel of ontgrendel alle portie‐
ren, de bagageruimte en de tankklep
vanuit het interieur met een schake‐
laar in het paneel van het bestuur‐
dersportier.
Page 39 of 327

Sleutels, portieren en ruiten37Inschakelen
Druk binnen vijf seconden tweemaal
op e van de handzender.
Diefstalalarmsysteem
Het alarmsysteem is gecombineerd
met het vergrendelingssysteem.
Het bewaakt: ● portieren, achterklep, motorkap
● interieur en aangrenzende baga‐
geruimte
● hellingshoek van de auto, zoals bij het wegslepen
● contact
Inschakelen
Alle portieren moeten gesloten zijn en de elektronische sleutel of het elek‐
tronische sleutelsysteem mag niet in
de auto blijven. Anders kan het
systeem niet worden geactiveerd.
● Handzender: werkt automatisch 30 seconden na het vergrende‐
len van de auto door één keer op
e te drukken.
● Elektronisch sleutelsysteem: werkt automatisch 30 seconden
na het vergrendelen van de auto
door op de knop op een buiten‐
kruk te drukken.● Handzender of elektronische
sleutel: rechtstreeks door e twee
keer binnen vijf seconden in te
drukken.
● Elektronisch sleutelsysteem met ingeschakelde passieve vergren‐
deling: werkt kort na passieve
vergrendeling.
Let op
Wijzigingen in het interieur, zoals het aanbrengen van stoelhoezen en het
openen van de ruiten of het zonne‐
dak, zijn mogelijk van invloed op de
interieurbewaking.
Page 40 of 327

38Sleutels, portieren en ruitenInschakelen zonder bewaking
passagiersruimte en hellingshoek auto
Schakel de bewaking van het interi‐
eur en de hellingshoek van de auto uit
als u huisdieren in de auto achterlaat, om te voorkomen dat hoge ultrasonetonen of bewegingen het alarm acti‐
veren. Schakel ze ook uit wanneer de
auto op een veerboot of een trein
staat.
1. Sluit de achterklep, de motorkap, de ruiten en het zonnedak.
2. Druk op o. De led in de knop
o brandt maximaal
tien minuten.
3. Portieren sluiten.
4. Diefstalalarmsysteem inschake‐ len.
Het statusbericht verschijnt op het
Driver Information Centre.
Status-led
De status-led is geïntegreerd in de
sensor boven op het instrumentenpa‐
neel.
Status tijdens de eerste
30 seconden na het activeren van het alarmsysteem:Led
aan:test, inschakelvertragingLed
knip‐
pert
snel:portieren, achterklep of
motorkap niet goed dicht,
eventuele systeemstoring
Status nadat systeem is geactiveerd:
Led knip‐
pert lang‐
zaam:systeem is geactiveerd
Bij storingen de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Uitschakelen
Handzender: Bij het ontgrendelen
van de auto door indrukken van c
wordt het diefstalalarmsysteem
gedeactiveerd.
Page 41 of 327

Sleutels, portieren en ruiten39
Elektronisch sleutelsysteem: Bij het
ontgrendelen van de auto met de
knop op één van de buitenkrukken
wordt het diefstalalarmsysteem
gedeactiveerd.
De elektronische sleutel moet zich
binnen een bereik van ongeveer één
meter van het betreffende portier
buiten de auto bevinden.
Het systeem wordt niet gedeactiveerd door het bestuurdersportier te
ontgrendelen met de sleutel of met de
centrale vergrendelingsknop in het
interieur.
Alarm
Bij het activeren klinkt de alarmclaxon
en gaan de alarmknipperlichten tege‐ lijkertijd knipperen. Het aantal en de
duur van de alarmsignalen zijn voor‐
geschreven door de wetgever.
Het diefstalalarmsysteem kan
worden gedeactiveerd door c in te
drukken, op de schakelaar op de portierhandgreep te drukken (met
elektronisch sleutelsysteem) of door
het contact in te schakelen.
Wanneer het alarm is afgegaan
zonder dat de bestuurder het heeft
uitgeschakeld, geven de alarmknip‐
perlichten dat aan. Ze lichten bij het
ontgrendelen van de auto met de
handzender driemaal kort achtereen
op. Bovendien verschijnt er na
inschakeling van het contact een
waarschuwingsbericht op het Driver
Information Center.
Boordinformatie 3 128.
Als de accu van de auto moet worden
ontkoppeld (bijv. voor onderhouds‐
werkzaamheden), moet de alarmsi‐
rene als volgt worden gedeactiveerd:schakel het contact in en uit en
ontkoppel de accu van de auto binnen 15 seconden.
Startbeveiliging Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en het controleert
of de auto met de gebruikte sleutel
mag worden gestart.
De startbeveiliging activeert zichzelf
automatisch nadat u de sleutel uit de
contactschakelaar hebt gehaald.
Knippert controlelamp d nadat het
contact is ingeschakeld, dan is er een
storing in het systeem: de auto kan
niet worden gestart. Contact uitscha‐
kelen en opnieuw proberen te starten.
Als de controlelamp d blijft knippe‐
ren, kunt u proberen om de motor met
de reservesleutel te starten en
daarna de hulp van een werkplaats
inroepen.
Let op
RFiD-tags (Radio Frequency Identi‐
fication) kunnen de werking van de
sleutel storen. Houd de tag bij het
starten uit de buurt van de sleutel.