gas type OPEL ASTRA K 2019.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019.5, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2019.5Pages: 327, PDF Size: 9.46 MB
Page 5 of 327
Inleiding3Uw autogegevens
Voer hier de gegevens van de auto in
zodat ze gemakkelijk te vinden zijn.
Raadpleeg de onderdelen "Service en onderhoud", "Technische gege‐
vens", het typeplaatje en de nationale
registratiedocumenten van de auto.
Inleiding
Uw auto is de intelligente combinatie
van vernieuwende techniek, overtui‐ gende veiligheid, milieuvriendelijk‐
heid en zuinigheid.
In deze gebruikershandleiding vindt u alle informatie die u nodig hebt om uw auto veilig en efficiënt te kunnen
bedienen.
Zorg ervoor dat uw passagiers ervan op de hoogte zijn dat onjuist gebruik
van de auto een ongeval tot gevolg
kan hebben en dat er risico bestaat
voor persoonlijk letsel.
Houd u altijd aan de specifieke wetge‐
ving van het land waarin u zich
bevindt. Deze wetgeving kan afwijken van de informatie in deze gebruikers‐
handleiding.Als u de beschrijving in deze handlei‐ ding negeert, kan dit van invloed zijn
op de garantie.
Wanneer wij u in deze gebruikers‐
handleiding adviseren de hulp van
een werkplaats in te roepen, raden wij
uw Opel Service Partner aan.
Voor het onderhoud van auto's op gas raden wij een erkend Opel-herstelbe‐ drijf aan.
Elke Opel Service Partner biedt u
eersteklas service tegen redelijke prij‐
zen. Ervaren, door Opel geschoolde
specialisten werken volgens speciale
richtlijnen van Opel.
Houd het informatiepakket voor de
gebruiker altijd onder handbereik in
de auto.
Gebruik van dezehandleiding
● Deze handleiding geeft een omschrijving van alle voor dit
model beschikbare opties en
functies. Mogelijk zijn bepaalde
omschrijvingen, waaronder die voor display- en menufuncties,niet op uw auto van toepassingwanneer er sprake is van eenmodelvariant, afwijkende
landenspecificaties of speciale
uitrustingen of accessoires.
● In het hoofdstuk "Kort en bondig"
krijgt u een beknopt overzicht.
● De inhoudsopgave aan het begin
van de handleiding en in de
afzonderlijke paragrafen geeft
aan waar u de informatie die u
zoekt, kunt vinden.
● Met behulp van het trefwoorden‐ register kunt u specifieke infor‐
matie zoeken.
● In deze gebruikershandleiding worden linksgestuurde auto's
getoond. De bediening van
rechtsgestuurde auto's is verge‐ lijkbaar.
● In de gebruikershandleiding wordt de motoraanduiding
gehanteerd. De bijbehorende
marktaanduiding en productie‐
code vindt u in de paragraaf
"Technische gegevens".
Page 110 of 327
108Instrumenten en bedieningsorganenToerenteller
Geeft het motortoerental aan.
In elke versnelling zo veel mogelijk met een laag toerental rijden.
Voorzichtig
Als de naald in het rode gebied
komt, betekent dit dat het maxi‐
maal toegestane toerental wordt
overschreden. Gevaar voor de
motor.
Brandstofmeter
Weergave van het brandstofpeil of de hoeveelheid gas (CNG) in de tank,
afhankelijk van de momenteel gese‐
lecteerde brandstof.
De pijl wijst naar de kant van de auto
waar de tankklep zit.
Bij Bi-Fuel-motoren geeft het Driver
Information Center het brandstofpeil
voor het niet geselecteerde brand‐ stoftype aan. De brandstofmeter
toont het brandstofpeil van het
gebruikte brandstoftype.
Controlelampje r brandt als het
brandstofpeil laag is.
Voor Bi-Fuel-motoren: In de benzine‐
modus brandt controlelampje r voor‐
dat de naald het rode gebied bereikt.
Tank onmiddellijk wanneer r knip‐
pert.
Brandstoftank nooit leegrijden.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
aangegeven tankinhoud.
Brandstofkeuzeschakelaar
Rijden op aardgas (CNG)
Page 111 of 327
Instrumenten en bedieningsorganen109Door X in te drukken kunt u wisselen
tussen het gebruik van benzine en
aardgas.
De led-status toont de huidige
werkingsmodus.Led uit:rijden op benzineLed aan:rijden op aardgasLed knip‐
pert gedu‐
rende
ongeveer
vijf
seconden:ander type brandstof is
geselecteerd maar
wisselen is niet moge‐
lijkLed
knippert:bezig met overgaan
naar ander type brand‐ stof, knipperen stopt
als dit voltooid is
Wisselen is niet mogelijk bij zware
belading (bijv. krachtig accelereren,
rijden met plankgas).
Als de keuzeschakelaar binnen korte
tijd meerdere keren wordt bediend,
treedt er een overschakelblokkering
in werking. De motor blijft rijden op de
eerder geselecteerde brandstof. De
blokkering is actief totdat de ontste‐ king wordt uitgeschakeld.
Bij rijden op benzine rekeningenhouden met een gering verlies van
vermogen en draaimoment. Daarom
rijstijl, bijv. bij inhaalmanoeuvres, en
zware belasting van de auto (bijv.
door een aanhanger) overeenkom‐
stig aanpassen.
De auto verbruikt benzine bij het star‐
ten van de motor en soms zelfs bij het rijden op aardgas. Het benzinever‐
bruik bij het rijden op aardgas kan
variëren met het rijgedrag (bijv. zware
belasting of trekken). Bij een laag
brandstofpeil wordt dit gemeld op het
display als herinnering om te tanken.
Let op
Zorg dat er altijd voldoende benzine in de tank zit.
Brandstof voor rijden op aardgas
3 228.Geforceerd wisselen van
brandstoftypeAardgastank is bijna leeg
Zodra de aardgastank leeg is, scha‐
kelt het systeem over op benzine.
Handmatig overschakelen op aard‐
gas is niet mogelijk totdat het systeem
tanken van aardgas detecteert.
Voordat de benzine bijna op is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt dat niet kan worden weggedrukt.De benzinetank is bijna leeg terwijl er nog aardgas is
Als het brandstofpeil in de tank tot
onder een bepaald niveau daalt,
wordt rijden op aardgas automatisch
ingeschakeld mits er voldoende aard‐
gas in de tank zit. Handmatig over‐
schakelen op benzine is niet mogelijk.
Voordat de brandstof in beide syste‐
men bijna op is, verschijnt er een
waarschuwingsbericht dat niet kan
worden weggedrukt.
Page 232 of 327
230Rijden en bedieningOm hem te sluiten, draait u de tank‐
dop rechtsom tot hij vastklikt.
Sluit de klep en klik hem vast.
Beveiliging tegen onjuiste brandstof9 Waarschuwing
Probeer de klep van de vulpijp bij
auto's met beveiliging tegen
onjuiste brandstof niet met de
hand te openen.
Als u dat toch doet, kunnen uw
vingers bekneld raken.
Door de beveiliging tegen onjuiste
brandstof kan de klep van de vulpijp
alleen worden geopend door geschikt
vulpistool of een trechter voor nood‐
bijtanken.
Tank in een noodsituatie bij vanuit
een jerrycan. Gebruik een trechter
om het kapje van de vulopening te
openen.
De trechter is opgeborgen in de baga‐
geruimte of in het handschoenenkas‐ tje.
Plaats de trechter recht op de vulpijpen duw deze met enige kracht naar
binnen.
Reinig de trechter na het bijvullen en
berg deze op.
Aardgas tanken
De tankvulklep kan alleen bij een
ontgrendelde auto worden geopend.
Ontgrendel de tankklep door tegen de
klep te duwen.
9 Waarschuwing
Tank alleen met een maximale
uitgangsdruk van 250 bar bij. Tank alleen bij op tankstations met
temperatuurcompensatie.
Het tanken van aardgas helemaal
voltooien, d.w.z. de vulopening
ontluchten.
De capaciteit van de aardgastanks is
afhankelijk van de buitentempera‐
tuur, de afleverdruk, de samenstelling van het gas en het type tankinstalla‐
tie.
Inhouden 3 302.
Klepje sluiten en vastklikken.
Benamingen van "aardgasauto's" in het buitenland:
DuitsErdgasfahrzeugeEngelsNGVs = Natural Gas Vehi‐
clesFransVéhicules au gaz naturel -
of - Véhicules GNVItaliaansMetano auto
Page 246 of 327
244Verzorging van de autoDe accu ontkoppelen
Als de boordaccu moet worden losge‐ koppeld (bijv. voor onderhoudswerk‐
zaamheden), moet de alarmsirene
als volgt worden gedeactiveerd:
Schakel het contact in en uit en
ontkoppel de boordaccu binnen
15 seconden.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling of versto‐ ring van het stop-start-systeem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐
roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening openstaat,
moet deze met een afdekkap worden
afgesloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Zorg dat de accu altijd wordt vervan‐
gen door hetzelfde type accu.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop/Start-systeem 3 169.Accu opladen9 Waarschuwing
Voorkom bij auto's met Stop/Start-
systeem dat het oplaadpotentieel
niet hoger wordt dan 14,6 V bij
gebruik van een acculader.
Anders kan de accu van de auto
beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 281.
Waarschuwingssticker
Betekenis van de symbolen: ● Geen vonken, open vuur en niet roken.
● Altijd een veiligheidsbril dragen. Explosieve gassen kunnen
aanleiding geven tot blindheid of
letsel.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat blindheid of ernstige brandwon‐
den kan veroorzaken.
● Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
● Er kan explosief gas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Page 325 of 327
323Pech........................................... 283
Persoonlijke instellingen ............129
Portieren ....................................... 31
Portier open ............................... 118
Prestaties ................................... 299
Profieldiepte ............................... 270
Q Quickheat ................................... 160
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 318
REACH ....................................... 310
Regelbare instrumentenverlichting ...........148
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 315
Remassistentie .......................... 185
Rem- en koppelingssysteem .....114
Rem- en koppelingsvloeistof ......290
Remmen ............................ 183, 242
Remvloeistof .............................. 243
Reservewiel ............................... 276
Richtingaanwijzers ............112, 146
Ruiten ........................................... 42
Rijgedrag en aanhangertips ......231
Rijregelsystemen ........................186
Rijverlichting ........................ 12, 117S
Schakelen ........................... 115, 179
Schakelhendel ............................ 179
Selectieve katalysatorreductie ....176
Service ............................... 162, 289
Service-display .......................... 110
Service-informatie ...................... 289
Sjorogen ...................................... 85
Slepen ................................ 231, 283
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................272
Snelheidsbegrenzer ...........118, 191
Snelheidsmeter .......................... 106
Software-update .........................314
Spiegelverstelling ..........................9
Sportmodus ............................... 188
Sproeiervloeistof ........................242
Startbeveiliging ....................39, 117
Starten en bediening ..................164
Starthulp gebruiken ...................281
Stoelpositie .................................. 49
Stoelverstelling .............................. 7
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........58
Stoelverwarming, voor ..............56
Stop/Start-systeem .....................169
Storing ....................................... 181
Storingsindicatielampje .............113Stroomonderbreking ..................181
Sturen ......................................... 164
Stuurbedieningsknoppen .............95
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 95
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 228
Te laag brandstofpeil .................116
Toerenteller ............................... 108
Topsnelheid ................................ 264
Traction Control .........................186
Traction Control-systeem UIT..... 115
Trekhaak............................. 231, 232
Trekstang.................................... 231
Typeplaatje ................................ 294
U Uitlaatfilter................................... 174
Uitlaatgassen ............................. 174
Uitrol-brandstofafsluiter .............169
Uitstapverlichting .......................150
Uplevel-display ........................... 118
USB-poort ................................... 101
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 125
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 271