ABS OPEL ASTRA K 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2019Pages: 331, PDF Size: 9.49 MB
Page 96 of 331
94Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................95
Stuurwielverstelling ...................95
Stuurbedieningsknoppen ...........95
Verwarmd stuurwiel ...................96
Claxon ....................................... 96
Wis- en wasinstallatie voorruit ...96
Wis- en wasinstallatie achterruit .................................. 98
Buitentemperatuur .....................99
Klok ........................................... 99
Elektrische aansluitingen .........101
Asbakken ................................. 102
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .....................103
Instrumentengroep ..................103
Snelheidsmeter .......................106
Kilometerteller ......................... 107
Dagteller .................................. 107
Toerenteller ............................. 108
Brandstofmeter ........................108
Brandstofkeuzeschakelaar ......108
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ........................................... 110
Service-display ........................ 110Controlelampen .......................111
Richtingaanwijzers ..................112
Gordelverklikker ......................112
Airbag en gordelspanners .......113
Airbag-deactivering .................113
Laadsysteem ........................... 113
Storingsindicatielampje ...........113
Rem- en koppelingssysteem ...114
Elektrische handrem ................114
Elektrische handrem defect .....114
Antiblokkeersysteem (ABS) .....114
Schakelen ................................ 115
Afstand tot voorligger ..............115
Lane keep assist .....................115
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ............115
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..115
Traction Control-systeem UIT . 115
Voorverwarming ......................115
Uitlaatfilter ............................... 116
AdBlue ..................................... 116
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ....................................... 116
Motoroliedruk ........................... 116
Te laag brandstofpeil ...............117
Startbeveiliging ........................117
Rijverlichting ............................ 117
Groot licht ................................ 117
Grootlichtassistentie ................117LED-koplampen .......................117
Mistlampen voor ......................117
Mistachterlicht ......................... 117
Cruise control .......................... 118
Adaptieve cruise control ..........118
Voorligger gedetecteerd ..........118
Snelheidsbegrenzer ................118
Verkeersbordherkenning .........118
Portier open ............................. 118
Displays ..................................... 119
Driver Information Center ........119
Info-Display ............................. 125
Boordinformatie ......................... 128
Geluidssignalen .......................128
Batterijspanning .......................129
Persoonlijke instellingen ............129
Telematicaservice ......................136
OnStar ..................................... 136
Page 108 of 331
106Instrumenten en bedieningsorganenOverzichtORichtingaanwijzer 3 112XGordelverklikker 3 112vAirbags en gordelspanners
3 113VAirbag deactiveren 3 113pLaadsysteem 3 113ZStoringsindicatielamp 3 113RRem- en koppelingssysteem
3 114mElektrische handrem 3 114jStoring elektrische handrem
3 114uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 114RSchakelen 3 115EAfstand tot voorligger 3 115aLane Keep Assist 3 115aElektronische stabiliteitsregeling
UIT 3 115bElektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem
3 115kTraction Control-systeem uit
3 115!Voorverwarmen 3 115ùAdBlue 3 116wBandenspanningscontrolesys‐
teem 3 116IMotoroliedruk 3 116YTe laag brandstofpeil 3 117dStartbeveiliging 3 1178Buitenverlichting 3 117CGrootlicht 3 117fGrootlichtassistentie 3 117fLED-koplampen 3 117>Mistlamp 3 117øMistachterlicht 3 117mCruise control 3 118 /Adaptieve
cruise control 3 118CAdaptieve cruise control 3 118AVoorligger gedetecteerd 3 118LSnelheidsbegrenzer 3 118LVerkeersbordherkenning 3 118hPortier open 3 118
Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.
Page 116 of 331
114Instrumenten en bedieningsorganenReiniging van het uitlaatfilter is
wellicht niet mogelijk.
Roep onmiddellijk de hulp in van een
werkplaats.
Knippert bij een draaiende motor
Storing die schade aan de katalysator kan veroorzaken. Neem gas terug
totdat het lampje niet meer knippert.
Roep onmiddellijk de hulp in van een
werkplaats.
Rem- en
koppelingssysteem
R brandt rood.
Het vloeistofpeil voor de rem en de koppeling is te laag wanneer de hand‐ matige handrem niet wordt ingescha‐
keld 3 247.9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Licht op wanneer de handmatige handrem is geactiveerd en het
contact is ingeschakeld 3 188.
Elektrische handrem m brandt of knippert rood.
Brandt
Elektrische handrem is aangetrokken 3 188.
Knippert
Elektrische handrem is niet helemaal
aangetrokken of losgezet. Trap het
rempedaal in en probeer het systeem
te resetten door de elektrische hand‐
rem eerst los te zetten en daarna aan
te trekken. Blijft m knipperen, rijd dan
niet door en roep de hulp van een
werkplaats in.
Elektrische handrem defect j brandt of knippert geel.
Brandt
Elektrische handrem werkt niet opti‐ maal 3 188.Knippert
Elektrische handrem staat in de servi‐ cemodus. Stop de auto, trek de elek‐
trische handrem aan en zet deze los
om de rem te resetten.9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als deze tijdens de rit gaat branden, dan zit er een storing inhet ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 187.
Page 141 of 331
Instrumenten en bedieningsorganen139Diagnoserapport
De auto stuurt automatisch diagnose‐
gegevens naar OnStar. U en uw
garage ontvangen maandelijks per e- mail een rapport.
Let op
De werkplaatsmeldingsfunctie kan in uw account worden uitgescha‐
keld.
Het rapport bevat de status van de
belangrijkste besturingssystemen
van de auto, zoals de motor, trans‐
missie, airbags, ABS, en andere
grote systemen. Ook bevat het infor‐
matie over mogelijke onderhouds‐
punten en de bandenspanning
(alleen als er een bandenspannings‐
controlesysteem is).
U kunt meer details opvragen door op
de link in de e-mail te klikken en u bij
uw account aan te melden.
Bestemming downloaden
Een gewenste bestemming kan
rechtstreeks naar het navigatiesys‐
teem worden gedownload.
Druk op Z om een adviseur te bellen
en beschrijf de bestemming of het
markante punt.De adviseur kan elk adres en elke
nuttige plaats opzoeken en deze naar het ingebouwde navigatiesysteem
verzenden.
OnStar-instellingen
OnStar-PIN
U hebt een viercijferige PIN nodig
voor toegang tot alle OnStar-servi‐
ces. U moet een eigen PIN invoeren
wanneer u voor de eerste keer met
een adviseur belt.
Druk op Z om een adviseur te bellen
en de PIN te veranderen.
Accountgegevens
Een OnStar-abonnee heeft een
account waar alle gegevens in zijn
opgeslagen. Druk op Z en spreek
met een adviseur of log in bij uw
account als u accountinformatie wilt
veranderen.
Als de OnStar-service voor een
andere auto moet worden gebruikt,
druk dan op Z en vraag of de account
op de nieuwe auto kan worden over‐
gedragen.Let op
Informeer OnStar onmiddellijk over
de wijzigingen als de auto wordt
afgevoerd, verkocht of anderszins
overgedragen en beëindig de
OnStar-service voor deze auto.
Voertuiglocatie
De voertuiglocatie wordt aan OnStar
doorgegeven wanneer er een service wordt verzocht of getriggerd. Eenbericht op het Info-Display geeft door dat deze informatie is verzonden.
Als u het doorgeven van de voertuig‐
locatie wilt activeren of deactiveren,
drukt u op j tot u een audiobericht
hoort.
Het deactiveren wordt aangegeven
door het controlelampje dat korte tijd
rood of groen knippert en iedere keer
wanneer de auto wordt gestart.
Let op
Als het verzenden van de voertuig‐
locatie wordt gedeactiveerd, zijn
sommige diensten niet meer
beschikbaar.
Page 189 of 331
Rijden en bediening187Elektronische
rijprogramma's
● Het bedrijfstemperatuurpro‐ gramma brengt de katalysator na
een koude start snel op tempera‐ tuur door het motortoerental te
verhogen.
● Het aanpassingprogramma houdt bij het overschakelen reke‐
ning met de rijomstandigheden,
bijv. bij het rijden met een zware
lading of bij het oprijden van
hellingen.
Kickdown
Bij het geheel intrappen van het
gaspedaal in de automatische modus schakelt de transmissie afhankelijk
van het motortoerental naar een
lagere versnelling.
Storing
Om schade aan de geautomatiseerde versnellingsbak te voorkomen, grijpt
de koppeling bij zeer hoge koppe‐
lingstemperaturen automatisch in.Bij een storing verschijnt er een waar‐
schuwing op het Driver Information
Center. Boordinformatie 3 128.
Er kan slechts beperkt of niet verder worden gereden, afhankelijk van de storing.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.Remmen
Het remsysteem omvat twee onaf‐
hankelijke remkringen.
Wanneer een remkring uitvalt, kan de auto nog met de andere kring worden
afgeremd. De remvertraging wordt
echter alleen bereikt wanneer u het
rempedaal stevig bedient. Hiervoor is aanzienlijk meer kracht nodig. De
remweg wordt langer. Alvorens de rit
te vervolgen, moet u de hulp van een
werkplaats.
Bij uitgeschakelde motor verdwijnt de rembekrachtiging na het een- tot
tweemaal bedienen van het rempe‐
daal. De remwerking wordt hierdoor
niet verminderd, maar er is aanzienlijk
meer kracht nodig om het rempedaal
te bedienen. Vooral bij het slepen
hiermee rekening houden.
Controlelamp R 3 114.
Antiblokkeersysteem
Het antiblokkeersysteem (ABS) voor‐ komt dat de wielen blokkeren.
Page 190 of 331
188Rijden en bedieningZodra een wiel dreigt te blokkeren,
regelt het ABS de remdruk af op het
desbetreffende wiel. De auto blijft ook bij een noodstop bestuurbaar.
De ABS-regeling is merkbaar door
het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.
Voor optimale remwerking het rempe‐
daal tijdens het hele remproces volle‐
dig intrappen, ongeacht het tikken
van het pedaal. De druk op het
rempedaal niet verminderen.
Voordat u wegrijdt, voert het systeem een zelftest uit die u misschien kunt
horen.
Controlelamp u 3 114.
Adaptief remlicht Bij het met volle kracht remmen knip‐
peren alle drie de remlichten zolang
de ABS-regeling actief is.
Storing9 Waarschuwing
Bij een defect aan het ABS kunnen
de wielen bij krachtig remmen deneiging hebben te blokkeren. De
voordelen van het ABS vallen dan
weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Handrem
9 Waarschuwing
Controleer de handremstatus,
voordat u uit de auto stapt. Contro‐
lelamp R (handbediende hand‐
rem) of m (elektrische handrem)
moet voortdurend branden.
Handbediende handrem9 Waarschuwing
Handrem altijd zonder indrukken
van de ontgrendelingsknop stevig
aantrekken, op op- of aflopende
hellingen altijd zo stevig mogelijk.
Om de handrem los te zetten, de
handremhendel iets optillen, de
ontgrendelingsknop indrukken en
de hendel helemaal omlaagzet‐
ten.
Page 264 of 331
262Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Startmotor2Startmotor3Uitlaatsensor4Motorregelmodule5Motorfuncties/Aeroshutter6Transmissieregelmodule7Frontaanrijdingswaarschuwing/
adaptieve cruise control8Motorregelmodule9Verwarming en ventilatie10Dieseluitlaatsysteem11Vergrendelingssysteem achter‐
klep, transmissie12Massage lendensteun13Nadraaipomp14Dieseluitlaatsysteem15Uitlaatsensor16Brandstofinjectie17Brandstofinjectie18DieseluitlaatsysteemNr.Stroomkring19Dieseluitlaatsysteem20–21–22ABS23Sproeisysteem voor voorruit en
achterruit24Koplampsproeiers25Verwarming dieselbrandstof26Transmissieregelmodule27Module elektrisch bediende
achterklep28–29Achterruitverwarming30Spiegelverwarming31Diefstalalarmmodule32DC-transformator/led-display/
elektrische verwarming/klimaat‐
regeling/gloeibougieregelaar33Sirene diefstalalarm34Claxon35Aansluiting bagageruimteNr.Stroomkring36Groot licht rechts (halogeen)/
dimlicht rechts (led)37Groot licht links (halogeen)38Led-koplamp/automatische
koplampverstelling39Mistlamp40Centrale gateway-module41'Water in brandstof'-sensor/
waterpomp42Handmatige koplampverstelling43Brandstofpomp44Achteruitkijkcamera/binnen‐
spiegel/aanhangermodule45Led-koplamp, links/automati‐
sche koplampverstelling, links46Instrumentengroep47Stuurslot48Achterruitenwisser49Buitenspiegels50Led-koplamp, rechts/automati‐
sche koplampverstelling, rechts51Linker dimlicht (led)
Page 266 of 331
264Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Achterbankverwarming (alleen
voor auto's zonder alarmclaxon)2Verwarming en ventilatie, venti‐
lator3Elektrisch bediende stoel
bestuurderskant4Elektrisch bediende stoel passa‐ gierskant5–6Elektrisch bediende ruit, voor7ABS8Verwarmd stuurwiel9Carrosserieregelmodule 810Elektrisch bediende ruit, achter11Zonnedak12Carrosserieregelmodule 413Stoelverwarming (alleen bij
auto's zonder alarmclaxon)14Buitenspiegel15Carrosserieregelmodule 116Carrosserieregelmodule 7Nr.Stroomkring17Carrosserieregelmodule 618Carrosserieregelmodule 319Datalinkconnector20Airbagsysteem21Verwarming en ventilatie22Centrale vergrendeling, achter‐
klep23Elektronisch sleutelsysteem24Geheugenfunctie elektrisch
bediende stoel25Airbagsysteem stuurwiel26Contactslot/stuurslot27Carrosserieregelmodule 228USB-aansluiting29Aansteker, elektriciteitsaanslui‐
ting voor30Keuzehendel31Achterruitwisser32Transmissieregelmodule33Diefstalalarmsysteem/alarmsi‐
reneNr.Stroomkring34Parkeerhulp/dodehoeksysteem/
Infotainmentsysteem/USB-
aansluiting35OnStar36Info-Display/instrumenten‐
groep/cd-speler37Infotainmentsysteem, radio
Sluit het deksel van de zekeringen‐
kast na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen weer:
1. Breng de afdekking aan de rech‐ terkant aan.
Page 297 of 331
Service en onderhoud295eventuele gevolgen van het gebruik
van extra koelvloeistofadditieven
wordt niet aanvaard.
Sproeiervloeistof
Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
Page 326 of 331
324TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 166
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............293, 298
Aanduidingen op banden ..........268
Aanhangerstabilisatie ................240
Aanhanger trekken ....................236
Aardgas .............................. 108, 232
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 242
Accu ........................................... 247
Achterlichten .............................. 252
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................221
Achteruitrijlichten .......................149
Actieve noodrem......................... 208
Adaptieve cruise control .....118, 197
AdBlue ................................ 116, 177
Afmetingen auto ........................306
Afslagverlichting ......................... 143
Afstand tot voorligger .................115
Airbag deactiveren ....................... 66 Airbag-deactivering .................... 113
Airbag en gordelspanners .........113
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 154
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 163
Alarmknipperlichten ...................147Algemene informatie .................. 235
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 165
Andere auto slepen ...................288
Antiblokkeersysteem .................187
Antiblokkeersysteem (ABS) .......114
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 102
Autogegevens ............................ 298
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 142
Automatische versnellingsbak ...180
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 287
Auto stallen ................................. 242
Autostop ..................................... 170
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................276
Bandenspanning .......................269
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 116, 270
Bandenspanningswaarden ........308
Batterijspanning .........................129
Bedieningsorganen ......................95
Bekerhouders .............................. 74