air conditioning OPEL ASTRA K 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2019Pages: 331, PDF Size: 9.49 MB
Page 17 of 331

Kort en bondig15KlimaatregelingVerwarmbare achterruit
Ü indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels
Met Ü schakelt u ook de verwarm‐
bare buitenspiegels in.
Verwarmbare buitenspiegels 3 41.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
●
Druk op V: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Verwarmings- en ventilatiesysteem
3 153.
Airconditioning 3 154.
Page 155 of 331

Klimaatregeling153KlimaatregelingKlimaatregelsystemen...............153
Verwarmings- en ventilatiesysteem ....................153
Airconditioning ......................... 154
Elektronisch klimaatregelsysteem ............... 156
Hulpverwarming ......................161
Luchtroosters ............................. 161
Verstelbare luchtroosters ........161
Vaste luchtroosters ..................162
Onderhoud ................................. 162
Luchtinlaat ............................... 162
Pollenfilter ................................ 162
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 163
Service .................................... 163Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor: ● temperatuur
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien V
Achterruitverwarming Ü 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 41.
Verwarmde stoelen ß 3 56.
Verwarmd stuurwiel * 3 96.
Temperatuurrood bereik:warmblauw bereik:koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
l:naar de voorruit en de voorste
zijruitenM:naar hoofdhoogte via de verstel‐ bare luchtroostersK:naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Ventilatorsnelheid Ventilatorsnelheid instellen door de
ventilatorknop in de gewenste stand
te zetten.
Page 156 of 331

154KlimaatregelingOntwasemen en ontdooien
●Druk op V: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Airconditioning
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien V
A/C:koeling4:luchtrecirculatieÜ:achterruitverwarming
Achterruitverwarming Ü 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 41.
Verwarmde stoelen ß 3 56.
Geventileerde stoelen A 3 56.
Verwarmd stuurwiel A 3 96.
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De LED in de knop brandt
om activering aan te geven. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde aanjager van de
klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) de lucht wanneer de
buitentemperatuur iets boven het
vriespunt ligt. Er kan zich dan
condens vormen en onder de auto op
de grond druppelen.
Page 162 of 331

160Klimaatregelingl:naar de voorruit en de voorpor‐
tierruiten (de airco werkt op de
achtergrond om te voorkomen
dat de ruiten beslaan)M:naar hoofdhoogte via de verstel‐
bare luchtroostersK:naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Automatische modus opnieuw
inschakelen: AUTO indrukken.
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De LED in de knop brandt
om activering aan te geven. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde aanjager van de
klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
Het airconditioningssysteem koelt en
ontvochtigt (droogt) de lucht vanaf
een bepaalde buitentemperatuur. Er
kan zich dan condens vormen en
onder de auto op de grond druppelen.
Als geen koeling of droging gewenst
is, moet u omwille van het brandstof‐
verbruik de koeling uitschakelen.
Wanneer het koelsysteem wordt
uitgeschakeld, vereist de klimaatre‐
geling niet dat de motor wordt herstart
tijdens een Autostop. Uitzondering:
ruitontdooiing werkt en buitentempe‐
ratuur boven 0 °C vraagt om opnieuw starten.
Stop/Start-systeem 3 170.
Op het display verschijnt A/C ON
wanneer de koeling aanstaat of A/C
OFF wanneer de koeling uitstaat.Handmatig bediende
luchtrecirculatie 4
Luchtrecirculatiemodus met 4
inschakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
Recirculatiemodus uitschakelen door
weer op 4 te drukken.
9Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten van
binnenuit kunnen aandampen. De
Page 165 of 331

Klimaatregeling163Airconditioning regelmatigaanzetten
Om te zorgen dat het systeem goed
blijft werken, moet de koeling
eenmaal per maand, ongeacht de
weersgesteldheid of het seizoen,
enkele minuten worden ingescha‐ keld. Bij te lage buitentemperaturenkan de koeling niet worden ingescha‐ keld.
Service
Om de koeling optimaal te laten
werken, is het raadzaam het klimaat‐
regelsysteem jaarlijks te laten contro‐ leren, te beginnen drie jaar na afleve‐ ring van de nieuwe auto, te weten:
● functie- en druktest
● werking van de verwarming
● lektest
● controle van de aandrijfriemen
● afvoer van condensor en verdamper reinigen
● prestatietest
Page 175 of 331

Rijden en bediening173Auto's met een automatische versnel‐
lingsbak of geautomatiseerde
versnellingsbak:
Laat het rempedaal los of verzet de
keuzehendel van D naar N of P om de
motor opnieuw te starten.
Herstarten van de motor door het
Stop/Start-systeem
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak waarbij een conven‐
tionele Autostop is geactiveerd, moet de versnellingshendel in de vrij staan
om een automatische herstart moge‐
lijk te maken.
Een handgeschakelde auto in een
vroege Autostop kan automatische
herstarten wanneer deze niet in de
neutraalstand staat op het moment
dat u op het rem- en op het koppe‐
lingspedaal trapt.
Bij auto's met een automatische
versnellingsbak of een geautomati‐
seerde versnellingsbak, moet de
keuzehendel in D staan om een auto‐
matische herstart mogelijk te maken.De motor wordt automatisch opnieuw gestart door het Stop/Start-systeem
als tijdens een Autostop sprake is van
een van de volgende situaties:
● Het Stop/Start-systeem is hand‐ matig uitgeschakeld.
● De motorkap is open.
● De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en/ofhet bestuurdersportier is
geopend.
● De motortemperatuur is te laag. ● Het oplaadniveau van de accu ligt onder een bepaald niveau.
● Het remvacuüm is onvoldoende.
● De auto rijdt minstens stapvoets.
● De klimaatregeling vereist het starten van de motor.
● De gewenste interieurtempera‐ tuur komt niet overeen met de
werkelijke temperatuur.
● De airconditioning wordt hand‐ matig ingeschakeld.
Als de motorkap niet volledig dicht‐
staat, verschijnt een waarschuwings‐
bericht op het Driver Information
Centre.Als een elektrisch accessoire, zoals
een draagbare cd-speler, op de elek‐ trische aansluiting is aangesloten,
merkt u mogelijk een korte span‐
ningsdaling tijdens het herstarten.
Let op
Als een aanhanger of fietsendrager
is aangekoppeld, zijn vroege Auto‐
stop en late herstart gedeactiveerd.
Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Trek altijd de handrem aan. Trek de handrem aan zonder
op de ontgrendelingsknop te
drukken. Op een aflopende of
oplopende helling zo stevig
mogelijk. Trap tegelijkertijd het rempedaal in om minder kracht
nodig te hebben.
Page 306 of 331

304Technische gegevensVoertuiggewicht
Rijklaar gewicht, basisuitvoering zonder enige opties5-deurs hatchbackMotorHandgeschakelde
uitzendingHandgeschakelde versnellingsbak geautomatiseerdAutomatische
uitzendingzonder/met
airconditioning
[kg]D10XFL1263/1273––D14XFL1268/1278––B14XFT / D14XFT1268/1278–1298/1308D14XNT
CNG1364/1383––D16SHT1350/1369–1378/1397D16DTN1364/1383––D16DTI1364/1384––D16DTH1378/1397–1393/1412D16DTR1396/1412––
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
Beladingsinformatie 3 92.
Page 307 of 331

Technische gegevens305Rijklaar gewicht, basisuitvoering zonder enige optiesSports TourerMotorHandgeschakelde
versnellingsbakGeautomatiseerde
versnellingsbakAutomatische versnel‐
lingsbakmet/zonder airconditioning
[kg]D10XFL1278/1288––D14XFL1312/1322––B14XFT / D14XFT1312/1322–1340/1350D14XNT
CNG1425/1443––D16SHT1393/1411–1425/1443D16DTI1410-1428––D16DTH1425/1443–1456/1474D16DTN1410-1428––D16DTR1639/1459––
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
Beladingsinformatie 3 92.
Page 322 of 331

320Klantinformatiemaken met betrekking tot de autocon‐
ditie, de belasting van componenten,
de onderhoudsvereisten en techni‐
sche gebeurtenissen en storingen.
Afhankelijk van het technische uitrus‐ tingsniveau worden de volgende
gegevens opgeslagen:
● bedieningsstatus van systeem‐ componenten (bijv. vloeistofpeil,
bandenspanning, accustatus)
● storingen en gebreken in belang‐
rijke systeemcomponenten (bijv. verlichting, remmen)
● systeemreacties in bepaalde rijs‐
ituaties (bijv. triggering van een
airbag, activering van de stabili‐
teitsregelingen)
● informatie over gebeurtenissen die tot schade aan de auto
hebben geleid
● bij elektrische voertuigen de ladingsgraad van de hoogspan‐
ningsaccu, de actieradius
In speciale gevallen (bijv. als de auto
een storing heeft gedetecteerd),
moeten mogelijk gegevens worden
opgeslagen die anders vluchtig van
aard zijn.Wanneer u gebruikmaakt van dien‐
sten (bijv. reparatie, onderhoud), zijn
de bedieningsgegevens samen met
het chassisnummer uit te lezen en
wanneer nodig te gebruiken. Perso‐
neel werkzaam binnen het service‐ netwerk ( bijv. garages, fabrikanten) of
derde partijen (bijv. pechhulpverle‐
ners) kunnen de gegevens uitlezen
aan de auto. Hetzelfde geldt voor
werkzaamheden onder garantie en
kwaliteitsborgingsmaatregelen.
Gegevens worden doorgaans uitge‐
lezen in de auto via de OBD-aanslui‐
ting (On-Board Diagnostics) zoals
wettelijk voorgeschreven. De uitgele‐
zen bedieningsgegevens documen‐
teren de technische conditie van de
auto of afzonderlijke componenten en
helpen om storingen op te sporen, te
voldoen aan garantievoorwaarden en
de kwaliteit te verhogen. Deze gege‐
vens, in het bijzonder informatie over
de belasting van componenten, tech‐ nische gebeurtenissen, bedienings‐fouten en andere storingen, worden
samen met het chassisnummer door‐ gegeven aan de fabrikant, als dat
nodig mocht zijn. De fabrikant is
tevens onderworpen aan produc‐taansprakelijkheid. De fabrikant
gebruikt bedieningsgegevens van
auto's mogelijk voor terugroepacties.
Deze gegevens kunnen ook worden
gebruikt om de garanties van klanten
te controleren en garantieclaims af te wikkelen.
Foutcodegeheugens in de auto zijn te
resetten door een servicebedrijf in het
kader van onderhoud of reparatie.
Comfort- en Infotainmentfuncties Comfortinstellingen en persoonlijke
instellingen zijn in de auto op te slaan
en op ieder gewenst moment te wijzi‐ gen.
Afhankelijk van het desbetreffende
uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● instellingen voor de positie van stoelen en stuurwiel
● instelling van het chassis en de airconditioning
● persoonlijke instellingen zoals die voor de binnenverlichting
Page 326 of 331

324TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 166
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............293, 298
Aanduidingen op banden ..........268
Aanhangerstabilisatie ................240
Aanhanger trekken ....................236
Aardgas .............................. 108, 232
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 242
Accu ........................................... 247
Achterlichten .............................. 252
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................221
Achteruitrijlichten .......................149
Actieve noodrem......................... 208
Adaptieve cruise control .....118, 197
AdBlue ................................ 116, 177
Afmetingen auto ........................306
Afslagverlichting ......................... 143
Afstand tot voorligger .................115
Airbag deactiveren ....................... 66 Airbag-deactivering .................... 113
Airbag en gordelspanners .........113
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 154
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 163
Alarmknipperlichten ...................147Algemene informatie .................. 235
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 165
Andere auto slepen ...................288
Antiblokkeersysteem .................187
Antiblokkeersysteem (ABS) .......114
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 102
Autogegevens ............................ 298
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 142
Automatische versnellingsbak ...180
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 287
Auto stallen ................................. 242
Autostop ..................................... 170
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................276
Bandenspanning .......................269
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 116, 270
Bandenspanningswaarden ........308
Batterijspanning .........................129
Bedieningsorganen ......................95
Bekerhouders .............................. 74