richting OPEL ASTRA K 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2020Pages: 319, PDF Size: 27.37 MB
Page 6 of 319
4Inleiding● Richtingaanduidingen in debeschrijvingen, zoals links,
rechts, voor of achter moeten
altijd met de blik in de rijrichting
worden gezien.
● Displays ondersteunen mogelijk uw specifieke taal niet.
● Displayteksten en opschriften in het interieur zijn vet gedrukt.
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig9 Gevaar
Teksten met de vermelding
9 Gevaar wijzen op een mogelijk
levensgevaar. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan levensge‐ vaar inhouden.
9 Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot
verwondingen leiden.Voorzichtig
Teksten met de vermelding
Voorzichtig wijzen erop dat de
auto mogelijk beschadigd kan
raken. Het niet naleven van deze
richtlijnen kan tot beschadiging
van de auto leiden.
Symbolen
Verwijzingen naar andere pagina's
worden aangeduid met 3. 3 betekent
"zie pagina".
Paginaverwijzingen en lemma's in de
index verwijzen naar de ingespron‐
gen koppen in de inhoudsopgave.
De chronologische volgorde voor het
selecteren van menuopties bij de
persoonlijke instellingen wordt
aangeduid met I.
We wensen u vele uren autorijplezier. Uw Opel-team
Page 9 of 319
Kort en bondig7Stoelverstelling
Verstelling in de lengterichting
Aan handgreep trekken, stoel
verschuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te
bewegen om na te gaan of deze op
zijn plaats zit.
Stoelpositie 3 50.
Handmatige stoelverstelling 3 51.
Elektrische stoelverstelling 3 53.
Hoek van rugleuningen
Aan handwiel draaien. Bij het verstel‐
len de rugleuning niet belasten.
Stoelpositie 3 50.
Handmatige stoelverstelling 3 51.
Elektrische stoelverstelling 3 53.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog:stoel omhoogomlaag:stoel omlaag
Stoelpositie 3 50.
Handmatige stoelverstelling 3 51.
Elektrische stoelverstelling 3 53.
Page 11 of 319
Kort en bondig9SpiegelverstellingBinnenspiegel
U verstelt de spiegel door het spie‐
gelhuis in de gewenste richting te
bewegen.
Spiegel met handmatige dimfunctie
3 42.
Spiegel met automatische dimfunctie
3 42.
Buitenspiegels
Selecteer de gewenste buitenspiegel
door de tuimelknop naar de spiegel
links (L) of de spiegel rechts (R) te
draaien. Verstel de desbetreffende spiegel met de vierwegknop.
Bolronde buitenspiegels 3 40.
Elektrisch verstellen 3 40.
Inklapbare buitenspiegels 3 41.
Verwarmbare buitenspiegels 3 41.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbagsysteem 3 62.
Contactslotstanden 3 158.
Page 13 of 319
Kort en bondig111Elektrisch bediende ruiten ....43
2 Buitenspiegels ......................40
3 Centrale vergrendeling .........25
4 Zijdelingse luchtroosters .....154
5 Cruise control .....................183
Snelheidsbegrenzer ............185
Adaptieve cruise control .....186
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 195
6 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht/groot
licht, grootlichtassistentie ....140
Omgevingsverlichting ......... 144
Parkeerlichten .....................142
Knoppen voor Driver
Information Center ..............117
7 Instrumenten ...................... 106
Bestuurdersinformatie‐
centrum ............................... 117
8 Knoppen voor Driver
Information Center ..............117
9 Wis-/wasinstallatie
voorruit, wis-/
wasinstallatie achter ............. 9610 Middelste luchtroosters .......154
11 Info-Display ......................... 124
12 Status-led alarmsysteem .....37
13 Alarmknipperlichten ...........140
14 Handschoenenkastje ...........75
15 Bedieningselementen
voor display ......................... 124
16 Verwarming en ventilatie ....146
17 Zekeringenkast ..................254
18 Traction Control-systeem ...180
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............181
Parkeerhulp /
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 203
Lane Keep Assist ...............219
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 163
19 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................176
Automatische
versnellingsbak ..................173
20 Elektrische aansluiting ........101
21 Handrem ............................. 17822Aan/Uit-knop ....................... 159
23 Contactslot .......................... 158
24 Stuurwielverstelling ..............95
25 Claxon .................................. 96
26 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 234
27 Opbergvak ............................ 76
28 Lichtschakelaar ..................134
Koplampverstelling ............137
Mistlampen /
mistachterlichten ................141
Instrumentenverlichting ......142
Page 14 of 319
12Kort en bondigRijverlichtingAUTO:automatische verlichting
schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en
koplamp8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of groot licht
Automatische verlichting 3 135.
Mistlampen voor 3 141.
Mistachterlicht 3 141.
Lichtsignaal, groot licht en
dimlichtlichtsignaal:hendel naar u toe
trekkengroot licht:hendel van u af
duwendimlicht:hendel van u af
duwen of naar u
toe trekken
Groot licht 3 137.
Lichtsignaal 3 137.
Led-koplampen 3 138.
Grootlichtassistentie 3 138.
Richtingaanwijzershendel omhoog:richtingaanwijzer
rechtshendel omlaag:richtingaanwijzer
rechts
Richtingaanwijzers 3 140.
Parkeerlichten 3 142.
Page 17 of 319
Kort en bondig15KlimaatregelingAchterruitverwarming
Ü indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 45.
Verwarmbare buitenspiegels
Met Ü schakelt u ook de verwarm‐
bare buitenspiegels in.
Verwarmbare buitenspiegels 3 41.
Verwarmde voorruit
Om in te schakelen , indrukken.
Verwarmde voorruit 3 45.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
●
Druk op V: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Airconditioning 3 146.
Page 19 of 319
Kort en bondig17Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● bandenspanning 3 260 en -staat
3 297
● motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 235
● alle ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil,
sneeuw of ijs en gebruiksklaar
● juiste positie van spiegels 3 40, stoelen 3 50 en veilig‐
heidsgordels 3 60
● werking van remsysteem bij lage
snelheid, vooral bij vochtige
remmenMotor starten
Contactslot
● Draai de sleutel naar stand 2.
● Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
● Handgeschakelde versnellings‐ bak: koppelings- en rempedaalintrappen.
Automatische versnellingsbak:
trap het rempedaal in en zet de
keuzehendel op P of N.
● Geen gas geven.
● Dieselmotoren: wacht tot het controlelampje ! voor voorver‐
warming dooft.
● Draai de sleutel in de stand 3 en
laat deze na het starten van de motor los.
Motor starten 3 161.
Om de sleutel vanuit stand 2 naar
stand 1 of 0 te draaien moet u de
sleutel zover mogelijk in de richting
van de stuurkolom insteken.
Aan/Uit-knop ● Druk enkele seconden lang op Engine Start/Stop totdat het
groene led-lampje brandt.
● Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
● Handgeschakelde versnellings‐ bak: koppelings- en rempedaal
intrappen.
Automatische versnellingsbak:
trap het rempedaal in en zet de
keuzehendel op P of N.
● Geen gas geven.
● Dieselmotoren: wacht tot het controlelampje ! voor voorver‐
warming dooft.
Page 25 of 319
Sleutels, portieren en ruiten23Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Let op
Leg de elektronische sleutel niet in
de bagageruimte of voor het
Info-Display.
Activeren en deactiveren
sleutelloze ontgrendeling
Mits aanwezig kunt u sleutelloos
ontgrendelen van de buitenkrukken
en de bagageruimte activeren of
deactiveren.
Druk om sleutelloos ontgrendelen te
deactiveren b a op de elektronische
sleutel tegelijkertijd gedurende onge‐
veer 3 seconden ingedrukt. De rich‐
tingaanwijzers geven door vier keer
knipperen aan dat het systeem
gedeactiveerd is. Als u een buiten‐
kruk gebruikt om de portieren of de
bagageruimte te ontgrendelen, geeft vier keer knipperen van de richting‐
aanwijzers aan dat het systeem
gedeactiveerd is Deactiveer als sleu‐telloos ontgrendelen gedeactiveerd is het alarmsysteem voordat u de auto
start.
Druk om sleutelloos ontgrendelen te activeren b a op de elektronische
sleutel tegelijkertijd gedurende onge‐
veer 3 seconden ingedrukt. De rich‐
tingaanwijzers geven door twee keer
snel knipperen aan dat het systeem
geactiveerd is.
Batterij elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op het Driver Information Center geeft
aan dat de batterij moet worden
vervangen 3 126.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Vervangen:
1. Duw op de toets aan de achter‐ kant van de elektronische sleutel
en trek het sleutelblad uit het huis.
Page 34 of 319
32Sleutels, portieren en ruitenSluiten
Gebruik een van de binnenste hand‐
grepen.
Duw niet op de achterklepknop
tijdens het sluiten, omdat de achter‐
klep dan weer wordt ontgrendeld.
Centrale vergrendeling 3 25.
Elektrische achterklep
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van de elektrische achterklep. Er
bestaat verwondingsgevaar, met
name voor kinderen.
Houd tijdens de bediening de
bewegende achterklep goed in de gaten. Zorg ervoor dat er tijdens
de bediening niets bekneld raakt
en dat er niemand in het bewe‐
gingsgebied staat.
U kunt de elektrische achterklep als
volgt bedienen:
● Door tweemaal op X van de
elektronische sleutel te drukken.
Om onbedoeld openen van de
achterklep te voorkomen, moet
X langer worden ingedrukt dan
bij het vergrendelen of ontgren‐
delen.
● Handsfree bediening met behulp van de bewegingssensor onder
de achterbumper.
● Met de achterklepknop onder de achterkleplijst en C in de
achterklepopening.
● De schakelaar C aan de
binnenzijde van het bestuurders‐ portier.
Bij auto's met automatische versnel‐lingsbak kan de achterklep alleen
worden bediend wanneer de auto stil‐ staat en met de keuzehendel in P.
De richtingaanwijzers knipperen en u
hoort een geluidssignaal wanneer de
elektrische achterklep in werking is.
Let op
De bediening van de elektrische
achterklep heeft geen invloed op de centrale vergrendeling. Het is niet
nodig om de auto te ontgrendelen
om de achterklep te openen met de
knop op de elektronische sleutel,
met de achterklepknop of via de handsfree bediening. Hiervoor moet
de elektronische sleutel zich wel
buiten de auto bevinden, binnen
ongeveer 1 m van de achterklep.
Laat de elektronische sleutel niet
achter in de bagageruimte.
Vergrendel de auto na het sluiten,
indien hij eerder werd ontgrendeld.
Centrale vergrendeling 3 25.
Page 36 of 319
34Sleutels, portieren en ruitensleutel zich binnen een bereik van
ongeveer 1 meter van de achterklep
buiten de auto bevinden.
Om de klep te sluiten, drukt u op
C in de geopende achterklep totdat
de achterklep begint te bewegen.
Bediening met de schakelaar aan de
binnenzijde van het
bestuurdersportier
Druk op C aan de binnenzijde van
het bestuurdersportier totdat de
achterklep begint te openen of te slui‐ ten.
Stoppen of van richting veranderen
Beweging van de achterklep onmid‐
dellijk stoppen:
● Druk eenmaal op X van de elek‐
tronische sleutel, of:
● druk op de achterklepknop onder
de achterkleplijst, of
● druk op C op de geopende
achterklep, of:
● druk op C aan de binnenzijde
van het bestuurdersportier.
De bewegingsrichting wordt omge‐
draaid als u nogmaals op een van de
schakelaars drukt.
Gebruiksmodi
De elektrische achterklep heeft drie
gebruiksmodi die u met de schake‐
laar C in het bestuurdersportier
bedient. Draai aan de schakelaar om
de modus te veranderen: