USB port OPEL CASCADA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2015Pages: 255, PDF Size: 7.51 MB
Page 13 of 255
Kort en bondig11
1Elektrische ruitbediening .......32
2 Buitenspiegels ......................29
3 Cruise control .....................153
Snelheidsbegrenzer ............154
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 156
4 Zijdelingse ventilatieope‐
ningen ................................. 132
5 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht en
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 119
Omgevingsverlichting ......... 122
Parkeerlichten .....................120
Knoppen voor Driver
Information Center ................97
6 Instrumenten ........................ 86
7 Afstandsbediening op
stuurwiel ............................... 79
8 Driver Information Center ...... 97
9 Voorruitwissers,
voorruitsproeiers,
koplampsproeiers .................. 8110 SPORT-modus ................... 151
Centrale vergrendeling .........22
Alarmknipperlichten ...........118
Controlelamp airbag-
deactivering .......................... 91
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ......................91
Tour-modus ........................ 151
11 Info-Display ........................ 102
12 Status-LED alarmsysteem ...27
13 Middelste ventilatieope‐
ningen ................................ 132
14 Handschoenenkastje,
afsluitbaar ............................. 70
15 Traction Control-systeem ...149
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............150
Parkeerhulpsystemen .........159
Lane Departure Warning ...174
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 13716 Verwarming en ventilatie ....124
17 AUX-ingang, USB-ingang ....10
18 12 V-aansluiting ....................85
19 Bedieningsschakelaar
softtop .................................. 35
Centrale ruitschakelaar ........32
20 Schakelpook,
handgeschakelde
versnellingsbak ..................145
Automatische
versnellingsbak ..................142
21 Handrem, handmatig of
elektrisch bediend ...............147
22 Contactslot met stuurslot ...135
23 Claxon .................................. 80
Bestuurdersairbag ...............62
24 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 186
25 Opbergvak ........................... 71
Zekeringenkast ..................203
26 Stuurwiel instellen ................79
27 Lichtschakelaar ..................111
Instellen koplampreikwijdte 114
Page 30 of 255
28Sleutels, portieren en ruiten
1. Sluit het kofferdeksel, de motor‐kap, de ruiten en de softtop.
2. Druk op de knop o. De led in de
knop o brandt maximaal
10 minuten.
3. Portieren sluiten.
4. Diefstalalarmsysteem inschake‐ len.
Ter voorkoming van vals alarm wordt
de interieurbewaking gedeactiveerd
als de softtop open is. De LED in de
toets o brandt niet.
Als alleen de ruiten open zijn, werkt
de interieurbewaking beperkt en
brandt de LED in de toets o.
Het statusbericht verschijnt op het
Driver Information Centre.Status-led
De status-led is geïntegreerd in de
sensor boven op het instrumentenpa‐
neel.
Status tijdens de eerste
30 seconden na het activeren van het alarmsysteem:
Led aan=test, inschakelver‐
traging.Led knippert
snel=portieren, koffer‐
deksel, softtop of
motorkap niet
compleet geslo‐
ten, of systeems‐
toring.Status nadat systeem is geactiveerd:Led knip‐
pert lang‐
zaam=systeem is geactiveerd.
Bij storingen de hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Uitschakelen
Bij het ontgrendelen van de auto door indrukken van c wordt het diefstala‐
larmsysteem gedeactiveerd. Door
lang indrukken wordt het openen van
de softtop geactiveerd.
Alarm Wanneer het alarm afgaat, klinkt er
een geluid uit de speciale sirene met
een eigen accuvoeding en tegelijker‐ tijd knipperen de alarmknipperlichten.
Het aantal en de duur van de alarm‐
signalen zijn voorgeschreven door de
wetgever.
Het alarm kan worden afgezet door
het indrukken van een willekeurige
knop op de handzender of door het
aanzetten van het contact.
Page 152 of 255
150Rijden en bedieningElektronische
stabiliteitsregeling (ESC)
De elektronische stabiliteitsregeling (ESC) verbetert indien nodig de rij‐
stabiliteit ongeacht de staat van het
wegdek of de grip van de banden.
Ook voorkomt deze het doorslaan
van de wielen. ESC werkt in combi‐
natie met het Traction Control-sys‐
teem (TC) 3 149.
Zodra de auto dreigt uit te breken (on‐
derstuur/overstuur) wordt het motor‐
vermogen verminderd en worden de
wielen afzonderlijk afgeremd. Daar‐
door wordt de rijstabiliteit van de auto
op een glad wegdek aanmerkelijk
verbeterd.
ESC werkt na elke motorstart zodra
controlelamp b dooft.
Wanneer ESC werkt, knippert b.
9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelamp b 3 94.
Uitschakelen
Voor een sportiever gedrag kunnen
ESC en TC afzonderlijk worden ge‐
deactiveerd:
■ knop b kort indrukken: alleen Trac‐
tion Control-systeem is inactief, ESC blijft actief, k licht op
■ knop b gedurende min.
5 seconden ingedrukt houden: TC
en ESC worden gedeactiveerd, k
en n lichten op.
Ook verschijnt de geselecteerde mo‐
dus als statusbericht op het Driver In‐
formation Center.