MPG OPEL CASCADA 2016.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2016.5Pages: 271, PDF Size: 7.79 MB
Page 118 of 271

116VerlichtingVerlichtingRijverlichting.............................. 116
Lichtschakelaar .......................116
Automatische verlichting .........117
Grootlicht ................................. 118
Grootlichtassistentie ................118
Lichtsignaal ............................. 119
Koplampverstelling ..................119
Koplampinstelling in het buitenland ............................... 119
Dagrijlicht ................................. 120
Adaptief rijlicht (AFL) ...............120
Alarmknipperlichten .................124
Richtingaanwijzers ..................124
Mistlampen voor ......................124
Mistachterlicht ......................... 125
Parkeerlichten ......................... 125
Achteruitrijlichten .....................125
Beslagen lampglazen ..............125
Binnenverlichting .......................126
Regelbare instrumentenverlichting .........126
Leeslampen ............................. 127
Verlichting zonneklep ..............127
Verlichtingsfuncties ....................127
Instapverlichting ......................127Uitstapverlichting .....................127
Ontlaadbeveiliging accu ..........128Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
7:verlichting uit8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of grootlicht
Controlelamp 8 3 96.
Page 127 of 271

Verlichting125Om in te schakelen > indrukken.
Lichtschakelaar in stand AUTO: bij
het inschakelen van de mistlampen
worden de koplampen automatisch
ingeschakeld.
Mistachterlicht
Om in te schakelen r indrukken.
Lichtschakelaar in stand AUTO: bij in‐
schakelen van het mistachterlicht
worden de koplampen automatisch
ingeschakeld.
Lichtschakelaar in stand 8: mistach‐
terlicht kan alleen in combinatie met
voorste mistlampen worden inge‐
schakeld.
Het mistachterlicht van de auto wordt
bij het aankoppelen van een aanhan‐
ger uitgeschakeld.
Parkeerlichten
Bij het parkeren kunnen de parkeer‐
lichten aan één kant worden inge‐
schakeld:
1. Contact uitschakelen.
2. Richtingaanwijzerhendel volledig omhoog- (parkeerlichten rechts)
of omlaaghalen (parkeerlichten links).
Bevestiging door een geluidssignaal
en de bijbehorende controlelamp van
de richtingaanwijzer.
Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact aanstaat en de
auto in de achteruitversnelling staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij he‐
vige regen of na een wasbeurt korte
tijd beslaan. De condens verdwijnt na korte tijd vanzelf, om dit te versnellen
de verlichting inschakelen.
Page 267 of 271

265Beladingsinformatie .....................78
Beslagen lampglazen ................125
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 162
Beveiliging van de auto ................27
Binnenspiegels ............................. 31
Binnenverlichting ...............126, 209
Blindehoeksysteem ....................176
BlueInjection ............................... 147
Bolle vorm .................................... 29
Boordgereedschap .....................215
Boordinformatie .........................104
Brandstof .................................... 184
Brandstofmeter ............................ 88
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 187
Brandstof voor benzinemotoren 184
Brandstof voor dieselmotoren ...185
Buitenspiegels .............................. 29
Buitentemperatuur .......................83
Buitenverlichting .........................116
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................23
Claxon ................................... 14, 81
Code ........................................... 104
Conformiteitsverklaring ...............254
Contactslotstanden ....................141
Controlelampen ......................86, 89
Controle over de auto ................140Controles.................................... 196
Cruise control ...................... 97, 162
D Dagrijlicht ................................... 120
Dagteller ...................................... 87
DEF ............................................ 147
Diefstalalarmsysteem ..................27
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 202
Dieseluitlaatvloeistof ...................147
Dimlicht of grootlicht ...................116
Driepuntsgordel ........................... 57
Driver Information Center .............98
E EHBO ........................................... 77
Elektrisch bediende ruiten ...........32
Elektrische aansluitingen .............85
Elektrische handrem .............93, 156
Elektrische stoelverstelling ..........53
Elektrische verstelling ..................29
Elektrisch systeem...................... 210
Elektronische rijprogramma's ....153
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....95
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 159
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............94Elektronisch
klimaatregelsysteem ..............132
Erkenning van software ..............257
Event Data Recorders (EDR) .....261
F Frontaal airbagsysteem ...............62
Frontaanrijdingswaarschuwing ...165
G
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................105
Gereedschap ............................. 215
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................77
Gloeilamp vervangen ................202
Gordelverklikker ........................... 92
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display ...................102
Grootlicht ............................. 96, 118
Grootlichtassistentie .............97, 118
H
Halogeenkoplampen .................203
Handgeschakelde versnellingsbak ......................154
Handmatige dimfunctie ................31
Handmatige modus ...................152
Handmatige stoelverstelling .........49
Handrem ............................. 155, 156