OPEL CASCADA 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2016.5Pages: 127, PDF Size: 1.99 MB
Page 101 of 127
Radio101Radioverkeerinformatieservice(TP = verkeersprogramma)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die ver‐
keerinformatie uitzenden.
Het in- en uitschakelen van de radio‐
verkeerinformatieservice
Het in- en uitschakelen van de stand- by verkeersberichtenfunctie van het
infotainmentsysteem:
Druk op TP.
● Is de radioverkeerinformatieser‐ vice ingeschakeld, wordt [ ] weer‐
gegeven in het radiohoofdmenu.
● Alleen zenders met radioverkeer‐
informatieservice worden ont‐
vangen.
● Is het huidige station geen zen‐ der met radioverkeerinformatie‐
service, wordt een zoekopdracht
gestart naar de volgende zender
met radioverkeerinformatieser‐
vice.
● Wordt een zender met radiover‐ keerinformatieservice gevonden,
wordt [TP] weergegeven in het
radiohoofdmenu.● Verkeersberichten worden afge‐ speeld op het ingestelde TA-vo‐
lume 3 95.
● Als verkeersinformatie is inge‐ schakeld, wordt het afspelen vande cd-/mp3 voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie‐
service in en draai het volume van het infotainmentsysteem helemaal terug.
Blokkeren van verkeersberichten
Ga als volgt te werk om een verkeers‐ bericht, bijv. tijdens het afspelen van
cd/mp3, te blokkeren:
Druk op TP of de multifunctionele
knop om het annuleringsbericht op
het display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt afgebro‐
ken, maar de radioverkeerinformatie‐
service blijft ingeschakeld.
EON (Enhanced Other Networks) Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender die u
beluistert zelf geen verkeersinforma‐ tie uitzendt. Als een dergelijke zenderis ingeschakeld, wordt net als bij ver‐
keersinformatiezenders TP op het
display in het zwart weergegeven.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam in plaats van de
zendfrequentie.
Algemene informatie ● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐
zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veel‐ voud aan andere dataservices uit te zenden, inclusief reis- en ver‐
keersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐
der kan opvangen (ook al is het
signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
Page 102 of 127
102Radio● Bij een slechte ontvangst wordthet volume automatisch lager ge‐zet om onaangename geluiden te
vermijden.
● Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden op‐
gevangen, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit pro‐
bleem kan worden vermeden
door in het menu DAB-instellin‐
gen Automatische groeplinks en/
of Automatische links DAB-FM te
activeren.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-
en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
slechtert.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐rend naar de best ontvangbare
FM-zenders. Als TP 3 99 geacti‐
veerd is, worden er verkeersbe‐ richten doorgegeven van de FM-
zender die de beste ontvangst
heeft. Deactiveer TP als u niet
wilt dat de DAB-ontvangst door
FM-verkeersmeldingen wordt
onderbroken.
Configureren DAB Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
De volgende opties zijn beschikbaar
in het configuratiemenu:
● Automatische groeplinks : als
deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over op de‐
zelfde service van een ander
DAB-ensemble (indien beschik‐
baar) als het DAB-signaal te
zwak is om door de radio te wor‐
den opgevangen.
● Automatische links DAB-FM : is
deze functie geactiveerd, scha‐
kelt het systeem over naar de be‐ treffende FM-zender de actieve
DAB-service (indien beschik‐baar) als het DAB-signaal te
zwak is om door de radio te wor‐
den geïnterpreteerd.
● Dynamische geluidsaanpas. : is
deze functie geactiveerd, wordt
het dynamische bereik van het
DAB-signaal gereduceerd. Dat
betekent dat het volume van hard
geluid wel, maar dat van zacht
geluid niet wordt gereduceerd.
Daardoor kan het volume van het infotainmentsysteem zo wordenafgesteld dat zacht geluid goed
hoorbaar is zonder dat hard ge‐
luid te hard klinkt.
● Frequentieband : na het selecte‐
ren van deze optie kan worden
bepaald welke DAB-frequentie‐
bereiken door het infotainment‐
systeem dienen te worden ont‐
vangen.
Page 103 of 127
CD-speler103CD-spelerAlgemene aanwijzingen.............103
Gebruik ...................................... 104Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over audio-
en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kun‐ nen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA CD-ROM XA
Mode 2, Form 1 en Form 2
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 Ro‐meo, Joliet.
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een an‐
der formaat zijn geschreven dan
hierboven vermeld niet correct
worden afgespeeld en dat hun
bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
Let op
ISO 13346 wordt niet ondersteund. Wellicht moet u handmatig
ISO 9660 selecteren bij het branden
van een audio-cd, bijv. met Windows
7.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's. Zie hieronder.
Page 104 of 127
104CD-speler● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw'sworden mogelijk niet correct of
zelfs helemaal niet afgespeeld. In
dergelijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop audiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3 zijn opge‐
slagen) kunnen audiotrackge‐ deelte en de gecomprimeerde
bestanden separaat worden af‐
gespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de cd-speler bin‐nen in het apparaat vies maken
en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens dieop een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:
Aantal tracks: max. 999
Aantal mappen: max. 255
Mapstructuurdiepte: max.
64 niveaus (aanbevolen: max. 8 niveaus)
Aantal afspeellijsten: max. 15
Aantal songs per afspeellijst:
max. 255
Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl
● In dit hoofdstuk wordt alleen het afspelen van mp3-bestanden be‐handeld, omdat de werking voor
mp3- en wma-bestanden het‐
zelfde is. Wanneer een cd met
wma-bestanden wordt geplaatst,
worden mp3-gerelateerde me‐
nu's weergegeven.Gebruik
Cd afspelen starten
Druk op CD om het CD- of MP3-menu
te openen.
Als er zich een cd in de cd-speler be‐ vindt, wordt deze automatisch afge‐
speeld.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐
komstig informatie over de cd en de
actuele track.
Cd plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Page 105 of 127
CD-speler105Let op
Bij het aanbrengen van een cd ver‐
schijnt er een cd-symbool op de bo‐
venste regel van het display.
Wijzigen van de standaard
paginaweergave
Tijdens het afspelen van een audio-
of mp3-cd: druk op de multifunctio‐
nele knop en selecteer Standaard‐
weergave cd-pagina of Standaard‐
weergave pagina mp3 .
Selecteer de gewenste optie.
Mapniveau wijzigen Druk op g of e om naar een hoger
of lager mapniveau te gaan.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op s of u .
Snel vooruit of achteruit Houd s of u ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.Selecteren van tracks via het
audio-CD of MP3-menu
Tijdens het afspelen van een audio-
cd
Druk op de multifunctionele knop om
het audio-cd-gerelateerde menu te
openen.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ lekeurige volgorde: Tracks shuffelen
op Aan zetten.
Om een track op de audio-CD te se‐
lecteren: selecteer Trackslijst en se‐
lecteer daarna de gewenste track.
Tijdens het afspelen van mp3
Druk op de multifunctionele knop om
het mp3-gerelateerde menu te ope‐ nen.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ lekeurige volgorde: Tracks shuffelen
op Aan zetten.
Een track uit een map of afspeellijst selecteren: selecteer Playlists/
Mappen .
Selecteer een map of afspeellijst en selecteer daarna de gewenste track.Let op
Als een cd zowel audio- als
mp3-data bevat, kan de audiodata
worden geselecteerd via Playlists/
Mappen .
Voor het openen van een menu met
de extra opties voor het zoeken en
selecteren van tracks: selecteer
Zoeken . Welke opties beschikbaar
zijn, is afhankelijk van de op de
mp3-cd opgeslagen gegevens.
Het doorzoeken van de mp3-cd kan
enkele minuten duren. Tijdens dit pro‐
ces wordt de laatst ontvangen zender afgespeeld.
Een cd verwijderen
Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt hij na enkele secon‐ den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 106 of 127
106AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............106
Gebruik ...................................... 106Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-in‐
gang aan te sluiten met een 3,5 mm
stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de betreffende
audiobron worden bediend.
Page 107 of 127
USB-poort107USB-poortAlgemene aanwijzingen.............107
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 107Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die zijn aangesloten op de USB-poort worden bediend via de be‐ dieningselementen en menu’s van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opmerkingen
De volgende apparaten kunnen wor‐
den aangesloten op de USB-poort:
● iPod
● Zune
● PlaysForSure apparaten (PFD)
● USB-opslagstation
Let op
Niet alle modellen iPod, Zune, PFD
of USB-drive worden door het info‐
tainment-systeem ondersteund.Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐
sloten gegevensbronnen is in het al‐
gemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 104.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
Bediening van de displayschermen is alleen beschreven voor USB-opslag‐
stations. De bediening van andere
apparaten, bijv. iPod of Zune, is in het
algemeen gelijk.
Selecteren van tracks via het
USB-menu
Druk op de multifunctionele knop om
het USB-gerelateerde menu te ope‐
nen.
Voor het achter elkaar afspelen van
alle tracks: selecteer Alles afspelen.
Page 108 of 127
108USB-poortVoor het weergeven van een menumet de verschillende extra opties
voor het zoeken en selecteren van tracks: selecteer Zoeken.
Het zoekproces op het USB-apparaat
kan enkele minuten duren. Tijdens dit proces wordt de laatst ontvangenzender afgespeeld.
Voor het afspelen van alle track in wil‐
lekeurige volgorde: Nummers door
elkaar (willekeurig) op Aan zetten.
Om de huidige track te herhalen: Herhalen op Aan zetten.
Page 109 of 127
Spraakherkenning109SpraakherkenningAlgemene informatie..................109
Telefoonregeling ........................110Algemene informatie
De spraakherkenning van het Info‐
tainmentsysteem stelt u in staat om
het telefoonportaal met uw stem te
besturen. De spraakbesturing her‐
kent commando's en cijferreeksen,
ongeacht wie de spreker is. De in‐
structies en cijferreeksen kunnen
zonder pauze tussen de afzonderlijke woorden worden uitgesproken.
U kunt telefoonnummers onder een
toegewezen naam opslaan (spraak‐
label). Met deze namen kunt u later
een telefoonverbinding tot stand
brengen.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐
mando's geeft de spraakherkenning u
visuele en/of akoestische feedback
en wordt u gevraagd het gewenste
commando te herhalen. Bovendien
bevestigt de spraakherkenning be‐
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐
ties beïnvloeden, moet u de spraak‐
herkenning pas starten nadat deze is geactiveerd.Belangrijke opmerkingen over
taalondersteuning
● Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem be‐ schikbaar zijn, zijn ook beschik‐
baar voor de spraakherkenning.
● Als de momenteel geselecteerde
taal voor het display niet door de
spraakherkenning wordt onder‐
steund, moet u de spraakcom‐
mando's in het Engels invoeren.
Om spraakcommando's in het
Engels te kunnen invoeren moet
u eerst het telefoonhoofdmenu
activeren door op PHONE op het
Infotainmentsysteem te drukken
en dan de spraakherkenning van
het telefoonportaal te activeren
door op w op het stuurwiel te
drukken.
Page 110 of 127
110SpraakherkenningTelefoonregelingSpraakherkenning activeren
Druk op w op het stuurwiel om de
spraakherkenning van het telefoon‐
portaal in te schakelen. Voor de duur
van de dialoog wordt het geluid van
alle actieve audiobronnen onderdrukt
en worden er geen verkeersmeldin‐ gen weergegeven.
Het volume van de stemoutput
instellen
Draai de volumeknop op het Infotain‐
mentsysteem of druk op + of ― op het
stuurwiel.
Een dialoog annuleren
Er zijn diverse manieren om de
spraakherkenning uit te schakelen en de dialoog te annuleren:
● Druk op x op het stuurwiel.
● Zeg " Annuleren ".● Gedurende een bepaalde tijd
geen commando's invoeren
(zeggen).
● Na het derde niet herkende com‐
mando.
Bediening
Met behulp van de spraakherkenning kunt u de mobiele telefoon handig
met uw stem bedienen. Het is vol‐
doende om de spraakherkenning te
activeren en het gewenste com‐
mando in te voeren (te zeggen). Na
het geven van het commando leidt het Infotainmentsysteem u door de
dialoog door de voor het uitvoeren
van de gewenste handeling beno‐
digde vragen te stellen en feedback
te geven.
Hoofdcommando's Na het inschakelen van de spraak‐
herkenning geeft een korte toon aan
dat de spraakherkenning een com‐
mando verwacht.
Beschikbare hoofdcommando's: ● " Kiezen "
● " Bellen "● "Opnieuw kiezen "
● " Opslaan "
● " Verwijderen "
● " Lijst"
● " Koppelen "
● " Selecteer apparaat "
● " Gesproken feedback "
Veelal beschikbare commando's ● " Help ": de dialoog wordt afgeslo‐
ten en alle in de actuele functie beschikbare commando's wor‐
den opgesomd.
● " Annuleren ": de spraakherken‐
ning is uitgeschakeld.
● " Ja": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onder‐
nomen.
● " Nee": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onder‐
nomen.
Een telefoonnummer invoeren
Na het commando " Kiezen" vraagt de
spraakherkenning om het invoeren
van een nummer.