warning OPEL CASCADA 2017.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017.5, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2017.5Pages: 271, PDF Size: 7.66 MB
Page 13 of 271
Kort en bondig111Elektrische ruitbediening .......32
2 Buitenspiegels ......................30
3 Cruise control .....................160
Snelheidsbegrenzer ............162
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 163
4 Zijdelingse ventilatieope‐
ningen ................................. 135
5 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht en
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 122
Omgevingsverlichting ......... 125
Parkeerlichten .....................123
Knoppen voor Driver
Information Center ................96
6 Instrumenten ........................ 86
7 Afstandsbediening op
stuurwiel ............................... 80
8 Driver Information Center ...... 96
9 Voorruitwissers,
voorruitsproeiers,
koplampsproeiers .................. 8110 SPORT-modus ................... 158
Centrale vergrendeling .........23
Alarmknipperlichten ...........122
Controlelamp airbag-
deactivering .......................... 91
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ......................90
Tour-modus ........................ 158
11 Info-Display ........................ 101
12 Status-LED alarmsysteem ...27
13 Middelste ventilatieope‐
ningen ................................ 135
14 Handschoenenkastje,
afsluitbaar ............................. 71
15 Traction Control-systeem
(TC) ..................................... 156
Elektronische stabiliteits‐
regeling (ESC) ....................157
Parkeerhulpsystemen .........166
Lane Departure Warning ...181
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 14016 Verwarming en ventilatie ....127
17 AUX-ingang, USB-ingang ....10
18 12 V-aansluiting ....................85
19 Bedieningsschakelaar
softtop .................................. 35
Centrale ruitschakelaar ........32
20 Keuzehendel, versnellingsbak
21 Handrem, handmatig of
elektrisch bediend ...............154
22 Contactslot met stuurslot ...139
23 Claxon .................................. 81
Bestuurdersairbag ...............62
24 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 195
25 Opbergvak ........................... 72
Zekeringenkast ..................212
26 Stuurwiel instellen ................80
27 Lichtschakelaar ..................114
Mistachterlicht ....................123
Instrumentenverlichting ......124
Instellen koplampreikwijdte 117
Mistlampen ......................... 122
Page 81 of 271
Instrumenten en bedieningsorganen79Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................80
Stuurwielverstelling ...................80
Stuurbedieningsknoppen ...........80
Verwarmd stuurwiel ...................80
Claxon ....................................... 81
Wis-/wasinstallatie voorruit ........81
Buitentemperatuur .....................82
Klok ........................................... 83
Elektrische aansluitingen ...........85
Aansteker .................................. 85
Asbakken ................................... 85
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................86
Instrumentengroep ....................86
Snelheidsmeter ......................... 86
Kilometerteller ........................... 86
Dagteller .................................... 87
Toerenteller ............................... 87
Brandstofmeter .......................... 87
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ............................................. 88
Service-display .......................... 88
Controlelampen ......................... 89
Richtingaanwijzer ......................90Gordelverklikker ........................90
Airbags, gordelspanners en rolbeugels ................................. 91
Airbag-deactivering ...................91
Laadsysteem ............................. 91
Storingsindicatielamp ................91
Rem- en koppelingssysteem .....92
Pedaal intrappen .......................92
Elektrische handrem ..................92
Storing elektrische handrem ......92
Antiblokkeersysteem (ABS) .......93
Opschakelen ............................. 93
Stuurbekrachtiging ....................93
Lane Departure Warning ...........93
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ..............93
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ....93
Traction Control-systeem UIT ...94
Voorverwarming ........................94
Roetfilter .................................... 94
AdBlue ....................................... 94
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ......................................... 94
Motoroliedruk ............................. 94
Te laag brandstofpeil .................95
Startbeveiliging .......................... 95
Rijverlichting .............................. 95
Grootlicht ................................... 95
Grootlichtassistentie ..................95Adaptive Forward Lighting .........95
Mistlamp .................................... 96
Mistachterlicht ........................... 96
Cruise control ............................ 96
Voorligger gedetecteerd ............96
Portier open ............................... 96
Informatiedisplays ........................96
Driver Information Center ..........96
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display .................. 101
Boordinformatie ......................... 103
Geluidssignalen .......................104
Batterijspanning .......................104
Persoonlijke instellingen ............105
Telematicaservice ......................109
OnStar ..................................... 109
Page 92 of 271
90Instrumenten en bedieningsorganenOverzichtORichtingaanwijzer 3 90XGordelverklikker 3 90vAirbag en gordelspanners en
rolbeugels 3 91VAirbag deactiveren 3 91pLaadsysteem 3 91ZStoringsindicatielamp 3 91RRem- en koppelingssysteem
3 92-Pedaal intrappen 3 92mElektrische handrem 3 92jStoring elektrische handrem
3 92uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 93ROpschakelen 3 93cStuurbekrachtiging 3 93)Lane Departure Warning 3 93aElektronische stabiliteitsregeling
UIT 3 93bElektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem
3 93kTraction Control-systeem uit
3 94!Voorverwarmen 3 94%Roetfilter 3 94YAdBlue 3 94wBandenspanningscontrolesys‐
teem 3 94IMotoroliedruk 3 94iTe laag brandstofpeil 3 95dStartbeveiliging 3 958Buitenverlichting 3 95CGrootlicht 3 95lGrootlichtassistentie 3 95fAdaptief rijlicht (AFL) 3 95>Mistlamp 3 96rMistachterlicht 3 96mCruise control 3 96AVoorligger gedetecteerd 3 96hPortier open 3 96Richtingaanwijzer
O brandt of knippert groen.
Brandt korte tijd De parkeerlichten zijn ingeschakeld.
Knippert
Een richtingaanwijzer of de alarm‐
knipperlichten zijn geactiveerd.
Snel knipperen: richtingaanwijzer of
bijbehorende zekering defect, rich‐
tingaanwijzer aanhanger defect.
Gloeilamp vervangen 3 201, zeke‐
ringen 3 209.
Richtingaanwijzers 3 122.
Gordelverklikker Gordelverklikker op de
voorstoelen
X van de bestuurdersstoel brandt of
knippert rood.
k van de passagiersstoel voorin
brandt of knippert rood wanneer de stoel bezet is.
Page 95 of 271
Instrumenten en bedieningsorganen939Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als tijdens de rit gaat branden, dan zit er een storing in het
ABS-systeem. Het remsysteem blijft
normaal werken, maar zonder ABS-
regeling.
Antiblokkeersysteem 3 153.
Opschakelen R met het nummer van een naastho‐
gere versnelling wordt aangegeven of verschijnt als volledige pagina op het
Driver Information Center wanneer
opschakelen omwille van het brand‐
stofverbruik wordt aanbevolen.
EcoFlex rijhulp 3 96.
Stuurbekrachtiging
c brandt geel.
Gaat branden met verminderde
stuurbekrachtiging
De stuurbekrachtiging wordt vermin‐
derd door oververhitting van het
systeem. De controlelamp gaat uit
wanneer het systeem is afgekoeld.
Stop-startsysteem 3 140.
Gaat branden met
uitgeschakelde
stuurbekrachtiging
Storing in het stuurbekrachtigings‐ systeem. De hulp van een werkplaats inroepen.
Lane Departure Warning
) brandt groen of knippert geel.
Brandt groen
Systeem wordt ingeschakeld en is
gebruiksklaar.Knippert geel
Systeem herkent een onbedoelde
verandering van rijstrook.
Elektronischestabiliteitsregeling UIT
n brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Elektronische stabiliteitsre‐geling en Traction Control-
systeem
b brandt of knippert geel.
Knippert
Het systeem is actief ingeschakeld.
Het motorvermogen kan worden
begrensd en de auto kan automatisch iets worden afgeremd.
Brandt Er zit een storing in het systeem. Er
verschijnt een waarschuwingsbericht
op het Driver Information Center.
Verder rijden is mogelijk. Het systeem
Page 139 of 271
Rijden en bediening137Rijden en bedieningRijtips......................................... 138
Controle over de auto ..............138
Sturen ...................................... 138
Rijhoogte ................................. 138
Starten en bediening .................139
Nieuwe auto inrijden ................139
Contactslotstanden ..................139
Vertraagde uitschakeling stroom .................................... 139
Motor starten ........................... 139
Uitrol-brandstofafsluiter ...........140
Stop/Start-systeem ..................140
Parkeren .................................. 143
Uitlaatgassen ............................. 144
Roetfilter .................................. 144
Katalysator .............................. 145
AdBlue ..................................... 145
Automatische versnellingsbak ...149
Versnellingsbakdisplay ............149
Keuzehendel ........................... 149
Handmatige modus .................150
Elektronische rijprogramma's ..151
Storing ..................................... 151
Stroomonderbreking ................151Handgeschakelde versnellings‐
bak ............................................. 152
Remmen .................................... 153
Antiblokkeersysteem ...............153
Handrem .................................. 154
Remassistentie ........................155
Hellingrem ............................... 155
Rijregelsystemen .......................156
Traction Control .......................156
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 157
Interactief rijsysteem ...............158
Bestuurdersondersteuningssys‐
temen ......................................... 160
Cruise control .......................... 160
Snelheidsbegrenzer ................162
Frontaanrijdingswaarschu‐ wing ........................................ 163
Indicatie afstand tot voorligger 166
Parkeerhulp ............................. 166
Blindehoeksysteem .................174
Achteruitkijkcamera .................176
Verkeersbordherkenning .........178
Lane Departure Warning .........181
Brandstof ................................... 183
Brandstof voor benzinemotoren .....................183
Brandstof voor dieselmotoren . 184Tanken .................................... 184
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot
........................... 186
Trekhaak .................................... 187
Algemene informatie ...............187
Rijgedrag en aanhangertips ....187
Aanhanger trekken ..................188
Page 183 of 271
Rijden en bediening181Storing
De verkeersbordherkenning werkt
eventueel niet goed wanneer:
● De voorruit ter hoogte van de frontcamera niet schoon is.
● Verkeersborden geheel of gedeeltelijk bedekt zijn of lastig
waarneembaar zijn.
● De omgevingsomstandigheden ongunstig zijn, bijv. harde regen,
sneeuw, direct zonlicht of scha‐
duwen. In dat geval verschijnt Geen verkeersbordherk. door het
weer op het Driver Information
Center.
● De verkeersborden incorrect gemonteerd of beschadigd zijn.
● Verkeersborden niet voldoen aan
het Verdrag van Wenen inzake
de verkeerstekens (Wiener
Übereinkommen über
Straßenverkehrszeichen).Voorzichtig
Het systeem is bedoeld om de bestuurder binnen een vast snel‐
heidsbereik te helpen bij de waar‐
neming van bepaalde verkeers‐
borden. Negeer geen verkeers‐
borden die het systeem niet weer‐ geeft.
Het systeem herkent geen andere
verkeersborden dan de conventi‐
onele versies die een maximum‐
snelheid aangeven of beëindigen.
Laat u door dit speciale systeem
niet verleiden tot een roekeloze
rijstijl.
Pas uw snelheid altijd aan de staat van het wegdek aan.
De hulpsystemen ontnemen de
bestuurder niet zijn verantwoorde‐
lijkheid voor het besturen van de
auto.
Lane Departure Warning
Het Lane Departure Warning-
systeem houdt via een frontcamera
de belijning in het oog van de rijstrook waarin u rijdt. Het systeem detecteert
veranderingen van rijstrook en waar‐
schuwt u met visuele en akoestische
signalen wanneer u onbedoeld van
rijstrook verandert.
De criteria voor een onbedoelde
verandering van rijstrook zijn:
● geen bediening van de richting‐ aanwijzers
● geen bediening van het rempe‐ daal
● geen bediening van het gaspe‐ daal of snelheidsverhoging
● geen actieve stuurbeweging
Wanneer de bestuurder deze hande‐
lingen verricht, waarschuwt het
systeem niet.
Page 184 of 271
182Rijden en bedieningInschakelen
U activeert het Lane Departure
Warning-systeem door ) in te druk‐
ken. De brandende led in de knop
geeft aan dat het systeem is inge‐
schakeld. Wanneer de controle‐
lamp ) in de instrumentengroep
groen brandt, is het systeem klaar
voor gebruik.
Het systeem werkt alleen bij snelhe‐
den hoger dan 56 km/u en wanneer
wegbelijning aanwezig is.
Wanneer het systeem een onbe‐
doelde verandering van rijstrook
herkent, dan wordt de controle‐
lamp ) geel en knippert deze. Tege‐
lijkertijd hoort u een geluidssignaal.
Uitschakelen
Het systeem wordt gedeactiveerd
door ) in te drukken; de led in de toets
gaat uit.
Bij snelheden lager dan 56 km/u
werkt het systeem niet.
Storing
Het Lane Departure Warning-
systeem werkt mogelijkerwijs niet
goed wanneer:
● de voorruit niet schoon is
● de omgevingsomstandigheden ongunstig zijn, zoals zware
regenval, sneeuw, direct zonlicht of schaduwen.
Het systeem werkt niet als geen
wegbelijning wordt gedetecteerd.
Page 268 of 271
266Handrem............................. 153, 154
Handschoenenkastje ...................71
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 155
Hoofdsteunen .............................. 46
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 134
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 67
Indicatie afstand tot voorligger ...166
Info-Displays ................................. 96
Inhouden ................................... 252
Inklapbare spiegels .....................30
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 125
Instrumentengroep ......................86
Instrumentenverlichting .............209
Interactief rijsysteem................... 158
Interieurverlichting ......................124
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........70
K Katalysator ................................. 145
Kentekenverlichting ...................208
Keuzehendel ............................. 149
Kilometerteller .............................. 86
Kinderveiligheids-systemen ..........65
Klimaatregeling ............................ 15Klimaatregelsystemen ................127
Klok............................................... 83
Koelvloeistof .............................. 197
Koelvloeistof en antivries ............240
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...88
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 117
Koplampverstelling ....................117
Koprolbeveiliging ..........................45
L Laadsysteem ............................... 91
Lane Departure Warning ......93, 181
Leeslampen ............................... 125
Lekke band ................................. 226
Lichtschakelaar .......................... 114
Lichtsignaal ................................ 117
Luchtinlaat ................................. 136
Luchtroosters .............................. 135
M Meters........................................... 86
Mistachterlicht ...................... 96, 123
Mistlamp ...................................... 96
Mistlampen ................................ 204
Mistlampen voor ........................122
Motorgegevens .......................... 248
Motor-ID...................................... 244
Motorkap .................................... 195
Motorolie .................... 196, 240, 245Motoroliedruk ............................... 94
Motor starten ............................. 139
N Nieuwe auto inrijden ..................139
O Obstakeldetectiesystemen .........166
Olie, motor .......................... 240, 245
OnStar ........................................ 109
Ontlaadbeveiliging accu ............126
Opbergruimte................................ 71
Opbergruimte achter..................... 76
Opbergruimte voor........................ 72
Opbergvakken .............................. 71
Opbergvak middenconsole ..........73
Opgeslagen instellingen ...............22
Opschakelen................................. 93 Overzicht instrumentenpaneel .....10
P
Parkeerhulp ............................... 166
Parkeerlichten ............................ 123
Parkeren .............................. 18, 143
Park pilot met ultrasoonsensoren 166
Partikelfilter ................................. 144
Pech ........................................... 234
Pedaal intrappen .......................... 92
Persoonlijke instellingen ............105
Pollenfilter .................................. 136
Portieren ....................................... 25