bluetooth OPEL CASCADA 2017.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017.5, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2017.5Pages: 109, PDF Size: 1.78 MB
Page 6 of 109
6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 14Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
De radio is gebruikersvriendelijk
doordat u met de voorkeuzetoetsen
1...6 een groot aantal FM-, AM- en
DAB (Digital Audio Broadcasting)-
zenders kunt vastleggen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem brengt u veilig
naar uw bestemming en omzeilt
desgewenst files of andere knelpun‐
ten.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een telefoonapplicatie waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel in de auto kunt gebrui‐
ken.
Naar keuze kan het Infotainmentsys‐
teem worden bediend met de toetsen op het instrumentenbord, de knoppen
op het stuurwiel of de spraakherken‐
ningsfunctie.Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de
heldere displays kunt u het systeem
gemakkelijk en intuïtief bedienen.
Raadpleeg voor details over de
bediening en nieuws over software- updates onze website.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor de diverse Infotainmentsystemenbeschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan
Page 9 of 109
Inleiding91;
Ga naar startpagina ..............17
2 SRCE (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
Cd/mp3-speler ......................32
USB ....................................... 35
AUX ....................................... 35
Bluetooth ............................... 35
AM ......................................... 25
FM ......................................... 25
DAB ....................................... 25
3 s
Radio: achteruit zoeken ........25
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ...............33
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ...............374Zendertoetsen 1...6
Kort drukken: station
selecteren ............................. 27
Lang drukken: station
opslaan ................................. 27
5 m
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 14
Draaien: volume
aanpassen ............................ 14
6 u
Radio: vooruit zoeken ...........25
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 33
Externe apparaten: track
vooruit overslaan ................... 37
7 AS 1/2
Kort indrukken: Autostore-
lijst openen ............................ 27
Lang indrukken:
Autostore-zenders
automatisch opslaan .............278 FAV 1/2/3
Favorietenlijst openen ...........27
9 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................28
10 d
Cd uitwerpen ......................... 33
11 CONFIG
Openen instellingenmenu .....22
12 r
Cd/mp3/wma: start/pauze
weergave .............................. 33
Externe apparaten: start/
pauze weergave ...................37
13 INFO
Radio: informatie over
huidige zender
Cd/mp3/wma, externe
apparaten: informatie over huidige track
Navigatie: informatie, bijv.
over de huidige locatie
Page 12 of 109
12Inleiding1;
Ga naar startpagina ..............17
2 SRCE (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
Cd/mp3-speler ......................32
USB ....................................... 35
AUX ....................................... 35
Bluetooth ............................... 35
AM ......................................... 25
FM ......................................... 25
DAB ....................................... 25
3 s
Radio: achteruit zoeken ........25
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan ...............33
Externe apparaten: track
achteruit overslaan ...............374Zendertoetsen 1...6
Kort drukken: station
selecteren ............................. 27
Lang drukken: station
opslaan ................................. 27
5 m
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 14
Draaien: volume
aanpassen ............................ 14
6 u
Radio: vooruit zoeken ...........25
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................... 33
Externe apparaten: track
vooruit overslaan ................... 37
7 AS 1/2
Kort indrukken: Autostore-
lijst openen ............................ 27
Lang indrukken:
Autostore-zenders
automatisch opslaan .............278 FAV 1/2/3
Favorietenlijst openen ...........27
9 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten .................28
10 d
Cd uitwerpen ......................... 33
11 CONFIG
Openen instellingenmenu .....22
12 INFO
Radio: informatie over
huidige zender
Cd/mp3/wma, externe
apparaten: informatie over huidige track
Page 15 of 109
Inleiding15Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai X. De huidige instelling
verschijnt in een pop-up onderaan het scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐
steld:
● het maximale inschakelvolume 3 21
● het volume voor verkeersberich‐ ten 3 21
● het volume van de navigatiebe‐ richten 3 41Automatisch volume
Na inschakeling van het automati‐
sche volume 3 21 wordt het volume
automatisch zodanig aangepast dat u
geen geluid van het wegdek of van de
rijwind hoort.
Mute
Druk op PHONE (wanneer de tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken) om het geluid
van audiobronnen te onderdrukken.
Om de onderdrukking van het geluid
weer te annuleren: draai aan X of
druk opnieuw op PHONE (indien tele‐
foonportaal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare
volume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.Bedieningsstanden
Audiospelers
Druk steeds op SRCE om tussen de
hoofdmenu's AM, FM, CD, USB,
AUX, Bluetooth of DAB te wisselen.
Voor gedetailleerde beschrijvingen
van:
● Cd/mp3-speler 3 32
● USB-poort 3 35
● AUX-ingang 3 35
● Audio via Bluetooth 3 35
● AM-radio 3 25
● FM-radio 3 25
● DAB-radio 3 30
Navigatie
Druk op NAVI om de kaart van de
navigatieapplicatie weer te geven.
Druk op de multifunctionele knop om
naar een submenu met opties voor
het invoeren van bestemmingen en
het structureren van een route te
gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 40.
Page 36 of 109
36Externe apparatenOntkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 69.
Bestandsindelingen
Audiobestanden
Alleen apparaten die zijn geformat‐
teerd in de bestandssystemen
FAT32, NTFS en HFS+ worden
ondersteund.
Let op
Sommige bestanden worden wellicht niet goed afgespeeld. Dit
kan worden veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .m4a.
Bij het afspelen van een bestand met
ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Afbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen zijn
.jpg, .jpeg, .bmp, .png en .gif.De grootte van de bestanden mag
maximaal 2048 pixels in de breedte
en 2048 pixels in de hoogte zijn
(4MP).
Gracenote De Gracenote database bevat infor‐
matie over momenteel verkrijgbare
mediadata.
Bij het aansluiten van externe appa‐
raten worden de tracks of bestanden
herkend door de Gracenote functie.
Als de normalisatiefunctie van Grace‐
note geactiveerd is, worden spelfou‐
ten in MP3 tag-data automatisch
gecorrigeerd. Hierdoor kunnen
mediazoekresultaten beter worden.
Druk op CONFIG en selecteer dan
Radio-instellingen .
Selecteer Gracenote opties om het
betreffende submenu weer te geven.
Activeer de normailsatiefunctie van
Gracenote.
Page 37 of 109
Externe apparaten37Audio afspelen
Weergave starten
Indien niet aangesloten, sluit het
apparaat aan 3 35.
Druk op ; en selecteer dan USB,
AUX of Bluetooth .
Voorbeeld: hoofdmenu USB
Functietoetsen
De mediabestanden op de USB- en Bluetooth-apparaten kunnen met de
toetsen op het instrumentenbord
worden bediend.
Naar vorige of volgende track
springen
Druk één of meerdere keren op t of
v om naar de vorige of volgende
track te springen.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd t of v ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Pauze in weergave
Druk op r om het afspelen te
pauzeren.
Audiomenu's Druk op de multifunctionele knop om
het betreffende audiomenu weer te
geven.
Let op
Niet alle menuopties zijn beschik‐ baar in alle audiomenu's.
Functie Willekeurige volgorde
Druk op de multifunctionele knop om
het menu USB of Bluetooth weer te
geven.
Activeer Door elkaar voor het afspe‐
len van de tracks op het betreffende
apparaat in willekeurige volgorde.
Deactiveer Door elkaar om naar de
normale afspeelvolgorde terug te
keren.
Zoeken
(alleen beschikbaar in USB-menu's)
Page 64 of 109
64SpraakherkenningMenuActieSpraakcommando'sRadiomenuEen frequentie
selecteren" F M radio | Kies F M "
" A M radio | Kies A M "
" D A B radio | Kies D A B "Een zender
selecteren" Afstemmen op F M … "
" Afstemmen op A M … "
" Kies D A B ... | DAB ... inschakelen "Media-menuEen mediabron
selecteren" C D afspelen "
" U S B afspelen "
" Front aux afspelen | Spelen AUX | Spelen Voorkant AUX "
" Bluetooth afspelen | Bluetooth-geluid afspelen | Bluetooth-audio afspelen "Een zoekcategorie
selecteren" Artiest ... afspelen "
" Album ... door ... afspelen "
" Genre ... afspelen "
" Map ... afspelen "
" Afspeellijst ... afspelen "
" Componist ... afspelen "
" Audioboek ... afspelen "Een song
selecteren" Liedje ... afspelen | Liedje ... afspelen door … "
Page 68 of 109
68TelefoonTelefoonAlgemene aanwijzingen...............68
Bluetooth-verbinding ....................69
Noodoproep ................................. 70
Bediening ..................................... 71
Tekstberichten ............................. 74
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................76Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de
belangrijkste functies van de mobiele
telefoon te bedienen. Om het tele‐
foonportaal te kunnen gebruiken,
moet de mobiele telefoon via Blue‐
tooth aangesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys‐
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn doordat
uw concentratie afneemt tijdens
het telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de
bepalingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in
sommige gebieden gelden op en
zet uw mobiele telefoon uit als
Page 69 of 109
Telefoon69mobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons of andere appara‐
ten.
Voor het maken van een Bluetooth-
verbinding met het Infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat geactiveerd
zijn. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
Via het menu Bluetooth worden Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐ mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en Infotainmentsysteem) en
verbonden.
Opmerkingen ● Aan het systeem kunnen maxi‐ maal vijf apparaten worden
gekoppeld.
● Er kan slechts één gekoppeld apparaat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐
pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐
den was, brengt het Infotain‐ mentsysteem de verbinding
automatisch tot stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Laat het apparaat daarom
via een stopcontact opladen.Bluetooth-menu
Om het menu Bluetooth te openen
drukt u op CONFIG. Selecteer Tele‐
fooninstelling en dan Bluetooth .
De menuopties Apparatenlijst en
Apparaat koppelen verschijnen.
Apparaat koppelen
Activeer het koppelen op het Infotain‐ mentsysteem door Apparaat
koppelen te selecteren. Er verschijnt
een bericht met de viercijferige code van het Infotainmentsysteem.
Activeer het koppelen op het Blue‐
tooth-apparaat. Voer zo nodig de
code van het Infotainmentsysteem op
het Bluetooth-apparaat in.
Voor het koppelen verschijnt er een zescijferige pincode op het Infotain‐
mentsysteem.
Koppelen bevestigen: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Page 70 of 109
70TelefoonVergelijk (desgevraagd) de
pincodes op het Infotainmentsys‐
teem en op het Bluetooth-appa‐
raat en bevestig het bericht op
het Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt ondersteund:
Voer de pincode op het Blue‐
tooth-apparaat in en bevestig uw invoer.
De apparaten zijn gekoppeld en het
telefoonhoofdmenu verschijnt.
Het telefoonboek en de oproeplijsten
(indien beschikbaar) worden vanaf
het Bluetooth-apparaat gedownload.
Bevestig zo nodig het bijbehorende
bericht op het Bluetooth-apparaat.
Apparatenlijst De apparatenlijst bevat alle Blue‐
tooth-apparaten die aan het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld zijn.
Als een nieuw appraat wordt gekop‐
peld, verschijnt het in de apparaten‐
lijst.
Een apparaat aansluiten
Selecteer het apparaat dat u wenst te
koppelen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer Selecteren .
Het eerder verbonden apparaat wordt
ontkoppeld en dit apparaat wordt
verbonden.
Een apparaat wissen
Selecteer het apparaat dat u wenst te wissen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer Verw..
Het apparaat is gewist.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken