OPEL CASCADA 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2018Pages: 271, PDF Size: 7.92 MB
Page 211 of 271

Verzorging van de auto209Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten drie zekeringenkasten in de
auto:
ā Linksvoor in de motorruimte,ā Bij auto's met het stuur links, in het interieur achter het opbergāvak, of bij auto's met het stuurrechts, achter het handschoeā
nenkastje,
ā Achter een deksel aan de linkerā kant van de bagageruimte.
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.
Zekering pas vervangen wanneer de oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meerā dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motorā
ruimte zit mogelijk een zekeringtrekā
ker.Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op de zekering steken en de
zekering lostrekken.
Page 212 of 271

210Verzorging van de autoZekeringenkast inmotorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Klik de klep los en klap deze geheel
omhoog. Haal de klep recht omhoog
eraf.
Nr.Stroomkring1Motorregelmodule2Lambdasonde3Brandstofinspuiting, ontsteā
kingssysteem4Brandstofinspuiting, ontsteā
kingssysteem5ā6Spiegelverwarming7Aanjagerregeling8Lambdasonde, motorkoeling9Achterruitsensor10Accusensor11Ontgrendeling kofferruimte12Adaptief rijlicht (AFL), automatiā
sche verlichting13ABS-kleppen14ā15Motorregelmodule16Startmotor17Transmissieregelmodule18Verwarmbare achterruit
Page 213 of 271

Verzorging van de auto211Nr.Stroomkring19Elektrische ruitbediening voorin20Elektrische ruitbediening
achterin21Centrale elektrische eenheid,
achter22Grootlicht links (halogeen)23Koplampsproeiers24Rechter dimlicht (xenon)25Linker dimlicht (xenon)26Mistlampen27Verwarming dieselbrandstof28Start-stopsysteem29Elektrische handrem30ABS-pomp31ā32Airbag33Adaptief rijlicht (AFL), automatiā
sche verlichting34Uitlaatgasrecirculatie35Elektrisch bediende ruiten,
regensensor, buitenspiegelNr.Stroomkring36Verwarming en ventilatie37ā38Vacuümpomp39Regelmodule brandstofsysteem40Wis-/wasinstallatie voor41Grootlicht rechts (halogeen)42Koelventilator43Voorruitwissers44ā45Koelventilator46ā47Claxon48Koelventilator49Brandstofpomp50Koplamphoogteregeling, adapā
tief rijlicht (AFL)51ā52Hulpverwarming, dieselmotorNr.Stroomkring53Transmissieregelmodule,
motorregelmodule54Vacuümpomp, instrumentenā
groep, verwarming, ventilatie en
airco
Klik na het vervangen van doorgeā
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u de klep van de zekeringā
houder niet goed sluit, kunnen er
storingen optreden.
Page 214 of 271

212Verzorging van de autoZekeringenkast
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit
het zekeringenkastje achter het
opbergvak in het instrumentenbord.
Open het opbergvak en druk het naar links om het te ontgrendelen. Klap het
opbergvak omlaag en verwijder het.
Bij rechtsgestuurde auto's zit de
zekeringenkast achter een deksel in
het handschoenenkastje. Open het
handschoenenkastje, open daarna
de afdekking en klap die omlaag.
Nr.Stroomkring1Displays2Regelmodule carrosserie, rijverā
lichting3Regelmodule carrosserie, rijverā
lichting4Infotainmentsysteem5Infotainmentsysteem, instruā
ment612 V-aansluiting, aansteker712 V-aansluiting8Carrosserieregelmodule,
dimlicht links9Carrosserieregelmodule,
dimlicht rechts10Carrosserieregelmodule,
portiersloten11Aanjager12Elektrisch verstelbare bestuurā
dersstoel13Elektrisch verstelbare passaā
giersstoel14Diagnosestekker
Page 215 of 271

Verzorging van de auto213Nr.Stroomkring15Airbag16Kofferdekselrelais17Airconditioningssysteem18Servicediagnose19Carrosserieregelmodule,
remlichten, achterlichten, interiā
eurverlichting20ā21Instrumentenpaneel22Ontstekingssysteem23Carrosserieregelmodule24Carrosserieregelmodule25ā26Extra 12 V-aansluiting kofferbak
Zekeringenkast in
bagageruimte
De zekeringenkast zit links in de
bagageruimte achter een deksel.
Verwijder het deksel.
Toewijzingen van de zekeringen
Nr.Stroomkring1Regelmodule sofftop, elektriā
sche rail rechts2ā3Park Pilot4Systeem voor selectieve katalyā
satorreductie5ā6ā7Elektrisch verstelbare stoel8Regelmodule sofftop9Systeem voor selectieve katalyā
satorreductie10Systeem voor selectieve katalyā
satorreductie11Aanhangermodule, bandenā
spanningscontrole en achteruitā
kijkcamera12Regelmodule sofftop, achterā
lichten13ā14Achterbank elektrisch neerklapā
baar
Page 216 of 271

214Verzorging van de autoNr.Stroomkring15ā16Stoelventilatie, achteruitkijkcaā
mera, regelmodule softtop17ā18ā19Stuurwielverwarming20ā21Stoelverwarming22ā23Regelmodule sofftop, elektriā
sche rail links24Systeem voor selectieve katalyā
satorreductie25ā26Tijdelijke zekering voor niet-
logistieke modus27Passieve toegang28ā29Hydraulische module30āNr.Stroomkring31ā32Flex RideBoordgereedschap
Gereedschap
Auto's met reservewiel
Open de vloerafdekplaat. De krik, het
gereedschap en een riem voor het
vastzetten van een beschadigd wiel liggen in de gereedschapskist onderhet reservewiel in de bagageruimte.
De wielsleutel en het sleepoog bevinā
den zich in de gereedschapstas in de reservewielbak bij de gereedschapsā
kist. De gereedschapszak zit met een
kettinkje aan de opbergstang. Haal
het kettinkje van de gereedschapskist
Page 217 of 271

Verzorging van de auto215en de gereedschapszak van de
opbergstang om bij het gereedschap
in de zak te komen.
Reservewiel 3 228.
Auto's zonder reservewiel
Bepaalde gereedschappen en het
sleepoog bevinden zich in een
gereedschapskist onder de vloerafā
dekplaat in de bagageruimte.
Auto's zonder reservewiel en een
vlakke vloer van de bagageruimte
Bepaalde gereedschappen en het
sleepoog bevinden zich in een zak die aan het sjoroog linksachter in de
bagageruimte bevestigd is.
Velgen en banden
Wielen
Bij auto's met dieselmotor zijn geen
stalen velgen maar alleen speciale,
voor de auto goedgekeurde lichtmeā
talen velgen toegestaan.
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden
over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben. Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadiā
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een
werkplaats inroepen.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid
bij temperaturen onder 7 °C en moeten daarom op alle wielen
worden gemonteerd.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als winterbanden 3 253.
Page 218 of 271

216Verzorging van de autoGebruik bandenmaat 245/45 R18
alleen als winterbanden.
Bij auto's met dieselmotor zijn geen
stalen velgen maar alleen speciale,
voor de auto goedgekeurde lichtmeā
talen velgen toegestaan.
De sticker met de maximumsnelheid
in overeenstemming met de geldende wetgeving in uw land in het gezichtsā
veld van de bestuurder aanbrengen.
Aanduidingen op banden Bijv. 235/55 R 17 99 V235:Bandbreedte in mm55:Hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. bandā
breedte) in %R:Type koordlagen: RadiaalRF:Type: RunFlat17:Velgdiameter in inches99:Kengetal voor draagvermoā
gen, 99 komt bijv. overeen met
775 kgV:Kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q:Maximaal 160 km/uS:Maximaal 180 km/uT:Maximaal 190 km/uH:Maximaal 210 km/uV:maximaal 240 km/uW:Maximaal 270 km/u
Kies een band die geschikt is voor de
topsnelheid van uw auto.
De topsnelheid is bereikbaar op
rijklaar gewicht met bestuurder
(75 kg) plus 125 kg nuttige last. Door
optionele uitrusting kan de topsnelā heid van de auto afnemen.
Prestaties 3 249.
Draairichtingsgebonden banden
Draairichtingsgebonden banden zo
monteren dat ze in de rijrichting afrolā len. De draairichting is herkenbaar
aan een symbool ( bijv. een pijl) op de
zijwand van de band.
Bandenspanningscontroleāsysteem
Het bandenspanningscontrolesysā
teem controleert vanaf een bepaalde
snelheid eenmaal per minuut de bandenspanning van alle vier de
banden.
Voorzichtig
Het bandenspanningscontroleā
systeem waarschuwt alleen bij
een te lage bandenspanning en
treedt niet in de plaats van regulier onderhoud van de banden door de bestuurder.
Alle wielen moeten zijn voorzien van
een spanningssensor en de banden
moeten de voorgeschreven bandenā
spanning hebben.
Let op
In landen waar het bandenspanā
ningscontrolesysteem wettelijk
vereist is, vervalt de typegoedkeuā
ring van de auto bij het gebruik van wielen zonder spanningssensoren.
U kunt de actuele bandenspanningsā
waarden bekijken in Informatiemenu
voertuig op het Driver Information
Centre.
U selecteert het menu met de knopā
pen op de richtingaanwijzerhendel.
Page 219 of 271

Verzorging van de auto217
Druk op MENU om Informatiemenu
voertuig te selecteren X.
Draai aan het stelwiel om het bandenā
spanningscontrolesysteem te selecā
teren.
De systeemstatus en bandenspanā
ningswaarschuwingen worden
samen met het betreffende wiel
aangegeven in een bericht op het Driver Information Center.
Voor de waarschuwingen kijkt het
systeem ook naar de temperatuur
van de band.
Afhankelijkheid van temperatuur
3 219.
Bij het detecteren van een te lage
bandenspanning licht controlelampje
w 3 93 op.
Als
w oplicht, stop dan bij de eerstā
volgende gelegenheid en breng de
banden op de aanbevolen spanningsā
waarden 3 253.
Als w 60-90 seconden knippert en
daarna continu wordt verlicht, is er
een fout in het systeem. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Na het op spanning brengen moet u
wellicht een stukje rijden om de
bandenspanningswaarden op Driver
Information Center bij te werken.
Hierbij kan w oplichten.
Als w bij lagere temperaturen oplicht
en na het rijden dooft, kan dit duiden
op een naderende te lage bandenā
spanning. Bandenspanning controleā
ren.
Boordinformatie 3 102.
Schakel het contact uit wanneer de
bandenspanning moet worden
verhoogd of verlaagd.
Monteer alleen wielen met druksenā
soren, anders wordt de bandenspanā
ning niet weergegeven en brandt w
voortdurend.
Page 220 of 271

218Verzorging van de autoEen reservewiel of tijdelijk reserveā
wiel heeft geen druksensor. Het
bandenspanningscontrolesysteem
werkt niet op deze banden. De
controlelamp w brandt. Voor de
overige drie wielen blijft het systeem
werken.
Gebruik van standaard verkrijgbare
vloeibare bandenreparatiesets kan
de werking van het systeem nadelig
beĆÆnvloeden. Gebruik bij voorkeur
door de fabriek goedgekeurde repaā
ratiesets.
Als u elektronische apparaten
gebruikt of zich in de buurt vindt van
voorzieningen die vergelijkbare
frequenties gebruiken, kan dit de
werking van het bandenspanningsā
controlesysteem verstoren.
Elke keer bij het verwisselen van de
banden moeten de bandenspanā
ningssensoren worden gedemonā
teerd en onderhouden. Bij opgeā
schroefde sensoren: vervang het
ventielelement en de keerring. Bij
opgeklikte sensor: vervang de
complete ventielsteel.Status belading van auto
Pas de bandenspanning volgens de
informatie op het etiket van de band
of in de tabel bandenspanningswaarā den aan op de belading van de auto3 253 en selecteer de betreffende
instelling in het menu Bandbelasting
op het Driver Information Center
3 95. Deze instelling is de referentieā
waarde voor waarschuwingen over
de bandenspanning.
Het menu Bandenbelasting verschijnt
alleen als de auto stilstaat en de handrem aangetrokken is. Bij auto's
met automatische versnellingsbak
moet de keuzehendel op P staan.Selecteer:
ā Licht voor een comfortabele
spanning tot 3 inzittenden
ā Eco voor een Eco-spanning tot
3 inzittenden
ā Max voor volledige belading
Koppelingsprocedure
bandenspanningssensor
Elke bandenspanningsensor heeft
een unieke identificatiecode. De idenā tificatiecode moet aan de positie van
een nieuw wiel worden gekoppeld
nadat de wielen zijn geroteerd of alle wielen zijn verwisseld en als een of
meer bandenspanningssensoren zijn
vervangen. De bandenspanningsā
sensoren moeten ook worden gekopā
peld na het vervangen van een reserā
vewiel door een reguliere band met
een bandenspanningssensor.
Bij de volgende contactcyclus moeten
de storingslamp w en het waarschuā
wingsbericht doven/verdwijnen. De
sensoren worden met een inleergeā
reedschap in de volgende volgorde
gekoppeld aan de wielposities: voorā
wiel linkerzijde, voorwiel rechterzijde,